Met alg. st. wordt dit aangenomen. B. eu W. stellen voor de overdracht vao groud aaD het Rijk te doen geschieden volgens de stokken zooals die ter inzage hebben gelegeu, met alg. st. wordt dit goedgevonden. Bij punt 7 aanwijzing standplaats woonwagens zegt de voorzitter deze kwestie is al meermalen besproken en na rneeueu B. eu W. een plaatsje te weten en wel aan het Adamswegje. Nu is dit stnkje grond iu huur bij dbr Zwagemakers. Deze i9 echter bereid daar afstand van te doen tegen een vergoeding van f 10. B. en W. stellen na voor deze plaats aan te wijeen en f 10 aan Zwagemakers te geven. Dhr Bogert zegt wanneer die woonwagens daar eenmaal geplaatst worden dan is dit heel ver van de stad af eu nu zal daar in ieder geval toch wel eenige ruateu toezicht noodig zijn. Spr. vraagt boe dat geschiedt. De voorz. zegt dat het teezicht van hier zal geschieden. Het is toch geen bezwaar dat de politie eens een paar maal gaat zien. Ook deukt spr.* dat er no niet veel meer zullen komen, daar dit dicht bij Poortvliet ligt en de stand, plaats van Poortvliet is vlak bij het dorp. Spr. wilde tevens nog een crediet vragen om de staud- plaals in orde te laten makeD. Met als. sl. wordt alles goedgevonden. B. en W. stellen voor eeo stuk grond bij de vroegere woniug vsn Wed. Wiesner in ruil te geven aan A. Schot tegen een meerdere vergoeding vao f 225. Met^alg. st. wordt dit goedgevonden. De voorz. doet dan oog een mededeeling aan gaande de notulen van de vorige vergadering betreffsnde het adres van de afd. Tholen van de landarbeidersbond, de S. D. A. P. om een commissie in te stellen. Daar bij onderzoek is gebleken, dat deze commissie alleen noodig is bij steunregeling en daar bier geen steun regeling is ingevoerd, zoo heeft het instelleu van een commissie op het oogenblik geen zin. Dhr. Overbeeke is het daar niet mee eens. Niet een gedeelte maar het geheele stuk is aangeboodeD de vorige vergadering. Want spr. zegt uog gevraagd te hebben bet niet op de lange baan te schuiven en dan ook was over bodig geweest die stokken aan B. en W. te geven. De voorz. zegt volgens de notulen is dat niet zoo eo hij meent ook zeker te weten dat aange nomen is het eerste gedeelte vau bet request aan te houden en op het tweede gedeelte afwij zend te beschikken. Ook wist spr. uiet wat er iu die stukken stond. Dhr Moelker meent ook te weten dat bet voorstel van B. en W. zoo is aangenomen. Dbr Overbeeke zegt de voorzitter achtte geen steunregeling van ooode, maar spr. vindt dat wij wel degelijk een steunregeling noodig hebben. Spr. heeft toen ook uog gezegd dat na 1 Mei de organisatiëri niet meer nilkeeren en ook dat er vele niet meer in de bedrijven zallen worden opgenomen. Spr. is niet te pessimistisch geweest, waot uog een massa zijn zonder werk. De voorz. zegt er slaan op het oogenblik nog 20 meDschen ingeschreveu en dat is nog geen massa. Er zijo er zelfs bij die uog maar enkele dagen zonder werk zijn. Dhr Overbeeke vindt dit voor Tholen veel en als men vier weken verder is dan is dit verdubbeld. Het zou dus goed zijn als er een steuuregeling was. In groote steden is die er al jaren eu waarom kan dat bier dao niet. De voorz. zegt dat meo de zaak niet moet vertroebelen. De steunregeling is aan den kant gezet en no gaat bet er om een commissie te beooemen. Bij onderzoek is thans gebleken dat deze com missie alleen noodig is bij steunregeling en is dus thans overbodig. Een andere zaak is of er een steunregeling in het leven moet worden geroepen. Dhr Overbeeke zegt dat volgens zijn inziens de commissie wel benoemd kao worden omdat die niet alleen is voor de steunregeling, maar ook mede uitzicht heeft om te zien waar er werk gedaan kan worden. Volgens spr. is ook het geheele stak aaDgehondeo eo hij had gedacht dat in dezen raad dit nog eeos ter tafel zoo komen. De voorz. merkt op dat er dan een misver- staud is, want hij rneeot dat aangenomen is zooals hij daar straks reeds heeft medegedeeld. De andere leden zijn de meening van den voorzitter toegedaan. Dhr Overbeeke meent dat het niet zoo is. De voorz. merkt op dat de heer Overbeeke dau maar met eeo uitgewerkt voorstel moet komeD, daar B. eo W. dit niet doen. Dhr Overbeeke zegt daar zelf niet mee te komen, maar zal de organisatiëo daarvoor laten zorgen. Met alg. st. wordt het voorstel van B. en W. aangenomen. Bij de rondvraag vraagt dhr Bogert of den voorzitter bekend is dat eeo jeugdbond op Zondag in de school heeft vergaderd. De voorz. aotwoordt daar niets van te weten en ook is dit nooit de bedoeling geweest, om op Zoodag te vergaderen. Dhr Bogert zegt het heeft op Zoodag plaats gehad in het lokaal naast het hnis van Laban en de meuscbeD konden bet op straat hooren. De