WAARIN OPGENOMEN DE IERSEKSCHE EN THOOLSCHE COURANi mm NIEUWSBLAD VOOR HET EILAND THOLEN ftsïïïsS. isuU Vrijdag 27 April 1934 No. 17 Een en vijftigste jaargaJ Tholen, Poortvliet, Scherpenisse, St-Maartensdijk. Stavenisse, St-Annaland en Oud-Vossemeer letters* naar pu™t°sruiJ UITGAVE FIRMA J. M. C. POT, THOLEN - TEL. 1NTERC. 16 - POSTREK. 1043 Van de baan, en toch niet van de baan. THOOLSCME COURANT Dit blad verschijnt eiken Vrijdag. Prijs per kwartaal ƒ0,80; met Geïllustreerd Zondagsblad ƒ1,375, franco per post ƒ1,65 15 ct. aisp. kosten. Bij abonnement aanmerkell Dezelfde man, die enkele weken geleden als krankzinnige werd op gesloten, heeft kans gezien in ons volk een snaar aan" het trillen te brengende oproep van generaal Tonnet voor den gedupeerden land arbeider Boeyink is met schitterend succes bekroond ruim f 5000.is ingekomen en Boeyink krijgt zijn huisje met grond, wat hem door een verkeerd toegepaste wet ontnomen was. Dat onrecht is dus uit de wereld, maar daarmede is nog niet goedge maakt het andere onrecht, generaal Tonnet klaarblijkelijk aangedaan. Nog altijd blijft bet mogelijk, dat een Nederlander, die door ontactisch of ruw optreden mishaagt aan zekere autoriteiten, op advies van één enkelen psychiater in een krankzinnigenge sticht wordt opgesloten. Dat is thans geschied en 38 jaar geleden is iets dergelijks geschied. Toen betrof het geval een stadge noot, zekeren heer K., die aanvan kelijk expediteur te Amsterdam, daarna Nederlandsch consul te Ma- deira en tenslotte rentenier in Haarlem was. Tijdens een kuur, welke deze heer onderging, werd hij wegens krankzinnigheid naar een gesticht overgebracht. Hij slaagde erin zich in verbinding te stellen met het Ka merlid A. P. Staalman, die zich zijn lot aantrok. Daarbij ondervond de heer Staalman zooveel tegenstand, dat zijn wantrouwen meer en meer gewekt werd. Hij wist rapporten van vroegere en tegenwoordige verpleeg sters in handen te krijgen; een dag boek van den heer K., enz. en uit alles kreeg hij den indruk, dat deze niet krankzinnig was. Tenslotte bracht de heer Staalman het geval ter sprake in de Kamer. De minister van Houten wilde zich eerst van de zaak afmaken, maar zegde tenslotte een onderzoek door het gestichtsbestuur toe. Den volgenden dag vernam het publiek echter, dat de heer K. plot seling was overleden. Daarmee was dit nimmer opgehelderde geval van de baan. Sindsdien is de krankzinnigenwet (in 1929) grondig gewijzigd, juist om de opneming en vasthouding van patiënten in een gesticht met grooter waarborgen te omringen. Sindsdien heeft men ook geen ernstige klacht meer gehoord, tot het gebeurde met generaal Tonnet plotseling weer de twijfel doet bovenkomen. Dat een patiënt in de omstandig heden van den heer K. of van generaal Tonnet zich niet kan bedwingen en zich in drift te buiten gaat, zegt al heel weinig. Het staat hiermee, zooals het Kamerlid Staalman indertijd al opmerkte„Al zijn vragen, al zijn bidden en smeeken om ontslagen te worden, slechts beantwoord te zien meteen medelijdend schouderophalen, dat is voor den normalen mensch voldoende om hem inderdaad krank zinnig te maken". Aan den anderen kant zal iedere psychiater U zeggen, dat een schijn baar normaal dagboek, een oproep in de Nederlandsche pers om hulp voor een ongelukkige, den schrijver nog niet tot een normaal mensch stempelt. Krankzinnigheid komt in zooveel graden en vormen voor, en de krankzinnige weet zoo vaak te simuleeren dat hij volmaakt gezond is; dat een