niet konden of wilden zien, terwijl een groote groep als bijv. de S A.D.P. er nog altijd neen tegen tracht te zoggen. Men begreep in landbouwkringen, dat bij groote kwalen alleen groote middelen kunnen helpen. De hulpverleening is te laat en in onvoldoende mate gekomen en komt dat nog. Maar toch heeft de georganiseerde landbouw het volk een grooten dienst bewezen dooi' tijdig de oogen te helpen openen voor den ernst der tijden, het vertrouwd te maken met de noodzakelijkheid veel, dat vroeger ondenkbaar was, te moeten aanvaarden. Het is alleen zoo jammer, dat er bij de regeering niet éénzelfde begrip van den den ernst der landbouwcrisis werd ge vonden en bij ons volk zoo vaak aan doovemansooren werd geklopt. Schoone drooraen over een wereld van vrijhandel maakt dat men vergeet in de huidige protectionistische verdwazing de scherpe wapens te gebruiken, die men tegen over een land als Duitsehland in handen heeft. Tijdig gewaarschuwd, met klem bezworen om in te grijpen, heeft de overheid maanden lang in de veehouderij de zaken zich tot een catastrophe laten ontwikkelen. Het schijnt of men trachtte er zoo gemakkelijk mogelijk af te komen en dat zal wreken. Onze export is vernield, o >ze veehouders verloren in razende tempo hun kapitaal. In een verarmde streek kan men slechts door schulden en vorderingen de pen halen en met elkander van voien af aan be ginnen. Ook de financieele huishouding van provinciën, gemeenten, waterschappen loopt geheel vast en allen gaan er toe bijdragen het rijkscrediet te overspannen en ontredderen. Het dralen bij de steuiï- verleening aan den akkerbouw, bij die aan de veehouderij bovenal, zal zich bitter wreken en spoedig kan blijken, welke stinkende wonden zachte heelmeesters hier hebben gemaakt. De boerenstand moet beseffen dat de teerling geworpen is, en voortgaan den hem toekomenden invloed te verorderen, maar dat is een grootsche taak. Die laak is den boerenstand, mannen zoowel als vrouwen te doordringen van een gepastgevoel van eigen waarde, van fierheid, van den wil een gelijkberechtigd deelge noot der samenleving te zijn. Om te voor komen, dat men in de crisis ten onder gaat moet de landbouwstand zich vooral op drie dingen richten en wel op 1. Orga nisatie. 2. De Pers en de openbare meening en 3. De politiek. De boeren kunnen veel leeren van de arbeiders- en ambtenarenorganisaties en men moet den laatsten boer er toe brengen zijn plaats in de organisatie in te nemen. De gelden daarvoor moet hij beschouwen als onmisbare bedrijfsuitgaven. Ook aan de vorming en organisatie van den vrouwelijken boerenstand moet groote aandacht worden gewijdzij vormen de helft en hun opvattingen, geest en werk zaamheid is voor de zaak van den land bouw van groot belang. Als de Nederlandschc boeren grieven tegen de pers hebben, vooral tegen de groote pers, dan valt een deel van die grieven terug op henzelf, omdat zij haar te veel verwaarloosd hebben als instrument tot het bespelen der volksconcientie. Men moet invloed in de pers hebben naar sprekers inzicht is die bij goede organisatie te verkrijgen en zal de pers de gelegenheid de meening der landbouwers te uiten niet onthouden, indien men ze in goeden vorm te harer beschikking stelt. Naast organisatie is de beschikking over het noodige geld hier onontbeerlijk. Iedere gulden aan een goeden persdienst besteed zal 10-dubbel worden vergoed. Ten slotte de politiek, hierbij staan drie wegen open, nl. via een aparte boeren partij, via de opgerichte boerenbonden en via de bestaande politieke partijen. Spr aarzelt niet den eersten weg beslist te verwerpen. Zij zal aannemende, dat men andere groepen niet wil onthouden wat men zeil doet voeren naar absolute belangen politiek, waarbij de boerenstand zeker