voorz. zal dit onderzoeken en hij is er ook voor dat er op Zondag geen gebruik van de school gemaakt wordt. Dhr Overbeeke merkt op zeker te weteQ dat dit niet de jsogdbonu daar vergaderd heeft op Zondag. Hierna sluiliog. DE BEZUINIGINGSMAATREGELEN BIJ DE POSTERIJEN. De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Westelijk Noordorabaivt heeft in Verband met de bezuinigingsmaatregelen bij de Posterijen een adres gericht aan Zijne Excellentie den Minister vau Waterstaat van den navolgenden inbond: „De Heer B. ten Briuk, luspecteor der Pos terijen, Telegrafie en Telefonie te* 's Hertogen- Ooscb, was zoo welwillend ons op de hoogte te stellen vao diverse bezioigiogsmaatregelen, waarvan de invoering binnenkort kan verwacht worden. Ook het district onzer Kamer zal daarvan verschillende, nadeelige gevolgeu ondervinden. Zouden wij iu normale omstandigheden met de meeste kracht, die in ous is willen protes teeren tegen iederen voorgenomen maatregel, als o. rti, beperking in bet aantal bestellingen, beperking in ontvangst- en verzeodgelegenheid, beperking vau den opeostelliogstijd vau post en telegraafdienst, thans erkennen wij, dat protest oiet met diè kracht te mogeo doen klinken, omdat ook wij voorstanders zijn van eene zoo ver mogelijk doorgevoerde versobering in het maatschappelijk leven. Toch willen wij Uwe Excellentie met den meesten nadruk verzoeken om geen bezuinigings maatregelen te doen treffen, die het handels- en bedrijfsleven zouden bsnadeelen in deze toch reeds zoo donkere tijden. Wij mogen daarbij nadrukkelijk wijzen op dit zeer ernstige gevolg: dat de personeelbezainigiug, welke de Postdienst z-1 bereiken, een anderen tak van den Staatsdieust zal bezwaren niteindelijk in den vorm vao werkloozeuzorg en wij betwijfelen of de voorgenomen bezuinigingsmaatregelen dat groote eovel waard zijü. Daarbij overwegen wij dao tevens geliik gezegd dat de gevolgen der voorgenomen bezuiniging zeer veel oadeel zullen toebrengen aan handel en nijverheid. Het ware in ieder geval noodzakelijk, dat worden er bezuinigingen ingevoerd, welke de postverkeersmogelijkhedeo beperken die bezuinigingen nioiform over de geheele lijn worden doorgevoerd. Het is ons nog niet duidelijk, waarom er elders nog 4 bestellingen zijo, terwijl volgens de voorgenomen maatregelen deze op andere plaatsen tot 2 zulleo beperkt worden. Eeo dergelijke maatregel wekt begrijpelijke ontevreden heid bij de gedupeerden. De intrekking eener bnitenbestelling zal even eens een groot nadeel blijken ie zijn voor handel en nijverheid. Dit nadeel zal zich o. m. accen- „iKe ZaterdagsmiJ -urnen. Ook de beperking iu openstelliDgsaren dezerzijds in geenen deele toegejuicht, o ook hieruit in gegeven omstandigheden bi dende moeilijkheden bunnen voortvloeien. Wij herhaleo mitsdien, dat wanneei omstandigheden ons niet weerhielden de zuinigingsmastregelen met alle kracht t strijden wij dat voorzeker zoaden dffiei thans nog lateu wij ooze stem boorec En wij verzoeken U met den meeaten drang om>d&ir waar de beperkiug maar zins achterwege kan blijven, haar niet di voereu, en aoderzijds met de direct hebbenden overleg te plegen omtrent eeD lossing, welke het nadeel tot een tnit reduceert. THOLEN, 10 Juni 1932. Uit. de Oude Doos. III. EEN ZONDERLINGE BRIE! Met den zonderlingen aaubef, dat als mij eens had gehoord, zou men van mij gaat dominé voort met zijn beschrijving „ik ben een oad Predikant van reeds 57 m Maart 58, die het gedacht op zijn ze heeft en zeer met slijm is bezet en die, d hij altijd zijne verklaringen, althans di ook voorafspraak en inleidmg (want ik altijd ouderwets Coccejaaus) leest cd zijn heeft, op geen donkere predikstoel kau is de predikstoe' te Baarland licht of duis nog minder op een hooge, die meer uiterlijk 5 trappen hoog is, en die een rand en iets op zijde voor boeker op de Predikstoelen doorgaans liggen het in dat opzicht met de Predikstoel te land en staat hij aan een Pylaar, is goed en rnim, hoe kleinder hoe beter o de Zeeoweo erg tegen lezen eo tegen de ge; daar be.D ik in zeker opzicht voor, ik vi gezaDgen schoon en laat die veel zing het pas geeft, andere keor ik af, en die nooit zingeD, ieder zijn meng, ik wil vrij zijD. Zie daar mijü handelwijs, mijne preke zijn niet plat genoeg, ja vriend, al wee bezwaar en vergun mij dat ik gol alles dat is en v. S. raad mij dit de wedow mijn zoon de Proponent d. B. woont te met baar joDgste kind (bet oudste bob mij geoomen) daar moet ik dan voor van scheideD, en ons kind vau zijo broe Moeder, uit kau niet, en moet dan want overkomen laat het verafgelegene voor zulk eeu lastige gevaarlijks eu booze reis.

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1932 | | pagina 4