leeken-meening in deze niets beteekent. Alleen een grondige waarneming van deskundigen kan in dit geval zekerheid brengen. Maar daarom moet het publiek er ook absoluut zeker van kunnen zijn dat dit onderzoek inderdaad grondig en dat het door meer dan één psy chiater wordt ingesteld, opdat geen vergissing worde begaan of een licht vaardig oordeel worde geveld. Bij alle voldoening, dat het onrecht den arbeider Boeyink aangedaan, door ons volk is hersteld, blijft toch het onaangename gevoel bestaan, dat het met onze krankzinnigenwet klaarblijkelijk nog niet heelemaal in orde is. Daarom hopen we, dat deze zaak nu eens niet als afgedaan zal worden beschouwd, maar een der Kamerleden het voorbeeld van nu bijna 40 jaar geleden van den heer Staalman zal volgen. O.H.C. (Nadruk verboden). Nederlandsch-Engelsche Handels- conferentie. Geen optimistische stemming. Prof. van Gelderen naar lndië? De laatste ronde van het proces Onnes. Minister Ver schuur geridderd. Baron de Vos van Sleenwijk gerehabiliteerd? Dinsdag j.1. heeft men een aanvang gemaakt met de voorbereidende on derhandelingen voor d e Nederlandsch- Engelsche handelsconferentie. Als vertegenwoordigers voor ons land treden hierbij op Dr. Hirschveld, directeur-generaal van het departe ment van economische zaken Mr. L. A. Ries en Ir. R. P. Bonthuis. Men hoopt op deze conferentie, die waarschijnlijk zelfs in de tweede week van Mei zal beginnen, een op lossing te verkrijgen voor talrijke moeilijkheden, die in den laatsten tijd ontstaan zijn tusschen ons land en onze machtige overburen. De voor naamste besprekingen zullen welis waar de markten in het eigen land betreffen, echter kan men de han delsbelangen van Nederlandsch-Indië niet geheel uit het oog verliezen. Men mag aannemen, dat de Britsche textiel- en de Nederlandsch Indische suikerindustrie er wel bij zullen varen. De grootste moeilijkheden immers houden verband met het feit, dat Nederland zekere consesies wenscht voor zijn uitvoer van landbouwpro ducten naar Groot-Brittannië, terwijl men aan het Britsche departement van Landbouw weinig geneigd is dergelijke concessies te overwegen. Begrijpelijkerwijze, is geen der beide partijen erg optimistisch gestemd over de te verwachten resultaten der be sprekingen, echter is de toestand langzamerhand onhoudbaar geworden. Men kan uit het feit, dat zij begonnen zijn opmaken, dat men er wederzijds op gesteld is een impasse te voor komen, die voor den handel tusschen beide landen ongelukkige gevolgen zou hebben. Naar algemeen verwacht wordt zal de conferentie wel geruimen tijd duren. Het is nog niet bekend of prof. Van Gelderen deel zal uitmaken van de Nederlandsche delegatie, aan gezien de mogelijkheid bestaat, dat hij naar lndië zal vertrekken om tegenwoordig te kunnen zijn bij de handelsconferentie met Japan. Deze, die oorspronkelijk op 19 Mei a.s. zou beginnen is thans uitgesteld tot 1 Juni. De Onnes van Nij en rode-zaak is nu eindelijk in het laatste stadium gekomen. De Officier van Justitie, Mr. A. van Dullemen, heeft op Dinsdag 24 April j.1. requisitie genomen. In zijn scherp gestelde requisitoir hekelde de Officier de houding der verschil lende betrokkenen in deze zaak in het byzonder het slappe optreden van verschillende politie-mannen. In derdaad, veel fraais is er gedu rende de behandeling niet voor den dag gekomen. Het is een geknoei geweest, een warwinkel van leu gens en draaierijen, waaruit men tenslotte geen wijs meer kon worden, geen der beklaagden heeft den