Zijn Nichtje. fAN VRIJDAG 19 SEPTEMBER 1930. Tweede Blad. (se III. Naast eiwit en zouten bevatten de voeder- 2^iiddelen nog water, vet, ruwvezel, zetmeel, 9uiker d vaak nog meer of minder vitaminen en zoren. Het ligt niet in onze bedoeling van elk dezer oedingstoffcn iets te vertelleD. Alleen over het l(et willen we het nog wel even hebben, juist '^mdat het gaat over het voederen der varkeus. Bijna alle voedermiddelen bevatten vet. (In de eevoedermiddelen maken we maar geen onder- ;heid tnsscheu vet en olie. Eigenlijk is bet zoo at men het planteuvet meestal, olie Doemt. Dit omt omdat plantenvet bij gewone temperatuur loeibaar is en dierlijk vet is bij gewoDe temp. ïlteestal vast of ^gestold". Toch zijn er ook wel VARKENSVOEDING. FEUILLETON. Naar het Engelsen. Gedurende een oogenblik scheen Vida's be- ïhermer verdeeld te zijn in zijn keoze, of hij u»r verder geleiden zou of niet. „Daok u," zei ze vriendelijk. „Ik geloof, dat het toch net bijtijds was," itwoordde hij, den hoed afnemend. Het was een knappe jonge man, met gere dde trekken en een gespierde gestalte, waar- )or men zeker beter deed, hem uit den weg blijveü. „Een eigenaardige man was dat, zei Vida, - ïn hij bad mij zeker al eenigen tijd gevolgd/' jZoo'n neger Moet u nog ver gaau lag ik anders mijn geleide biedeu „Ik woon aan den overkant van het Park," rkiaarde zij en hij beschouwde dit Iegelijk als n toestemmend antwoord op zijn vraag. „Maar Jij is toch anders geen neger l" »Nu, in ieder geval hoort bij tot het don- ijre ras." «Hij liet mij den linker handschoen nittrekkeD; begrijp niet, wat hij daarmee vóórhad of hij ok soms meende, dat ik kostbaarheden droeg vaste plantenvetten, die men ook werkelijk #vei" noemt b.v. cocosvet. Rijk aan vet of olie zijn de zaden waaruit olie wordt geperst b.v. lijnzaad Natuurlijk zullen ook meelsoorten en koeken, van zulke zaden aikomstig, nog aardig wat vet bevatten (plm. 10 De graDen en de mais bevatten ook tamelijk veel vet. (Mais 4.4 °/c.) Hooi- en stroosoorten, aardappels en bieten zijn arm aan vet Maar genoeg hierover! Het is hier alleen maar de bedoeling er op te wijzen dat het voedingsvet iu sommige gevallen invloed nitoefend op de ge zondheid vau het lichaamsvet. Zoo weet men bij ondervinding dat b.v. lijn- meel, mais en rijstvoedermeel, als ze in te ruime hoeveelheid wordeo toegediend aaD varkens, week slap spek geven, en cocoemeel en gerstemeel geven vast spek. Het ia dus raadzaam om in het laatst der mestperiode (5 a 6 weken voor 't slachten) niet uitsluitend mais of eeo flinke hoe veelheid lijnmeel te voederen. Naast mais, en naast wat lijnmeel zal het verstandig zijn wat gerstemeel of cocosmeel in 't rantsoen op te nemen. Voor we nn het één en ander gaan vertellen over het voederen van jonge biggen, van drachtige dieren, van jonge en oudere mestvarkens enz. en een paar rantsoenen noemen, willen we heel kort over enkele voedermiddelen een paar op- „Maar dit deel van het Park is ook vrij een zaam. Loopt u hier dikwijls?" #NeeD, ik wandel meestal met Miss Bunney, mijn oude gonvernante. Ik woon bij mijn oom, op Belvoir Road en Miss Bnnney is mijn ood- gonvernante nn meer mijn gezelschapsdame." „Eu ik logeer bij mijn tante; mijn Daam is Hugh Lorrimer." Toen vertelde Vida van haar tochtje van dien middag en van haar oorspronkelijke belustheid op avonturen, die nu echter ook wel eenigsziüs bekoeld was. Ze waren nn al bijna bij het bewuste hnis, toen Vida zei „Daar komt Oom juist aan. Dan ben ik zeker al laat. Ik hoop maar, dat Oom niet boos is. Maar ik zal U even aan hem voorstellen, want hij zal U wel willen bedankeD." Hugh Lorrimer hield zich ten zeerste aan bevolen voor de voorstelling dit kon immers leiden tot een nitnoodiging. Maar nadat Reynold Revill een kort verslag had gekregen van de ridderlijke wijze waarop de jonge man haar te hnlp was gekomeD, bedankte hij Hugh op hof felijke wijze, maar scheen niet genegeD, de kennismaking met hem voort te zetteD, zoodat de heeren met een beleefden groet scheidden. Vida kreeg nu een ernstige vermaning, om toch nooit meer nit te gaan zonder geleide van Mies Bnnney en zij wist ook niet, hoe dit merkingen makeD. In de eerste plaats moet dat natuurlijk zijn over het groenvoeder. Vooral in Zeeland krijgen de varkens niet veel groenvoeder. En toch gras is het meest natnorlijke en bijna altijd ook het goedkoopste voeder. Van de meeste dieren geldt het dat gras ook het gezondste voedsel voor ze :s. Er zijn van die waarheden waaraau niemand twijfelt die ook iedereen eigen lijk wel weet, en die toch ieder keer