i *ij zeer *eel gedaan, en zij is dan ook «el eens genoemd, de vorstin der welda- 2 et digbeid. Het was baar grootste genot de lijdende meDscheid te belpen, en zij beeft geschonken bet Sanatorium, het Oranje- ed Nassau Oord, haar buitenverblijf dat zij door haar gemaal Koning Willem III was od| geschonken. Zeer veel heeft zij gedaan om leed te lenigen en smart te verzachten atl co wij zijn haar daar groote dankbaarheid voor verschuldigd. Zij is waard een blij- Iur veode plaats bij het Neerlandscbe volk io te Demen. uat Haar verscheiden heeft ook een zware slag gebracht aaD H. M. de Koningin en baar Familie worde zij gegeven dat Gode haar nabij mag zijn, en haar troost en BK kracht mag schenken dit z«are verlies te drageo. Dat onze landsvrouwe nog lang ii« gespaard moge blijven om laod en volk reo te dienen, en moge wij als getrouwe on- le" derdanen aan dat Oranjehuis getrouw blijven, dan zal de Dagedacbteuis van H. "l| j M. de Koningin-Moeder het meest geëerd ui «orden. Ij Deze rede werd door alle leden «taande lgt aangehoord. [<j. De Voorz. doet het ook genoegen dat ao de Secretaris na een ernstige ziekte weer in het middeu is, en hij hoopt dat hij zijn werkzaamheden weer als voorheen zal a° konnen verrichten. De notulen van de twee vorige verga- deriogen worden voorgelezen en ongewij- «igd vastgesteld. Ingekomen stokken £90 schrijven van den Inspecteur der Üir. belastingen te Zierikzee, dat de le raming voor de Gem.-FoDdsbeiastiog is f2200 en voor de opcenten Gem.-Fonds- belasting f 1600. Van den minister van Binn. zaken dat de vervroeging van de welt. tijd ingaat op 15 Mei a.s. Proces verhaal van kasopname bij den gemeente-ontvanger. Van Ged. Staten goedkenring heffing belasting voor vergoDningsrecht. Van den Directeur van de Rijksdienst der werkloosheidsverzekering en arbeids bemiddeling dat de snbsidie voor het le kwartaal 1934 bedraagt f400 en de extra snbsidie f 360. Van Ged. Staten of er bezwaar bestaat tegen de schorsing van de kermis te Oad- 1 Vossemeer en tegen de verzetting van de kermis te Kloosterzande. Er bestaat geen bezwaar tegen. Van de afd. Groene Krnis een dank betuiging voor de sabsidie. Het verslag van de commissie van toezicht op bet Lager Onderwijs en van de commissie tot wering van schoolverzoim. Beide verslagen zollen bij de leden worden rondgezonden. Van den Inspecteur der Dir. belastingeo te Zierikzee betreffende de conponbelastiDg. De Voorz. deelt mede dat deze voor de gemeente niet van toepassing is. Het Prov. blad waarin staat dat de tijd. korting van de salarissen van bur gemeesters, secretarissen, ontvangers en wethouders met iogaDg van 1 Janaari 1924 in werking is getreden. Van deopgehevenGezondheidscommissie te Tbolen, dat de gemeente van hot saldo van f250.56 nog f42.76 ontvangt. Van het gemeentebestnor van St. Maar tensdijk het jaarverslag van de keurings dienst. Van de Commissaris der Koningin dat Kod. is goedgekeurd de verordeDiüg vau de gem.