Sproeten komen vroeg in Tweede BJad. De Twee Broeders VAN VRIJDAG 28 MAART 1930. het voorjaar, koop tijdig een pot SprUt0l. Bij alle Drogisten. LAND- EN TUINBOUW. Nadruk eerboden. De bessenstruiken. lc k vermenigvuldiging der bessen heeft gewoonlijk Qlais door middel van stekken, die bij de kruisbes een „hieltje" gesneden worden. Men stekt in herfst of iD 't voorjaar, hoewel de eerste tijd verkiezen is boven den laatsteu. Het eerste jaar de ontwikkeling gering, en deze zal bij irjdarsplanting geringer zijn dan bij najaarsplan- - In het 2e jaar snijdt men terug. Men kan jter ook een krooDboompje vormen, wat bij de )es nog wel het meest in gebruik is, hoewel heol veel last heeft van wortelscheuteu. Doze lelscheuten zijn voor den struikvorm juist voor- |lig, waarom wij deze verkiezen boven den kroon- Men verkrijgt den kroonvorm dor kruisbes door enliDg op Ribes aurea of gele trosjesbes. vergroeiing gaat echter* niet gemakkelijk, waar- ir men het wel doet in een diepen bak. Om een iien vorm te krijgen, bindt men wel een hoepel ïen in en leidt daar de gesieltakken omheen, fn komvormige struik dient echter nergens toe i mag binnenin ook gerust takkeu hebben, als ze r niet te dicht slaan. Tot dusverre is de be- ideliag van aal- en kruisbessen dezelfde nu even- komt de afwijking. Alleen bij roode en witte ïen onderscheidt mon gesieltakken en vruchlhout, de andere niet. De eindtak moet men elk jaar en gen 's zomers doet men er niets aan, mals bij vruchtboomen. Heeft men ingesneden, ontstaan reeds hot tweede jaar tuiltjes. In de 10 streek van ons land plant men de struiken cp ster, in de andere op 1.5 Meter. Daar het eerste het gewas nog klein is, kan men vrij aan ichenteelt doen. Welk gewas de voorkeur verdient, hangt na- rlijk af vau eigen behoefte, of, als men voor den del kweekt, van de vraag in de omgeving. Door korte insnijden ziet men een sterke ontwikkeling houttwijgen, die geen vrucht geveo. De hoofd- bij het snoeien is, dat uieu de vrucht dicht hoofdtakken krygt, en het vormen van nieuwe |teltakken om den vorm te bewaren, dj de zwarte aalbes zijn de éénjarige takken hel (chtbaarst. Het tweede jaar is de vruchtbaarheid verminderd. De vructit dragen zij in de oksels de lange takken, later ook' aan de zijtakken, hoofdzaak is dus hier het vormen van éénjarige Over het algemeen snijdt men bij de zwarte bes Énig in, om het volgende jaar zware takken te ligen. Zware loten ontstaan vaak op oud hout. [kruisbes wordt heel weinig gesnoeid. Het bewaren van uien. Pp de bewaarplaats, waartoe men het best een Iker, droog plekje bestemt, spreid* men op matten flanken de uien in een dunne laag uit. Ook kan met behulp van biezen, touwen of stokjes, ze lenvoegen tot rissen, die men vervolgens op donkere |pe plaatsen hangt. Uien zijn eenigszins tegen vorst jtand, als ze op droge plaatsen bewaard worden. ze in bevroren toestand verkeeren, mag men laiet aanraken. Overigens verliezen ook zij, evenals pre plantaardige produkten, door herhaaldelijk ieze.i een deel vau hun goede eigenschappen. bollen, waarvan de opperhuid openbarst een f is., dat ze beginnen te schieten zoeke mon |(t8 uit om ze het eerst te nuttigen. Lang of kort stroo als strooisel. p Duitschland heeft men opzettelijk proeven ge- ricn omtrent de voordeelen van de Engelsche Inode, om het stroo niet lang, maar in 13—14 c.M. |go stukken gesneden, als strooisel te gebruiken, uilkomst vergeleken met lang stroo als strooisel, was, dat door de Engelsche methode un- l.er 35 pCt. van het stroo bespaard kan worden. ut men 4 K.G. lang stroo als strooisel p. rund, i bij de Engelsche methode 2.5 K.G. voldoende. 