Per si I bluft Persil een pak Persil op 3 emmers water Uit ragfijne draadjes bestaat Uw linnengoed Om de wasch in de week te zetten en schraal water zacht te maken: „Henco", Henkel's wasch- en bleeksoda. De grove, met de hand geweven stoffen, zooals onze grootmoeders die nog droegen, zijn er bijna niet meer. Daarom dient men tegenwoordig, voor die fijne weefsels, een waschmethode toe te passen waarbij het goed volkomen gespaard blijft. Vóór alles moet hard wrijven en boenen vermeden worden. Met Persil, het eenige zelfwerkende wasch- middel, krijgt U - met eenmaal kort koken - zónder wrijven en boenen een hagelwitte en heerlijk frisch ruikende wasch. Gebruikt Persil echter steeds alléén, zonder eenige toevoeging van zeep of zeeppoeder. En zooals de gebruiksaanwijzing het aangeeft: E Ostermonn Co. s Handel Mij. N.V., AmsterdamFabrieken te Jutphaas bij Utrecht., raadsleden dit ook wisten had hij wel gedacht, dat die er een woordje over gesproken zouden hebben. Hij zal beginnen bij begin en ein digen bij het einde. Hoe is er be gonnen. Met de aanwijzing is gezegd dat in bestek stond dat de meer palen uitgetrokken worden en wat is gebeurd zij zijn gelijk den grond af gezaagd weg zijn onze meerpalen en dat is veel geld weggegooid. Dan moest de beschoeiing op '1.80 M. al- gezaagd worden. Wat is gebeurd een paar zijn er afgezaagd de rest isge- bleven, dat waren kostelijke palen, want men kon zien bij de afgezaagde dat ze nog zoo goed als nieuw waren Die palen van 1.80 M. had men nog kunnen gebruiken. Weer geld naai de maan. Volgens de aanwijzing moesten de vloedpalen zijn 30 bij 30 cM. er zijn er gebruikt van 25 bij 25 cM. dal is goedgekeurd, dus er staan er van 5 c.M. te dun. Volgens de aanwijzing moest er een gleuf gegraven worden, zoodat men onder de beschoeiing kon werken en deze van binnen bestrijken, dat is niet gebeurd, De beton is er met kruiwagens ingestort en de rest is blijven zitten. Volgens de aanwijzing moest de betonmuur met een laag van 40 c.M. klei aangestampt worden. Men heelt er brokken klei ingegooid die een maand op schorren had ge legen en er is geen stamper gebruikt. Dat moet dus verzakken. Spr. is op de haven geweest en heelt daar met den uitvoerder ge sproken en heeft toen gevraagd of dat de muur zoo dicht zou zijn en hem werd gezegd dat de muur zoo dicht kwam, maar spr. heeft gezegd dat dit nooit zoo kan. Er komt water tusschen de voegen en als het gaat vriezen dan zet het water uit en de inuur is lek. Volgens spr. had het goed geweest dat de muur van binnen be streken had geworden, het is dan ook te hopen dat wij geen harde winter zullen krijgen, want dan zal dat veel geld kosten en dan zal men niet anders kunnen doen, dan de zaak opgraven en de voegen bij strijken, dat is dus weggegooid geld. Dan moesten de palen met ring zijn 2 M., zij zijn maar 1.50 M. en zijn zonder kruis in den grond gezet. Zij staan dus niet eens vast. Spr. heeft veel op de haven gewerkt en weet zeker, als er een aak aan wordt vastgelegd, dat de paal er met een paar rukken uit is. Dat is dus ten deele ook werk tevergeefs. De haven is thans klaar, er is een raadsbesluit dat de meerpalen, die er uitgehaald werden er weer in zouden worden gebracht. Weth. van Gorsel heeft dit helpen verdedigen voor de ongelukken. Hoe komt het nu dat dit raadsbesluit niet is uitgevoerd door B. en W. en de palen niet meer ge plaatst. Is dat omdat men het niet wil, omdat men er niets voor gevoelt en men moet dan maar maling hebben aan een raadsbesluit. Spr. zal in deze geen voorstel doen om die palen er in te zetten. Maar als er een ongeluk gebeurd, dan moet men