WAARIN OPGENOMEN DE IERSEKSCHE EN THOOLSCHE COURAN'
NIEUWSBLAD VOOR HET EILAND THOLEN
Vrijdag 15 Juni 1934
No. 24
Een en vijftigste jaarganiêS
Tholen, Poortvliet, Scherpenisse, St-Maartensdijk, Stavenisse, St-Annaland en Oud-Vossemeer
UITGAVE FIRMA J. M. C. POT, THOLEN - TEL. INTERC. 16 - POSTREK. 1043
DE PARTICULIERE
WAPEN-INDUSTRIE.
ËfrWté 'I
Ut
tl"
li!!
Sproetenverdelger
THOOLSGHE COURANT
H i
Dit blad verschijnt eiken
Vrijdag. Prijs per kwartaal
ƒ0,80; met Geïllustreerd
Zondagsblad 1,375, franco
per post ƒ1,65 -f- 15 ct.
disp. kosten.
Advertentiën van 1 tel
4 regels 75 ct.iedere regI
meer 176 ct. Grootte dj
letters naar plaatsruimte
BIJ abonnement aanmerkelijk^ S
prijsvermindering.
PUBLICATIËN.
DIENSTPLICHT.
Wenschen omtrent inlijving.
De ingeschrevenen voor don dienstplicht,
die hun wenschen met betrekking tot de in
lijving niet reeds bij de keuring hebben op
gegeven of die iets anders zouden wenschen
dan zij toen hebben medegedeeld, hebben tot
15 JULI gelegenheid, hun voorkeur op te
geven aan den comman iant van het indee-
lingsdistrict. Het verdient in het algemeen
aanbeveling dit schriftelijk te doen.
Voor nadere bijzonderheden raadplege men
de aanplakbiljetten.
Tholen, deo 12 Jnni 1934. 3 7
Niemand zal kunnen ontkennen,
dat de particuliere wapenindustrie
een bron van zeer veel kwaad is.
Dit kwaad ligt niet zoozeer in hel
fabriceeren van wapens voor landen,
die deze wapens bestellen en waarbij
de fabrikanten dus passief blijven,
maar in het agressief optreden van
hen, die hun winsten zien groeien
naarmate de tegenstellingen zich
verscherpen. Hun belang is wellicht
niet eens de oorlogin den oorlog
toch worden zij betaald met crediet-
papier en men zal den uitslag van
den oorlog hebben af te wachten
alvorens men zekerheid beeft, of dit
papier waarde heeft of niet. Maar
wel worden zij rijk, wanneer een
ieder zich gereed gaat maken voor
den komenden strijd, wanneer de
een nog harder aan de voorbereiding
van den oorlog werkt dan de ander
en men zich niet wil laten overvleu
gelen. Dan krijgt men den strijd
tusschen aanvalswapen en verdedi
ging, tusschen geschut en pantser
plaat, tusschen slagschip en torpedo
boot. Dan kan men niet genoeg
bouwen, niet genoeg fabriceeren en
men tracht te leveren aan alle par
tijen, om het even, of het «ene land
voorzien wordt van oorlogstuig door
een inwoner van een ander land, dat
later met dat oorlogstuig vernield
wordt.
Strijd kan men op den duur wel
licht niet bannenmen behoeft echter
een oorlog niet te provoceeren uit
winstbejag en dit geschiedt te vaak
door de fabrikanten van vernielings
materiaal. Het ligt in de natuur van
hun bedrijfstakhet is gevolg van
de scherpe concurrentie, ook in dit
métier en hij, die handiger is dan
de ander, die meer relaties weet te
kweeken dan de concurrent, zal de
grootste orders tot zich welen te
trekken.
Het leveren van oorlogsmateriaal
zal nu eenmaal blijven doorgaan,
zoolang men den inborst der men-
schen niet heeft weten te veranderen
het kweeken van onrust om op die
wijze orders te trekken, is een uitwas,
die zoo spoedig mogelijk moet worden
uitgesneden. Hier ligt o. i de richtlijn,
die de Staten zullen hebben te volgen,
wil men bet gevaar der wapenfabri
kanten zooveel mogelijk reduceeren.