3troo beeft nog andere voordeelen het zuigt 'ocht beter op en geeft zoodoende beleren mest, het stofverlies voorkomt. Op den mesthoop M bewerken eenvoudiger, gemakkelijker en goed- omdat zulke mest zich minder zet, niet zoo verrot, en dus geen kosten en werk vereischt 't geregeld vochtig houden. Mest van kort stroo is gemakkelijker en spoediger geladen, uitgespreid en ondergewerkt. Hel ineggen gaat gemakkelijker en beter, omdat kort stroo ouder de tanden der eg niet klontert. Genezing van mok. Het is vooral van belang de poolen schoon en droog te houden. Mon make gebruik van olie, gly cerine, en meelbestuiving en moet de hielen om zwachtelen. De behandeling "vereischt veel geduld en zorg. Indien vochtafscheidingen plaats hebben, worden zachte, opdrogende middelen gebruikt, zooals een smeersel van lood en balk, of kortstondige baden van run (5 doelen water en 1 deel run) waarbij 2 eetlepels creolin gevoegd worden. Dan doet men er een verband van watten omheen en een windsel van 10 c.M. breedte. Als de mok droog is, is ook •en in wrijving met boorzalf aan te bevelen. Haver voor het paard. Gewoonlijk wordt de haver niet geplet, gekneusd, gebroken of gemalen als voedsel voor de paarden, en onze? inziens zeer terecht. Onder normale om standigheden wordt de haver heel goed verteerd en daar is een bijzondere bereiding geheel overbodig we zouden haast zeggen schadelijk, want in de eerste plaats behoeft men het paard in zijn natuurlijke voeding niet ter hulp te komen, eu ten tweede wordt er tijdens het kauwen een respectable hoeveelheid speeksel at gescheiden, welke dienstig is voor de oplosbaar mak ing van de zet meelachtige bestan ddeelen der korrels't ls een algemeene wet in de natuur, dat men van alle dierlijke organon gerust datgene mag eischen, waartoe ze van nature zijn voorbestemd. Varkensmest. Deze soort mest moet men niet onvermengd ge- bruikeu. Verstandig is ze te vermengen met mest van koeien ot paarden. Het mengsel wordt op hoopen gezet, terwijl men or iegelijk wat aarde of zoden bijvoegt. Aanbevelenswaardig is bet de hoopen meer malen ora te zetton, eu er van tijd tot tijd wat gier over te gieten. Een dusdanig mengsel is voor allerlei bemesting te gebruiken. Vergiftiging door Chilisalpeter. Meermalen is vee vergiftigd door het voeren van groenvoeder, dat gemest was met Chilisalpeter. De vraag lag derhal e voor de hand, of misschien de geuoemde meststof maakte, dat in het voeder giftige in de Britsche wateren is overgeplant, welke niet minder schadelijk is voor de oestercultnur. Terwijl de schadelijkheid van de „slipper limpet daarin bestaat, dat hij als voedsel-concurrent van de oester optreedt, doodt de oesterboorder de oester door een gat in de schelp te boren en zijn slachtoffer daarna op te vreten. Proeven iu het laboratoriom te Plymouth genomen, hebben aangetoond, dat deze zeeslak gewoonlijk binnen drie dagen de schelp vau een joDge oester (broed) doorboord en haar prooi verslonden hpeft, en bioDen vijf dagen of zes dagen het zelfde met een grootere oester gedaan beeft. Verwijderde men den oesterboorder vsn een oester, waaraan hij begonnen was de schelp te doorboren, en legde men hem daarna op zijn rug, dan hechtte bij zich weldra opnieow aan zijn prooi, om het boren te hervatten, en her haalde men de verwijdering, dan hield hij dit tot drie of vier maal vol. Bij een Dauwkeurig onderzoek naar de ge woonten van het dier bleek aan den Amerikaar.- scben natuuronderzoeker Federighi, dat bet een eigenaardigheid bezit, waardoor men het gemak kelijk onschadelijk kan maken. Deze bestaat hierin, dat bet zicb, vooral in het voorjaar, vastzet op harde voorwerpen op den zeebodem, ten einde daarop zijn eieren te legger. Fede- rigbi liet na een blok cement, waarop een boei was gestoken, op den bodem vau den oesterbank zakken. Werd dit blok later boven water ge bracht, dan hadden er zich een aantal oester- hoorders op vastgehecht, welke men er dan ge makkelijk van verwijderen en vernietigen kon BINNENLAND. De spoorwegvrachten voor het vervoer van aardappelen. Een reductie van 50 pCt. tot 15 Juni. Op vragen van het Tweede Kamerlid Bakker: I. Js de minister bekend met den nood- o—-o- toestand in den akkerbouw, mede ten ge- stoffea werden gevormd, die ook in het gedroogde volge^ van