niet roepen, jammer, jammer, maar dan is het eigenschuld. Nu kan men wel zeggen, het zal niet wezen, maar spr. is nog maar 50 jaar oud en het is op St. Annalandal vijfmaal gebeurd dat paard en wagen in de haven terechtkwamen Hetzelfde kan hier ook voorvallen, het is erg onvoorzichtig. Waren die palen er uitgehaald dan had men hout en zou spr. het op prijs stellen indien die palen er weer ingezet werden. Nu wil hij geen pressie uitoefenen. Spr. blijft in deze vrij als er een ongeluk gebeurd, want het is hier de gewoonte jongens van 15 of 16 jaar naar de haven te sturen met een kar bieten. Dan nog heelt B. en W. 8000klinkers aangekocht om het plateau te bestraten, het spijt spr. dat B. en W. dit hebben gedaan, wist men bij de aanwijzing nog niet dat dit plateau nu 14 M. breed zou worden en dan nog indien die voor de haven waren, dan zou hij geen aanmerking maken. Die 8000 klinkers zijn gekocht zonderden raad daarin te hooren. Daar had men in den raad over kunnen spreken en dan had men ja of neen kunnen zeggen. Spr. heelt het tweemaal meegemaakt dat men wat gemaakt bad voor de Ambachtsheerlijkheid, dat men daar voor liet betalen. Het plateau is in orde, maar men had het ook met kei slag of grint kunnen doen, zoo was het vroeger ook. ,Men heeft er niets aan, want als er een wagen opkomt, dan zegt de veerman, eraf, want er kan niemand door om op de pont te komen. Die steenen liggen daar dus waar deloos. Spr. heeft in 't kort enkele dingen omtrent de haven naar voren gebracht; bij kan niet accoord gaan met deze handelingen, maar het isrl gebeurd. Het is jammer dat men niet beter gedaan heeft, want nu zal de gemeente in dure kosten komen. Spr. had eerst gemeend in de eerste de beste raadsvergadering met een voor stel te komen om die nieuwe steenen er uit te gooien en op te bergen en dan dit te verharden met grind of keislag, maar hij heelt zich toen be dacht. Spr. hoopt dat men in het vervolg wat verstandiger zal wezen. Spr. vindt het zonde dat die klinkers er liggen. En als spr. wist dat er oud materiaal lag, dan zou hij nog een voorstel doen om de nieuwe er uit te gooien en het oude materiaal er in te brengen. De voorz. vraagt of dhr. Daane bij de aanwijzing is geweest, want de menschen die er geweest zijn hebben allemaal gehoord, maar hij gelooft dat er acht van de tien niets begrepen hebben. Hem is gezegd dat alles is uitgevoerd zooals in het bestekstaai en in het bestek is zeer weinig met maten gewerkt. Hetspijtspr.dat dhr. Daane niet naar de secretarie is ge komen, toen hij heeft geconstateerd dat hel niet goed ging en gezegd de boel gaat verkeerd, maar niet wachten en dan napraten. En wat betreft het bestraten van het plateau, dat is niet op eigen houtje gedaan. In het bestek stond dat heel het plateau bestraat moest worden en toen bleek het dat dat er niet voldoende steenen waren. Nu had men daar raad over kunnen houden, maar dan had men gezegd, het staat in het bestek, dus wij zijn verplicht om het te doen. Indien men het met keislag gedaan had, zou het veel meer kosten, omdat hel dan elk jaar terug komt. Spr. vindthetjammer dat dhr. Daane niet naar B en W. is gekomen om te waarschuwen, want dat is men dan ook als raadslid ver plicht, in het belang van de gemeente, maar niet met een betoog komen als alles klaar is, dat deugt niet. Spr. zegt, voor mij is de zaak in orde, alles is volgens het bestek uitgevoerd. Dhr. Daane zegt geweten te hebben, dat men hiermede voor den dag zou komen. Hij heeft met niemand contact gezocht, maar heeft alles zelf nagegaan en is verstandiger geweest. M. de Voorz., U bent sinds met vacantie geweest en