WAARIN OPGENOMEN DE IERSEKSCHE EN THOOLSCHE COURANT NIEUWSBLAD VOOR HET EILAND THOL.EN Vrijdag 8 September 1933 No. 36 Vijftigste jaargang Tholen, Poortvliet, Scherpenisse, St-Maartensdijk. Stavenisse, St-Annaland en Oud-Vossemeer UITGAVE FIRMA J. M. C. POT, THOLEN - TEL. 1NTERC. 16 - POSTREK. 1043 prijsvermindering. THOOLSCHE COURANT Dil blad verschijnt eiken Vrijdag. Prijs per kwartaal* 0,80; met Geïllustreerd Zondagsblad ƒ1,375, franco per post ƒ1,155 -f- 15 ct. disp. kosten. Advertentiën van 1 tol 4 regels 75 ct.; iedere regel meer 175 ct. Grootte letters naar plaatsruimte. Bij abonnement aanmerkelijke PUBLICATIEN. BEVOEGDHEID TOT STEMMEN BIJ VOLMACHT. BURGEMEESTERen WETHOUDERS van Tholen .maken bokend, dat een kiezer, met inachtneming van het in de kieswet bepaalde, bevoegd is om bij volmacht te stemmen, indien zijn beroep of werkzaamheden medebrengen, dat hij herhaaldelijk of althans gedurende hel gedeelte van het jaar, waarin de stemming gewoonlijk valt. werkzaam pleegt te zyn builen de gemeente op welker kiezerslijst hij voor komt, mits zijn afwezigheid, indien hij gedu rende het tijdvak of de tijdvakken, waarin hij aldus werkzaam is, een of meermalen in die gemeouie terugkomi, als regel telkens langer dan drie dagen duurt. Mede is, met inachtneming van het in de kieswet bepaalde, bevoegd bij volmacht te stemmen de vrouw, welke, gehuwd met een kiezer, die voldoet aan de bovenvermelde voorwaarden, met haar man, in verband met diens beroep of werkzaamheden, afwezig pleegt te zijn. De kiezerslijst wijst aan, welke kiezers be voogd zijn bij volmacht te stemmen en, voor welke verkiezing zij daartoe bevoegd zijn. Voor nadere inlichtingen raadplege men de aanplakbiljetten. Tholen, 7 September 1933. 31 SNEL TOENEMEND SNELVERKEER Maar de wegenverbetering gaat niet in het zelfde tempo. Het «Centraal Bureau voor de Statistiek'" heeft dezer dagen een „Statistiek der Motorrijtuigen" ge publiceerd. Statistieken zijn leerzame dingen, al moet men er niet al te groote waarde aan hechten. Want met statistieken gaat het als met sommige argumenten, men kan er alles mee bewijzen. Maar dit is niet de schuld van de statistieken, maar van de handige uitleggers van deze statistieken. Toch ontkomt men niet steeds aan het verklaren van de statistieken, ja is het dikwijls dringend noodzakelijk de meestal dorre cijfers wat vriendelijker voor te stellen en met het licht van commentaar te beschijnen Naar aanleiding van de hierboven genoemde statistiek der motorrijtuigen heeft de A.N.W.B. een smakelijke en met prentjes verluchte samen vatting van de gegevens van de statistiek het licht laten zien. Het is niet onaardig aan de hand van dezen door de A.N W.B. be werkte gegevens een overzicht te geven van het door benzine voort bewogen verkeer in Nederland. Bit overzicht leidt vanzelf tot hetbespreken van de oorzaken van het huidige verkeersprobleem. In 1909 werden er in ons land niet meer dan 4500 motorrijtuigen geteld, welk aantal in 1915 steeg tot 13.000. Op het oogenblik begint dit aantal de 200 000 te naderen. Het verkeer is in bijna 25 jaar meer dan 44 maal zoo groot geworden. Zijn ook onze wegen, waarvan dit ver keer gebruik moet maken, 44 maal vergroot? Geenszins. Tot 1927 is er practisch niets aan de wegen ver anderd of verbeterd. Slechts heel schuchter werden hier en daar pogingen ondernomen om een kapot- gereden wegdek te repareeren. Aan de breedte der wegen veranderde men niets en aan een betere overbrugging van de rivieren werd niet gedacht. Langzaamvarende ponten, die slechts enkele motorrijtuigen per keer konden overzetten, bleven de verbinding onderhouden. Op drukke dagen moesten auto's soms urenlang wachten alvorens overgezet te kunnen worden De veldwachters van de