IERSEKSCHE EM
THOOLSCHE COURANT
■I-
NIEUWSBLAD VOOR HET EILAND THOLEN.
PUROL
Sproeten komen vroeg in
Vrijdag 26 April 1929.
Zes en veertigste jaargang
en, Poortvliet, Scherpenisse, St. Maartensdijk, Stavenisse, St. Annaland en Oud-Vossemeer.
IA
an
lisjes
Schoonmaak
e fl.
het voorjaar, koop tijdig een pot
SprUt0l. Bij alie Drogisten.
Dit blad verschijnt eiken Vrijdagavond,
er kwartaal f 0,80met Geïllustreerd Zondagsblad f 1,376,
franco per post f 1,65 -f 15 ct. disp. kosten.
UITGAVE
FIRMA J. M. C. POT - THOLEN.
TELEF. INTERC. No. 16.
Advertentiënvan 1 tot 4 regels 75 ct.; iedere regel meer 17'/, ct
Grootte der letters naar plaatsruimte.
Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering.
PUBLICATIEN.
irkiezing voor de Tweede Kamer
der Staten-Generaal.
nrgemeester van Tholen brengt het volgende
therc iJcnuis.
nsdag 21 Mei aanstaande zal plaats hebben
iaatstelling voor de Tweede Kamer der Staten-
ijr van
f2.50
nam.
en dag kunnen, van des voormiddags 9 aar
jnamiddag vier aar, bij den voorzitter van
ifdsteinbareaa in den kieskring, ter secretarie
eente Middelburg, worden ingeleverd.
LIJSTEN VAN CANDIDATEN,
»eld in artikel 35 der Kieswet,
ïzellde lijst mogen ten hoogste twintig can-
worden geplaatst. Iedere lijst moet worden
kend door ten minste vijf en twintig personen,
ens de kiezerslijst, geldende op bet oogenblik
vering, kiezers zyn voor de Tweede Kamer
en-Generaal binnen den kieskring,
den naam van ieder der onderteekenaars
gemeente worden vermeld op welker kiezers-
voorkomt. Dezelfde kiezer mag niet meer
lijst onderteekenen.
indidaten moeten, met vermelding van han
n woonplaats, op de lijsten geplaatst
in de volgorde, waarin door de onderteeke-
hen de voorkeur worden gegeven,
de candidaat is een gehawde vroaw of
i, wordt zy met den naam van haar echtge-
overleden echtgenoot onder toevoeging van
jen naam, voorafgegaan door het woord „ge-
of een verkorting van dit woord.
e vermelding van een candidaat mogen de
ers geheel of teD deele door de voornamen
vervangen.
ifde candidaat mag niet voorkomen op meer
van de lijsten,
e lijst moet worden overgelegd de io art, 4
Koninklyk besluit van 12 December 1917
lad no. 692) bedoelde schriftelijke verklaring
eren daarop voorkomenden candidaat, dat hij
;t in zijn candidaatstelling op deze lyst. In-
candidaat zich boiten het Rijk in Eoropa
kan de hier bedoelde verklaring telegrafisch
gedaan en is zy niet aan het officieele for-
hierboveD bedoeld, gebonden,
rilevering der lyst moet geschieden persoonlijk
der onderteekenaars. De candidaten kannen
tegenwoordig zyn. Van de inlevering wordt
in voorzitter van het hoofdstemburean een be-
n ontvangst afgegeven.
lulieren, voor de lijsten en voor de schriftelijke
ng, hierboven vermeld, zijn ter secretarie
emeente kosteloos verkrijgbaar tot en met den
candidaatstelling.
ii, 26 April 1929. 59
376
is geen deugdelijker middel voor
et verkrijgen en behooden van een
aaie Huid van Elanden en Gelaat, dan
0, 60, Tube 80 ct.
r v<5<!
spoed
dt d<
ichaai
i »lge
g
tOD.
PLUIMVEETEELT.
Vragen, der# rubriek betreffende, kunnen door
de abonné's worden gezonden aan dr. te Hennepe
Diergaardesingel 96a, Rotterdam. Postzegel van 7.5 ct.
voor antwoord iasluiten en blad vermelden.
Voorjaar Kuikentijd.