aan het kortste eind zal trekken. De weg via de boerenbonden en die via de politieke puitijen vertoonen groote overeenkomst. Spr behoort tot hen, die den laatstgenoemden weg voorstaan. Men moet handelen in contact met andere be volkingsgroepen en het voorkomt, dat er wrijving ontstaat tusschen de boerenbonden en de landbouworganisaties, en dat de eensgezindheid van den georganiseerden boerenstand verloren gaat. Ontwaking van groote groepen van den boerenstand, uit hun politieke lusteloosheid en bereidheid om daadwerkelijk in de politiek, onder erkenning van de hoogheid van beginselen, ook het belang te dienen is noodig, de landbouworganisaties hebben de taak daar toe bij voortduring op te wekken. Zoo zien wij aldus eindigde spr een groote taak voor ons. Als wij arbeiden vertwijfelen wij niet! En omdat wij geloof hebben in de kracht van onzen boeren stand, omdat wij vertrouwen, dat niet te laat het gezond verstand ons volk de oogen zal openen, denken wij aan een toekomst, waarin wij kunnen werken aan de ver heffing van de landbouwbevolking. De crisis der negentiger jaren der vorige eeuw leerde ons onze bedrijven beter uit te rusten en de voorlichting der wetenschap te benutten, deze crisis moge ons leeren, op organisatorisch pers en politiek gebied den gebleken achterstand in te halen. Wij trachten dan vol te houden en al werkende zien wij dan voor ons allen bewaarheid het woord van Jesajavoor een doorn zal een dennehoom en voor een distel een myrthestruik opgaan Vervolgens nam de voorz. het woord om zijn gebruikelijke jaarrede te houden en her innerde er aan hoe hel 9 jaar geleden was, dat de Z.L.M. haar 80-jarig bestaan luister rijk te Tholen vierde. Spr ging in het kort na welke plaatsen men des middags zal bezoeken en zeide, dat er voor 9 jaar blijde jublea op steeg en hel van vrede en vreugde over de Een dracht ruischte. Eendracht is thans meer dan ooit noodig. "ch, begrepen dat slechts allen. Men zou niet gansch, „onwaar en onwaardig" feiten verdraaien en waarheden willen inaskeeren en gansch onaardig en onchristelijk teveus personaliteiten mengen in een strijd tegen hen, waar men bij be hoort, noch ondermijnen willen de grond slagen van het gebouw, waarin ineu zelfs behoorde te wonen. Eendracht, waar immer mogelijk. Altijd. Nu zeker waar tweeheid en burgerkrijg noodlottig is, wanneer het vaderland in gevaar is en toch reeds dreigt ten ouder te gaan. Die eendracht is moge lijk en was er in Zeeland op landbouw gebied altijd in de Z.L.M. het vereenigings- punt der landbouwers en allen die meer of minder direct dan wel indirect daarmede nebben te maken of belang stellen in dezen hartader der provincie ongetwijfeld, maar ook van het geheele land. Het is nu zeker geen tijd om te trachten ten bate van een afgezonderden, afgescheiden organisatie leden af te trekken van de algemeene. Immers splitsing der bevolking naar confes sie is op dat gebied niet op zijn plaats. En tenzij men iemand binnen den kring der algemeene landbouwmaatschappij niet zou laten leven overeenkomstig zijn geweten en godsdienstige opvatting en hem daarin ge weid zou aandoen, is ieder landbouwer ver plicht zich met de anderen aaneen te sluiten in één verband. Voor welke doeleinden van geestelijken of politieken aard daarbuiten hij zich nog in een afzonderlijke organisatie bovendien moge vereenigen. Zeer terecht heelt dan ook een der grootste Nederlanders uit de laatste IÜU jaar, dr. A. Kuyper, wiens universaliteit, breedheid van blik toch wel niemand zal ontkennen ol betwisten, dan ook geschreven hoe ver schil van levensovertuiging hier geen in deeling geven mag en personen van allerlei beginsel en herkomst op dit gebied als een éénheid, wijl eenheid van doel, kunnen en moeten samenwerken, hoe