De vooi'z. zegt dat de'heer Vriens in stilte gehoopt had dat B. en W. er zelf mee zouden zijn gekomen, maar nu dit niet zoo was, heeft hij zich tot den Bond gewend, maar dat doet aan het feit niets af, billijk is dat hij voor het vele werk iets krijgt. Dhr. Dekker stelt voor het aan te houden tot de volgende vergadering. Weth. Goossen vraagt of men denkt dat hij onwaarheid spreekt. De voorz. antwoordt dat dit niet zoo is, maar dan kan men de instructie nazien. Dhr Quist is er voor het maar af te werken. Met 1.0 stemmen, tegen de heer Quist, wordt besloten het aan te houden tot de volgende vergadering. Aan de orde komt het aangehouden verzoek van M. van Duivendijk. B. en W. stellen voor daar er geen nieuwe gezichtspunten zijn, het verzoek voor kennisgeving aan te nemen. Met alg. stemmen wordt hiertoe besloten. Verder is ingekomen een request van J. Kooien om vergoeding van schade voor hooi en vermindering van pacht. B. en W. stellen voor, daar z j niet kunnen helpen, dat Kooien zoo hoog heeft ingeschreven, dat er geen gras is gegroeid, om hem f 100 schadevergoeding te geven, daar hij het hooi beeft moeten laten staan in 1928. Dhr Overbeeke wil wat betreft de twee eerste punten niets zeggen, maar over het seizoen 1928, daar zijn de brugwerken de schuld van. De dam zou klaar komen en die kwam niet klaar en dat is de oorzaak dat die klamp hooi geen cent heeft opge- brachi. Spr vindt het voorstel van f 100 weinig, hij vindt dat B. en W. er een beetje te licht over hebben gedacht, hij heeft het heelemaal behooid en de pacht is f400 en nu vindt hij de schadevergoe ding van f 100 wel wat gering. De voorz. merkt op dat Kooien al eerder f25 schadevergoeding heeft gehad en dat hij nu vraagt f'200. Spr heeft echter ge hoord dat die klamp hooi niet was behan deld naar de regels der kunst want dan was het niet allemaal verrot. Dhr Overbeeke zegt dat Kooien is wezen klagen hij dacht dat hij met 2 of 3 weken dat hooi wel weg kon halen ,daar behoefde hij dat niet zoo goed voor op te bergen, maar de dam kwam niet gereed en Kooien kon steeds niet bij zijn hooi. Spr vindt dan dat B. en W. er te licht hebben over gedacht en zou er f50 bij willen doen. Dhr Baaij zegt er is een stukje afgeno men moet hij daar dan nog voor betalen De voorz. antwoordt dat hem reeds pacht is verminderd voor dat stukje. Dhr Quist zou willen vragen of de be werking wel goed is geweest. Men moet hooi altijd goed opbergen want er kan een donderbui komen en het hooi is weg en dit is niet gebeurd, het is dus zijn eigen schuld dan had hij maar af moeten dekken. Dhr Overbeeke zegt dat gaat daar niet zoo gemakkelijk om een klamp te maken, want men zit daar tegen den dijk. Dhr Quist houdt vol dat men dan toch moet zorgen voor afdekking Dhr Overbeeke meent als dat daar geen jaren moet staan, dat men het dan zoo vlug niet opbergt. De voorz. zegt dat Kooien wel kan weten dat dit werk niet in 14 dagen kon gebeuren. Weth. Wagemaker is het met den heer Quist eens dat het hooi niet goed is op geborgen. De heer Overbeeke weet even goed als hij zelf dat al moet het maar 2 of 3 weken daar liggen het toch moet worden afgedekt, want wanneer er een donderbuikomt, dan is het hooi weg Kooien heeft het hooi zoo maar aan den dijk ge gooid en net gedaan of hij het nooit meer weg moest halen. Dhr Overbeeke stelt voor f 150 te geven Dhr Quist vindt f 100 genoeg daar het Kooien zijn eigen schuld is. Het voorstel van dhr