de onmogelijkheid van den afzet voeder nog werkzaam konden zijn. Men hoeft evenwel Van deil nog aanwezigen grOOten voorraad vastgesteld, dat slechts dan vergiftigingsverschijnselen akkerbouwproducten van den OOgSt 1929? voorkomen, als nog deeltjes van het salpeter als zoo- danig zich aan hei voedsel bevonden. Zoodra het door een regenbui was afgespoeld, kwamen geen vergiftigingsverschijnselen meer voor. Daargil blijkt, dat slacht s het ruwe salpeter de schuldige was, en dat uief, door bemesting met deze stof do planten giftige eigenschappen aannemen. Het blijft aan le raden, niet terstond na de bemesting te maaien. Wasschen van paardenbeenen. 's Winters en bij vochtig weer moot men, wan neer de boenen der paarden worden gewasechen, goed opletten, dat ze zorgvuldig worden afgedroogd. Korenwormen. Om deze parasieten te constateeren, behoeft men slechts een pot gevuld met koren, op een warme kachel te zetten. Als er kalanders nf korenwormeu aanwezig zijn, komen ze spoedig aan de oppervlakte. „Wie slechts één jaar zijn roet (onkruid) laat staan, moet zeven jaar uit wieden gaan". Weten is de akker, werken de ploeg. Iedereen is de zoon van zijn eigen werken. Een goed geweten en een lekker bed, vormen het mooiste slaapkamer-ameublement. B—r. FEUILLETON. DOOR G. M. v. d. ENDE. I. Is de train, die het eiland Tholen met Bergen Zoom verbindt, ons eilaud nadert, en de |oolsche brog, dat meesterstuk van moderne wkunst is gepasseerd, dan ziet de vreemdeling 1 \erplaatst in een omgeving die vrij veel hili van de steden aan de overzijde van de i racht, |l q kan hij zich, met Tholens ouderwetsche 'els en torens voor zicb, zonder veel inspan- ig in een vorige eeaw wanen, niet alleen, ir ook er zich in thuis gevoelen, want alles rot hem voor zoo rnstig bij elkander te be tten alsof de tijdgeest vergelen heeft dit stokje tnoderniseereD. Hij voelt en 't is in zeker jicht waar, zóó is Tholen altijd geweest - kelens aiterlijk is Tholens geschiedenis. Vaü ttgere grootheid en daarop gevolgd verval, vau 'edige zege of nederlaag, als ons zoovele plaatsen Zeeland, in haar ouderwetsche geboawec, reas- 'tige ledige pakhaizeü, diepe, verlaten kaden, l'telleD, - hier geen spoor. De wallen alleen, 88971 VISSCHERIJ Nieuwe vijanden van den oester. Eenigen tijd geleden werd bericht, dat men in de Zeeuwsche stroomeu exemplaren had aan getroffen van de „slipper limpet", een zeeslak van Amerikaaoschen oorsprong, welke in de Britsche wateren ernstige schade aan de oester teelt toebrengt. Naar die wateren zijn zij aan vankelijk overgebracht met Amerikaanscbe oes ters, welke men in riviermondingen iu E«sex heeft uitgezaaid. In deel XXII van de Essex Naturalist deelt prof. J. H. Orton mede, dat op dezelfde wijze ook een andere zeeslak, de zooge naamde oesterboorder (Urosal-pinx), uit Amerika in mooie wandelingen herschapen, zeggen, dat Tholen eens een stad wa9 en met trots spreken de iuwoners Dog van „de stad". Eu toch - ook die rastige kalmte is alleen verkregen na rQ9ielooze worsteling, waariu het zich meester toonde tegenover alles omverwerpende ruwe kracht - als tegenover verraderlijk gevlei - na een worsteling met de zee. Die strijd is Tholens geschiedenis, gelijk die van zoo menige plaats in Zeeland, uiet een tijde lijke, bloedige belegering, maar een voortdurende belaging en ontkomen.. A. Heer en knechf. We schrijveu het jaar 13.... We bevinden ons aau de Halstersche hoogten, dhar, waar het ge bied van den markies van Bergen eiodigt en dat der zee begint. Een breede watervlakte, onophoudelijk gebroken door lage schorgronden, strekt zich langs den landzoom uit, ver naar 't noorden, en het oog vindt alleen rustpnnt ita de wallen v >n het stedeke Tholen en de westwaarts daarachter gelegen gronden. De golven van het groote meer, dat zich over het tegenwoordige Oud- en Nieow- Vossemeer, St. Annaland en Sr. Filipslaod, ja, tot aan Schouwen uitstrekt, breken machteloos tegen den met kreupelhoot bezetten