meer geld kosten.
Dhr Overbeeke zegt, Schot heeft
evenals de andere gemeenteleden een
dagtaak, maar dit is dan niet noodig,
want men is gehouden aan zijn dag
taak en dat gaat dan niet, want anders
ligt zijn werk stil, terwijl hij hier
zijn vrouw helpt boenen, liet is dus
niet te controleereri wat dit kost.
De voorz. merkt op dat het zoo
niet is. Mij verleent zeer matig hulp
en het wordt zoo uitgezien, als het
b. v. regent of er is weinig werk.
Maar wenscht men anders, de raad
kan daar over beslissen.
Dhr Moeliker zegt dat het jnistde
bedoeling van de commissie is dat dit
er bij staat, dan kan men juist zien
wat die post kost
De voorz. antwoordt dat dit niet
gaat omdat zijn salaris per week is.
Spr. zegt nogmaals dat er op gelet
wordt wanneer Schot helpt.
Dhr Bogert vraagt of bij het schoon
houden volstrektmannenhulpnoodig is
De voorz. antwoordtabsoluut. Men
kan het echter veranderen. De be
rekeningkan wel iets juister gemaakt
worden, dat geeft spr. toe.
Dhr Overbeeke vraagt dan nog wat
voor mannenwerk er is.
De voorz. antwoordt: het boenen
van de vloer.
Dhr Overbeeke zegt dat dit geen
mannenwerk is.
De voorz. vraagt of men verandering
wenscht.
Dhr Moelker meent dat het gelijk
blijft als men maar weet wat het
schoonhouden kost.
Dhr Overbeeke vraagt waar de hulp
van Schot voor noodig is.
Dhr Wagenaar zegt dal men op
deze manier niet weet, wat de man
voor werk doet. De man werkt hier,
terwijl hij in gemeentedienst is. Hij
heeft dit ook zelf gezien.
De Voorz. vraagt dan wat die man
aan het doen was, want hij moet ook
zorgen voor de kachels.
Spr. zal echter de volgende maal
precies vertellen wat er gebeurd.
Dhr Overbeeke vindt het goed,
want dan kan men zien of er 9/10
door de man en 1/10 door de vrouw
gebeurd, want dan is de post te hoog.
De Voorz. zal de volgende maal
een overzicht geven.
De commissie vraagt welke dag
en weekbladen er bedoelt worden.
De Voorzitter noemt de bladen op.
De commissie vraagt hoe het moge
lijk is dat dhr Blaas f221.25 wacht
geld krijgt, daar deze post toch is
opgeheven.
De Voorz. antwoordt dat deze is
opgeheven en er is een nieuwe arbeids
kracht gekomen.
Dhr Overbeeke zegt het gaat over
die post van 1221.25, als wachtgeld
voor de agent van de arbeidsbe
middeling. Volgens zijn inziens is
het agentschap niet opgeheven, maar
heeft dhr Blaas ontslag gevraagd.
De voorz.-zegt dat dit niet waar
is. B. en W. hebben dit ontslag voor
gesteld en dat is door den raad goed
gevonden.
Dhr Overbeeke zegt dat is ons niet
voorgehouden. Was ons dit gezegd, we
hadden daar rekening mee kunnen
houden. Wij weten van dat ontslag
geven niets af. Blaas is indertijd
agent van de arbeidsbemiddeling ge
worden en dan deed hij dit na be
zetten tijd en werd daarvoor vergoed
f300. Doordat de werkloosheid toe
nam, kwam daar wat meer werk aan
en heeft Blaas dat na bezetten tijd
niet meer kunnen doen en deed het
toen op de secretarie, waardoor ook
een achterstand gekomen is op de
secretarie. Dit had niet plaats be
hoeven te hebben,er had een andere
benoemd kunnen worden. Dat is dus
een dubbele telling.
De voorz. merkt op dat had U
indertijd moeten zeggen.
Dhr Overbeeke zegt het nu bij de
begrooting pas gezien te hebben,
anders had hij er nooit zijn stem
aan gegeven.