heelt ook Uw dienstplicht vervuld. Maar als men nu straks de courant leest, dan zal men zeggen, wat heeft dhr. Daane nu voor met het betoog, hel beteekend niets, maar spr. twijfeld niet aan zijn woorden en doet bet voorstel dat de notulen van deze vergaderinggezonden worden aan den Commissaris der Koningin in Zeeland en dat B. en W. dan een audiëntie aanvragen en dan zal hij zwart op wit de bewijzen geven. Spr. is er van overtuigd dat hij gelijk heeft, hij heeft alles zelf geconstateerd en hij vindt niet goed dat de andere raadsleden, die het net zoo goed weten als hij, niets zeggen. Anders moet men de zaak maar eens wegnemen, dan zal men het zelf constateeren, of het waar is. De voorz. zegt nogmaals dat het dan op zijn weg ligt, te waarschuwen. Dhr. "Daane merkt nog op dat hij toch niet zou gehoord zijn. Niemand meer het woord verlan- gende, wordt de vergadering gesloten. BINNENLAND. PriusesJuliana wekt het volk op het Crisis-comité te steunen. Verlaging van de werkloo?enonderateuning in de hoofdsteden. Protesten tegen de Onderwijsbezuioiging. De grootste sleepboot ter wereld maakt een ge slaagde proeftocht. Juweelendiefslal in de Residentie. Het Nationaal Crisis-Comité, dat in Nederland bekendheid heeft verwor ven onder de initialen N.C.C. weet de belangstelling voor zijn mooie werk gaande te houden. Dit is dan ook zeer noodzakelijk, want nog steeds stroo men de aanvragen om hulp en steun bij het comité binnen. De nood in den Jande is zeer groot en het zijn juist de menschen, die om welkere denen dan ook buiten de gewone steunverleening vallen, welke een be roep doen op het Nationaal Crisis- Comité. Dinsdagavond heeft het Nationaal Crisis-Comité een radioavond geor ganiseerd, welke over de beide zenders werd uitgezonden. Het hoogtepunt van dezen avond was een redevoering gehouden door H.K.H. Prinses Juliana, die naast enkele mededeelingen over het werk van het N.C.C. een beroep deed op het Nederlandsche volk om zooveel mogolijk te steunen. De inkomsten van het N. C. C. be droegen in de nu bijna twee jaren van zijn bestaan f 1.550.000. De uit gaven bedroegen in dezen zelfden tijd 1833.000, algezien van een groote uitgave voor kunstmest. De Prinses deed uitkomen dat het een terneerdrukkende gedachte is, dat het N. C. C. nog zoo weinig kan doen, dat de uitkeeringen zoo laag zijn en de kring klein is, waarin het werkt. 9 Een hartelijk woord van dank bracht de Prinses aan allen, die hebben bij gedragen om het werk van N.C.C. te steunen. Woordelyk zei Zij „De mooie impuls van saamhoorigheidsgevoel, dat den laatsten tijd algemeen boven komt, moge het zijne doen om dit, zoo breed mogelijke gebaseerde werk nieuwe levenskracht te verleenen, om (Eerst oplossen in een beetje koud water tot een papje, zonder klonten). 42912 270 in menig bestaan milder omstandig heden te bereiden in de plaats van zeer bezwarende." De Prinses eindigde haar redevoe ring met het uitspreken van den wensch, dat ons volk met al de vol doening, die hierbij mogelijk is, terug zal kunnen zien op de nationale in- zamelingsweek, tot belooning van hen, die er de omvangrijke uitvoering van verrichten en tot dankbaarheid van degenen, die net allerzwaarst lijden onder den algcmeeuen nood. Een mo gelijkheid die te verzachten staat open. Zooals men zich nog wel zal her inneren heeft de regeering bij den aanvang van het parlementaire seizoen verklaard, dat er aan de steunnormen niet getornd zou worden. Men kon al dadelijk begrijpen, dat er hier een addertje in het gras schuilde, want thans blijkt dat de steunverleening in de groote steden aanmerkelijk zal ge wijzigd worden. De