duinrand. II. Zoo ja, is de minister bereid, mede om den afzet van akkerbouwproducten te bevorderen, na gepleegd overleg met de directie der Nederlandsche Spoorwegen, binnen den kortst mogelijken tijd een belangrijke reductie op de spoorvrachten voor het vervoer van akkerbouwproducten in te voeren? heeft de minister van waterstaat geant woord I. Deze vraag wordt bevestigend beant woord. Medegedeeld kan worden, dat na het vereischte overleg met de directie der Nederlandsche Spoorwegen wegens de buitengewone omstandigheden besloten is, een reductie op de spoorwegvrachten voor bet vervoer van aardappelen te verleenen van 50 pCt., zoo spoedig mogelijk ingaande en eindigende 45 Juni. bij elkaar en dit moet reed* vrij vroeg gereed zijn. Want dan moet de sooei beginnen. Er zijn altijd veel te veel knoppen aan den boom. En na is er een snoei-commiisie. Uit den Minister raad worden enkele ministers aangewezen, die, door hoofdambtenaren bijgestaan, de lijsten van alle departementen met elkander iu overeen stemming moeten brengen. Want er moet een bepaalde verhouding zijn tnsschec het aantal decoraties, dat ieder departement verleent of krijgt m. a. w. een bepaalde verhouding tusschen het aantal verdienstelijke vaderlanders, dat onder elk departement ressorteert. Bovendien zijn er binnen het kader van het geoorloofde aantal ook alweer verhoudingen. Dacht u dat bijvoorbeeld op een zelfden Ko ninginnedag 5 dominees en 1 pastoor een lintje kannen krijgen of omgekeerd Neen. De ver dienstelijkheid zij nog zoo groot, de verboading, het cijfer, de rantsoeneeriog, is een machtige factor. U moest eens weten, hoeveel knoppen er ieder jaar worden gesnoeid. Dat er bij het verleenen van onderscheidingen eenige willekeur heerscht, hoe wil men dit ontdaan Wie geeft het goede, vaste systeem aan, waarnaar decoraties moeten worden verleend Het aantal telenrgestelden men zoo ver baasd staan, waoueer men wist hoeveel vader landers zelf moeite doen om hun knoopsgat te vullen zal altijd legio blijven. MIJNHARDT's Hoofdpijn-Tabletten 60 ct Laxeer-Tabletten 60" Zenuw-Tabletten 75 ct Staal-Tabletten 90ct Maag-Tabletten 75ct 38968 10 Bij Apoth. en Drogisten. GEMENGD NIEUWS. De boom der decoraties. Er zijn vele verdienstelijke Nederlanders. Veel meer dan er met een lintje belooud kunnen wordeu. De boom der decoraties moet dus voort durend besnoeid worden. Op Koninginnedag prijkt bij in hoogsten luister en laat bij zijn vruchten plakken, maar bij kan daarvan ook al niet meer dragen dan zóóveel. Het gaat, volgens de H. P., aldus toe. In den loop der maand Mei en in het begin van Juni worden op de verschillende departe menten de lijsten opgemaakt van hen, die op den volgenden Koniuginnedag voor een onder scheiding in aanmerking komen. De voorloopige lijsten. Daaraan is echter nog wel iets vooraf gegaan, namelijk dit: dat verschillende officieele of niet olficieele personen in den lande tal van namen bebben geuoemd vaD min of meer ver dienstelijke vaderlander?, die naar hun meening voor een decoratie in aanmerking komeo. Al die oamen worden op de departementen bijeen ver zameld. Zoo heeft dan elk departement zijn eigen stel Aau den voet daarvaD, eenigszins omhoogge trokken, ligt een plompe, maar stevige roeiboot vastgemeerd. Twee mannen, in grof linneD gewaad, hebben die zooeveo verlaten, na de bewaking er van opgedragen te hebben aan een ruigharige bood, en aan Wolf, het lype vau een herdershond, schijnt die taak best toevertrouwd. De jongste der twee, met een bijl gewapend, begeeft zich na eeo korten groet rechts, in het kreupelhout, terwijl de oudere, na nog even deu staüd der zon, die ter middaghoogte nadert, opgenomen te bebben, een boschpad naar het zuiden inslaat. Met zwaren tred stapt hij voort. Wel moet hem iets gewichtigs bezighouden, want geen enkele blik getuigt, dat bij oog beeft voor het geelgroen der boomeu, geeu beweging, dat hij oor heeft voor het vroolijke gekir van de