Heijboer daar van staat te kijken, hij weet toch dat een gem.-opzichter in een kleine gemeente, wanneer die uit dezelfde ge meente is, niet zooveel kan zeggen als iemand uit een ander gemeente en daarom zou spr eerder stemmen voor iemand bui ten de gemeente. Spr vindt dal er geen motieven zijn om dhr-Vriens achteruit te stellen. Hij is er dan ook voor hem weder voor 2 jaar te benoemen en zou hij niet voldoen dan kan men altijd nog zien, men moet thans roeien met de riemen die men i heeft. Dhr Heijboer had meer gesproken op de fin. aard. Zijn standpunt is wanneer de gemeente geld uitgeeft het dan in de ge meente te houden. Hij trekt echter zijn voorstel in. Weth. Daane wil nog opmerken dat B. en W. op het oogenblik als het gaat niets buiten de gemeente brengen, maar het is niet goed de gem.-opzichter op een lijn te stellen. Het voorstel van B. en W. in stemming gebracht wordt aangenomen met alg. st. Met 6 tegen 1 stem blanco wordt her benoemd als regent van het alg. armbest. dhr J. Aarnoudse. Ingekomen is een schrijven van dhr C. de Wilde schilder betreffende niet uitge voerd werk in 1927. Spr zag zich gaarne i deze kwestie schadevergoeding toege- .end of anders in zijn eer hersteld. De voorz. licht de zaak toe. In 1927 moest de school geschilderd worden en dit is gegund aan de Gebr. de Wilde. In de vacantie begon de Wilde alleen. In het begin zag hij geen kanslom de muren af te schrabben en zocht iemand een werke- looze die hij niet kon vinden. Toen hebben wij hem de gem. werkman gegeven en die moest hij betalen, dat is gebeurd. Hij is toen doorgegaan met schilderen tot dat het achterlokaal gereed was. Toen moest hij naar bet voorlokaal waar hetzelfde moest gebeuren. Het ergste kwam toen aan. De Wilde gaf kennis dat hij overal naar een knecht geinformeerd had, maar er geen kon krijgen. Zijn broer kon wegens huise lijke omstandigheden hem niet helpen. Spr is toen om weth. de Rijke gegaan en tegen hem gezegd, dat de Wilde geen knecht kon krijgen. Hij heeft hem toen gevraagd mee te gaan om te zien wat er te doen is en of de zaak klaar komt. Zij hebben toen met de Wilde gesproken en deze heeft voetstoots afstand gedaan van de geheele gang. Dhr de Rijke bevestigt, dat dit de waar heid is, zoo is het gebeurd. Weth. de Wilde merkt op dat de voorz. het op het oogenblik anders gezegd heeft ,i dan in het begin op de wethoudersverga- f dering toen is gezegd dat hij afstand gedaan heeft van het schilderwerk. Maar dat was niet waar want het was alleen de gang. De voorz. heeft het op de wethouders vergadering gezegd dat kunnen de notulen uit maken. De voorz. verzoekt dhr de Wilde de notulen van de wethoudersvergadering te laten rusten. Weth. de Wilde zegt als ze niet recht vaardig zijn dan moet u ze niet teekenen. De voorz. antwoordt dat zeg ik niet, maar dat is de zaak niet. Weth. de Wilde zegt er is conferentie geweest met de Wilde en dhr de Rijke en toen is er gezegd dat er een briefje is in gediend en dat is nooit op de wethouders vergadering geweest. De voorz. antwoordt dat kan wel aan den burgemeesler gericht zijn, maar spr. weet dat hij vrij is. De heer de Rijke bevestigt dit. De voorz. zegt het is zoo eerlijk mogelijk gegaan, De heer de Wilde Irekt dit in twijfe'. De heer de Rijke zegt dus wij zijn leu genaars, dat vind ik niet mooi. Weth. Daane vindt het een moeilijke kwestie. De heer de Rijke interrumpeert niets moeilijk. Weth Daane zegt er is een opgaaf en een brief ingediend en nergens is gebleken dat ze er waren, niet op een van de wet houdersvergaderingen is er over gesproken. In 1928 is een onderzoek ingesteld naar het geval met schilder de Wilde toen er kende de