Tweede Blad.
VAN VRIJDAG 25 JULI 1930
Wat elke maand te doen geeft.
feuilletonT
De Twee Broeders.
e n moes- en bloemtuin, keuken en kelder.
Nadruk verboden.
(2e helft Juli.)
De tijd orn andijvie te planten is daar. Als
vroege erwten afgeplukt en dood zijn, konnen
evenals de rijzen, waaraan ze gegroeid zijn,
Ul arden opgeruimd dit land kan nu met andijvie
n plant worden. Daartoe spit men het eerst een
jjeek om, want andijvie groeit het best op goeden
ggsen grond. Is de grond gelijk geharkt, dan
tte men daarop de sterkste planteu uit het
aibed, waardoor dit tevens wat gedund wordt.
Is de planten wat lang zijn, dan wordt er wat
LAND- EN TUINBOUW.
X.
Een uur benoorden Tholen, tegeu den Moer-
jk1), die het land tegen het Vossemeer beschermt,
Kgen uitgestrekte echorreö, door diepe kreken
lorsueden. Bij laag water een onafzienbare af-
e. isseling van schorren en slikken, is het bij boog
der, tot Schouwen toe, één groote watervlakte,
aar het nog geducht spoken kan. Er is zeeman-
bap toe noodig om daar, met het wisselen van
t tij en tus^chon de soms sterk stroomende
vi eken den koers te houden en den weg te vindeD.
daar nadert eeo flink gebouwd visschersvaartuig,
an den uiast waait de vlag van den heer Van
logerak. Eeoige krijgslieden honden zich on-
cl dig met het oppoetsen van helm, harnas en
pentuig. Meu is zorgeloos. Wie vermoedt op
eentonige vlakte een vijand Als de schipper,
in Zierikzee gehuurd is, niet zoo vast ver-
kerd had, dat lusechen al die plassen en aan-
ia«en de weg naar den heer Van Bloois liep,
afgesneden ook de wortels bthooren wat inge
kort te worden. Na planting bij droog weer
worden de planten wat gegoten, ze gaan dan
eerder aan den groei. Bij veel regen schoffele
men den grond tnsschen de planten wat los.
Na we midden in den zomer zijn, en 't zeer
warm kan wezen (we hebben 't in Jnui al ge
voeld) behoeven voor de meloenen de ramen des
nachts niet meer dichtgelegd te wordenhet is
beter nu de ramen hoog op lucht te laten staan.
Ook moeten ze uu goed begoten worden, en er
dient aan gedacht te worden, de vruchten op
eeo stokje glas te leggen en af en toe eens om
te draaien, want door bet lange liggen op de
vochtige aarde kunnen ze aansteken of rotte
plekken krijgen.
De komkommers zullen thans ook goed groeien
zooder glas; deze moeten ook rijkelijk begoten
worden. Bij komkommers dient men nog op het
volgende te letten in Angoslns vertooneo ze
door de dampen, die dan beginnen te komen,
spoedig zwarte atippen. Dit kan worden voor
komen, door bijtijds de ramen er weer op te
leggen.
Gedarende den zomer zal het noodig zijn vele
planten te begieren. Steeds moet men hiervoor
dnnne (slappe) gier gebruiken, 't Zij van natuur-
of konstmest, of wel van roet. Hiermee begiert
men de planten z66, dat er geen stoffen van de
genoemde mestsoorten boven op de planten of
J) WaarschijnIjjk zoo genoemd naar het meer of
n eo, dat sr langs gevonden wordt.
en als men heel in de verte nog niet de toren
spits van Tholen had gezien, men zou dat on
herbergzaam oord, dat een gevoel van verlaten
heid over de reizigers bracht, het liefst den rng
toegekeerd hebbeD. Eindelijk, daar valt het zeil,
het vaartuig schuurt over het slijk en ligt eeo
oogeublik later tegen den dijk. Nu komt er leven
eo vroolijkheid io het tiental mannen eu met
den edelman voorop, klimt men spoedig tegen
den dijk op, nieuwsgierig, wat voor land daar
nu toch wel achter ligt. Dat valt hun echter
niet mee.
Aan de binneDglooiïng van den dijk, nabij de
kruÏD, hebben een dertigtal maDDeo sinds lang
de komst van bet visschersvaartuig met zijn
vreemde lading bespied. Eer de eerste man de
kruin bereikt heeft, spriDgen zij uit de hinder
laag te voorschijn en na een zwakken tegenstand
is Van Langerak met de zijneu in handen van
Jan van Bergen. Weer is het Ewond geweest,
die zijn heer opmerkzaam heeft gemaakt op deze
plaats, waar de edelen oit Holland hoogstwaar
schijnlijk zouden landen.
Ben ik daarvoor naar dat nest gekomen, om me
te laten vangen als een knaap, bromt van Langerak.
„Wees goedsmoeds, heer!" zegt van HeumeD,
de aanvoerder der Bergensche mannen. De oorlog
is wisselvallig en de kaDs kan keereD. Schik u
op den pot blijven liggen, doch alle» goed io de
aarde kan trekken. Verder moet men zorgen, dal
de planteu vooral niet droog zijn, wauDeer se
begierd wordeD het beste is dit tegen den avond
te doen, althans niet midden op den dag of in
de heete sondit is te branderig. Om een frissche
groene klenr te verkrijgen of te behouden is een
weiöig roet zeer aan te bevelen. Voor Azalea'»
b.v. is dit uitstekeud.
