vnv&ifiaaii
de -futid
«I
'hfl
Doos
30-60
90ct.
Tube 8 Oei
lichter bij moeten komen en
SlBvan zelf op kosten van de ge-
iskomen daarom heeft hij ook
I. ïoudersvergidering volmondig
ij 00 gestemd. Dhr. Vriens heeft
djle toen die weg is geslagen mooi
;t ht, dit ligt op zijn weg, maar
rotter Kuijpers dit had gedaan
enf een opzichter bij gekomen.
merkt op dat met den heer
t ojden heer Nijhoif is besproken
oir Vriens zou zorgen voor de
rs deze zijde van den dijk.
m beeke wil naar aanleiding van
ed van B. en VV. ook nog iets
oil voorstel is een gratificatie aan
nauwmeoster, nu staat spr. lijn-
het geven van gratificaties,
"rg aan wien ook. Wordt er
inverdiend, dan moet het salaris
Wbrden en als dit dan zoo
nt de heer Vriens komen met
k om salarisverhooging bij-
orvan f 200, misschien dat hij
hipt stemmen. Spr. is principieel
h.icatie en zal er zijn stem nooit
9:
lij vindt die manier met juist,
c,.r extra werkzaamheden en die
era betaald worden,
nrrbeeke merkt op dat iedere
enhet wel eens druk heeft.
Witter antwoordt niet in dezen
korbeeke zegt wij hebben hier
ndlch ambtenaar in ons midden
[t ook drukke jaren gemaakt en
,fJ maar hij zijn superieuren aan-
vergoeding, maar er zijn ook
m'en dat hij niets te doen heeft
'atigt hij ook hetzelfde salaris,
?nfft ieder Op de secretarie heb-
,e ook druk gehad met de brug,
een meer salaris,
jj antwoordt dat ze het allemaal
sen gehad, maar met den heer
feit anders. Als de heer Vriens
dat doe ik niet, dan hadden
en opzichter moeten stellen en
n39paard en daarom vinden zij
jliJleine vergoeding te geven.
urbeeke vindt het jammer dat
sea B. en W. niet eerder is ge-
itirom is men niet vroeger ge
irj had de raad misschien wel ja
iar nu zegt hij neeu in dezen
e,iker is het daarmede eens.
lossen zegt de vorige vergade
rs te hebben dat de heer Vriens
de gemeente heeft verdiend
„pen fantasie, dat berust op cij-
0 Wagemaker heeft dit reeds
;efl| heer Vriens hoefde dit
xj0, maar dat is den heer Vriens
,g. geschoven. De atzakking van
1 n de rioleering tot de markt
men heer Kuijpers, de heer Vriens
,eflgevoerd en als hij dit niet had
■I; daar een opzichter voor moeten
.welk salaris staat daar niet voor.
(jieiis deed dit zonder accoord
t(|n met B. en W. eu ook hij
i al wel terecht komen.
,it dan ook vol dat dhr Vriens
!atde gemeente heeft verdiend en
„ïden B. en W. er mee accoord
gVriens heeft weken lang gewerkt
leering van de brug tot de markt
f(was daar geen opzichler voor
gieest. Het is dus geen fantaisie
ein wanneer de raad het voorstel
eferpen dan heeft zij een schuld
z 7riens, want dan is het net als
j.iibaclitsman die werk heeft ver-
:et wordt betaald.
;it interrumpeert.
p]|» zegt dat dhr Goossen nog niet
,>ken.
Ppossen gaat verder en zegt dat
f. moeten blijven. Niemand kan
Jat dit geld niet is verdiend,
men dat zien uit de rekeningen
.pzichtei' kost. Spr vraagt dan
e,ken dhr Vriens wel niet gewerkt
I, de afzakking en de rioleering.
lan ook steeds vol datdiefSÖO
goed is, daar er wel f2000
,[:st weet niet wat we met dhr
|;0c Hij kan locli maar op 1 plek
|fn, dus is hij bij de rioleering
niet op de markt. Hij is dus in
jenst en geniet daarvoor zijn
n *an hij wel zeggen ik heb dat
het zaakje mooi bepraat, maar
u vak heeft het wel eens druk.
i,alans te klein is dan moet hij
,u' zij n er genoeg.