Overbeeke in stem ming gebracht wordt verworpen met 4 tegen 7 stemmen Voor de heeren Over beeke, Dekker, Aertssen en Baaij. Het voor stel van B. en W. werd hierna met alg. slem men aangenomen. Een verzoek van C van Os om schade vergoeding voor zijn gehuurd tuinlje en kwijtschelding van pacht over 1929. B en VV. stellen voor f 10 schadever goeding te geven, daar zij niet accoord gaan met de bijgaande specificatie kwijt schelding van pacht over 1929 en dat met ingang van 1 Jan. 1930 de huur is ont bonden. Dhr van den Berge zegt B en W. vinden de specificatie niet in orde en vraagt wat er dan te hoog is berekend. De Voorz. meent dat de opbrengsten te hoog zijn geraamd. Dhr van den Berge vindt de raming van B. en W. om f 10 schadevergoeding te geven te laag is. Hij vindl dat de specificatie neljes voor elkaar staat en vindt f 10 niet overdreven. Dat gedeelte is hem ontnomen en nu heeft hij zelf moeten koopen en daarom kan spr. zeggen dat B. en VV. niet te hoog zijn met f10. De Voorz antwoordt dat hij niet inziet dat het niet noodzakelijk is dat hij den geheelen inmaak heeft moeten koopen, Dhr van den Berge merkt op dat hij dat toch had kunnen hebben. De Voorz. meent dat juist de moeilijk heid is dat te zeggen of hij dat zou kunnen hebben. Dhr van den Berge merkt op dat is niet te zeggen, maar hij had er misschien ook nog van kunnen verkoopen. Weth. Goossen zegt dat perceel daar is ongeveer 3 roeden ingeloopen met modder. Maar hij vraagt wat zou de op brengst geweest zijn met dit droge jaar? De heer van Os rekent zooveel te samen, maar waar juist die modder is geweest was nooit voor die som opgebracht en ook is het de vraag wat had er gegroeid met deze droogte en daarom achtten B. en W. het rechtvaardig om hem f10 te geven. De Voorz. merkt op dat er ook nog een gedeelte onder water heeft gestaan. Maar laten wij het aan de deskundigen overlaten Zeggen die het is te laag, dan zijn B. en W. onmiddellijk bereid om het bedrag te veranderen. Dhr Quist vindt het bedrag gering, hij kan niet zeggen dat de rekening is over dreven, hoewel ieder weet als men 25bloem kolen plant er geen 25 uitsnijdt. Spr. vindt echter flü te gering en stelt voor een vergoeding te geven van f25, hij gelooft dat dit een billijke zaak zal wezen. Met alg. stemmen wordt het voorstel van den heer Quist aangenomen. Een verzoek van de Visschersvereen. om betere roode lichten aan de brug aan te brengen. De Voorz. zegt B. en W. kunnen niet helpen als bij storm de lichten uitwaaien. Andere lampen brengen groote kosten met zich mee en bij storm varen de schepen toch niet. Dhr Baaij merkt op dat alle lantaarns bij storm uitwaaien dus daar is niets aan te doen. Dhr Bogerl kan zich daar niet mee ver eenigen. Die lantaarns zijn gekocht onder garantie dat ze niet uitwaaien en dus zijn ze niet in orde. Spr. heeft dit zelf ook ge had en heeft de lantaarn opgestuurd en ze is verbeterd, misschien als dit ook eens gebeurde, met een ^kleinigheid was het verholpen. De Voorz. is bereid ze eens'na te laten zien. Er is in alle gevallen getracht er zoo goed mogelijk in te voorzien. Dhr Bogert merkt nog op de lantaarns hangen aan het vlakke van de brug juist in het Z.W. dus als het waait door de terugslag van de wind waaien ze uit, misschien als ze eens anders hingen dit niet meer zoo was. De voorz. zegt toe hiernaar te zullen zien en indien mogelijk de lantaarns te laten nazien. Met alg. st. wordt dit