IERSEKSCHE EN THOOLSCHE COURANT eisjes_ PUROL NIEUWSBLAD VOOR HET EILAND THOLEN. Babies teere huid Vrijdag 4 October 1929. Zeven en veertigste jaargang len, Poortvliet, Scherpenisse, St. Maartensdijk, Stavenisse, St. Annaland en Oud-Vossemeer. EEN GOEDE BRIL A. H. STOLK, Beleefd aanbevelend, PUROL Dit blad verschijnt eiken Vrijdagavond. Ier kwartaal f0,80; met Geïllustreerd Zondagsblad f 1,37®, franco per post f 1,65 4- 15 ct. disp. kosten. UITGAVE FIRMA J. M. C. POT - THOLEN. TELEF. INTERC. No. 16. Advertentiënvan 1 tot 4 regels 75 ct.iedere regel meer 177j ct Grootte der letters naar plaatsruimte. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering. PUBLICATIEN. KEURING DIENSTPLICHTIGEN. largemeester van Tholeo maakt bekend, dat tmber eo December a.s. de herkeuriügaraad in gemeenten zitting houdt. EEN KEURING KUNNEN ONDERGAAN, slegenheid om in die zitting een geneeskundig ek te ondergaan, kan door den voorzitter wordeD aan ingeschrevenen voor den dienstplicht, die t by de land- of de zeemacht zijn ingelijfd, wel reeds daarbij zijn ingelyld, maar nog niet isiplichtige in werkelijken dienst zijn geweest, udens bijzondere machtiging van den Minister dentie worden tot het onderzoek niet toege- arsouen bestemd zijn tot buitengewoon dienstplichtige als zoodanig zyn ingelijfd 3 in 1929 tijdelijk ongeschikt voor den dienst rden verklaard; 5 als vry williger behooren tot de landmacht- gezonderd den vrijwilligen landstorm -, tot de (macht of tot de overzeesche weermacht. onderen en den wortel Baar bovende kroppen mogen elkaar niet raken. De kuil kan een meter breed en een balven meter diep zijn de lengte is naar behoefte. Vóór het inkuilen worden de bui tenste slechte bladeren verwijderd. Tusschen de kooion wordt droge aarde aangebrachttegen de vorst, als deze intreedt, dekke men met stroo of dennetakken of wel rietmatten. Bewaring van andijvie vereischt zorg. Niet ieder heeft bakken, en is dus aangewezen op kelder of schuur, waar de bewaring kan geschieden onder los stroo, als de bewaarplaats frisch wordt gehouden, droog en koud is. Wie een bak heeft, brenge de planten, met kluit opgestoken, daarin en zette ze naast elkaar. Echter niet te vroeg Auders wordt het in den bak te warm en treedt rotting in. Kou en zelfs geringe nachtvorst zal niet derenwel warmte en vochtigheid. Daarom kan men eerst vol staan 's nachts te dekken alleen met rietmatworden de nachten kouder, dan legge men de ramen op. Het oogsten der aardappelen is zoo goed als afgeloopen men brengt ze voorloopig op hoopen, om ze te laten doorrijpen, waardoor ze in smaak winnen. De overwintering kan geschieden in den kelder, die vochtig is, of inkuilen, mits de grond hoog en niet nat zij. De kuil wordt met stroo afge- IS HET BEHOUD UWER 006EN Levering van alle soorten en in alle metalen 20 38212 BRILLEN op voorschrift van H.H. Doctoren binnen 3 dagen. Horloger - Opticien, Tel. 19, Markt 259 ST. MAARTENSDIJK. STEEDS TE ONTBIEDEN andacht wordt er op gevestigd, dat personen, 0 - den vrijwilligen landstorm behooren, tot de 1 zet en ook met een stroolaag afgedektdaarna aarde kunnen worden toegelaten, zonder bijzondere er «op. In den boomgaard is de oogst nog niet afgeloopen. Niet genoeg kan men de plukkers waarschuwen voorzichtig te zijn ruwe plukkers kunnen heel wat vernielen. Zij kunnen heel wat knoppen en zelfs takken afscheuren en ook in den boom blijven vaak heel wat gokweiste takken zitten, die verschrompelen en dan een geschikte schuilplaats bieden voor scha delijk