*s het eens met dhr Quist ais
t, normale tijd is, maar dit is iets
pjdeis was spr ook legen, maar
mag toch betaald worden, dit
.iets meer dan billijk.
„Sbeeke wil nog iets aanmerken
prukene van dhr Goossen. B en
1, f500 gratificatie want hij heeft
1' de gemeente verdiend, maar
imeeute-bouwmeesler dan eiken
weg smijten Het is toch een
dat dient toch te worden
1.
ker is ook tegen de gratificatie,
ie dan liever op een andere voet
willen stellen en wel met salarisverhooging
daar heeft hij dan later ook iets aan.
De voorz. vindt dit niet maar vindt het
hier beter een gratificatie te geven.
Dhr Moelker vraagt of dit idee pas bij
B. en W. is gekomen om een gratificatie
te geven of is dit gekomen na den Bond.
De voorz. antwoordt dat dhr Goossen al
reeds heeft opeemerkt dat dhr Vriens wel
dacht dat dit terecht zou komen, dhr
Vriens heeft het zelf niet gevraagd en
daarom hebben wij het gedaan.
Dhr. van den Berge zegt nu niet zoo
doordrongen te zijn van de capaciteiten
van den heer Vriens. Hij kan dan ook niet
begrijpen dat B. en W. dit zoo verdedigen
indien ze eerlijk en naar recht in deze
spreken. Hij vraagt waarom zij dan niet
eerder met een voorstel voor den dag zijn
gekomen en niet gewacht tot Vriens zich
wendt via den bond tot den raad. De heer
Goossen noemde ronde cijfers die de heer
Vriens voor de gemeente heeft verdiend,
spr. is echter een andere meening toege
daan. Hij is ambtenaar van de gemeenie
en moet dus alle werkzaamheden voor de
gemeente verrichten. Nu vraagt spr. of
B. en W. gelooven dat hij al die jaren die
hij in dienst is van de gemeente zooveel
er voor verdiend heeft, iaat staan dat hij
zijn plicht heeft betracht. Spr. stelt dan
ook voor de discussie te sluiten en tot
stemming over te gaan want de zaak wordt
te persoonlijk.
De Voorz. antwoordt dat B. en W. over
tuigd zijn, dat de heer, Vriens altijd zijn
best voor de gemeente heeft gedaan. Hij
tracht altijd alles zoo goedkoop mogelijk
te doeti. Dat hij wel eens gefaald heeft
dat doet ieder die werkt. B. en \V. zijn
overtuigt dat hij altijd zijn best voor de
gemeente heeft gedaan en anders moet men
dat aantoonen.
Dhr Wagemaker vindt dat er afgeweken
wordt, het gaat nu over de gratificatie voor
de brugwerken.
Dhr Quist vindt dat wij steedsch gaan leven
en weet niet waar liet naar toe moet.
Het voorslel van B en VV. in stemming
gebracht wordt verworpen met 0 tegen 2
stemmen, voor de beide Wethouders.
Verder is ingekomen een schrijven van
den heer J. Vriens betreffende verbetering
van den deur aan den woning van den
burgemeester. De kosten hiervan zijn be
groot op f 125.
B. en W. stellen voor een maximum
crediet te verleenen van f200, daar het
een oud huis is en men niet weet wat er
nog bijkomt als men aan het breken gaat.
Dhr Quist vraagt of f200 niet wat hoog
is, voor den oorlog bouwde men daar bijna
een huisje voor. Hij heeft die grappen al
meer mee gemaakt als er gevraagd werd
en dat liet steeds hooger kwam.
De Voorz. zegt dat alleen het nood
zakelijkste zal gebeuren.
Dhr Overbeeke vraagt of de deur hier
ter plaatse geleverd wordt.
De Voorz. antwoordt dat zij geleverd
wordt via een ambachtsman.
Met 7 legen '1 stem die van den heer
Quist wordt besloten de verbetering aan
te brengen.