goedgevonden. Een verzoek van J. Jansen Hz. om schade vergoeding door den brugbouw aan zijn woning ontstaan. B. en W. stellen voor afwijzend te be schikken daar geen rechtsgronden aanwe- zig zijn en de termijn van indiening voor schadevergoeding is verstreken. Met alg. stemmen wordt hiertoe besloten. Een schrijven van de Commissaris der Koningin en van den Prov. Brandweerbond om toe te treden als lid. B. en W. stellen voor om'toejte treden. Dhr Dekker kan zich daar volkomen mee vereenigen Hij zou er dan op aan willen dringen dat spoedig in het eiland Tholen een inrichting komt. De voorz. antwoordt dat men zal zorgen dat alles zoo spoedig mogelijk voor elkaar komt, want 15 Februari moet alles binnen zijn en spr gelooft dat het reeds 17 Febr. vergadering is. Met alg. st. wordt besloten als lid toe te treden. B. en W. stellen voor aan mei. Vis een gratificatie toe te kennen van f25 en aan van Os f50. Dhr van den Berge vindt die van mej. Vis wel wat te gering. Hij zou willen vra gen of zij niet van het Rijk wordt beloond, daar zij toch vier weken in dienst is ge weest voor iemand die ziek was. De voorz. antwoordt dat het Rijk dit niet vergoed. Dit is feitelijk geen beloo ning maar een gift. Met alg. st. worden de gratificaties toe gekend. Aan de orde komt wijziging der begroo tingen van de gemeente en van het brug- bedrijf voor 1930. Dhr Dekker zegt tegen den post van 13850 verbouwing gemeentehuis te zijn. Hij vraagt waardoor die hoogere uitgaven zijn ontstaan, daar alleen maar besloten was lot het bouwen van een brandvrije ruimte. De voorz. antwoordt de aanbestedings- kosten van het bouwen van brandvrije ruimte waren 1 950, daar kwam bij extra metselwerk f 450, schilderwerk dat was niet in de begrooting opgenomen f,350, centrale verwarming, waartoe een besluit van den raad was f 600, aan gas en elec- trische geleidingen f 150, muur bij Goossen en de rioleering f 300 en andere werkzaam heden nog 150 en dan de brandkasten f 1000 alzoo te samen een bedrag van f3850. De heer Dekker zegt: tot de centrale verwarming is niet besloten en zal dan ook tegen den post stemmen. De^voorz. merkt op dat hiertoe is be sloten maar in een latere vergadering. De heer Moelker zegt dat het niet zijn bedoeling is om tegen den post te stem men, maar zegt: U las voor f450 voor extra werk, nu vraagt hij was dat nood zakelijk of niet, want anders is de begroo ting niet goed geweest of het is er bij gedaan. De voorz. antwoordt de begrooting is niet te laag geweest, het werk dat er bij is gekomen, was noodzakelijk. Toen men aan het breken ging waren de paneelen van de ramen rot. en moesten dus ver nieuwd worden, dit was niet te voorzien. Spr. kan dit wel precies uitzoeken, maar het is alleen gebruikt voor noodzakelijke verbeteringen. De heer Moelker zal niet tegen den post stemmen, maar zou gaarne de specificatie van een en ander willen zien. De voorz. zegt toe dit te zullen opzoeken en de volgende vergadering meedeelen. De heer Dekker zou voor willen stellen om den post met f600 te verminderen. De voorz. zegt dat dit niet gaat, want dan zou moeten blijken dat B. en W. dit uit zich zelf hebben laten verrichten en zouden het uit eigen zak bij moeten be talen. Dhr Dekker zegt het was reeds uitge geven, voordat het was uitgevoerd en dit mag niet. De voorz. ontkent dit want er moeten nu nog rekeningen worden betaald. Hierover ontstaat nog een discussie tusschen den voorzitter en den heer