Zoolang de heele wapenindustrie
nog niet verboden is, zal elk land
een officieele wapen centrale moeten
creëeren, welke centrale de orders
opneemt en deze onder de belang
hebbenden in het eigen land verdeelt.
Het zal verboden moeien zijn om
orders rechtstreeks te geven aan de
betrokken fabrikanten en hierop heeft
men een behoorlijke contróle door
den uitvoer van niet door de centrale
gegeven orders te verbieden. Dan
heeft men niet meer het ellendige
beeld, dat een ontwapeningsconfe
rentie vergezeld wordt door een leger
van afgevaardigden van de wapen
fabrikanten, die er dikwijls door bun
werkmethoden en hun omkooppen
ningen de lakens uitdeelen.
Bovendien moeten de gegeven
orders elke maand worden gepubli
ceerd; men heeft dan een openbare
contróle, die vermoedelijk preventief
zal kunnen werken. Nu wordt er in
het geheim gekonkeld en juist dit
geheimzinnige prikkelt om nog ver
schrikkelijker verdelgingsmiddelen uit
te vinden.
Zeer zeker geven wij toe, dat doordeez
methode niet veel zal worden bereikt.
Immers met elkander gelieerde naties,
die gelijkgerichte belangen hebben
en vermoedelijk bezield zgn meteen
gelijk verlangen een bepaalden tegen
stander te verniètigen, zullen de be
palingen toch ontduiken. Zij zullen
elkander wapenmateriaal leveren
dit camoufleeren. Er zullen nog tal van
andere oorzaken zijn, welke de juiste
werking der methode tegenwerken.
Maar alles is beter dan het laten
doorwerken van de particuliere firma's,
die geen andere verantwoordelijkheid
kennen dan zooveel mogelijk te leve
ren en daardoor een zoo groot mo
gelijke winst te behalen. Een Staat,
vooral een land, dat zich respecteert
en zich ook gerespecteerd wil zien,
zal zich weliswaar voorbereiden op
verdediging, in vele gevallen zich
niet leenen tot ontoelaatbare prac-
tijken op een gebied, dat hem niet
interesseert. Hij wordt dan geleid
door goede of foute nationale be
grippen, doch nimmer door winst
bejag, uit wapenleveranties te behalen.
(Nadruk verboden).
l'
it
Transfer-verdrag Nederland-Duitsch-
land. Duitschland zal moeten
betalen. Een nieuw zijkanaal
naar Almelo. De nieuwe Haagsche
burgemeester. Benoemingen.
De publicatie van het aanvullings
protocol inzake de „betalingen van
de handelsverplichtingen tusschen
Duitschland en Nederland", samen
vallende met de sterke fluctuaties in
de waardeering van het Duitsche
betaalmiddel, heeft weer eens een fel
licht geworpen niet alleen op den
benarden toestand, waarin onze Oos
telijke buren zijn gekomen, maar
ook op de fatale positie, waarin de
Nederlandsche leveranciers van goe
deren, de schuldeischers in het al
gemeen en nu laatstelijk ook de Ne
derlandsche tusschenhandel zijn
komen te verkeeren.
De toestand in Duitschland werd
dezer dagen door prof. Cassel aldus
gekarakteriseerd, dat de verschillende
individueele debiteuren volmaakt
solvent zijn, maar dat de Duitsche
autoriteiten hun beletten, de bui-
tenlandsche valuta te verwerven, die
zij voor betaling van hun schulden
noodig hebben.
Door welke omstandigheden Duitsch
land inderdaad in een positie is ge
raakt om, bij een vrij bevredigende
gang van zaken in het binnenland,
zich tegenover de buitenwereld als
een failliete schuldenaar voor te doen,
daarover is reed6 vaak genoeg ge
sproken. Wij zullen dan ook de be
schouwingen van den Zweedschen
hoogleeraar niet op den voet volgen.
Ook kunnen wij moeilijk de ontboe
zeming van Cassel aanvaarden, als
zou de huidige situatie in Duitschland
in sterke mate zijn teweeggebracht
door de politiek van die landen, welke
weigeren Duitsche goederen tekoopen
en aan Duitschland veel meer willen
verkoopen dan zij van dat land willen
betrekken en niettemin van Duitsch
land volledige nakoming van zijn
verplichtingen eischen.