gedierte. Een zorgvuldige plukker is zijn loon waard, een ruwe daarentegen verdient zijn loon niet half. Bij het plukken der vrucht moet de beurs blyven zitten; dit is het dikke, vleezige gedeelte, waaraan de steel der vrucht is bevestigd. Hierop toch komen weer nieuwe sporen en bloemknoppen. Ook voor de vrucht is het gewenscht, dat de go- heele steel er aan blijft zitten, althans wanneer ge oogst wordt voor de tentoonstelling of markt. Voor zichtig plukken dus Beur daarbij de vruchten op in tegenovergestelde richting, dan laten ze bijna altijd op de juiste plaats los. Br. ing van den Minister. het aanvragen van keuring raadplege men )lakbiljetten. en, 28 September 1929. 31 HINDERWET. imeester en Wethouders van Tholen maken be- dat het verzoek van Matthys Geuze Jr. om teel, kadastraal bekend in sectie F., no. 1761 itor te mogen plaatsen door hen ia toegestaan. 2 October 1929. 8 38196 LAND- EN TUINBOUW. Wat elke maand te doen geeft. (Ie helft October.) Nadruk verloden. „Zie de gele bladers vallen, Met den zomer is 't gedaan." s zong de dichter in Octobermaand. En de tuinder weet het wel er mogen soms nog dagen komen, als October in het land is, oet hij op zijn hoede zijn, want te vertrouwen maand niet. Hebben we het trouwens in iber niet reeds gehad, dat 's avonds de wind omliep naar het Noorden, de lucht helder en we den volgenden morgen verrast opzagen, gevroren had En daarom heeft de ervaren zich als regel gesteld „Voor 15 October lies binnen zijn." Hiermee het oog hebbende planten, die niet winterhard zijn. Wie zich ;en regol houdt, kan zich voor groote schade ourstelling behouden. Snijdt dan nu ook uw af, een handbreed boven de knollen, en buiten in de zon goed opdrogen. Maak ze goed schoon en berg ze op een droge vorst- ilaats. Knol-Begonia's mijdt ge een paar centimeters den knol af, verwijdert er de aarde van, en 3 dan ook goed opdrogen. De overige aarde wortels neemt ge nu ook weg, zonder de 1 te beschadigen. De bewaring geschiedt in wit zand, wat voor de Dahlia's niet noodig natuurlijk ook op een droge vorstvrije plaats, ere knolgewassen, wij noemenRichardia- la-soorten, Caladiom exulentum en Erythrina ;alli dient ge te behandelen als de Begonia's, dlegrondgewassen, die volkomen winterhard lat ge nog ongemoeid, d. w. z. ge laat ze nog kt, omdat men hiermee niet te vroeg moet zijn. groentenkweeker en de huisvrouw donken nu bewaring der verschillende nog te oogsten en. In 't algemeen dient hierbij op het vol- gelet te wordende te bewaren gewassen liefst volkomen uitgegroeid zijn men kieze en variëteiten, die daarvoor geschikt zijn (duclon moeten zaakkundig zijn geoogstten kieze men de juiste en goed ui'gezochte iDteriDgsplaats. Voor het welslagen zijn noodig droogte en luchtigheid. Wie kool wil over- en, neme goede soorten alswitte kool de jele" savoye kool en de Deensche witte, en zorg voor een goede kwaliteit. Gebruikt men ie overwintering in 't groot de bekende kool- in, voor bewaring in 't klein zijn andere den. Zoowel roode als savoye en witte kool ie huismoeder bewaren in den kelder of op older, 't zij in wit zand, of opgehangen met :rop naar benedeD. deoke er aan, dat het op die bewaarplaatsen warm mag zijn, zooals dit op zonnige najaars- nog hel geval kan wezen; bekoorlijk luchten dus! |n te hooge temper tuur verliezen de bladeren krop te veel vocht. Wie tamelijk wat kooien en ze niet binnen kan bergen, kan ze inkuilen e plaats in den tuin, met de krop naar Wrijft de gesmette en ontstoken deeleu voor zichtig in met