't Plukken van frambozen doe men als ze goed
rijp zijn, voorzichtig, niet kwetsen. Dagelijks of
om den anderen dag worden de vruchten, die
rijp zijn gepinktmen zie dan tevens goed toe
of er zich ook wormpjes in bevinden, die men
dan kan verwijderen. Worden ze dus rein ge
plukt, dan behoeven ze voor 't gebruik niet ge-
wasschen te worden, waut hierdoor verliezen ze
veel van hun geurigen smaak.
Morellen, die rijp zijn, als ze een donkerroode
kleur hebbeo, worden met eeu schaartje afgeknipt.
Meu kan de vruchten, evenals de besseD, tegen
de vogels beschermen door er net over te haDgeD.
De bessenstruiken worden ook in den zomer wel
gesnoeid. Als de loten n.1. nu wat worden,inge
kort, kan de zon de bessen des te beter be-
schijoeD, wat de vruchten ten goede zal komeD.
Als de zwarte aalbessen beginnen te rijpen, denk
dan ook om de vogels waut ze houden ook van
deze vruchten zeer veel. Zwarte aalbesseo moesten
meer geteeld worden vermeogd met rood» en
witte bessen geven ze een aromatisch gerecht,
gewillig in ow lot. We zullen ons naar Jan van
Bergen begeven eu al moet bij u ook in een
schaapskooi in plaats van in den Markiezenhof
ontvaogen, het zal hem aangenaam zijn, u te
ontmoeteo.
Dat geloof ik, aangenamer dan mij!
Eu gij, visscher, ga terug Daar Zierikzee,
Nu ligt ge daar met uw schuit als een visch
op het droge en omdat ge zoo'n vangst in onze
fnik hebt gejaagd, knot ge nog gaau.
Maar kom niet een tweeden keer met zoo'b
lading, of schip en schipper zijn verloren
't Geluk begunstigde Jan van Bergen. Van
LaDgerak, op den Hoogen Hil gebracht, kreeg
de keuze tnsschen vrijheid van bewegiDg, op den
Hil, mits hij zich onzijdig hield of eeo plaatsje
in de kooi onder goede bewakiüg eD ziende, dat
ontvluchten toch onmogelijk was, koos bij het eerste
K.
Een dienstman.
Moeder, hebt ge wat voor me te eten
Ik heb razeDden honger en moet dadelijk weer
weg, ik heb van nacht de wacht De Bergenaar
laat ous niet rusten!
Dag man moet je du zoo dadelijk weer al
weg Waag je toch met al te veel, hoor
terwijl ze, tot gelei bereid, een uitstekend middel
zijn o.s. tegen verkoudheid.
In den bloemhofde Primula veris, die tot
de vaste planteu behoort en zonder eeoige be
dekking iu den winter overblijft, kao meu thans
of io Augustus scheuren. Ook kan men ze nu
zaaien. Straks, als de plantjes er groot genoeg
voor zijn, moet meD ze verspeneo; bij een goede
behandeling zullen ze dan reeds het volgende
voorjaar bloeien. Zijn de plantjes klein of zwak
gebleven, dan is het goed, om ze den eersten
winter onder glas te houden en tegen vorst tc
bedekken.
Een perk Odier of Fransche Geraniums voldoet
altijd goed, men beeft er prachtige soortsn van.
In den winter behoeft men ze alleen maar vorstvrij
te houdeD. Bij eenige warmte in den bak zal er
spoedig luis iu deze planten komeD. Om dezen
tijd zullen de Odier het bloeien al eenigszins op
gaan geven, hier is nog wel wat aan te doen.
Het komt hoofdzakelijk, omdat de planten door
de potten, en te wild gaau groeieD. Ze moeten
dan nu van het perk afgenomen wordeD, de
wortels, die door deu pot zijn gegroeid, worden
afgesneden, de planten wat aangehouden, en
daarna weer op het perk geplaatst. Daaroa
begiete men ze goed, terwijl ze auders veel gele
bladeren zouden makeD. Vervolgens elke week de
potten omdraaien, opdat ze niet weer vastgroeien.
Op deze wijze kan men er langer genot van
hebben.
Hier, schapevleesch met boouen, maar ze worden
•chaarsch en vleesch alleen staat eeu meosch toch
ook gauw tegen.
Ja vrouw, we zijn niet voor ons plezier
oit; Maar volhouden zullen wij voor onzen heer,
en onze stad heeft de Bergenaar vooreerst nog
niet. Kom, geef me nog een beetje booneo.
1Och man, ik guö je ze zoo graag. Maar
dè kinderen
Kom vrouw, ik weet, wat je zeggen wil,
houd ze voor de jongens, ze moeleo er nog van
groeien, als God wil. Als ik er goed over deuk,
moet ik er nog om lachen ook. Anders zijn we
blij met vleesch en nu hebben we er te veel van.
Komt er nog geeö hulp van bniteD, man Ik
word toch zoo bang. Als ik die donderbussen
hoor, beeft mijn hart, dat is geen goed werk,
't is of de Booze er in zit. Als ik je toch eens
verloor.
Toe vrouw, geen traneD, je maakt me nog
boos. Weet je wat beer Jao doet? Hij is dag en
nacht op de wallen. Overal, waar de aanval het
felst is, daar is hij. Ik moest me schamen, hier
mijn tijd te zitten verbeuzelen Dat we vrije
poorters, met meer voorrechten dan wieook,zijD,
hebben we hem te dankeD, en na zou ik dat
vergeten Groet de jongens, dag vrouw
(Wordt vervolgd.)