-veldwachter. Ean missieve van de afd. Tbolen van de caféhonders betreffende de hrffiag pers. belasting. B. en W. stellen voor daar niet op in te gaan en afwijzend te beschikken. Met alg. stemmen wordt biertoe besloten. Een wijziging van het ambtenarenre glement wordt eveneens goedgevonden. Het kohier hondeobelastiog wordt vastgesteld op t 325. Met alg. stemmen wordt goedgevonden deontrnimiogstermiju van de onbewoonbaar verklaarde wooiog van H. Giljam met 1 jaar te verlengen. Eveneens dat bet Weezee-armbestuur aan Dr. H. M. R. J. van Es het hnis verkoopt voor f5500 en een wijziging der begrooting voor 1933. Ook wordt goedgekeurd een wijziging der begrooting van de gemeente voor 1933. De Voorz. deelt Dog mede dat van Ged. 8?ateo aan bet bestoor van het wa terschap bericht is ingekomen dat de gunning van de weg is geschied, en spr. hoopt dat de aannemers nn maar spoedig aaD dit werk zullen beginnen. Hierna sluiting. Het aftreden van Minister Ver schuur. Minister Dr. Colijn voor- loopig plaatsvervanger. Toestand Zuiderzeewerken. De bloeiende Betuwe. „DeZeven Provinciëu"* In parlementaire kringen heeft men met leedwezen kennis genomen van het bericht, dat Minister Verschuur aan H. M. de Koningin ontslag uit zijn ambt heeft verzocht. Hij heeft dit gedaan op medisch advies, dus om gezondheidsredenen. Naar de Minister persoonlijk heeft medegedeeld, is hij gedurende drie weken onder behandeling geweest van Dr. A. Geesink, voor een uretra steen, die oorspronkelijk 4 c.M. van de blaas verwijderd was. Dank zij een veelvuldige astoscopische behan deling in verband met Röntgenolo- giscbe opnamen is men er in geslaagd den steen lager te brengen, zoodat operatief ingrijpen niet noodig was. Tenslotte is Dr. Geesink er zelfs in geslaagd om met instrumentale middelen den steen geheel te ver wijderen. Echter is Min. Verschuur door de kolieken en de geheele be handeling zeer vermoeid. Op advies van zijn geneesheer neemt hij gedu rende geruimen tijd rust en zal zich voor herstel van zijn gezondheid waarschijnlijk naar Royal in Zuid- Frankrijk begeven. Het heengaan van dezen minister is zoowel voor de regeering als voor het volk een groot verlies. In 1929 is bij aan het bewind gekomen en heeft dus een lang niet gemakkelijke periode meegemaakt. Als minister van economische zaken moest hij natuur lijk een groot deel van alle moeilijk heden voor zijn rekening nemen. Hij heeft zich echter met allen ernst aan zijn werk gewijd en zich zoo goed mogelijk van zijn lang niet ge makkelijke taak gekweten. Algemeen heeft hij bewondering weten af te dwingen door het groote inzicht, dat hij aan den dag legde bij moeilijke vraagstukken, door zijn enorme werk kracht en de rustige evenwichtigheid van zijn beleid. Naar verluidt, zal in verband met het aftreden van Min. Verschuur de voorgenomen reis naar lndië van Min.-President Dr. Colijn niet door gaan. Naar men weet, zou hij deze reis ondernemen om verschillende onderhandelingen te houden met het Indische bestuur over het linancieele beleid. Volgens de laatste berichten uit parlementaire kringen zal Dr. Colijn thans belast worden met de waar neming ad interim van het departe ment van economische zaken. Hem staat hier geen gemakkelijke taak te wachten. De economische vragen zijn talrijk. Het probleem der werkloos heid is bij lange na nog niet voldoende opgelost. Er zijn bovendien tallooze bedrijven die om regeeringssteun vragen, of waar ingrijpende veran deringen of verbetering noodzakelijk zijn. Een sprekend voorbeeld hiervan is wel het visscherijbedrij f te IJ muiden. Door het hier ingevoerde monopolie stelsel zijn verscheidene schepen op gelegd, en, waar enkele visschers zoodoende nog behoorlijk kunnen verdienen, zij 11 vele anderen tot werk loosheid, en de daarmee gepaard gaande armoede, gedoemd. De nood der bevolking is daar wel ten top gestegen, mede door niet afdoende contingenteeringsmaatrege- len der regeenng. Men heeft zich reeds