aan de pontveeren gelegen dorpjes wisten geen raad met de lange file benzine wagens, die de nauwe straatjes ge heel versperden. Eerstin 1928 is de wegenverbetering pas goed begonnen, maar toen was het aanlal motorrijtuigen bijna ver tienvoudigd in vergelijking met 1915. Evenals een groeiend kind, dat uit zijn pak groeit, was het verkeer uit de w< gen geroeid. Maar het verschilg tusschen het groeiend kuid en de wegen is, dat het kind, zoodra het grooter is een nieuw pak krijgt, ook al zou het vorige pak nog niet ge heel en al versleten zijn, terwijl de wegen dezelfde breedte en dezelfde bestrating als in den tijd van het paardeuverkeer bleven behouden. Toen is men aan de wegen gaan verbeteren, maar helaas niet met vooruitzienden blik. Weliswaar heeft men rekening gehouden met een kleine toename van het vei keer, maar met het vlugge uitbreidiugsteiijpo zooals dit zich de laatste jaren ont wikkelde, heelt men geen rekening gehouden. Met het gevolg, dat de enkele jaren geleden verbeterde wegen weer niet voldoen aan de eischen vau den modernen tijd, ook al bezitten deze wegen een asfaltdek ol een betonnen dek. Over het algemeen zijn onze wegen te smal, en vooral valt de smalle dezer wegen op, waar zij door de dorpjes heen gaan. De meeste ver keersongelukken komen dan ook voor in de bebouwde kommen of op smalle wegen. Waar breede wegen zijn, komen ongelukken zelden voor, tenzij grove onvoorzichtigheid in het spel is. Zelfs mist behoeft op breede wegen geen gevaar te veroorzaken. Op het oogenblik is men druk bezig aan het verbeteren en verbreeden van wegen en ook aan de oeververbindin gen wordt druk gewerkt. Het tempo, waarin deze verbetering geschiedt is echter in geen enkele redelijke verhouding tot het toenemen van het aantal snel-verkeersmiddelen. In het commentaar van A.N.W.B. op de hierboven genoemde statistiek staat daarom, ook zeer terecht te lezen „Wanneer de cijfers een taal ver mogen te spreken, dan zeggen zij wei in de eerste plaatsSchiet op, schiet op, met den aanleg van wegen en met den bruggenbouw We hebben eerst de argumenten laten spreken. En om deze argumenten nu eens nader te illustreeren, willen we nog enkele cijfers uit de statistiek lichten. De stijging van het aantal motor rijtuigen in de laatste jaren is wel zeer opmerkelijk. Op 1 Augustus 1928 telde men in Nederland 51.922 personenauto's, in de jaren 1929,1930,1931, '1932 steeg dit aantal tot respectievelijk 60.2(52, 67.845,75.369 en 81.277. Van 1928 tot 1932 is het aantal personenauto's in ons land toegenomen met 30.000 stuks of met bijna 60%. Het aantal motorrijwielen steeg van 1928 van 27.785 tot 37.694 in 1932. Een toename dus van rond 10.000 motorfietsen of 35%. Bij de vrachtauto's was de toename nog grooter. Reden er in 1928 nog slechts 28.734 vrachtauto's op den weg, in 1932 was dat cijfer gestegen tot 48.494 een stijging van derhalve meer dan 70%. Ietwat ongelooflijk komt het cijfer van het aantal autobussen voor. Toch zal het wel juist zijn. In 1928 bedroeg het aantal autobussen 3.159, dat in 1932 slechts 600 grooter was gewor den, of 20 percent. De A.N.W.B wijt deze kleine toename aan het feit, dat (lesontwikkeling van het autobusver- keer geremd wordt door de wettelijke bepalingen. Het totaal aantal motorrijtuigen bedroeg in 1928: 111.600 en in 1932 171.248, een toename dus van rond 60.000, dat is ongeveer 56%. Telde men in '1928 een motorrijtuig per 69 inwoners, in 1932 was dit al geworden één op 47 inwoners. Reeds vroeger hebben wij er in een ander verband op gewezen, dat het met de malaise niet zoo heel erg ge steld moet zijn in een land, dat steeds meer automobielen binnen zijn gren zen ziet verschijnen. Hoe moet dan straks de toename wel worden als de conjunctuur omslaat, waarvan