Broedeieren en grit.
in eens zijn we uit den feilen winter in
|jjoe »orjaar terecht gekomen en pas wordt het
fl t
achter of men merkt opeeDs dat velen a)
iekum weg aan het broeden waren geslagen
ts ijs en andere misères. Van alle kanten
de klachten los over de slechte broed-
teu en ook ait Duitschlaod vernam ik van
illeode kanten dat men met 4-0 °/Q kui-
van de ingelegde eieren al heel blij «as.
weer leende zich niet voor goede broed
en al kan men met kunstmiddelen een
ereikeD, toch laat de natuur zich niet
;ec. Na de vorst een paar weken over is
de resultaten wel veel beter worden en
et zelfs weer een voordeel zijn dat tijdens
iude de kippec en vooral de eenden weinig
hebben.
broedei is eigenlijk een levend kuikentje
en reusachtige voorraadschuur aau voedsel
J ich en als de kippen tengevolge van een
leg of ondoelmatige voedering uitgeput
IDA ^an 8eveQ ZÜ het kuikentje in het ei met
voorraden mee om zich behoorlijk te
kelen. Het diertje sterft dan voor zijn tijd
itputting en de broedresultaten heeten dan
en we dos eerst bet ei eeDS bekijken, een
en r rootste wonderen der natuur. Als we over
ptie-eieren praten kijken we heel nuchter
zoo'n ei aan, en hebben het over voediugs-
-jg e, smaak, vitaminen, enz. Het is voor ons
ghter min of meer een doode
87SS
of genotmiddel en zelfs als we in verband met
het ei aan iets levends gaan denken, dan krijgeu
we er direct afkeer van en lusten het niet meer.
Daarin zijq wij, Chineezen van Europa, dan
toch eenigszins anders dan de Chineezen van
Azië, want voor hun is een der fijne delicatessen
een eeodenei dat drie weken bebroed is en
waarin dus het kuiken al bijna volwassen is.
Wij zijn wel liefhebbers van jonge haantjes als
ze geboren en gemest zijn, maar zoolang ze nog
io de schaal zitten gunnen we ze graag aan de
echte Chineezen.
Het ei is voor de vogel het middel om zich
voort te planten en bij de wilde kippen is het
ei ook betrekkelijk klein en weegt maar onge
veer 40 gram. Door kunstmatige fokmethoden
en bijzondere voeding heeft men de bedrijfs-
pluimveerassen er toe gebracht veel grootere eu
veel meer eieren te leggen eu do handel vraagt
thans al minstens een ei van 57 gram (2 Eo-
gelsche onsen).
De schaal van het ei van de wilde kippen is
lichtbruin. Vau de moderne rassen loopt de
kleur uiteen lusschen zuiver wit, bijv. Leghorns,
tot koffiebruin toe van de beroemde Barnevelders
of de Welsummers. De Aziatische rassen hebbeu
gekleurde eierschalen, de Middellandsche zee
rassen witte schalen. Er is verder nog een ge
heimzinnig ras kippen dat blauwe eieren legt,
net eeudeueieren. Deze kippen heeten Araocana-
kippen of staarllooze kippen en leven in Zuid-
Amerika. Hoewel er eenige jaren geleden heel
veel over deze kippen geschreven werd, hoort
unen er niet veel meer van tegenwoordig. Ik
heb er een paar jaar geledea eeuige gezien in
Spanje bij den kroonprins van Spanje, die de
dieren had en heb ook eeoige eieren er van
gehad. De wetenschap weet absoluat geen weg
met deze blauwe eieren daar de blauwe kleur
die bij audere vogels veel voorkoml, bij kippen
nergens ooit geconstateerd is. Het ras zelf moet
al oeroud zijn, want de eerste Spaayscho missi
onarissen, die na de ontdekking van Zuid-Ame-
rika daar kwamen, beschreveu al de kippen der
Indianen, die blaawe eieren legden. Waar deze
kippen vandaan gekomen zijn weet men niet,
daar de wilde kippen waar onze huiskippen van
afstammen, oorspronkelijk oit Indië komen en
daar nog in het wild leven. Dergelijke wilde
kippen waren in 1927 voor het eerst op een
teDtooostelliug, n.1. op de wereldtentoonstelling
te Ottawa in Canada en bon wildheid viel mij
geweldig mee. Heel wat Leghorns, Ancona's of
dergelijke dieren zijn in een kooi soms veel
zenuwachtiger.
Als een kip veel eieren legt wordt over het
algemeen de kleur der schaal lichter, vandaar
dat men dus als men van heel donkere eieren
broedt, men heel vaak broedt van kippeD die
niet veel gelegd hebbeD. Er ziju echter tegen
woordig kippen gefokt die bij een flinke leg
toch goede donkere eieren blijven leggen.