Een dankbetuiging van den heer C. van
Os voor de hem toegekende gratificatie
en vergoeding voor zijn stukje grond.
B. en W. stellen voor het vermenig-
vuldigingscijfer te stellen op 1.4vorigjaar
was het 1.2. De Voorz. licht dit nader toe.
De inkomsten staan geraamd op f40 000
en nu zijn de handelsberichten minder
gunstig en om nu toch aan de raming te
komen stellen B. en W. voor 1.4 te stellen
en zij hopen dan dat ze er hiermee zullen
komen.
Dhr Moelker kan zich hiermee vereeni
gen, er moet een bron van inkomen zijn,
maar hij hoopt B. en W. de meest mogelijke
zuinigheid zullen betrachten.
De Voorz. antwoordt dat dit kan gebeuren
door binnen de begrooting te blijven zij
zullen ook trachten dit te doen.
Dhr Quist vreest dat men er misschien
nog niet zal komen met 1.4.
Dhr van den Berge zegt het is een zeer
moeilijk geval. De begrooting is goedge
keurd en het zou onzin zijn er tegen te
stemmen. Spr. vindt het een droef teeken
de lasten vermeerderen en de inkomsten
verminderen en als nu niet de hoogst
mogelijke zuinigheid wordt betracht, dan
is hij bevreesd dat liet schip stranden zal.
Er kan op vele punten bezuinigd worden
Men moet leven naar het inkomen, dat is
in alles zoo, wanneer iemand b v. f50 per
week verdiend en later verdiend hij er
f 40 en hij blijtt dan leven alsof hij nog
f50 verdiende dan houdt hij het niet vol.
Men moet dan de uitgaven regelen. Spr.
vindt dat we in Tholen met 3000 inwoners
veel te steedsch leven, hij zal zijn slem
er echter niet tegen verheffen, maar hij
hoopt dat B. en W. zooveel mogelijk zullen
schrappen. Zij hebben nu berekend 7/8
minder te zuilen ontvangen, hij weet nog
niet of dit wel waar zal zijn.
De Voorz. antwuordt dat B. en W. het
ook niet weten.
Dhr van den Berge weet wel dat het
voor B. en VV. ook maar een slag in de
lucht is, maar hij hoopt dat het waar is.
De Voorz. merkt verder op dat de be
zuiniging komt door binnen de begrooting
te blijven. Zij wisten echter hij het op
maken van de begrooting nog niet dat de
landbouwproducten zoo laag zouden blijven
Wetb. Goossen merkt op dat de heer
van den Berge dan rnaar eens op moet
geven als er iets zijn aandacht trekt.
Dhr v. d. Berge kan dit wel dadelijk doen.
De Voorz. geeft den heer van den Berge
in overweging dit dan schriftelijk ter kennis
van B. en W. te brengen en laten wij er
verder niet over spreken.
Met alg. stemmen wordt besloten het
vermenigvuldigingscijfer vast tc stellen
op 1.4.
B. en W. stellen voor de verordening
heffing van opcenten op de grondbelasting
te wijzigen, de vorige vergadering is hier
een vergissing bij gebeurd er is gezegd
op ongebouwde eigendommen en het moest
zijn gebouwde eigendommen
B. en W. stellen alzoo voor de bebouwde
eigendommen te brengen van CO opcenten
op 80.
De heer Overbeeke kan zich hier niet
mee vereenigen. Het vorige voorstel van
B. en W. om de ongebouwde eigendommen
te verhoogen tot 80 opcenten dat is toe
gejuicht, maar nu is B. en W. van idee
veranderd. Wie zijn de bezitters van de
onbebouwde eigendommen, niet de be
woners van de Voorstad.
De Voorz. merkt op dat hij toch niet
voor zich zelf spreekt.
De heer Overbeeke gaat verder, voor dat
voorslel is toen volmondig voorgestemd.
Nu is het idee van B. en W. veranderd,
zij hebben een bok geschoten en spr. kan
daar niet mee meegaan.