de eer- ste teekenen reeds merkbaar zijn'? De laatste maanden neemt bijv. bet aantal taxi's in de groote steden on rustbarend toe. Bij honderden tegelijk worden zij in dienst gesteld. De ver keerspolitie weet deze stroom bijua niet meer in te dammen en maakt het verkeersprobleem in deze steden nog ingewikkelder. Maar deze ingewikkeldheid mag ons niet afhouden te streven naar een spoedige en algeheele oplossing van dit, de vooruitgang van ons land ra kend probleem. AFSCHEID VaN JHR. J. VAN VREDENBURCH. Zooals wij reeds eerder gemeld hebben, trad jhr. J. vao Vredeoborch dit jaar af als voorzitter der N. V. Waterleiding maatschappij „Tholen"' Maandag jl. werd op eeuigszins officieele wijze door de leden vao den Raad vau Beheer en den Haad van Aandeelhouders, ten Getneeuiebuize vao Thulen afscheid vau den scheidenden voorzitter genomen. Aanwezig waren de leden van den Raad van Beheer, mr. A. J. van der HoeveD, voorzitter, W. Dronkers, D. K. Rijsteubil, J. J. Polderman, C. M. P. W. Haossens, J. G. Hamer od J. M. v. Bommel v. VloteD. Vao den Raad van Aandeelhonders waren aanwezig de hb. H. J. Laban, M. K. Krijger, J. Keur, J. E. B. Meloen, F. M. Boogaard, voorts wareu aanwezig de directeur dhr. C. Wagtho en J. Jansen, boekhouder der N. V. Van de 'neeren A. F. Haosseos, A. G. van IJsseldijk en W. van der Ploeg was bericht van verhin dering ingekomen. Mr. van der Hoeven opende de bijeen komst eo sprak als volgt: M. H. Toen ik in de laatstgehouden vergade ring van den Rtad van Beheer der Waler- leidiugmij. Tholen tot Uw voorzitter werd gekozen heb ik dadelijk het plan opgevat, als vrijwel eerste officiëele daad in mijn uieuwe functie, een bijeeukomst te be leggen van de leden van den Raad van Beheer en van aandeelhouders, om een oogenblik stil te staan bij hetgeen mijn voorganger voor de WaterleidingMij. heeft gedaan en is geweest. Indien mijn inlichtingen juist zijn, dan is de oorsprong van de huidige N. V. WaterleidingMij. Tholen te zoeken en te vinden in het zoogen. Waterleidingcomité, dat zich eenige jaren voor den wereld oorlog reeds bezig hield met het bedenken cd uitwerken van plannen, die ten doel haddeo het eiland Tholao van voldoende eo goed driok water te voorzien. Dit comité, waarvan Jhr. van Vredenburch de ziel is geweest, heeft met heel wat moeilijkheden te kampen gehad en dikwijls veel tegen werking, waar holp en stenn mocht worden verwacht, ondervondeo. Ondauks moeite en ondanks tegenstand heeft het comité toch bekroning van ziju werk gezieD, want in deu aanvaDg van bet jaar 1916 werd de acte tot sticbtiog van de N. V. WaterleidingMij Tholen, met de gemeeDteD op het eiland Tholen aR aaodeelhoudsters, ten hmze van den heer v. Vredeoborch ten overstaan van notaris van de Velde verleden. Bij bet verlijden dezer opricbtiDgsacte fangeerde de heer v. Vredenburch als stille getuige. Reeds raim een miand later wenechte de toenmalige Raad van Beheer Jhr. v. Vredeoborch van stille getaige te ver heffen eo te bekleeden met het welver diende voorzitterschap van dien Raad, en benoemde hem dienovereenkomstig met algem. stemmen io die fanctie in zijn vergadering van 29 Febr. 1916. Sindsdien zijn de moeiten eo zorgeo steeds de al te trouwe gezellen van de Mij. gebleven. Immers toen iu Juni de aaohestediog der buizen plaats vond, kon gonning door dnorte niet geschieden. Dientengevolge is de actie van de jonge Mij. stilgelegd moeten worden tot 1919. Inmiddels was gebleken dat het oor spronkelijk kapitaal van f500000 met meer dao 100% moest worden verhoogd. In Oct. 1919 werd daartoe besloteo. Nog dnorde het tot Jaoaari 1922 toen de eerste spade in de gruud kou worden gestokeD. Io Mei van dat jaar werden gegund 1. het maken v. d. zinker door de Een dracht 2. het