Dhr Wagenaar is het volkomen
eens met den heer Overbeeke. Hij
wist niet beter of Blaas had ontslag
gevraagd en dat er een nieuwe be
noemd moest worden, maar niet dat
door B. en W. dit was opgeheven.
De voorz. vraagt of men ooit een
verzoek voor ontslag gezien heeft
van den heer Blaas. In geen enkele
noluleu kan men het vinden.
Dhr Overbeeke zegt dat de voor
zitter hen iets heeft voorgelogen.
De voorzitter verzoekt den heer
Overbeeke zijn woorden in te trekken.
Dhr Overbeeke wenscht dit niet
te doen, het is zoo.
De voorz. wenscht dan niet verder
mei hem te spreken. Door B. en W.
zijn de stukken overgelegd en daar
is ter tafel gebracht dat er achter
stand op de secretarie kwam en dat
men Blaas ontslag zou geven, maar
dit ging niet op verzoek van Blaas.
En de raad heeft hiertoe besloten,
hij wijst dus elke beschuldiging af.
Dhr Overbeeke zegt dat is niet
gezegd. Er is voorgedragen Blaas
neemt ontslag. Blaas kon dit niet doen
na bezetten tijd en toen heeft hij het
op do secretarie moeten doen, hij
had dus een dubbel salaris. U heeft
gezegd dat Blaas ontslag nam en
niets gezegd over wachtgeld, de raad
is er dus buiten gehouden.
Dhr Moelker zegt het is nu anders
voorgesteld als de heer Overbeeke
het heeft gezegd. Dhr Blaas heeft
veel werk thuis gedaan, dat weet hij
zeker. Er heeft dus een vergissing
plaats gehad, want spr. meende ook
dat Blaas ontslag had gevraagd, hoe
wel het hem bekend is dat er nim
mer een verzoekschrift is geweest.
Het had goed geweest indien het
duidelijk was omschreven geworden
dat Blaas ontslag kreeg en dat door
de opheffing hij op wachtgeld werd
gesteld. Want spr. komt nu tot de
conclusie dat de kosten niet zijn
fGOO, maar f821.
Dhr Dekker zegt dat volgens het
ambtenarenreglement hij er rechtop
heeft.
Dhr Wagenaar is dit niet erg dui
delijk, is dat een verandering als het
verplaatst wordt van hier, naar het
Bosch je.
De voorz. zegt dat Blaas te veel
werk kreeg en daar zat niet anders
op dan hem te ontslaan.
Dhr Bogert merkt op dat dus de
bedoeling van B. en W. is geweest
om de agent van de arbeidsbemid
deling op te heffen en Blaas op wacht
geld te stellen, maar dat is den raad
nooit voorgelegd.
Dhr Overbeeke zegt dat is wel
zoo voorgelegd, maar niet begrepen.
Wetb. v. d. Berge wenscht deze
zaak nog toe te lichten. Toen de
secretaris ziek werd, werd de heer
Blaas waarnemend secretaris Dat
gaf veel werk. Toen hebben wij met
Blaas gesproken, omdat wij zeiden
als wij hem niet verlichten dan wordt
hij ook overspannen. Er is op secre
tarie werk genoeg. Wij hebben toen
gezegd dat kan zoo niet langer duren.
Nu hadden B. en W. Blaas wel
kunnen dwingen, maar dat is geen
manier. Blaas geeft toe goedgevonden
het zoo te doen.
Dhr Bogert vraagt hoelang dat
wachtgeld duurt.
De voorz. antwoordt dat hij de
eerste 6 maanden 80% en dan 70%
trekt net zoolang als hij dienstjaren
heeft en dat is 7.