Tenslotte is Duitschland geheel vrij
geweest in de keus van hetgeen het
van het buitenland wil betrekken,
evenals het buitenland voor zichzelf
heeft uit te maken, wat het in
Duitschland wil koopen. Doch hoe
men daarover ook moge denken, zoo
is het toch een onbetwistbaar feit,
dat het niet aangaat, de van Duitsch
land gekochte goederen punctueel te
blijven betalen, terwijl tezelfder tijd
Duitschland zijn betalingsverplich
tingen voor de aan dat land geleverde
goederen niet nakomt.
Bij de positie, waarin Nederland
tegenover Duitschland verkeert, be
hoorde er van moeilijkheden en wan
verhoudingen in dat opzicht in het
geheel geen sprake te zijn. Het be
drag, waarmee de invoer van Duitsch
land hier te lande de waarde van
hetgeen wij naar Duitschland expor
teeren overtreft, beloopt altijd nog
200 millioen gulden, wat dus zeggen
wil dat er voor ons niets eenvoudi-
gers is dan hetgeen wij van Duitsch
land te vorderen en te betalen hebben,
met gesloten beurzen te vereffenen.
De reeds geruimen tijd gereedlig
gende clearingwet, heeft voor het
toepassen van een dergelijke regeling
den weg geëffend, waarbij wij geens
zins over het hoofd zien, dat door
de reeds geruimen tijd met mede
werking van Rijksbank en Neder
landsche Bank bestaande practijk
Zeg mij Uw naam 1 Mijn naam,
SPROETEN BEZ1TT ER
is en blijft: SPRUT0L
7 43647
heel wat schuldvereffening heeft plaats
gehad. De toestand ten onzent komt
in menig opzicht overeen met dien
van Zweden en het is daarom dat
wij, inzonderheid op het slot van
Gassel's artikel de aandacht willen
vestigen. „Het handelsverkeer tus
schen Zweden en Duitschland", aldus
de hoogleeraar, „is dusdanig in het
voordeel van laatstgenoemd land, dat
Zweden met het volste recht betaling
kan verlangen van zijn vorderingen
door middel van verrekening van
het import-overschot van Duitsche
goederen. Zweden heeft geen reden
het feit te aanvaarden, dat Duitsch
land dit surplus gebruikt, zooals het
dat land goeddunKt. De veel bespro
ken translermoeilijkheden bestaan
wat Zweden betreft, in het geheel
niet".
Wat voor Zweden geldt, geldt voor
ons land stellig in niet mindere mate.
En bij het geweldige invoeroverschot
van Duitsche goederen, waarop wij
hierboven nog eens de aandacht
hebben gevestigd, meenen wij dat
Nederland wel evenzeer als Zweden
met het volste recht voor al zijn
vorderingen betaling door verreke
ning kan verlangen, en dat Transfer-
moeilijkheden tegenover ons land
evenmin behooren te bestaan als bij
onze vrienden in het Noorden.
Een verelïening van hetgeen wij
aan Duitschland leveren met hetgeen
wij uit Duitschland betrekken kan
tenslotte aan laatstgenoemd land niet
anders dan een groot voordeelig saldo
laten, waardoor het meer dan vol
doende deviezen in handen zou krij
gen om zijn renteverplichtingen
tegenover ons land te voldoen. Het
is, bij een dergelijken stand van
zaken, eigenlijk vreemd, dat over de
kwestie der Transfer zóóveel woorden
en zooveel kostelijke tijd moesten
worden verspild. Doch wij leven nu
eenmaal in een vreemde wereld,
waarin het natuurlijke onnatuurlijk,
het abnormale, normaal schijnt te zijn.
Bij de Tweede Kamer is een onteige
ningswetsontwerp ingediend voor den
aanleg van een zijkanaal naar Almelo,
behooren e tot de scheepvaartkanalen
naar Twente. Dit zijkanaal zal aan
vangen bij het kanaal Zutphen
Enschedé, ongeveer halverwege Goor
en Delden en vervolgens hiervan in
noordwaartscbe richting afbuigen.
De rijksweg GoorDelden zal worden
gesneden bij de buurtschap Wiene.