hierin ook het groote voordeel ligt dat door dit samen leven en streven en werken men zich ook als burgers van hetzelfde land meer één blijft gevoelen, het nationale besef versterkt en daardoor de veerkracht van het volk verhoogt. Wij begeeren aldus spr dan ook op ons gebied volkomen diepe eerbiediging van ieders geloofsovertuiging', geen splitsing in de gelederen te brengen en wel verre van als „breekijzer" dienst te doen, juist synthetisch, samenstemmend en voedend op te treden, niet te splitsen in groepen waarbij aan de eene zijde zouden staan, zij, die beweren bij uitstek Christenen te zijn, om aan de andere zijde te drijven hen, die men dan niet Christenen of op zijn minst genomen minder goede of min- ner concequente acht. Wij achten dergelijke splitsing hier tegen de natuur en den aard der zaak en oordeelen dat, waar men zijn bedrijf of zijn ambacht onder de burgers in 't gemeen uitoefent, ook zijn organisatie niet dan algemeen moet zijn. Het is, gelijk dr. Kuyper eens schreef, van neutraliteit is hier zelfs geen sprake. Een richting wordt hier ook niet vertegenwoordigd. De eenige richting moet zijn hij schreef toen over het vak onderwijs dat men zich richt op het aanbrengen van de beste kundigheden en de gereedste en meest geoefende vaardigheid In verdubbelde mate geldt dit voor Ver- eenigingen die de belangen van landbouw en veeteelt dienen. En al moet uit den aard der zaak bij het behartigen dier algemeene landbouw belangen niet ingegaan worden tegen de zeden des volks, evenmin als tegen het Christelijk karakter der natie en veelmeer dit worden geeerbiedigd en daarbij aan gepast worden, men mag geen misbruik maken van zijn vereeniging, die het alge meen belang en het belang der geheele maatschappij moet dienen, om propaganda te maken voor eenige godsdienstige of politieke confessie of partij, Sectarisme moet hier met kracht geweerd worden even goed als in onze polderbesturen niet naar iemands confessie gevraagd wordt, waar men slechts heeft te zorgen voor bescherming van zijn land tegen het buiten water en dat het overtollig binnenwater geloosd wordt en vervoer van wat de bodem opbrengt door behoorlijk wegsverkeer mogelijk is. Zoo zorgt de landbouwmaatschappij o a. er voor dat er samengesproken en ge werkt wordt om op de beste, edelste en goedkoopste wijze te produceeren en dat die hoofdbron van volksbestaan, de land bouw, wél vloeit. Dat is louter practisch, ligt geheel op het terrein van het algemeene leven; wat men noemt dat van Gods algemeene gratie terwijl het geloofsleven behoort tot dat der bijzondere genade. Noch neutraliteit noch confessie komt hierbij te pas, al preekt het voor zich zelf, dat de geloovige over al zijn arbeid en pogen Gods zegen vraag] en zijn hulp ook iu stoffelijken nood van Hem verwacht. De beroepen, de ambachten, de bedrijven zij missen zegt dr Kuyper beteekenis voor het eeuwige leven en strekken alleen om in dit leven onze macht over de natuur te bevestigen, de eens verkregen vaardig heid niet te loor te doen gaan en aan het volk zijn welvaart te verzekeren. De veste waar aan de markt te brengen de keurig teneriug te voeren en het soliedst in zijn handel te zijn, dat bleek eens proef ondervindelijk en bleef nog altoos op na tuurlijke gronden de weg, ook voor Christenen, ook tot welstand te geraken." Zoo moeten wij allen samenwerken, waar door ook juist de eeuwige beginselen van waarheid en recht het best kunnen door werken en als grondslagen van de maat schappij worden bevestigd. Niemand leidde aldus mr. Dieleman uit hetgeen ik hier zeg af, dat ik ook maar eenig lid van een R. K. Boerenbond ol een Proleslantsch C.hr. Boerenbond zou willen aanraden daaraan zich te onttrekken. Bij mijn weten is een dergelijke