Dhr Overbeeke zegt nog dat men
niet uit het oog moet verliezen dat
de agent des avonds na bezetten tijd
is aangesteld geweest. Dat Blaas dat
later in de secretarieuren heeft ge
daan, daar kunnen wij niets aandoen,
maar Blaas wist toch dat dit na be
zetten tijd moest. Kon dit niet dan
had hij moeten bedanken. Ons is
voorgehouden door den burgemeester
dat Blaas bedankte en nu gaat Blaas
op wachtgeld en kost het f800. Als
hij dit had geweten, had het zoo niet
gebeurd, dan had hij zich nog wel
eens 20 maal bedacht, voordat hij
zijn stem er aan had gegeven. Hij
heeft daar straks in zijn drift wel
iets te veel gezegd, hij zal die woor
den terugnemen.
De voorz. doet het genoegen dat
de heer Overbeeke die woorden terug
neemt, maar hij blijft er bij dat hij
dit niet expresselijk heeft gedaan.
Hij weet vast en zeker dat bij B. en
W. vaststond dat Blaas wachtgeld
zou krijgen. Men heeft met Blaas
gesproken en gezegd, hel is beter dat
je er uitgaat en toen heeft hij na
tuurlijk gekeken naar de financieele
gevolgen. Toen is Blaas ontslag ge
geven en komt hem volgens het
ambtenarenreglement wachtgeld toe.
Dhr Moelker zegt het is volgens
het ambtenarenreglement, dus die
post voor wachtgeld blijft. Er is voor
die f300 veel werk verricht. Onze
bedoeling in de commissie was dit
te vragen en wij hebben een fout
begaan en niet gelet op het ambte-
narenreg'ement. Het is dus een mis
verstand.
De voorz. merkt op dat die f300
dubbel en dwars verdiend is.
Dhr Overbeeke zegt daaraan niet
te twijfelen. Maar hij vindt als iemand
f2300 verdient en dan nog f300 er
bij, dat is een dubbele salarieeri
en dat vindt hijyóhgeoorloofd.
De voorz. merkt nog op dat
anders wel een ambtenaar ter sec
tarie bij had ncodig geweest.
Dhr Overbeek'e vraagt dan n
naar de achterstand op desocretn
De voorz. merkt op dat dit op I
oogenblik niets .ter zake doet.
Dhr Wagenaar kan er zich n
mee vereenigeri.
Dhr Overbeeke' blijft er tegen.
Dhr Bogert spijt het dat dit zoc
verloop heeft.
Dhr Overbeeke zegt nog als
behoorlijk waren ingelicht had I
niets gezegd, maar wij zijnonkund
gehouden. Was hetzelfde gebeurd
bij van Os, dan had men niets v
hem gehoord.
De voorz antwoordt dat men zo
veel mogelijk wordt ingelicht.
Met 4 tegen 3 st. wordt de pc
gehandhaafd. Tegen de hh. Wag
naar, Overbeeke en Bogert.
De comm. vraagt hoelang er ni
pensioen betaald moet worden vo
de gepensionneerden Lindhout
Vriens.
De voorz. antwoordt dal het vo
Vriens niet meer en voor Lindho
tot 1936.
De meerderheid van de commiss
vindt niet juist dat de gemeenl
bouwmeester die benoemd is nad
de salariskorting van 3 is ing
diend, nu ook wordt gekort. j
De voorz. antwoordt dat alle sal
rissen er onder vallen, zoowel vo<
als na dien tijd.
Dhr Overbeeke zegt de gemeent
bouwmeester is benoemd op e<
salaris van f 750, dat is 50 lyoe
dan de vorige en nu moet daar ik
3% af dat vindt hij onbillijk. Dit
ook zoo voor den agent van de arbeid
bemiddnling. Hij had liever dat d
3 °/0 achterwege werd gelaten.
De voorz. zou er mee mee kunne
gaan als het een vaste korting wa
maar het is maar een tijdelijke koi -
ting.
Dhr Overbeeke zegt de korting wa
reeds toegepast en deze tijdelijk
korting kan wel ten eeuwig dag
duren. e
De Voorz. antwoordt niet lang*
dan lot 1935. c
Zie vervolg le blad.
ii