Verder zal het kanaal noordwaarts
tot den rijksweg AlmeloWierden
loopen, nabij het punt waar de Wen-
delsche beek dezen Rijksweg kruist.
Het nieuwe kanaal zal een dwars
profiel krijgen, niet kleiner dan dat,
hetwelk voor ae Twentekanalen werd
aanbevolen in het rapport van
de staatscommissie Jollesbreedte
op den waterspiegel 32.60 m. diepte
3 m.P. K. en inhoud natte dwars
profiel 70.8 m2. De bochten in het
kanaal zullen geen kleinere straal
verkrijgen dan 3000 m.
Met ingang van 1 Juli zal Mr. S. J.
R. de Monchy benoemd worden tot
burgemeester van den Haag.
Mr. S. J. R. de Monchy is geboren
te Rotterdam als zoon van den heer
E. P. de Monchy, oud-voorzitter van
de Kamer van Koophandel aldaar.
De heer de Monchy liep het gymna
sium te Rotterdam af en studeerde
rechten te Leiden, alwaar hij in 1905
promoveerde.
In 1913 werd hij griffier van de
Prov. Staten van Zuid-Holland. In
1921 volgde zijn benoeming tot bur
gemeester van Arnhem. In 1929 werd
hij lid van den Gentralen Beleggings-
raad
Bij Kon. Besluit zijn benoemd
in de provincie Zeeland:
a. tot dijkgraaf van de Anna-
Mariapolder, C. M. P. W. Hanssens,
te St. Annaland;
b. tot plaatsvervanger van den dijk
graaf van de Johanna-Mariapolder,
G. J. J. Kooijman te St Annaland.
Litwinoff teleurgesteld. Frank
rijk en Engeland weer dikke vrienden.
Engeland onversaagd. Benesj
en Titulegcu erkennen de Sovjel-
Wat aal Duitschland nu doen.
Litwinoff was teleurgesteld, nadat
het bureau der ontwapenings-confe-
rentie de resolutie, die een vergelijk
tusschen Barthou en Eden vormde,
had aangenomen. De Sovjetbladen
verweten Barthou, dat hij zwak was
geweest, geweken was voor Engeland
terwijl Barthou toch vrijwel zijn eigen
zin had gekregen, omdat de Engel-
schen eigenlijk niets anders haddeu
gewenscht, dan hem zijn zin te geven
voorzoover dat tegen de openbare
meening in Engeland mogelijk was.
Waarom dan die Russische onte
vredenheid? Litwinoff kon het niet
zeggentoen hij op een toon van
spijtigheid, zijn goedkeuring hechtte
aan de resolutie, die hem niets ont
hield van hetgeen hij verlangd had,
moest hij toegeven, dat er in die
resolutie geen woord stond waartegen
Rusland bezwaar kon hebben. Hij
had kunnen vertellen wat erin ont
brak, dat Rusland erin zou hebben
gewenscht. Dat deed hij niet het zou
hem ook moeilijk zijn gevallen. Hij
gaf dus alleen door nurkscbheid zijn
teleurstelling te kennen. Wat bezielde
den man?
Litwinoff voelde zich beknot in zijn
diplomatiek succes. Hij was naar
Genève gekomen met een aanbod van
nauwe vriendschap voor Frankrijk,
die den vorm moest krijgen van een
defensief verbond. Er zit traditie in
deze gehechtheid van Moskou aan
een band met Frankrijk. Meer dan
een decennium geleden, toen Parijs
alleen maar op den toon van ver-
foeiïng over Rusland sprak, viel te
Moskou reeds een strooming waar te
nemen ten gnnste van hernieuwing
der banden met Parijs.
Het streven scheen hopeloos, maar
er waren machtige lieden te Moskou
die volstrekt niet wanhoopten. De
band met Duitschland is altijd slechts
een behelpen bij gebrek aan beter
geweest. De Russen hebben altijd
ernaar gestreefd, dien band voor
Duitschland zoo onaangenaam mo
gelijk te maken. Politiek en door zijn
schulden aan de Duitsche industrie,
had Rusland de Duitschers toch aan
den ketting. Zoo kon men dien band
wel noemen.