woudduif.Grimmig, als zijn borstelige wenkbrauwen, staart zijn oog op het voetpad grauw en verward is zijn haardos, verweerd zijn aangezicht, maar ongebogen is zijn gestalte en zijn bouw verraadt buitengewone kracht. Zijn leeftijd iaat zich uiet gissen. Zijn beroep evenmin. Rolf, de herder op den Hoogen Hit*) in het wijde Vossemeer, is evengoed thuis op de grazige schorren als op de groeue onstuimige golven, is herder en schipper of schipper en herder, evenals Hil, hoogte, hoog schor of gors. De uitvoer van boter en kaas in Februari. Iu Februari is 2419 ton boter uitgevoerd ter waarde van f4,511,000, tegen 2478 ton ter waarde van f 5,031.000 in Februari 1929. Ia de eerste beide maanden vau dit jaar zijn we een kleine 200 ton boven verleden jaai uuaar f 776,000 aebter in waarde. Onze boter ging naar Duitschlaüd, België en Groot- Brittannië. De uitvoer van kaas bedroeg 6109 ton ter waarde van f4,974.000 tegen 5470 ton ter waarde vaD f 4.781.000 in Februari 1929. In de eerste beide maanden zijn we bij verleden jaar ruim 1000 t0n en f326.000 vooruit. De kaas ging naar Duitschland, België, Groot- Britanoië, Frankrijk, Spanje en Amerika. Een revolverdrama. Een werklooze kostganger le Zuilen (U) kreeg een woordenwisseling met zijn hospita. De twist liep zoo hoog, dat de man een revolver trok eü iu bet wilde weg begon te schieteD, niet alleen op de vrouw, maar ook op de overige huisgeuooteD, die Daar alle kanten wegvluchtten. Een geweldige consternatie ontstond. De politie uit ZuileD, die ter plaatse verscheen was niet bij macht* den woesteling te arresteeren, omdat hij een veilige toevlucht zocht op e«D der boven verdiepingen. Aan de sommatie der politie om open te doen, gaf hij geeu gevolg. Als eenig antwoord toonde hij voor het venster staande, zijn levolver. Juist toen de politie de deur had geforceerd, viel plotseling een schot. Het bleek dat de man vermoedelijk io een hevige aogstbui, het wapen op zichzelf bad gericht. Met door boorde hersenpan werd hij aangetroffen. Een belastingkwestie. Het Hbl. schrijft: Als een der ouders overleden is, dan gebeurt het vaak dat de meerderjarige kinderen deu langstleveuden ouder in het genot laten van de opbrengst van het hnn toekomende of toebedeelde deel van den boedel. Zij bandelen dus alsof bij testament voor de langstlevende het vruchtgebruik was beschreyen. De vraag is dan, moet de ouder het geheele bedrag der opbrengst als inkomen aangeveD, of moet ieder der kinderen bet hem toekomende maar afgestane deel vau de opbrengst in zijn inkomsten aangifte begrijpen. in fi cale kringen luidde bet antwoord op zijn woonplaat?, land en water of water en land is. Daar, op die eenzame plek, omgeven door «ater, dat bij lederen hoogen vloed hem en zijn kudden terugdrijft naar de schaapskooi, op het hoogste gedeelte der Hil gebouwd, daar is hij thuis, daar ook alleen. Gezelligheid haat bij. Met zijn beide zoons, Balder en Ewoad, hoedt hij daar bij winterstorm eu zomerweer de kuddeo van zijn heer, want hoe ongetemd zijn uiterlijk ook zi', eeo vrije is bij piet. Ondaoks zijn oogeschoreu haren, ondanks zijn meesterschap, zoo over het wit gewolde vee, als over de wit gekamde golven, vao onder tot ouder is bij een dienstman vau den heer van Bergen. Deze heeft nog nimmer reden vaa klagen gehad. Rolf op zijn ouherbergzaam domein ge plaatst te bebben. Naar het trotsche Markiezen- hol*) is uu zijn gang, om verslag te doen. De schaapjes zijn geschoren eu de opbrengst der wol 19 uitermate gunstig; de talrijke kudde laat den verkoop van tal van schapen toe. VaD- waar dan bij zou'o gunstig bericht zoo'u norsche blik P Uit vrees van ontevredenheid van zijn heer, toch zeker niet Bovendien al was de opbreDgst gering en de kudde gedund, dan nog zou deze hem niet onvriendelijk behandelen. Het kasieel van den heer van Bergen op ten Zoom, thans nog onder dien naam hekend en ingericht tot kazerne. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1930 | | pagina 3