De Voorz. antwoordt dat het besluit van
de vorige vergadering niet goed is, want
men mag voor de ongebouwde eigendommen
niet verder gaan dan 20 opcenten.
Dhr Overbeeke merkt op dus men mag
die niet verhoogen. De smalle beurs mag
dus wel verhoogd worden en de ruime
beurs niet.
De Voorz. zegt de opcenten moeten ge
heven worden en als ruide wet in werking
gaat, dan weet men niet wat de grondbe
lasting op zal brengen. Nu kan men de
opcenten nooit hooger brengen dan het
maximum van de ongebouwde. Wij weten
echter nog niet wat er noodig is en daar
om stellen B. en W. dit voor.
Dhr Overbeeke zegt dat men ze ook op
kan brengen op 80 als men het den
Minister vraagt.
De voorz. ontkent dit.
Dhr Overbeeke zegt wij heffen hier geen
vermogensbelasting, dan gaat het ook niet
om de opcenten op bebouwde te verhoogen.
De voorz. antwoordt dat men de onge
bouwde tot het maximum heeft gebracht
en dan kan men de gebouwde toch ook
daar op brengen.
Dhr Overbeeke zegt dus waar niets is
nog maar meer uitpompen.
De voorz. merkt op dat dit slechts enkele
centen is.
Dhr Overbeeke vindt al is het maar 4
cent, dit juist voor een arm menschisom
voor een ziek kind een ei te koopen.
Dhr Dekker stelt voor om dan 20% op
de vermogensbelasting te heffen.
De voorz. dat gaat zoo maar niet, dat is
nog onvoorbereid.
Dhr Moelker gelooft dat alle ongebouwde
eigendommen ook geen eigendom zijn, en
die zitten nu ook niet zoo gemakkelijk.
Dhr Overbeeke wil nog iets aanmerken
op het gesprokene van dhr Moelker Er
staan hier COO woningen en hij zal er dan
bijrekenen 300 woningen die van arbeiders
zijn en op hun naam staan. Die menschen
hebben met moeite gespaard om dat geld
hij elkaar te krijgen, om hun huisje op
hun naam te krijgen. Die menschen hebben
dat van Sassenbloed gespaard en nu zijn
er eigenaars met 100 H A. grond als die
verhoogd kunnen worden dat is de moeite
waard, maar niet die grijpstuiver van de
arbeiderswoningen. Hij zal er dan ook nooit
voor stemmen.
De voorz. merkt op dat ve'e kleintjes
een groote maken en het is met het oog
op de gemeentefondsbelasting.
Dhr Overbeeke zegt dat de voorz. net
zoo goed als hij weet dat het voor de ge
meente met de nieuwe wet het er niet zoo
slecht hij staat.
De voorz. weet dit nog niet.
Dhr Overbeeke betwijfelt dit, want ook
even goed als hij zal de voorz. wel eens
vergaderingen daaromtrent hebben mee
gemaakt.
De voorz. merkt op dat alles nog maar
een gissing is.
Na stemming blijkt dat het voorstel van
B. en W. verworpen is met 3 tegen 5 st.
Voor dhr Moelker en de beide weihouders.
Met alg. st. wordt goedgevonden onder-
handsch te verhuren aan Dr. Looijsen een
pakhuis voor f78.
Met alg. st. wordt goedgevonden een
wijziging der begrooting voor '1929.
B. en W. stellen voor overeenkomstig het
verzoek dat ingekomen is van L. Geluk Jz.
om hem een stukje gemeentegrond te ver-
koopen aan de Vaat voor f2.50 per M2.
Dhr Overbeeke vindt de prijs nog al
abnormaal hoog.
De voorz. mei kt op dat Geluk een stukje
van de wandeling er bij wil hebben en
zegt dat er toch nog bouwgrond is op liet
gemeente terrein.
Dhr Overbeeke dacht dat dit nog al ge
lukkig was.
De voorz. licht hem dit nader toe op het
teekeningetje dat bij het verzoek is gevoegd.
Met alg. st. wordt het voorstel van B.
en W. aangenomen.