propaganda voor de aansluiting bij de Z.L.M. nimmer gemaakt. Men moet niet en zeker alweder thans niet, want het verbittert en geeft twee dracht elkander leden willen afsnoepen (aftroggelen) ter uitbreiding van eigen organisatie. Men moet de niet-leden over tuigen dat zij lid behooren te zijn. Ook van onze organisatie. Wij kunnen zeer goed begrijpen dat men voor sommige onderwerpen van geestelijken aard of waarbij door verschil van levensbeginsel verschil van beschouwing kan bestaan, men ook een club, een vereeniging wil, teneinde onder nauwere geestverwanten die bepaalde onderwerpen te bespreken en zijn eigen inzicht overeenkomstig den eiseh zijner eigen beginselen te verdiepen of te verruimen. Daarin vindt nu dan ook een Christelijke Boerenbond op een bepaald confessioneelen grondslag reden van be staan. Maar daaruit vloeit niet voort dat men geen lid moet zijn van de algemeene organisatie en nog veel minder, dat men zich daartegenover moet stellen en hetzelfde gaan doen al wat meer eigenaardig naar de natuur der zaak de taak van deze is: n.1. de behartiging van de vakbelangen van de in de z.g. neutrale zóne liggende belangen, de gewone materieele belangen, al die zaken, rakende landbouw en veeteelt, welke niet hun oorsprong vinden in eenige geloofsovertuiging, maar behooren tot het algemeen terrein der schepping. Christelijk zijn wij allen. Ook de algemeene vereeni ging is niet Heidensch ol Mohamedaansch. Deze is in een land als het onze zeer positief Christelijk. Of een organisatie of gemeenschap al dan niet dit karakter draagt, wordt niet bepaald door enkele uitwendige vormen. Ook hier is het samen werken ja, maar mits tegen God nog goede zeden Nil contra Deum out bonos mores". Nogmaals gezegdWie voor enkele vraagstukken van geestelijken aard .of waarbij diepere levensbeginselen aanleiding kunneu geven tot een verschil in be schouwing, vereeniging wil, men leeft in een vrij land en vereenige zich daartoe. Men kan dan straks in zijn gewone en algemeene organisatie teruggekeerd, des te beter richting en stuur geven en waak zaam zijn. dat deze niet kome op wegen, waarop zij niet hoort of zich bemoeit met, zaken die haar niet aangaan en wier beharti ging niet tot haar wezen gerekend mag worden. Het in eigen kring versterk en ver diept Christendom kan dan voor de geheele maatschappij door de algemeene samen werking des te beter zijn gezegenden invloed uitoefeueu en inderdaad zijn een lichtend licht en een zuurdeeg dat de maatschappij en niet een apart afgescheiden deel daarvan doortrekt. Nog veel meer kunnen wij begrijpen en zelfs volkomen billijken, dat de Roomsch- Katholieke Christenen zich apart organi- seeren. Ook die zijn Christenen. Het schijnt noodig te zijn daaraan te herinneren, omdat er zijn, die onze boeren willen in Christelijke, Roomsche en alle andere. Behoudens misschien enkele uitzonderingen, zijn in Nederland en zeker in Zeeland, alle boeren Christelijke en heeft niemand het recht zijn eigen gemeenschap als bij uitstek Christelijk te doopen. Het Roomsche levensbeginsel is ten deze anders dan het Protestantsche. Dit brengt mede, dat ook het natuurlijk leven geplaatst wordt onder de Kerk, in de bijzondere genade Gods dus. Daardoor moet ook de organisatie van het natuurlijk leven zijn in dat teeken en Roomsch zijn. Wij lachen we) eens in groote oppervlak kigheid en onkunde over bepaalde ver- eenigingen op confessioneelen grondslag, maar daarin zit nog voor den Roomsch- Katholiek een levensprincipe, wafcijc protestant niet het geval is. „dj Maar het is hier niet de pla den breede hierop in te gaan. D onderwerp aanroerde, was slechts in onzen kring ontstaan misvei bi den weg te ruimen, een misvers! au van bleek uit hetgeen enkele pol oi den