boawen v, d. watertoren; 3. levering der machines en drie weken later 4 het bonweu van pompstation eu 5. het boren der bronnen. Op 27 November 1923 kon eindelijk de lang verwachte opening der Water leiding plaa s vii den. Ii.dien er toen iemand met voldoening op acbierl ggeiirieii ameid heeft bunnen ueerzieu d-.n is bet zeer zeker de heer v. Vredenborch geweest. Weioig kon toen ook vermoed worden, dat de moeilijkheden Dog zooden aao- houden. Ik denk iu dit verband vooral aan de ernstige fioar.cieele zorgeD, waarvan ik U de oorzaken thans niet behoef te DoemeD. Het is een bekend verschijnsel onder de menschen dat, wanneer het in een zaak niet voor den wind gaat, de kritiek des te sterker is, omdat men door deu voortdnreuden druk bet juiste objectieve onderscheidingsvermogen gaat missen. Daartegenover staal dat te grooter waardeering verdient de man, die pal s aat, de moeilijkheden onder het oog dnrft te zien, door goed en kwaad ge rucht heen zijn beste krachten blijft wijden aan de zaak, die voor hem een deel van zijn levenswerk is gewordeD. Die waardeering, mijnheer vao Vreden- bureb, hebben wij voor U, eo daarvan wenscheu wij heden te getuigen. Weest er vau verzekerd, zooals wij het ziju, dat gij het eiland Tholen een onschatbaren dienst hebt bewezen door Uw ijveren in de tot standkoming der drink waterleiding, waarvoor ieder eilandbewoner U dankbaar behoort te zijn, en aanvaard in bet bij zonder onzen oprechten daok voor betgeeD gij in meer engeren kring in ow functie van voorzitter van den Raad van Beheer der Waterleiding voor de Mij. hebt willen doeü. Ik eindig, hooggeachte heer v. Vre deoborch met den weDsch nit te spreken, dat het U kan het zijo nog eenmaal gegeven moge worden na den tijd van depressie van de N. V. Waterl.Mij. Tholen ook een bloeiperiode te zien aanbreken. Hierop volgde een hartelijk applaus. Hierna verkreeg de beer H. J. Laban bet woord, die zeide HoogwelGeb. Heer Van Vredenburch. Het is eeu gelokkige gedachte, de leden van den Raad van Beheer en van de ver gadering van Aandeelhouders der N.V, Waterleidingmaatschappij Tholen met el kaar te doen samenkomen om vao u als Voorzitter afscheid te nemen. Het getuigt van eenheid vao gevoelens ten uwen op zichte. Wij nemen afscheid van u met gevoe lens van groote dankbaarheid en waar- deering voor uw arbeid. Het kan niet genoeg herhaald worden, dat de waterlei ding een der grootste zegeuiogen vao het geheele eiland Tholen is geweest, zich inzonderheid als zoodanig in dit jaar heeft doen gevoelen en ongetwijfeld in verre toekomst zich aldus zal maoifesleeieD. Het tot stand komen, dit breDgen van iets zegenrijks voor een geheele streek is hoofdzakelijk n te (laDken, het strekt a tot een eer, die uw onvervreemdbaar bezit zal blijveD. Dat de naam van Jhr. Joban van Vre denborch onverbrekelijk is verbonden aan dien vaD de Thoolscbe Waterleidiog is voor mij niets verwonderlijks. Ik ben ruim 30 jaar in deze plaats onafgebroken werk zaam geweest iu de dingen der gemeente en van de volksgezundheid en op beider gebied heb ik n van nabij ontmoet eo koDnen gadeslaan. Ook andere terreinen lagen niet zoo ver van mij af, dat ik niet zoo hebben konnrn volgend, wat o deed op bet gebied van den land-en toinboow, enr. enz. Alles wat verzorging van de bygiene, wat verbetering van het verkeer betrof bad uw volle belangstelling en ik moet bet in algemeene bewoordingen toevoegen, want uwe werkkracht was groot en nw belangstelling algemeen al wat dienstig kon zijn aan den vooruitgang en de bevordering der beschaving, gij deed het en meD deed nooit eeo vergeefsch li beroep op o. Alle nottige vereenigiugei ba lden aw materialen eo moreelen steun, Hij zelf deed zeer veel en daarbij bai gij ook steeds waardeering voor den ar^eii van hen, die met n samenwerkten. 