Parol, en hoodt het boidje steeds droog, door bij het verwisselen van den luier, telkens te bepoederen met Pnrolstroopoeder. Purol doos 30 en 60 ct. Tube 80 at. Purolpoeder bus 60 ct. 38206 8 LOODGLANS. Aau pruimen en in mindere mate aan appels, peren, kersen, bessen e. a. ziet men soms aan 1 ot meer takken, ook wel aan den gebeelen boom, de blaren een loodkleur aannemen. Dit wordt in de meeste gevallen veroorzaakt door een zwam, die inweudig in het hoat leeft. Een enkele maal schijnt zoo'n boom spontaan te ge nezen, sommigen beweren dat dit bevorderd kan worden door een sterke kali- of (en) stikstof bemesting. In de meeste gevallen gaat de boom echter dood. Een aangetast exemplaar blijft een voortdarend gevaar als bron van besmetting voor Uw eigen per ceel en voor de perceeleu in den omtrek eu het is daarom aan te raden tot roeiïng over te gaan. Ver nietig (b.v. door verbranding) zoo'n boom dan direct, laat hem vooral niet in de kweekerij liggen, en gebraikt hem ook vooral niet als paal, want oa afsterving van den boom stoot de zwam haar vruchtlichameo naar buiten en deze kannen in de omgeving andere boomen aantasten. Vooral is deze kaos groot, als men door sterke snoei, omëntiog ol verjonging, vele wonden heeft ge maakt want deze zwam is een echte wondpara- siet. Op 't oogenblik kan men de zieke boomen nog goed herkennen. Mocht men on tot rooien geen tijd hebben, merk ze dau direct, zoodat men ze na 't afvallen van 't blad weer terug kan vinden om ze oit te doen. Hoe eer ze er echter uitgaan, hoe beter. Is er een enkele tak aangetast en betreft het een boom waar men veel prijs op stelt, zooals dat in boomgaarden wel eens het geval kan zijn, dan kan men nog probeeren of men de kwaal tot staan kau krijgen door ampatatie van zoo'n tak en afsluiting van de wond met entwas, menie of teer. Tevens zou men dan tegelijkertijd de bovengenoemde extra bemes ting toe kunnen dienen. In den regel breekt echter het volgend jaar de ziekte weer aan andere takken nit. De meeste boomkweekers rooien aangetaste boomen wel oit, het verbranden blijft echter vaak achterwege. Er staan ook na heel wat boomen in de diverse aanplantingen die voor rooien in aanmerking komen, laat elke kweeker zijn boomen eens goed nagaan. Vooral ook moeten goed opletten die fruitkweekers, die niet in 't vak zijn opgeleid, zooals er de laatste jaren heel wat bijgekomen zijn en er gezien de toestand in den laodboaw, vermoedelijk wel meer zullen komen. Iedere afwijking moet opgemerkt worden, weet men zelf de oorzaak van het verschijnsel niet, dan vrage men raad, waarvoor het rijk zijn adviseurs steeds gratis ter beschikking stelt. 1EPENZIEKTE. Zieke iepen zijn er in den loop van den zomer weer heel wat bijgekomen. Nogmaals wil ik hier wijzen op het bericht van den plantenziekten- kundigen dienst van dezen zomer, waarin wordt aangeradeu alle zieke ook de licht aangetaste boomen te merken om ze na 't afvallen van 't blad te kunnen kennen, met de bedoeling ze dan te rooien. Redeneer dus niet als volgt: ik rooi de boomen die niets meer waard zijn, maar de andere laat ik nog eenigen tijd staan. Zeker tot ze ook niets meer waard zijn en intusschen weer andere boomen hebben besmet en zoo ver volgens. Dat zou toch wel buitengewoon kort zichtig zijn. Want het is bekend, dat eenmaal aangetaste boomen zoo goed als zeker doodgaan en het mag waarschijnlijk worden geacht, dat aangetaste boomen een min of meer ernstige bron van besmetting vormen. Merkt dus zoo spoedig mogelijk alle aangetaste boomen om ze later te rooien of rooi ze direct. De Technische ambtenaar le klasse b. d. Plantenziektenknudigen dienst J. ADEMA. PLUIMVEETEELT. Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen door de abonné's worden gezonden aan dr. te Hennepe Diergaardesingel 96a, Rotterdam. Postzegel Tan 7.5 ct. toor antwoord insluiten en blad Termeiden. PARASIETEN BIJ PLUIMVEE. DE SCHADELIJKE KOPLUIS BIJ KUIKENS. In den tegenwoordigen tijd komen er nog al veel brieven binnen die inlichtingen vragen over luizen, vooral de z.g. bloedluis, waarvan de kippen veel last hebben. Het lijkt mij daarom wel goed hierover eens een en ander te vortellen, omdat we als we gewaarschuwd zijn, veel schade kunnen voorkomen. De luizen en mijten (want de z.g. bloedluis is geen luis'maar een mijt) zijn parasieten en daaronder verstaat men levende wezens die op of in andere levende wezens leven en wel ten koste van die wezens. Het zijn dus^als^het ware kostgangers, die den gastheer op de een of andere wijze schade toe brengen. Een der gevaarlijkste parasieten hebben we al beschreven, u.1. de coccidie, die de door haar bosmette kuikens^ doet sterven. Andere parasieten b.v. lintwormen en rondwormen, die schade dat moeten we goed onibouden) te blijven, zyn vliegen in zekeren zin ook parasieten en voor de pluimveehouders zijn deze diertjes gevaarlijk, omdat ze net als malaria-muggen smetstoffen kunnen over brengen, ja zelfs loven bepaalde jeugdvormen van kippenlintwormen in bepaaldo vliegensoorten en worden dus door de vliegen de lintwormen overge bracht. Dit is natuurlyk zeer interessant en in de streken waar deze lintwormen heerschend voorkwamen, kon men er eerst absoluut niet achter komen hoe de kippen er aan kwamen. Toen men eenmaal do vliegen als de schuldigen ontdekt had, maakte men de kuikenbokkon met deuren en ramen van vliegen- gaas en was toen van de ziekte af. Lastiger worden alweer de wantsen, waarvan de naam bed wants bijv. de menschen al de schrik op het lijf jaagt. Deze vieze platte insoctjes kruipen overdag weg in allerlei reten en spleton der hokken, vooral bij de zitstokken en overvallen 's nachts do kippen on duiven die zitten te rusten. De dieren genieten geen rust, verliezen veel bloed en zijn daarom niet zoo goed in conditie als het moet. Op dezelfde wijze kunnen kippenvlooien schadelijk worden. We zien ze maar zelden omdat ze slechts kort bloed zuigen en dan snol wegspringen om zich in spleten en reten te verbergen. De maden dezer vlooien vindt men soms in vuile nesten. Als men de levenswijze dezer parasieten kent, weet men ook meteen hoe men ben te pakken kan krijgen, n 1. niet op de kippen zelf, maar in de schuilplaatsen. Dit zal ik bij de bloedluizen nog wel uitvoerig be spreken. Van veel meer belang is een groote groep onge vleugelde insecten die men „luizen" noemt, hoewel de zoölogen ons weten te vertellen dat wal wij „kippen- luizen" noemen geen echte luizen zijn, omdat hun mondwerktuigen anders gevormd zijn. Onze vogels zijn echte luizenverzamelingen. Haast elke kip heeft ze en dan nog wel in soorten. Ook wilde vogels hebben luizen. Elke vogelsoort heeft zijn eigen luizenioorten en deze luizen verlaten zelfs de doode vogels ongaarne. Het zijn ook voor ons in het laboratorium alleronaangenaamste dieren. Men kan in den tegenwoordigen tijd van het jaar baast geen doode kip beetpakken bij bet onderzoek, of vrijwel onmiddellijk ziet men een paar van die kleine gele gasten snel over handen en armen loopen. Eigenaardig is dat als men den