Dekker, waarbij de voorzitter zegt dat het nog niet was uitgegeven en dhr'Dekker zegt van wel. Dhr Overbeeke is het met den heer Dekker eens De wijzigingen worden hierna goedgekeurd, alleen tegen den post van f3859 stemde de heer Dekker. Dhr Dekker wil nog een post aan stippen, maar de voorz. zegt dat de wijzi gingen reeds waren goedgekeurd, zoodat de discussie is gesloten. Dhr Moelker meent dat dhr Dekker toch maar één post te gelijk kan behandelen. De voorz. antwoordt toch gevraagd te hebben wie tegen goedkeuring der wijzi gingen was. Dhr Dekker zegt dat het een post van weinig beteekenis was. Men gaat over tot benoeming van een onderwijzeres op de Openb. Lag. School. B. en W. hebben een voordracht ge maakt No. 1 mej. C. Smits en No. 2 mej. M. Vis. Dhr Dekker vraagt waarom de Inspec teur alleen mej. Smits maar op de voor dracht wilde hebben, daar de voordracht toch 3 personen moet bevatten. Ook vraagt spr. waarom er geen oproeping is gedaan. Dhr Moelker kan de handelswijze van B. en W. niet afkeuren. Mej. Smits schijnt hier een jaar op de school werkzaam te zijn en zooals men zegt heeft zij goed voldaan. Nu kunnen door een oproeping velen teleurgesteld worden en dan is het een nog maar een kwasie oproeping daar men bijna al iemand heeft benoemd. Spr. kan dan ook den maatregel van B. en W. niet afkeuren. Spr. acht deze manier de beste er wordt niemand teleurgesteld. Dhr Overbeeke zegt mej. Smits heeft eerst een tijd dit werk gedaan voor een appel en een ei, toen is ze tijdelijk benoemd en men hoort er niet anders van dan goed. Spr. vindt de manier van B. en W. goed. Benoemd wordt met 7 stemmen rnej. C. Smits, mej. M. Vis verkreeg 4 stemmen. B. en W. stellen voor aan G. Russcher een stukje grond in erfpacht te geven op voorwaarden zooals die ter visie hebben gelegen. Dhr Overbeeke zegt er niet tegen te zijn. Maar het schuurtje is reeds gebouwd. Ik vind dit droevig een verzoek komt in de raad en nu is het reeds seplaatst. Wij hebben dat gehad met de poort van Van Nieuwenhuijzen en dat is telkenmaal. Spr. hoopt dat B. en W. zich er aan zullen houden dat het beter is dat het eerst in den raad komt. De Voorz. vindt ook dat het niet te pas komt voordat het is goedgekeurd om te gaan bouwen, want men loopt dan groote risico. B. en W'. kunnen hier echter niets aan doen. Dhr Overbeeke zegt de man moet toch een bouwvergunning hebben. De Voorz. zegt dat is zoo, maar dat doet niets af aan de erfpacht. Spr. heeft hem gewaarschuwd als je er op bouwt en de raad keurt het niet goed, dan kunt je het gerust afbreken. Russcher heeft er echter belangen bij dat het voor den zomer klaar is, maar zoo is er bezwaar tegen. Dhr Dekker wilde dezelfde opmerking maken en vraagt of daar niets tegen te doen is op grond van de politieverordening want het is toch niet zijn eigendom. De Voorz. zegt dat er niets aan te doen is. Met alg. stemmen wordt goedgevonden het stukje grond in erfpacht te geven. Met alg. stemmen wordt goedgevonden aan W'. van Dullemen een stuk bouwgrond te verkoopen voor 12.50 per M2. Op voorstel van B, en W wordt aan gegaan een overeenkomst met den aan nemer P. van Geel, betreffende ontbinding van de met hem gesloten aanneem-over- eenkomst. B. en W. stellen in verband met de wet fin. verhouding tusschen Rijk en Gem. voor om de opcenten voor eigendommen te brengen op Met alg, st. wordt dit voi nomen. Met alg. st. wordt toegekl Ver. tot instandhouding vanl Ger. grondslag