B. en VV. stellen voor de rooilijn in de
Schoolstraat vast te stellen overeenkomstig
de teekening die ter visie heelt gelegen.
Dhr Dekker vraagt of het niet noodig is
een bonwverbod in te voeren.
De voorz. acht dit niet noodig want dan
zou men moeten gaan onteigenen.
Dhr van den Berge ziet er in als de
rooilijn er is, dat dan eerlang B. en W.
komen om die huisjes daar op le ruimen.
De voorz. antwoordt dat dit niet de be
doeling is, maar dat ze zich vanzelf opruimen.
Dhr van den Berge vindt de rooilijn al
een een begin van de smart. Want gaat
de Ned. Herv. kerk die huisjes verkoopen,
dan gaat dit niet. Spr. is er dan ook voor
dat het maar blijft zooals het is.
Weth. Goossen merkt op dat het B. en
W. koud of heet laat. Als daar een huis
gezet wordt dit versiert de straat nog. De
rooilijn wordt alleen gelegd, als men daar
eens wilde gaan bouwen, dat B. en W.
dan kunnen zeggen nu moet je achteruit.
Dhr van den Berge zegt als Contant nu
zou gaan bouwen dan komt hij buiten de
verordening en dan bij de familie van Dijk?
De voorz. antwoordt dat dit herbouw
was en nu betreft het nieuwbouw. Nu zou
Contant V/2 M. achteruit moeten en dat
ontsiert. Als er op den duur eens verbe
tering moest komen, dan is het toch beter
aan den kant van die huisjes dan aan den
anderen kant
Dhr. van den Berge zegt als B. en W.
daar maar geen plannen voor bezitten,
dan kan hij zich er mee vereenigen, maar
hij is hang.
Dhr Overbeeke is in de straat wezen
kijken en dan zou Contant 30 cM. buiten
de lijn komen.
De voorz. merkt op dat dit niet zoo is
want dan zou Contant dit moeten koopen
en daar moet de raad dan over heslissen.
Dhr. Quist vraagt of de rooilijn dan nu
midden door de straat loopt.
De voorz. antwoordt dat dit niet zoo is.
Dhr van den Berge vindt dat men toch
in de rechten van de Kerk treedt met deze
rooilijn. Wanneer men zoo een huisje zou
willen herbouwen dan gaat dat niet.
De voorz. antwoordt niet op dezelfde
plek, maar dan wel achleruit.
Met alg. st. wordt de rooilijn vastgesteld.
Bij de rondvraag vraagt de heer Dekker
naar de lantaarn in de Oudel. straat.
De voorz. antwoordt dat de opdracht is
gegeven.
Weth Goossen deelt mede dat deze juist
den vorigen dag is geplaatst.
Dhr van den Berge heeft destijds gelezen
dal de heer V Laban benoemd is als ambte
naar op de secretarie, welk salaris ontvangt
hij daarvoor?
De voorz. antwoordt f500. Er is door
den raad 1900 beschikbaar gesteld voor
den ambtenaar van de secretarie maar B.
en W. hadden gedacht om evenals Schot
hem een aanvangsalaris te geven van f 500.
Dhr van den Berge spreekt niet op één
persoon, hij weet dat B. en W. de macht
hebben den ambtenaar ter secretarie te
benoemen, maar waarom hebben zij niet
eens voeling gehouden met den raad dien
aangaande Me dunkt zoo'n baanlje zou
beter ten goede zijn gekomen aan iemand
of een ander ambtenaar die een bestaan
heeft dal weinig salaris geeft.
De voorz meent dat B. en W. in den
geest van den raad hebben gehandeld, dat
is ook zoo geweest bij de benoeming van
een onderwijzeres, iemand die reeds in
betrekking is te benoemen.
Dhr van den Berge is het daar niet mee
eens, een volontair is om te leeren en dat
is in zijn belang.
De voorz. antwoordt niet alleen om te
leeren maar ook om te werken, want al
doende leert men. Hierna sluiting.
GENEZING
van
&BRIF K.Mi
tvvu
38998 729 3ü