De omstandigheden hebben er in
het laatste anderhall jaar toe bijgel
dragen om de Russen bijzonder o|l
een verbond met Parijs gesteld tl
maken. Parijs had om dezelfde redenel
reeds lang wederliefde getoont. Litl
winoff kwam dus nu naar Genève!
met het hart van Moskou op
presenteerblaadje. En warme toegel
negenheid van Barthou straalde hej
tegemoet. Litwinoff was gelukkig; alfl
men hem in die dagen zag, was hef
of er een glorie stond om zijn ronl
gelaat. De liefde van Barthou wa|
echter niet onbaatzuchtig.
Rusland, de Kleine Entente, Tur!
kije met al die bondgenooten koi
hij Engeland aan het verstand brenger!
dat hij de Engelschen niet noodiJ
had als beveiliging tegen het Duitschi
gevaar, maar dat eer het omgekeerdl
het geval was.
Heeft Barthou ook gemeend, dal
Engeland de versterking van de Rusl
land, door een samenwerking met del
Franschen vreesde? Het is niet waar!
schijnlijk, dat hij deze vergissing ge
maakt heeft.
In ieder geval zou die meening onl
juist zijn geweest. Engeland vrees!
Rusland niet, omdat Rusland in hel
Verre Oosten zijn handen al te vol
heeft om nog aan nieuwe moeilijk!
heden in Centraal-Azië te denken!
De moeilijkheden in het Verre Oosten!
brengen ook teweeg, dat Rusland veel!
aan een goede verstandhouding tot|
Engeland gelegen moet zijn. Maar hoel
het nu zij, de demonstratie van!
Fransch-Russische vriendschap was!
een diplomatiek fortuintje op dit!
oogenblik voor Barthou.
Barthou kon zich daardoor alles!
veroorloven. Ook was de indruk, dien!
zij op Duitschland maakte, niet ge-j
ring. Hem was er dus alles aan ge-r
legen, de nieuwe entente in stralend!
licht te zetten.
Engeland echter was reeds van!
plan het met Frankrijk te vinden!
onverschillig hoe dat land tot Rusland|
stond.
De verzoening kwam tot stand en!
te Genève sprak men van een groot!
diplomatiek succes van Barthou, dat!
echter zijn grootte vooral te danken I
had aan de bereidwilligheid van En-r
geland om toe te geven. Nu echterj
werd opeens de liefde der Franschenl
voor Rusland veel minder vurig. Zij
doofde niet uit, zij bestaat voort.
Maar Litwinoff raakte, toen hij voor|
het eerst weer een alledaagsche stem
ming bij de vrienden ontmoette,!
hevig uit zijn humeur. Dit te erger, U
omdat een minderwaardigheidscom-l
plex de Russische diplomatie nu een
maal meer dan normaal gevoelig
maakt voor koele bejegening. Het|
zou echter een dwaling zijn te ge-
Iooven, dat Frankrijk de vriendschap]
van Engeland heeft opgeofferd.
Engeland verlangt dat niet.
Engeland vindt die vriendschap zelfs I
nuttig. Er bestaat op het oogenblik
weer iets in Europa, dat op de oude I
entente cordiale gaat lijken. Maari
Londen wenscht die niet op hooger
temperatuur dan noodig is. En daar-]
mede houdt Parijs, en een Fransche
regeering met rechtsche elementen I
in het bijzonder, heel graag rekening.
Litwinoff toonde niet genoeg gevoel I
voor goeden toon om zijn teleur-1
stelling te verbergen.
De beide hoofdmannen der Kleine I
Entente, dr. Benesj en Titulescu
hebben met Litwinoff de hoofden te
zamen gestoken en de erkenning van I
Sovjet-Rusland door hun landen per-1
fect gemaakt. Zuid-Slavië zal volgen.
Bij die gelegenheid schijnt het oude
geschil tusschen Roemenië en Rus
land over Bessarabië, dat langen tijd
de nu gesloten vriendschap in den
weg stond, te zijn opgeheven
Rusland maakt geen aanspraken op
Bessarabië meer en belooft niet meer
te zullen dulden dat door Russisch
gezinden of communisten met Rus
sische hulp wordt gewoeld. En kan
men er op rekenen, dat ook Benesj
en Titulescu den intocht van Rus,