herhaaldelijk tot de overheid gewend en tenslotte zelfs in opperste wanhoop het roerende telegram ge zonden„Redt IJ muiden Groote moeilijkheden baart thans ook de drooglegging der Zuiderzee. Er bestaat zelfs de groote mogelijk heid, dat men de arbeid zal moeten stopzetten. Blijkens het voorloopig verslag der Eerste Kamer over de begrooting van het Zuiderzeefonds '1934 hebben vele leden ernstige be zwaren gemaakt. Oorzaak hiervan is voornamelijk, dat de resultaten van den Wieringermeerpolder in het ge heel niet meevallen. Het land schijnt hier niet voldoende te zijn ontzilten kan derhalve niet in de gewenschte mate voordeel opleveren. Het logische gevolg hiervan is, dat er weinig aan vraag naar de in erfpacht uit te geven gronden bestaat. De Staat zou hier door misschien wel tot grootere offers worden verplicht dan aanvankelijk werd verwacht. Hierbij komt, dat op ander gebied, b.v. in den landbouw, waar de toestanden betrekkelijk on gunstig zijn, hetgeen ongetwijfeld van invloed is op de opbrengsten der toekomstige polders. Men zou dus zeker beter doen de uitvoering der verdere drooglegging voor eenige jaren op te schorten, totdat ook op landbouwgebied gunstiger verhou dingen zijn ingetreden. Bovendien is dit werk, hoewel grootsch, niet abso luut noodzakelijk uit een oogpunt van werkverschaffing zou het veeleer aan beveling verdienen om wegenbouw en hoschcultuur te bevorderen. Hier bij immers kunnen talrijke menschen werk vinden hij werken, die voor den gunstigen toestand in ons land alleszins noodzakelijk zijn. De groote uitgaven aan arbeidsloonen, die hier ongetwijfeld noodzakelijk zijn, zouden goed besteed zijn en waarschijnlijk voldoende voordeelen opleveren. Het is maar gelukkig, dat de natuur zich van de ongunstige toestand op economisch gebied niet erg veel aan trekt. Althans niet zooveel, dat zij het volk van Nederland haar karakteris tieke lente-vreugde ontneemt. Wij kunnen welhaast zeggen, integendeel. Want niet alleen zijn het de bollen velden, die stroomen van menschen tot zich trekken, het zal niet lang meer duren, of ook de Betuwe staat in vollen bloei. Reeds zijn de eerste bloesemberichten van daaruit binnen gekomen. Door het zachte, ja, vaak zelfs zomersch-warmte weer der laatste dagen en door de frissche lenteregens zijn de late kersen reeds uitgekomen en prijken nu in hun teere bloesempracht. Wanneer dit zachte weer aanhoudt zullen lang zamerhand de peren, de meikersen en het vroege fruit dit voorbeeld wel spoedig volgen. Men kan dan waar schijnlijk op het einde van deze week al van veel bloesemweelde in de Betuwe genieten. Doch ook uit Zuid- Limburg en Hoorn komen gunstige berichten, terwijl Zuid-Beveland ook zeer aantrekkelijk voor een bezoek is. De A. N. W. B., die natuurlijk als altijd ook nu weer als de kippen er bij is, heeft ten gerieve van den te verwachten stroom van bezoekers een gidsje met overzichlskaartjes samen gesteld, waarbij tevens verschillende inlichtingen en beschrijvingen over eventueel te maken tochtjes. Meteen kleine wijziging zouden wij hier kunnen zeggen Met het A.N.W.B.