moed getoond, dadelijk een volledige be kentenis af te leggen, allen hebben zij getracht zich er met onwaarheden uit te redden. Tenslotte verdeelde de officier al het bezwarende materiaal in 9 verschillende hoofdgroepen, waarop hij zijn eisch baseerde; wegens oplichting vorderde hij een gevan genisstraf van 2 jaar en zes maanden na aftrek van het voorarrest. Natuurlijk maakte de verdachte op het laatste nippertje nog bezwaar met de uitroep„Ik ben onschuldig Meneer de Officier!" Of dit hem echter véél baten zal, wagen wij in twijfel te trekken. Na de pauze werd een lange ver dedigingsrede uitgesproken door den advocaat Mr. Muller Massis, waarop de vergadering voorloopig werd ge schorst. De uitspraak van het vonnis mag men thans echter gelukkig spoedig verwachten. Minister Verschuur, wiens aftreden, een gedwongen heengaan, wij reeds eerder bespraken, is thans bij Kon. Besluit van 20 dezer benoemd tot ridder in de Orde van den Nederl. Leeuw. Een dergelijke onderscheiding heeft deze Minister alleszins verdiend voor het vele en goede werk dat hij tijdens zijn loopbaan gedaan heeft. Als een speciaal blijk van waardeering kan men tevens het sympathieke optreden van de Ministers van het Kabinet Colijnnoemen, die persoonlijk hun oud-collega de versierselen der Orde hebben aangeboden. In de Dinsdagavond gehouden ver gadering der Eerste Kamer heeft de voorzitter, Mr. VV. R. Baron de Vos van Steenwijk het aftreden van Min. Verschuur herdacht in een rede. Hij sprak hierin zijn leedwezen uit over het heengaan van den heer Verschuur en wijdde enkele woorden aan diens toewijding en prestaties, terwijl hij tevens de hoop uitsprak, dat Neder land dezen bewindsman niet ai te lang zal behoeven te missen. Namens het Kabinet dankte dhr. Colijn voor deze waardeerende woor den van den Voorzitter. Inzake de behandeling van de rechtzaak der „Zeven Provinciën", voor den krijgsraad te Soerabaia is weinig bijzonders te melden. Men gaat nog steeds voort met de pleidooien. Raadsman van 't IIolï heeft een lange verdedigingsrede uitgesproken voor Baron de Vos van Steenwijk, waarin hij pleitte voor de vrijspraak van den laatste. Dit zou het eenige zijn, wat den „Zondebok van een schandelijke perscampagne" zou kunnen rehabi- liteeren. Boud gesproken, doch niet zonder grond van waarheid. Maar inderdaad kan men de noodlottige gebeurtenissen op de „Zeven Provinciën" indertijd niet alle uitsluitend wijten aan ver keerd of onvoldoende optreden der officieren. Er was een rotte plek in de Marine en deze werd, zij het dan op eenigszins hardhandige wijze, aan het licht ge bracht. Naast dit proces, dat alweer van ouderen datum is, staat op het oogenblik een ander proces in het middelpunt der belangstelling. De Roermondsche rechtbank be handelde de zaak tegen den 25-jarigen arbeider K. te Echt, wien ten laste wordt gelegd, dat hij op 9 April 1933, des avonds om 11 uur te Echt op zettelijk Fr. Tonnair geweldadig met een mes, althans met een scherp voorwerp in den hals heeft geslagen, waardoor het grootste deel van het halsmerg ter hoogte van de streek tusschen den 3en en 4en halswervel werd doorgesneden, tengevolge waar van T. in den avond van den vol genden dag is overleden. Het O. M. waargenomen door Dr. P. J. Rieter, achtte na de eerste on derzoekingen niet voldoende bewijs materiaal aanwezig. Na de verklaring van getuige V. kon verdachte in hechtenis genomen worden. Het O.M. eischt '1 jaar gevangenisstraf, met aftrek van voorloopige hechtenis. Daar