weer ge zegd moeten worden, dat i9 nu niet erg, héele- maal niet. Wel erg is, dat zoovelen zich zoo moeilijk uit hun sleur en gewoonte laten brengen Ja, waar is het, dat in den weidetijd het melk vee de meeste melk produceert, dat zelfs de beste stalvoederiog niet haa'.t bij het malste voorjaars- gra?. Voor paarden is het wel niet onmisbaar, maar voor jooge paarden dan toch weer het ge zondste voeder. En voor varkens beschouwt men gras, een handvol klaver, een kropsla nog steeds als een versnapering. Toch kan het groen voeder ook bij varkens een veel belangrijker rol vervullen dan velen denkeD. In gras zit wèl voedsel. Het is haast te belangrijk om zoo iets nog te zeggen. We weten het allen. Koeien, schapen, geiten leven maanden achtereen van gras en toch of er voor varkens nn zoo veel voedsel in zit We willen het hier eens anders zeggen: feite lijk is het gras voor jonge varkens, fokvarkens, avontuurtje bij haar oom meer onrust had gewekt, dan hij rechtstreeks tegen haar zeggen wilde. Zij werd nu ook al achttien, dacht hij en was niet langer een kind 1 Gedurende het diner was Mr. Revill dan ook steeds vervuld van deze gedachte, die hem niet aangenaam had aange daan en hem kortaf en verstrooid maakte. Rrynold Revill was een invloedrijk man van zakeD. Hij was het hoofd van een groote reederij, zooals zijn vader en zijn grootvader dit vóór hem geweest waren. Reeds op acht-en-twintig- jarigen leeftijd was hij zijn vader opgevolgd als hoofd van de firma. Zijn jongere broer David verbleef in dien tijd in Oost-Afrika, waar hij de leiding had van een afdeeling vau de zaak, maar waar hij nn twee jaar geleden overleden was. Onmiddellijk had Reynold zich toen daarheen begeven, om persoonlijk de zaken te regelen, eer hij die aan een ander overdroeg. Hij bracht een meisje vau drie jaar meehet dochtertje van zijn broer, ofschoon niemand ooit van diens huwelijk bad gehoord. Het kleioe ding had een eenzaam leventje geleid iu het sombere, groote hnis, hoewel haar oom altijd goed voor haar gezorgd had en blijk baar met veel menschenkennis Miss Bunney voor haar had gekozen als gouvernante, want deze had zich waarlijk betoond een liefderijke, verstandige opvoedster en was nu nog Vida'a moederlijke vrieudin. zoogende varkens enz. onontbeerlijk. In andere provincies, waar men den jonge varkens steeds volop weidegang geeft doet men dat trouwens ook niet voor de aardigheid, en ook niet om den dieren frissche lacht, beweging enz. te geven al zijn we de laatste om te beweren dat die factoren niet meetellen. Wie geen weide heeft moet het zich tot een gewoonte maken om dagelijks toch wat groen voeder aan zijn dieren te verstrekken. Melk: Reeds in on9 artikel over de eiwitten wezen we op de beteekeois van melk in de var kensvoeding. De waarde van melk? Jonge dieren nuttigen dagen en weken lang niet9 dan melk. Welk voeder zonden we ze later moeten ver strekken om ze even voorspoedig te doen groeien als in den tijd, toen ze de moedermelk ontvin gen? Zulk voeder is er niet! Melk is een volledig voedsel, het bevat (en dat is alles in een beste verhoading, en in een gemakkelijk verteerbaren vorm) eiwit, zouten, vitaminen, suiker enz. Geitenmelk bevat iets meer eiwit en wat meer vet, doch eeo ietjminder suiker dan koemelk. Vleeschmeel: Zeer rijk aan eiwit. Groote hoeveelheden oefenen een ongan9tigen invloed oit op vleesch en spek. Men geeft J/2 ons tot 2 ons per dag eo per varkeD, naar gelang van den leeftijd. Toch had hij het kind nooit verwend, of het tot zijn speelpopje gemaaktzoodat Vida altijd hoog had opgekeken tegen haar oom. „Ik vond het erg aardig van Oom, dat hij mij geen standje gaf, dat ik alleen was uitge gaan," zei ze tegen Miss Bnnney, toen ze samen thee dronken. ar Hij vond zeker, dat je al genoeg gestraft zondt zijn door den schrik, dien je hadt uitge staan IO, ik moet er niet aan denken Als die jonge man niet tnsschenbeide getreden was, wie weet, wat je dan nog zou zijn overkomen „Arme Bnnney! No, ik beloof je, dat ik nooit meer zoo iets zal uithalen. Want de echte smaak voor het avontuurlijke schijn ik toch niet te bezitten Ik begrijp nog niet, wat hij wilde met mijn linkerarm." Onwillekeurig stroopte zij de linkermouw wat op eu BunDey, die deze bewegiug met de grootste belangstelling gadesloeg, riep ineens „Hoe is het mogelijk, dat ik dit iitteeken nooit bij je gezien hebl" „Dat heeft er toch anders altijd gezeten, zoolang wij elkaar kennen, Banuey „Wat is het dan Heb je je daar eens ge sneden Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1930 | | pagina 3