De eischaal beslaat grootendeels nit kalk en
wel koolzure kalk, dus niet zooals de beenderen
uit phosphorzure kalk. Wil meu dus met het
oog op de 8chaal?orming (bij windeieren) kalk
voeren dan geve men puinafval, schelpeD, grit
6dz., allen stoffen die koolzure kalk bevatten.
Wil men echter bij groeiende kuikens op been-
vormiog werken dan deüke men meer aan phos
phorzure kalk zooals dat in beendermeel, dier
meel, vischmeel voorkomt.
Als men over die kalk eens eveu nadenkt
komt men weer op eigenaardige gegevens. Stel
eens een kip legt 100 eieren per jaar, dan heeft
zij ongeveer eeu pond zuivere kalk geproduceerd.
Heeft men een toom van 100 kippen dan pro-
duceeren deze per jaar 50 K.G. kalk, zonder
dat men soms ergeos in de omgeving zuivere
kalk aantreft. De kippen halen deze kalk dus
uit allerlei sloffen die ze zoo hitr en daar op
pikken, zand, steentjes, enz. enz. Hiermee kom
ik nu opeens op een zeer belangrijk pont n.1.
heeft de kip steentjes Doodig in haar maag of
niet Iedereen kent het verhaal dat kippen
steentjes noodig hebben in hun maag om het
voedsel fijn te malen. Gebleken is echter bij
moderne proeven dat men bij kippen heel goed
de maag kan opeoeD, alle steentjes er uit halen
eD dan de maag weer dicht naaien en dat zulke
kippeo heel gezond verder leven. Gebleken is
dan ook dat kippeo geen steentjes noodig hebben
doch dat steentjes toch zeer gunstig werken,
want proetkippen die bijv. gewoon steentjes in
hun maag hadden, bleven hun lichaamsgewicht
behouden bij 60 gram maïs per dag per kip,
terwijl geopereerde, steenlooze kippen per dag
80 grammais noodig hadden, dus veel meer.
De steentjes bevorderen dus de vertering wel
degelijk. Nu koouen steentjes bestaan oit kiezel-
zoor, bijv. grintsteentjes of graniet eo dergelijke
onoplosbare gesteenten eu ze werken dan alLen
steentjes, marmerstukjes, schelpen enz. die uit
koolzare kalk bestaan, dan werken deze tijdelijk
als maalsteentjes om daarna in het zoutzQur der
maag op te lossen en dan als kalkbron voor
het lichaam te dienen.
Kippen hebben dan ook groote behoefte aan
kalkzooten en eeuden nog meer. Vandaar als
men kippeo of eenden eenigen tijd in een hok
geeftjmenige huisvrouw en dienstbode ruwe
en roode werkhanden. Deze worden weder
om spoedig gaaf, zacht en blank door Parol
7 37674
houdt waariu ze geen steeutjes kannen vinden,
ze als gek op steentjes aanvliegen en ze op
slokken zoodra ze daartoe gelegenheid krijgeo.
Over het algemeen noemt men deze stoffen
„grit". Grit zijn dus steentjes, schelpeD enz.
maar de echte grit (een Engelsche uitdrukking)
bedoelt alleen onoplosbare maalsteei tjes.
De grit-behoefte der kippen en eenden berust
dus grootendeels op kalkbehoefte en als gunstige
bijwerking komt daar de maalwerking bij. Voor
grit behoeft men niet vetl te betalen, meestal
is het vervoer het daurste. Neemt men gewas-
schen, gemalen schelpen dan worden deze na
tuurlijk duurder.
De dieren hebben ook oog wel bepaalde voor
keur voor grit. Zoo zitten al mijo eenden en
kippen te Volendam op een laag van ongeveer
20 cM. dik mosselen-schelpen. Dit is in rennen
een prachtige hygiënische bodembedekking, daar
zij zeer poreus is en na elke regenboi gereinigd
wordt. De dieren kunnen dos goed net zooveel
schelpen elen als ze willen. Toch voer ik in
aparte bakken gewone straadscbelpjes bij, die
door de branding min of meer fijn geslagen zijn.
Deze schfIpjes worden met graagte gegeten en
het is verbazingwekkend te zien hoe gauw de
eenden zoo'n bakje leeggegeten hebben.
Denk dus voor uw kippen en eenden aan grit,
dit is een belangrijk punt voor goede broed
eieren
Dr. TE HENNEPE.
LAND- EN TUINBOUW.
Nadruk verboden.
Controle onderzoek aan de Rijks
proefstations.