de voorraad vleesch-in-blik van de Crisis-Rundvee-Centrale op het oogenblik ongeveer 12.000.000 blikken bedraagt, en de afname in den laatsten tijd beduidend achteruit ging, zullen na 12 Mei a.s. door de C.R.C. geen runderen meer worden afgenomen. De aanwezige voorraad blikken zal natuurlijk worden opge maakt. Verder zal het van de om standigheden afhangen, of nadien met het inblikken weer zal worden voort gegaan. Bijzondere maatregelen zijn getroffen om te voorkomen, dat tegen 1 November a.s. de markt overvoerd zal worden met z. g. gras-kalveren, wat in geenen deele de veeteelt ten goede zou komen. Japan op hol. Oude herinneringen. Araki, de soldaat. Minister 3aito aan het woord. China, Japansch prolectoraat. Leeningea. Onze OoS' terburen. De onbloedige revolutie. Goering en Himmler, de radicalen. Op het oogenblik schijnt Japan werkelijk op hol. Wat er thans gaande is, is veel gevaarlijker nog, dan de gebeurtenissen in Mandsjoe- rije. Het is veel meer rechtuit, alle voorwendselen zijn er bij terzijde gelaten. En het dwingt mogendheden als Amerika en Engeland kleur te bekennen. Deze noodzakelykheid zijn vooral sedert de laatste jaren de Amerika nen zorgvuldig uit den weg gegaan. Voor de conferentie van Washington in 1922 scheen men toch, om de rechten die Japan zich in China aanmatigde, op een JapanschAme- rikaansch conflict af te stevenen. Dat heeft men, door de genoemde confe rentie bijtijds kunnen ontwijken. Bevredigend voor Amerika was deze oplossing niet. Japan bleef ook na die conferentie posities in China en Siberië handhaven, die feitelijk, naar Amerikaansche opvatting, voor de belangen der Vereenigde Staten ondraaglijk waren. Men nam te Was hington optimistisch genoegen met het bereikteen dit optimisme heeft volop rechtvaardiging gevonden. Rus sische guerilla-benden hebben de Japanners spoedig daarna hardhandig uit Siberië verwijderd en in China hebben boycots hetzelfde bewerkt. Japan werd aanhanger van vreedzame methoden. Onze lezers weten, dat in de vreed zame politiek van Japan in Septem ber 1931 weer een plotselinge ver andering is gekomen. Men heeft toen gezien hoe de Japansche politiek steeds meer op drift raakte met nati- onaal-socialistische, militaire stroo mingen en hoe de pogingen van de regeering, om Dog wat stuur te hou den, steeds vruchteloozer werden. Araki, de soldaat, die het tot minister van oorlog had gebracht, kreeg voort durend grooter gezag. Het succes van zijn streven heeft hem meegesleurd over grenzen, die hij aanvankelijk nog voor zijn eigen ondernemings geest getrokken had. Er is een oogen blik geweest, dat er tegen de mili taire invloeden in Japan geen tegen wicht meer scheen te bestaan en dat zij, die deze macht uitoefenden, op het punt stonden geheel op hol te slaan. Toen is de ommekeer gekomen. Araki werd weggedrongen. Hij kreeg een politieke ziekte en moest vervol gens, om redenen van politieke ge zondheid, zijn ontslag nemen. Uit Japan klonken toen opeens veel vreedzamer geluiden. Men kreeg den indruk, dat de belangrijke verster king van de militaire positie van Rusland in Oost-Azië en de toena dering tusschen Washington en Mos kou, heel veel invloed hebben gehad op de vreedzamer inzichten van Tokio. Wij hebben er al op gewezen, dat, wat eerst slechts indrukken der bui tenwereld waren geweest, een krach tige bevestiging kregen door verkla ringen, die Saito, na zijn bevordering van gezant in Den Haag tot ambas sadeur te Washington, voor enl zijn aankomst in zijn