gemeend hebben te moeten tl naar aanleiding van verslagen ii ten van een in Middelburg geho rz gadering van onzen kring Walch is altijd gevaarlijk om op een ve gaan, wat beknopt is en niet a ei het verband aangeeft, waarin iets L en waardoor juist alleen toch een 1 kan worden begrepen. De onvr heden, die men aan mijn adres h ir' nen te moeten uiten, zal ik daar wensch hier alleen te verklare tegen niemand iets persoonlijks h< noch bedoeld. En wanneer ik 'e het algemeen secretariaat van >s Boeren- en Tuindersbond toch ooi el op berekend is, dat het technisc! ,a kan geven aan de behartiging landbouwbelangen en dit dan sli i teekeuen wordt van door ander, werkte zaken, dan wordt daarrir onaangenaams bedoeld tegen den aan den secretaris, waarmede ik lijk zelfs bevriend ben maar slechts dat men zich ook eigenlijk niet i wegen op het gewone technische tische gebied, waartoe men immi beschikken over een staf van desl en een goed toegerust bureau nooi Van zelf heeft daarmede niet te i men om de 5 jaar secretaris i vergaderingen van een federatii missie, daarvan notulen houdt of daar besloten is ten uitvoer bren in udresvorm gereed maakt voor i aan Minister, Staten-Generaal of ai Het ging hier niet om de bekv noch de activiteit van een bepaald Slechts dit was de bedoeling dei king, dat voor behartiging van di waarvoor ik in de eerste plaats testantsch confessioneels organisat pen acht, het secretariaat wel v< is en daarop berekend is, maar samenstelling dan toch ook blijkt, niet behandeling der stoffelijke nische zaken op den voorgrond 1 steld, iets waar men eerst later gonnen is. Voor het louter ideëelej de leden zoo weinig, dat trekt nii De Z.L.M. heeft dat ook genoeg vonden. Maai- spr stapt hiervan af i en vertrouwt dat het nu uit is met eerbiediging van ieders de met den ander zoo eendrachtig zal samenwerken voor de belau het platteland en de Z.L.M. zoo mogelijk zich zal kunnen ontplooi goed. Zij is noodzakelijk. Zij leeft diep in ons Zeeuwsch volksleven. Beschadigen of kapot willen ma goed is, kan nooit goed Christelijk Daarom gaat spr. ook met groo vertrouwen op Hooger hulp de ti tegemoet in eendrachtigheid en oprt en waarheid, den een uitnemender dan den ander, en in diepe afhanke van den Almachtige. Tot hiertoe geven wij de woon den Voorzitter bijna woordelijk, wij meendeu, dat hij daarop ree gezien hetgeen de laatste maanden gevallen. Dit dwingt ons echter ni zeer beknopt te zijn, ter wille plaatsruimte) De Voorzitter citeerde daarop Vi den landelijden dichter van de Ro en zeide, dat het ook thans nog om tenminste éénmaal per jaar sa komen en de zorgen een weinig a te zetten eens met elkander te elkander te bemoedigen, te steun van elkander te hooren en te lee in een zoo ernstigen crisistijd mi zich andermaal bepalen bij de bet van den landbouw en het plattelai Volgens spr. heeft de staat er zorgen dat het maatschappelijk lei organisch ontwikkelen kan en schillende organen worden beschei bate van het algemeen. De wetgev geen belemmering aan de ontwi van den landbouw in den weg leg de Staat heeft de roeping om de van nationaal volksbestaan zoo 1 mogelijk te doen zijn door maat regelingen, desnoods tijdelijl tot zelfhulp wat het binnenland door maatregelen tegenover het bui of die dit raken. Spr. kwam da tot den steun aan de zuivelbereidin het systeem in Zweden toegepast en kwam tot de hier thans aang« maatregelen voor menging van h margarine tot £>0/o waarin spr zi leden jaar te Wissenkerke ontw idee tot verwezenlijking ziet gebn is hij gezien den nog zeer grooten van boter in ons land overtuigd wel meer zal moeten gebeuren scherming der nationale zuivelim (Zie vervolg in het Eerste Bla

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1932 | | pagina 4