f 400 en aai met den Bijbel f180 voorschc Bij de rondvraag vraagt de' hoever het is met de regeling De voorz. antwoordt dat di» king is. Dan vraagt de heer Dekt', erfpacht van het Waterschap- is dat er onderhandelingen betreffende electrificatie en raadsbesluit machtiging is i aanbesteding van de bestral Oudelandsche straat. De voorz. antwoordt wat hi treft dat is in bewerking, ove|S weet hij niets, misschien dat j en wat het derde betreft dat volgende vergadering mededej* De heer van den Berge vrij tuintje van de gemeente wat pen, want het is er een janb^i De voorz. zegt daar voor te,, de mensehen beginnen achle,i plaats het vuil al weg te eene dag wordt het opgeruid anderen dag is het weer zoo.^ De heer Baaij merkt op dal' naren van de gemeente dan ijl gaan, want de karreman en!] dit ook. De voorz, zegt dat hier dal aan zal komen, maar het is i^ gelijk daar altijd bij te staan. De heer van den Berge vrah of het vuil van de woonwagt»1 moet dit door een particulit of moet de karreman dit doef® De voorz. antwoordt da', dt" daar niet voor is aangewezeB zou kunnen gebeuren. j,, De heer van den Berge hee® gezien dat L Jansen dit deefc dit zeer goed als het dan maa»i gebeurt, want van een beele het een gruwel. 1 De voorz. zal er over sprek® De heer van den Berge vrag naar de sloot achter den tu heer Blok, wat de bedoeling i^, dempen Als dat de bedoeling men zeer zeker last met den»i het water, daar dit dan nergeid De voorz. zegt dat het de» geeft, de menschen moeten dit1 maar vinden. Weth. Wagemaker zegt va^ er te zijn geweest met den ht' en het kan zoo niet blijven, plan om Maandag in de wethoüi dering er over te spreken. x De heer Overbeeke vraagt ol« al een andere plaats hebben vol? wagens. 'J De voorz. antwoordt ontkenifj De heer Baaij merkt op dat" gesproken had van aan den ov'B, De voorz. antwoordt dat men i wagenkamp mag maken in gemeente. ri De heer Overbeeke zal strak» der vergadering op een andere pi'1 Hierna sluiting. BUITENLAND Rusland staat deze week welii langstelling van de heele we» massaexecuties is men wel gi dezer dagen zijn er weder eeni" den gewezen czaristische zeeoff1 zonder vorm van proces, ze immers tot de vroegere bezitte^ zonder eenige vorm van proces g Thans heeft zich te Parijs eefc denis afgespeeld, waarachter meu de bolsjewisten uit Rusland vei De Russische generaal Koel» leider is van de uitgeweken mon* gezinde Russen en als zoodan* vloed heeft, begaf zich Zondag P vanuit zijn woning naar eenigej Hij is daar evenwel niet aangek geen direct al eenige ongerus wekte. Uit de nasporingen der polA. van getuigenverklaringen, is ge$» de generaal even na het veijf zijn woning in een grijze auto waarna er geen spoor meer v5 ontdekt geworden. Hij was iik, gezeten naast een Parijschen ie politie, waarvan later is geblekt?» dagen lang in de buurt op postdi j staan en geen echte politieagent ie i Voorts is uit het onderzoek k' te staan dat in de nabijheid e' gehuurd geweest door vreemdelB I thans na den aanslag zijn verd™ dat van een vooropgezet plan kan gesproken. f Vanzelfsprekend brengt menei met het geval in verband en iil de openbare meening tegen den 1>B gezant te Parijs. Intusschen is e» looning van een half millioen fra loofd voor diegenen die een spotl aanwijzen. In Duitschland zouden de con in Berlijn en andere groote pla hongerdemonstratie op touw

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1930 | | pagina 2