nieuwe stal plaats allegde. Dezelfde Saito heeft thans me| deelingen gedaan, die bewijzen, er te Tokio inderdaad een nieul ommekeer heeft plaats gevondl Saito, drie maanden geleden i vredesheraut, verkondigt nu een zl uitdagende politiek, dat de oper.bl meening in Amerika een tweJ schok heeft gekregen, die, wat kratl betreft, bij die van verleden we| niet hoeft achter te staan. De woorden van Saito bewijzel dat de dammen, die tegen deagrl sieve militaire invloeden te Tok! opgeworpen waren, het niet hebbl uitgehouden. Russische bladen hadden gemeld, dat Araki bezig was wedel om grooten invloed te krijgendl zijn gevaarlijke macht alseenterul keerend getij bezig was opnieuw aa te rollen. Thans moet men wel aai nemen, dat deze Russische berichte! die eerst geen vertrouwen hebbel gevonden, heelemaal niet zoo geweel Saito heeft ronduit gezegd, dat Japaï geen nieuwe overeenkomsten val andere mogendheden met ChiJ meer zal dulden, als Japan niet tl voren daarover geraadpleegd is. Het is de olficieuse afkondiginl van een Japansch protectoraar ovl China. Japan zou, als men niet naai zijn protesten luisterde, dit als ee| onvriendelijke daad beschouwen. ieder geval zou het alvast beginne! de Ghineesche regeering ervoor tl' straffen als er iets Bonrechtmatigsl gebeurde. Op die manier hoopt Japal zijn eigen risico te verminderen. Her is altijd onschuldiger, wegens eel Amerikaausch-Ghineesche overeen» komst China, dan Amerika te lyf tï gaan. Hoopt men te Tokio dat dl Amerikanen, uit vrees voor een conl flict, zich daarin zouden schikken! Japan" zoo verklaarde Saito, wensch! niet zich met legitieme zaken vaif vreemdelingen met China te bef moeien, maar wel te voren te worderl geraadpleegd als men een transactil met China gaat sluiten." Er» watzoif er gebeuren als een vreemde mogend! heid met coramercieele belangen iJ China geen rekoning zou houden mei dezen eisch vroeg Saito's intervieweil De Jansche regeering zou een der! gelijken stap als een onvriendelijke! daad beschouwen," antwoordde del 1 gezant, met eenige aardige aarzeling.! Saito gaf te kennen, dat de Japansche! regeering ook nog bijzondere bezwaren! had tegen het aanleggen van vliegT velden in China. Dat schijnt de grootel vrees te zijnzooals Tokio ook grootel vrees koestert voor de Russische! vliegvelden in Oost-Azië. Ook had! Saito het nog tegen bepaalde leeningeii.r Maar tegen een Amerikaansch crediet! van 50 millioen dollar in graan en! katoen, zou Japan nog geen bezwaar! maken, ofschoon het wist dat del Chineesche regeering voor de op-I brengst ervan wapens en ammunitie! zou koopen. Heeft Japan dit alles aangedurfd! omdat het meent dat de wereld! thans evenals in 1915 te zeer bezig! gehouden wordt door andere moeilijke! dingen, om zich met dit speciale! geval te kunnen bezig houden? Hetl ziet er zelfs naat uit, alsof er niet eens zooveel bij gedacht is. Geeft ons het Verre Oosten veell te denken, niet minder is dat hetl geval met onze Oostelijke naburen.! Want zooals de toestand zich daar I gedurende de laatste dagen ont-l wikkelde, is op zijn zachtst gezegd," ongedacht. De Duitsche revolutie beroemde I zich tot nog toe steeds op een be-1 trekkelijke vreedzaamheid. Zij con stateerde na haar overwinning, dat I zij de onbloedigste groote revolutie I der wereldgeschiedenis was geweest. Zij had d« eindrekening van haar slachtoffers dus opgemaakt. Goering echter denkt er blijkbaar niet aan een

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1934 | | pagina 1