Wij hebben le V\ageningen een proefstation voor
veevoederonderzoek, een ander voor zaadcontrole,
terwijl er een derde is te Maastricht voor het onder
zoek van meststoffen. Beredeneerde verslagen zijn
thans uitgebracht over het onderzoek van monsters
in het tijdvak 1 Juni '27 tot 1 Juni '28. Ditmaal
enkele grepen omtrent het veevoeder onderzoek.
Het aantal monsters bedroeg 6566, dat was 1242
meer dan in 't vorige verslagjaar. Het aantal monsters
lijnkoek en -meel van voldoende zuiverheid bedroeg
ruim 93 procent. Als vreemde bestanddeelen werden
gevondengrondnotenmeel, sesamraee), cocosmeel,
cacaokoekenmee), grondnotendoppen, tarwestof en
opveogsel. In 3 werd Ricinus aangetroffen, in 2
schimmel, in één levende inijien.
Van de 25 monsters raapkoek waren er 5 van
onvoldoende zuiverheid, één z.g. raapkoek bleek
koolzaadkoek te zijn met veel tarwebrandsporen. Er
werden 222 monsters pluimveevoeder ingezonden,
waaronder zeer midderwaardige mengsels, b.v, één
met 11 pet. zand, een ander met allerlei doppea,
een 4-tal met veel mijten, 2 met schimmel en mijten,
enz. In de praclijk zoo zegt het verslag wordt
veelal te groote beleekenis toegekend aan bet cijfer,
dat men in gemengd pluimveevoeder voor de ver
teerbaarheid der eiwitachiige stoffen vindt.
In ander gemengd veevoeder kwamen herhaal
delijk bestanddeelen voor, die weinig of geen voeder-
waarde hebben. Zoo werden rijsidoppen aangetroffen
in 22 monsters, tot 18 pet. toe, grondnotendoppen
in 7 monsters, tot 24 pet. toe, boekweitdoppen in
3 monsters, tot 14 pet. toe, tarwebliezon in 3 monsters,
tarwestof in 5 mons'ors, maïskaf in 3 monsters, gerste-
baf in 1 monster, zand in 5 monsters. Twee monsters
werden afgekeurd als „niet frisch gd gezond",
wegens de aanwezigheid van schimmel, en 6 andere
om de vele levende mijten. Het rapport vermeldt
voorts een aantal voorbeelden van gemengde voeder
middelen, die voor een groot deal bestonden uit
bestanddeelen met weinig of geen voederwaard
Door de controleurs van den opsporingsdienst
werden 56 processen-verbaal opgemaakt togen 31
personen, firma's of vereenigingen wegens overtre
ding der wet tot bestrijding van bedrog in den
handel in meststoffen, zaaizaden en veevoeder.
Evenals in vorige jaren werd ook nu weder zeer
veel aaudacht geschonken aan de samengestelde
voedermiddelen 168 monsters werden „opgespoord".
üok in gevallen, waar geen aanleiding bestond
proces-verbaal op te maken, was bf geen samenstel
ling vermeld, bf week de opgegeven samenstelling
in meerdere of mindere ma'.e van de werkelijkheid
af. Rijsidoppen en grondnotendoppen kwamen ook
in deze monsters gemengd voedor veelvoudig voor.
uit goede voedermiddelen bostonden, kwamen ook
zeer minderwaardige monsters voor. Na waarschuwing
verboterden de betrokken bereiders dan de samen
stelling der mengsels.
In den moestuinverdeeling van
den mest in den grond.
Voor de verdeeling van den mest in den grond
geldt als algemeoue regel, dat mest en aarde go-
lijkmatig verdeeld moeten worden. Ook moet geen
lange, onverteerde, drooge stroomest in het land
komen, want vooreerst werkt zulke mest niet, en
voorts wordt de grond er door bedorven, omdat hij
dien branderig en droog maakt, en te veel het ver
brokkelen in de hand werkt. De planten staan dan
te los en hebben te spoedig last van droogte. Is
de grond echter vau zichzelf zeor vochtig en samen
hangend, dan kan deze mest nuttig zijn om de
kwade eigenschappen te verminderen. Dus goed
verteerde mest en deze goed met de aarde door
werken. De beste gelegenheid om den mest te ver
werken heeft men natuurlijk bij het spitten. Maar
de tuinman mag zich dan de zaak niet al te ge
makkelijk maken en deu mest niet bij groote
klompen onder deu grond werken, maar zoo goed
mogelijk verdeeld, wijl hij anders te lang in den
zelfden toestand blijft, zonder eenig nut te doen.