- boekje in de hand, komt men door het gansche bloeiende land. In ieder geval wordt het ons op een bijna Amerikaansche wijze gemakkelijk gemaakt, de Betuwe e.d. te „doen". Ook over sensatie heelt Nederland niet erg te klagen. Het drama op de Reeuwijksche plassen, dat in geheim zinnigheid bijna niet onderdoet voor den moord op den Franschen raads heer Prince, is nog bij lange na niet opgehelderd. De politie heeft bereids eenige sporen gevonden, die zij met een waar speurhonden-enthousiasme volgt. Hoewel het „ongeluk" reeds een behoorlijken tijd geleden gebeurd is, zijn er thans talrijke omwonenden, die met verklaringen aankomen over het een of ander voorval uit dien tijd, dat wel eens niet geheel in den haak kon zijn. Het is toch maar gelukkig, dat de menschen 0 ver het algemeen over zoo'n goed geheugen beschikken. Vooral in rechtszaken is dit wel noodig. Behalve een goed geheugen is echter een groote dosis geduld geen over bodige luxe. Het sleepende proces Onnes loopt nu eindelijk op zijn einde. Dat werd wel tijd ook In lndië stelt men nog steeds groote belangstelling in de behandeling van het laatste deel in het proces der „Zeven Provinciën". Het getuigen verhoor gaat langzaam maar zeker voort. Erg veel spanning zit er echter niet in. Beklaagden en getuigen zijn over het algemeen nog al erg een drachtig in hun verklaringen. Van een bepaalde „schuld" kan hier niet direct sprake zijn. Ieder voor zich heelt gedaan wat hij goed dacht en de leiding was ook aanwezig, alleen daar merkte men niet veel van. Niet ontwapening maar bewape ning. Duitscbland wordt ge vaarlijk. De politiek van de „splendid isolation". Hetkwets- bare Albion. Antwoordnota van Dnitachland aan Engeland. Oost- Europa twist ook. Afwachten, blijft bet parool. Von Papen's bezoek aan Rome. Bérenger, de voorzitter vau de buitenlandsche commissie in den Franschen senaat daar te lande een hoogst gewichtige post heeft geschreven, dat hetgewoon belachelijk is, de Geneefsche conferentie nog ontwapeningsconferentie te noemen. En Bérenger heeft groot gelijk. Het beste, wat men op het oogenblik nog van Genève kan verwachten is be perking der herbewapening, speciaal van Duitschland. De nieuwe Duitsche begrootings- cijfers waren te duidelijk, dan dat men nog andere illusies kan koesteren, tenzij men gevaar wil loopen, niet meer voor een verstandig mensch aangezien te worden, Duitschland wapent zich. Het is hiermede direct na het verlaten van den Volkenbond in alle stilte begonnen. Er werden geen redevoeringen ge houden bij elk nieuw kanon, wat de machthebbers anders ongetwijfeld gaarne gedaan zouden hebben, als het politiek maar gekund had, want zulke gebeurtenissen worden in het Derde Rijk zeer vreugdevol geacht. Later, o.a. bij Eden's rondreis, ont kende Berlijn de herbewapening niet meer. En thans weet dank zij de gepubliceerde begrooting de heele wereld het. Al was Berlijn ook zoo kiesch, de hooge uitgetrokken bedra gen voor S.A., S.S. en Stahlhelm, die toch ook wel iets met de militaire uitgaven te maken hebben, onder het hoofd „Arbeidsdienst" onder te brengen. Men weet, dat thans het wachten op Engeland is. Frankrijk zal geen zg. preventieven oorlog tegen Duitsch land voeren en Frankrijk is terecht bevreesd voor het zich wapenende Duitschland. Het eenige wat de Fran schen van een nog sterkere bewape ning zou kunnen afhouden, is een pertinente garantie van Engeland, dat het bij een Duitschen aanval Frankrijk te hulp zal komen. Gebeurt dat, dan zal Duitscbland, al of niet noodge dwongen, een accoord aanvaarden. Het zal zich moeten binden, dat het niet verder in zijn herbewapening zal gaan, dan een bepaald punt en dat zal dan internationaal gecontro leerd worden, mits de anderen hun bewapening ook binnen bepaalde perken houden. De vraag is slechts: is Engeland tot een dergelijke