minister van so ciale zaken heelt met de besturen van de vier Nederlandsche groote steden Amsterdam, den Haag, Rotterdam en Utrecht besprekingen gevoerd om de uitzonderingspositie, welke dezesteden innemen, ongedaan te maken. Het ligt in de bedoeling van de regeering de eerste vijf gulden inkomsten per week van de gehuwde vrouw niet langer buiten beschouwing te laten bij de berekening van het steunbedrag. Het stelsel van dubbel-uitgetrokkenen zal ook voor de vier groote gemeenten worden vastgesteld. Ook zullen de extra hijslagen voor werkende kin deren vervallen. Het was eerst de bedoeling van de regeering deze maatregelen reeds op lüctoberte doen ingaan. Tegen een zoo spoedig in het werk treden van ingrijpende maatregelen, bleken ech ter te groote bezwaren te zijn. De minister heeft zich daarom bereid verklaard, de uitvoering van deze maatregelen op te schorten tot 1 No vember. Maar langer uitstel wordtin géén geval verleend, en terugkomen op de eenmaal genomen beslissing wordt niet gedaan. Verder verklaarde de minister dat hij er met den meesten ernst naar streeft de normen der steunverleening onaangetast te laten. Om straks niet door de feiten te worden gedwongen gansch andere wegen in te slaan is daarom de onontkoombare voorwaarde, dat binnen het kader dier normen zoodanige maatregelen wor den getroffen, dat de eischen aan de kassen, van Ryk en Gemeente gesteld, binnen de grenzen van het betaalbare worden gehouden. Het is helaas noodzakelijk, dat er zulke pijnlijke maatregelen moeten worden getroffen. Als dit echter niet gebeurt, zouden de Staats- en de Gemeentekassen de lasten niet meer kunnen opbrengen en zou Nederland zijn toevlucht moeten nemen tot maat regelen, die nog veel en veel ernstiger voor de welvaart in zijn geheel zijn. De regeerincj heeft het niet makkelij k deze dagen. Ook de maatregelen die op het onderwijs worden toegepast, hebben vele protesten ten gevolge gehad. Maar ook hier blijft de minister van onderwijs voet bij stuk houden. Bij een opening van een ambachts school te Jubbega heeft minister Mar- chant op deze protesten gereageerd en met groote klem betoogd, dat de protest-acties op misleiding berusten, omdat het openbaar onderwijs in principe geenszins wordt aangetast. Hij verklaarde zelfs, dat het openbaar onderwijs er later in zijn geheel beter op zou worden. lutusschen is er ook nog reden om het leven niet al te somber in te zien. Het particuliere bedrijf vooral laat zich niet van de wijs brengen en Dins dag heeft de Nederlandsche scheeps- bouwnijverheid een product afgele verd, dat er zijn mag. Op de Noordzee is dezer dagen een welgeslaagde proeftocht gehouden met de grootste, krachtigste en sleep- en bergingsboot ter wereld, „De Zwarte Zee". Prinses Juliana maakte deze proeftocht, die door prachtig weer werd begunstigd, mede. Dergelijke gebeurtenissen laten zien, dat er ondanks alle tegenspoed, aan de toekomst wordt gedacht. Groote juweelen-diefstallen komen in ons land betrekkelijk weinig voor. Gelukkig maar. Te Den Haag hebben Zaterdag op Zondagnacht dieven het echter klaar weten te spelen om in een juwelierszaak in te breken en voor een waarde van 80.000 gulden aan kostbaarheden mee le nemen. De die ven hebben er voor gezorgd geen sporen achter te laten en de politie is er tot dusver niet in geslaagd deze te vinden. Een hooge belooning is intusschen door de verzekeraars van de juweelen uitgeloofd. DIJKVAL. Een ernstige dijk val heeft plaats gehad in het dijkslichaam ?an den Nieuw Noord Berelandpolder, waardoor een poiderlje

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1933 | | pagina 4