Als regol moet bij de boawerij ook gelden, dat men
zoo spoedig mogelijk resultaten wil zien, en dit
gaat natuurlijk slechts dan wanneer de arbeid goed
verricht wordt.
Zeer verkeerd is het doorgaans ook den mest te
diep in te graven. In zeer poreuzen grond kan dit
er nog even mee door, maar is de grond vast, dan
is die mest zoo goed als verloren, 't Zal wel voor
ieder duidelijk zijn, dat men zich bij 't verdeelen
van den mest in den grond ook moet richten naar
de soort van gewassen, die meD hoofdzakelijk telen
wil. Voor gewassen, welke diep wortelen, moet men
anders werken dan voor die, welke weinig onder
de oppervlakte gaan. Selderij bijv. maakt in ondiep
liggenden mest prachtige knollen en weinig wortels,
in diepliggenden mest krijgt men een verbazend
wortelwerk en slochte knollen.
Hoe dikwijls moeten we mesten en in welke hoe
veelheden 't Antwoord moet zijn: naar behoefte.
Op slecht land, dat zeer behoeftig is, moet nooit
worden gespit zonder mesten. Wordt het land twee
maal per jaar met groenten bezet, dan ook tweemaal
spitten en tweemaal mesten. Zoolang de grond te
arm is, is dat volstreki niet te veel. Is zulke grond
na eenige jaren klaarblijkelijk veel beter, dan is
éénmaal mesten voldoende. Voor sommige cultoren
is ook éénmaal mesien te kostbaar.
Bepaalde regels, hoe dikwijls men mesten moet,
kunnen niet worden gegeven, 'l Moet zich regelen
naar de - omstandigheden, en met de eischen dier
omstandigheden moet mon op de hoogte zijn, anders
schermt raenMn het wild. Gewone, goede tuingrond
kan om de twee jaar bij gedeelten afwisselend worden
bemest; zeer'goede, vette tuingrond wordt om de
drie jaar bemest. Evenwel bedenke men, dat een
beetje meer beter is dan te kortwat onttrokken
wordt aan den grond, moet in elk geval worden
teruggegeven, en bovendien iets meer tot verbetering
van den grond. Gemiddeld rekent men, by gebruik
van stalmest5 K.G. op één vierkanten Meter.
7 37675
Wenken en mededeelingen.
Bacon (licht gezouten en gerookt, mager spek)
wordt in Engeland zeer veel verbruikt. Wel 99 0/q
der daar iugevoerde massa komt uit de landen
Denemarken, de Vereenigde Staten, Canada en Neder
land. Vóór den oorlog waron de Ver. Staten de
belangrijkste importeurs, dit ia veranderd ten gunste
van Denemarken. Nog in 1922 stonden de Ver.
Staten bovenaan, terwijl in 1927 de Deensche in
voer 8, zegge achtmaal zoo groot was als die uit
de Ver. Staten. Denemarken alleen leverde 60 0/Q
of 3/g van den totalen invoer. Do afzet is in dat
land dan ook uitnemeud geregeld er zijn behalve
14 particuliere een 50 tal coöperatieve exportslachte
rijen bij de laatsle zijn 70 pCi. der Deensche
boeren aaDgesloten, die te zamen drie vierde der
geslachte varkens leveren. Het Deensche bacon maakt
geregeld door op de Engelsche markt een 2 tot
5 cent hoogeren prijs per 1/2 Kilo dan ons product.
Meu wil dan ook op dit gebied bij Denemarken in
de leer gaan, er is dan ook reeds studie gemaakt
van de mesterij, slachterij en afzet aldaar, en in
verschillende deelen van ons laud (Brabant, Limburg
en Drente Friesland reeds vroeger) is ook al een
aanvang gemaakt met den coöperatieven afzet. Voor
de provincies Gelderland en Üverijsel is de zaak in
voorbereiding, d. w. z. men wil daar 750 duizend
gulden doen bijeenbrengen door landbouwers, ver
eenigingen en leenbanken, om dan ook een export-
slachierij met vleeschwarenfabriek le slichien. Men
zil Dog midden in de propaganda, welke aanvan
kelijk evenwel een zeer goed resultaat oplevert.
De Ver. van Oud-leer ingen der Meppeler Land-
bouwwinterschool heefi proeven genomen mei het
bestrijden van onkruid, en daarover rapport uitge
bracht Dat rapport vermeldt hei volgende