garantie bereid? De Britten zijn volstrekt niet minder egoïstisch dan andere volken. Tot dusver hadden ze gedacht, dat de beste politiek hun „splendid isolation" was. Engeland, zoo redeneerden zij, is zelve niet aan te vallen en als er oorlog komt op het vasteland, dan zullen we zelf wel zien, of het voor- deelig is ons daarin te mengenons tevoren binden ware dwaasheid Dat Engeland en met name Lord Grey, door deze houding wellicht verzuimde, den wereldoorlog te voor komen, dat heeft de Britten niet doen veranderen van meening. Dat zij, als zij de door Frankrijk begeerde garantie niet gaven, een herbewapeningswedloop zouden ont ketenen met als onvermijdelijk gevolg, een nieuwe en nog afgrijselijker menschenslachting, bleken Simon en Eden wel te beseffen, maar toch bleek dit argument niet afdoende. Want al staarden Simon en Eden soms openlijk in den afgrond, die de toe komst was, zij wisten welk een in gekankerde afkeer de Brit er van heeft, zich te binden in een bepaald geval in 'n oorlog te gaan. Thans is de toestand echter ver anderd. Het Engelsche volk heeft beseft, dat hun groote eiland in het geheel niet meer onkwetsbaar is indien de vijand slechts over een behoorlijke luchtmacht beschikt. En de Duitsche begrootingscijfers zijn speciaal wat de luchtvaart beseft daar zorgde Göring wel voor!onheil spellend. Hierdoor komt de zaak in een ander licht. Een kwetsbaar Albion zal zich evenmin buiten een nieuwen Europeeschen oorlog kunnen houden als b.v. Frankrijk. Zelve een groote luchtvloot bouwen, zooals de groote rechtervleugel der conservatieve partij wil en zooals de fascisten willen, kan de Engelschen wel een veiliger ge voel geven, maar het is en blijft een lapmiddel, omdat Duitschland sneller kan bouwen. De eenige oplossing is, dat Duitschland verhinderd wordt zich onbegrensd te wapenen, en de weg naar die oplossing loopt via nieuwe garanties aan Frankrijk. Zoo ziet op het oogenblik de toe stand in West-Europa er uit, waarin de Duitsche antwoordnota aan Lon den geen verandering vermocht te brengen. In Oost-Europa zijn de gemoederen ook weer verhit, vooral die van Tsjecho-Slowakije en Polen. Afge- loopen Zondag had er een voetbal wedstrijd moeten plaats vinden tus- schen beide landen, die echter afge last werd. Achter dit voetbalconflict schijnen echter diplomatieke oogmer ken te schuilen. Warschau wil haar ontstemming te kennen geven over de politieke gedragslijn van Praag. Na den oorlog heeft men gedacht, dat Polen zou toetreden tot de Kleine Entente. Tusschen Praag en War schau is altijd een afstand gebleven, hoewel zij veel gemeenschappelijke belangen hebben. Twee gebeurtenissen hebben de verhoudingen verscherpt, n.1. het verzet volgens Poolsche opinie en het non-agressiepact tusschen Polen en Duitschland, dat aantoonde, dat Polen groote toenadering had ge zocht tot hetNationaal-Socialistische Duitschland. Tsjecho-Slowakije zal zich echter niet tot scherpe diplo matieke repressailles laten verleiden, maar betreurt evenwel Polen's op treden. Ook hier is afwachten de leus. Een bericht betreffende het bezoek van Von Papen aan Rome leert ons hoe de illusies nu verdwijnen. Von Papen is de man, die Duitschland aan Hitier heeft uitgeleverd. Als hij een wenk krijgt om liever geen audiëntie bij den Paus aan te vragen, dan is het duidelijk, wat de Heilige Vader daarmee bedoelt. Pius XI is een persoonlijkheid van groote wils kracht en van meer actueele politieke levenservaring