11 meen Hit alles te mogen getoigen op grond van eigen waarnemiog. Voor mij daarom niets verwonderlijk! dat u bet grootsche werk der waterleiding ter band nam en tot resoltaten bracht. Om niet in herhaling te treden zal il geen opsomming geven vso alles wal memde-lir-id voor m wa'r-rbjdir-g Am Ik raak -lech's even ami rif inzeil, ue u g»*liik ift'lei ilie «irn in. est ondervinden. A leen dit prijs den man gelakkig, die gesterkt dooi aangename en onaangename ervaringen zyn weg weet te gaan. Ik breog n namens de vergadering aandeelhouders hartelijk dank ik moei hier weder algemeen zijn voor al w u voor de oprichting en gednrende de jaren van uw Voorzitterschap in het belang der drinkwatervoorziening van de streek deed en de vergadering spreekt monde vau mijn persooo de boop nit, dal u tot in lengte van dagen onder de gun- stigste gezinsomstandigheden moge aan schouwen al het goede dat o op zi krachtige wijze hielp tot stand komen. Nadat de heer LabaD gesproken had volgden teekeu vao bijval. De heer C. Wagtho verkreeg hierna bet woord en drukte zich als volgt nil Hooggeachte Hoer van Vredenburch, Na de rede, oitgesproken door onzeu nienwen Voorzitter, zij het mij vergood ook oog een eDkel woord tot U te sprek Laat ik dan beginnen met U mijn bar- telijkeo daok te betuigen voor deo gropteu steun en vriendschap, welke ik van U* zijde, gedoreode de 10 jaren welke ik aac het waterleidingbedrijf ben verbonden mocht ontvangen. Alle Heeren, bier rond deze tafel weten dat bet pad der Vennootschap lang niel altijd met rozen was bezaaid. Reeds vooi mijn tijd rezen vele moeilijkbeden nitden grond, die door U met Uw onverzettelijk wilskracht allen oit deo weg sijn geruimd Het lijvige archief ten kaDtore aanwezig moge biervan de stille getnige zijo Maar ook na den aanvaDg der exploitatie liep lang niet allee als op lucht wieleD.ovei een asphaltbaan. Ik moge U hierbij io herinnering brengen in de eerste ,eo aller grootste plaats de fiaancëele zorgen dei Vennootschap, die gedurende de tieu jaar, dat het bedrijf io exploitatie is, zeer zekei de hoofdschotel hebben gevormd vao hel mena der zwarigheden. Hoevele besprekingen bij Uw regelmatig! bezoeken op bet kantoor, in de vergade ringen vau Raad van Beheer eo Aandeel honders eo niet te vergeten met de auto* riteiten in den Haag zijn daar niet ovei gebonden. Voorts moge ik hierbij als voorgerecht nog noemen de z.g. verplichtsaanslnitiog, Wat hebt U zich daarbij veel moeite troost om de gemeentebesturen te overtuigen, dat het zoowel uiteen hygiënisch oogpnot, als oit fioanciëel belang voor de Vennoot schap der Gemeenten noodzakelijk was, dat de groei der aansluitingen zoo veel mogelijk word bespoedigd. Ook deze pogingen werden met soccei bekroond, want reeds vrij kort na deo aanvang der exploitatie hadden alle ge- meenteo-aaudeelhoodslers besloten over te gaan tot de verplichte aanslmting Tenslotte moge ik U bij dezen zorgen- reeks nog noemen de „machines". Na de fioautiëa is dit ongetwijfeld ook em be langrijke schotel van het hierhoveogeóoemde menu en beeft U met mij samen den laatstee kruimel vao dit gerecht opgepeuzeld. Het resultaat is echter, dat U tevreden kont zijn over het resultaat Uwer bemoeiir gen iD deze, gezien bet feit, dat ikU kat mededeeleD, dat op heden de electrc-moto' welke na bet pokken en mazelen met de rnw-olie motoren, op 18 April 1930 io bedrijf werd genomen, na plm. 14000 be- drijfsnren ons nog nimmer in den steek beeft gelaten. Metdezekortescbetsvan Uw voornaams'! zorgen tijdens de exploitatie-jaren za) ik eindigen. Tenslotte dank ik U, evèóuens namer1 Jansen en het overige personeel voor

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1933 | | pagina 1