volgenden dag den laboratoriumjas ouderzoekt, die men aan gehad heeft, dan vindt men onder de kraag een heele luizen collectie. Schadelijk zijn ze voor den mensch niet, alleen veroorzaken ze een alleronaangenaamste jeuk. Eon kip herbergt soms wel vijf soorten luizen en vooral bij kuikens kunnen ze zeer schadelijk zijn en sterfte veroorzaken de z.g. „kopluizen.". Er zijn zeker wel een 50 soorten luizen oij pluimvee bekend, als er niet meer zijn, doch ik heb me er nimmer aan bezondigd al die soorten te bestodeeren. Van practiscb belaDg voor ons zijn echter vooral de kop luizen der kuikens. Deze luizen leven werkelijk hoofdzakelijk op den kop en nek der kuikens. Ze zitten dicht op de huid en leggen hun eitjes apart tegen de veeren. Kuikens kunnen er soms ineens hard ziek van worden, alleen door deze luizen. De dieren zitten suf ineen met ruwe veeren, velen sterven er van en een heele koppel gaat er hard door achteruil* Soms kan men de ziekte genezen met inwrijven van den kop met wat vet of rauw spek, penseelen met benzine of bestrooien met tabaksstof. Deze ziekte komt meer voor dan men denkt en is onze aandacht ten volle waard. Dr- TE HENNEPE. zijn veel doen doordat zij den darm ziek maken, zelf voedsel opnemen en vaak vergiftigde stoffen afscheiden waardoor verlamming kan ontstaan, De parasieten kunnen dus in den darm, in lever, nieren, longen en andere organen leven, zijn dus inwendig levende parasieten. Ze kunnen echter ook buiten op het licbaam leven zooals luizen, vlooien en ai dat mooi goedje meer. Sommige parasieten leven steeds in den gastheer of op don gastheer, b.v. luizen, maar andere zoeken van tijd lot tijd andere plekken op zooals mijten. Om nu dergelijke parasieten met succes te kunnen bestrijden moet men hun levenswijze kennen en dan volgt daaruit vanzelf weer de bestrijdings wijze. Dit is bij luizen en mijten al heel duidelijk zooals we zien zullen. Er zijn bij pluimvee ontzettend veel* parasieten bekend, doch lang niet allen zijn ze voor ons van belang. Zoo komen er in duivenhokken kevers voor, spekkevers en meelkevers, wier larven soms de jonge duiven of kuikens aanvallen en in de huid groote gaten en gangeD vreten. Ik zelf heb echter deze ziekte nog nooit gezien, maar dit wil natuurlijk geenszins zeggen dat ze niet voorkomt. Om bij de insecten (dus dieren met zes pooten, Er is geen deugdelijker middel voor het verkrijgen en behouden van een fraaie Huid van Handen-en Gelaat dan In dooien vao 30-60 en 90 ct. Tube 80 ct 810 H S8205 m LICHTE MARYLAND BAAI 4 CT. IN PATENTVERPAKKING 36269 THOLEN, 4 October 1929. Vrijdagavond vergaderde onder voorzitterschap van deD heer W. Moelker de afd. Tholen van het Dept. tot Nut van 't Algemeen. Na lezing der notulen werd namens het Be stuur medegedeeld dat dit jaar twee Nutsavooden zullen worden gebonden en wel 11 November en 19 December. Voor deze datnms zullen aan geschreven worden de heeren W. van Cappellen en Alt. Voorts zal getracht worden nog twee andere sprekers te vinden, terwijl de heer mr. J. Dros, griffier van bet Kantongerecht alhier, heeft aangeboden een avond te vullen, waarschijnlijk met iets van Sbaw. Als Commissarissen van de Nutsspaarbank werden herkozen de heeren L. K. van Dijk en dr. P. J. Dninker. Als lid vao het Bestaur der Begrafeoisbus de be°r G. P. Eagelvaart, als comm.-leden herkozen de hb. L. W. Blaas en M. Meerman en ge kozen A. Eogelvaart. Wij deelen mede dat het Bestoof na afloop

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1929 | | pagina 1