dan vele van zijn voor gangers bezaten. Von Papen kwam naar Rome, omdat hij hoopte, dat hij, als trouw zoon van de Kerk, de betrekkingen tusschen het Vaticaan en Berlijn weer zou goed kunnen praten. Von Papen, die te veel in zijn leven onvoorzien ongeluk heeft aangericht om nog het recht te hebben dit aan toeval toe te schrijven, heeft nu erg het hoofd gestooten. Men zal echter moeten aannemen, dat de afwijzing hem niet alleen persoonlijk, om zijn verant woordelijkheid, trof, maar ook om de vertegenwoordiging van Berlijn. De strijd is nu langzamerhand zoo scherp geworden en wat vele geeste lijken wedervaren, is zóó ondragelijk voor de Katholieke Kerk, dat het Vaticaan voorloopig zijn geloof in het nut van praten verloren blijkt te hebben. Illusies heeft men er opgegeven. De Katholieke Kerk schijnt nu het voorbeeld van de Evangelische Geestelijken te volgen en open strijd niet meer te schuwen. De partijen worden nu nationaal en internationaal langzamerhand scherp afgebakend. Men gaat spijkers met koppen slaan. THOLEN, 20 April 1934. PRINSES JULIANA NAAR ZEELAND In bet laatst van September zal H.K.H. Prinses Jnliana een bezoek aan eenige Zeeawsche steden brengen. Het wordt, naar «ij vernemen een bezoek van een tweetal dagen. Zoo wordt Vlissingen be zocht, een bezoek aan Zeenwscb Vlaanderen gebracht, waarna Zierikzee per vaartnig wordt bezocht en de Prinses weer huis waarts gaat, Maandag j.1. hield de Boerenleen bank alhier in hotel Eügelvaart haar jaar- lijksche vergadering. Toen de voorzitter de heer W. L. Klompe de vergadering met een woörd van welkom opende waren ongeveer een dertigtal leden tegenwoordig, betgeen de voorzitter jam mer vond, omdat gewoonlijk de vergade ring steeds goed bezocht is. De voorzitter verzocht den kassier, dhr D. H. van de Velde het secretariaat waar te nemen en de notnlen van de vorige vergadering voor te lezen. De notnlen werden ongewijzigd vast gesteld. De voorzitter deelde mede dat de beer C. H. A. Stontjesdijk, eerelid der ver- eeniging kennis bad gegeven niet aanwezig te kannen zijn. De kassier deed rekening over 1933 waaraan wij bel volgende ontleenen Spaarbank Stand 1 Januari 1933 f 230495.50 Ingelegd in het dienstjaar 1)9493.63 f 399989.13 Teragbetaald 127699.24 Stand 1 Jan. 1934 f 272289.89 Voorschotten Uitstaande 1 JaD. 1933 f 108376.67 Afgelost in het dienstjaar 13607.05 Stand 1 Jan. 1934 f 94769.62 Loopende rekening Uitgaven tegoed l Jan. '33 f 298131.30 Uitgegeven in bet dienstjaar 240810.76 f 538942.06 Ontv. schnld f 172553.73 ontv. in b. dienstj. 223753.58 396307.81 Uitstaande 1 Jan. 1934 f 142634.75 Winst 1933 f2067.22. Hierna wordt de rekening goedgekeurd en dankt de voorzitter den kassier voor bet goede en belangrijke werk dat deze in bet belang der bank wederom heeft verricht. Het verslag der fioaDcieele commissie wordt nitgebraoht en goedgekeurd. Volgens art. 34 der statuten worden eenige besluiten genomen o.m. de rente van spaargelden op 3.6 bepaald en die voor voorschotten op 5 gesteld. Als bestuurslid werd herkozen de beer H. Dorst, als lid van den raad van toe zicht dhr D. W. Klompe en Th. Aertsen en als plaatsv. bestuursleden de hb. A. J. Roggeband en J. C. Stontjesdijk. Alle heereD nemen desgevraagd, onder dank voor het in hen gestelde vertrouwen, de benoeming aan. De heer D. H. van de Velde werd met alg. st. aangewezen als afgevaardigde naar

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1934 | | pagina 4