voorzitter dat er een brief inge diend was, in een daarop volgende ver- j gadering zeide hij dat er geen brief was ingekomen maar een briefje, maar wist niet waar het gebleven was. Het is ja, ja en neen, neen en hoe de zaak zit weten we niet. De voorz. antwoordt zooals hij gezegd heeft is het, dal is de waarheid. De Wilde heeft ingeschreven en toen hij het overgaf is het gegeven aan den schilder die het vorig jaar de nieuwe school heeft geschil derd en wel voor denzelfden prijs. Weth. Daane wil de waarheid achter halen. Er was een opgaaf en een briefje aanwezig, er is toen naar gevraagd en u hebt geantwoord dat ge het op tafel had laten liggen op de secretarie, men zou dus kunnen denken dat de secretaris het ver bloemd had, maar die weet nergens van. Wethouder de Wilde zegt zoo staat het er.bij. De Wilde is hier geweest om zich te verdedigen. Nu zegt de burgemeester j dat hij gelijk heeft en dat is niet zoo. B. en W. zijn aan het kortste eind, want er waren tegen de argumenten niets in te brengen. De heer de Rijke zegt: men kon er geen woord tusschen krijgen. De heer Vermet merkt op dat het spij kers op laag water zoeken is. Weth. Daane ontkent dit, het gaat, om het recht. De heer de Rijke we worden dus beiden als leugenaars aangemerkt. Weth. de Wilde stelt voor om aan C. de Wilde f5 schadevergoeding toe te kennen. De voorz. waarschuwt de leden voor dit voorstel. De heer Mees vraagt of die afstand door de Wilde mondeling of schriftelijk is gedaan. De voorz. antwoordt mondeling. Weth. Daane merkt op dat hij altijd een neutraal steunpunt heeft ingenomen. Hij beticht niemand van onrechtvaardig heid. De voorz. ontraadt het voorstel beslist. De heer Heijboer vraagt waarom de voorz. het ontraadt. De voorz. antwoordt omdat de Wilde zonder eenig voorbehoud afstand heeft gedaan van den gang en dus geen verhaal meer had. De heer Heijboer zegt ik hoorde weth. Daane zeggen het is een warwinkel, maar hij wilde vragen heeft de gemeente er schade bij gehad. De voorz. antwoordt van niet. De heer de Rijke vindt dat de wethou ders met geld gaan gooien. Men had vroeger 12 knoopen voor een cent en nu betalen jullie ter waarde van een knoop belasting, zoodat het alles drukt op anderen. De heer Heijboer vindt het een moeilijke zaak, hij zal echter voor stemmen, want die man moet in zijn eer hersteld worden. Het voorstel om de Wilde f5 schade vergoeding te geven wordt aangenomen met 5 tegen 2 st., die der hh. Vermet en de Rijke. De heer den Engelsman vraagt of het nu misschien onder art. 70 der Gemeente wet naar de Kroon gaat. B. en W. stellen voor om voor hen die vragen gratis buizen ter beschikking te stellen. De voorz. licht deze zaak nader toe. B en VV. hebben gemeend dit te moeten doen in het belang van de gemeente en ter verruiming van de straten.Wanneer iemand een sloot dempte en legde daar buizen in dan werden die gelegd tot op de vasten bodem en dan lagen die buizen te ondiep en kan het water niet goed wegioopen. Dhr Heijboer zegt er moet een raads besluit genomen worden om gratis buizen beschikbaar te stellen voor hen die aan vraag doen. Spr heeft in de stukken ge zien dat er in 1903 reeds zoo een raads besluit is genomen en dus moet dat eerst ingetrokken worden om dit besluit te nemen De voorz. antwoordt dat er in die tusschen- lijd al besloten is geen buizen meer te geven. Dhr Heijboer zegt in 1903 is dat raads besluit genomen en in 1904 heeft spr zijn woning gebouwd. Toen is hij door B. en W. voornamelijk door weth'. van Gorsei verplicht de sloot voor zijn woning te dempen en te rioleeren. maar heeft de buizen zelf moeten koopen toen is dat raadsbesluit al verkracht. In 1905 zijn er woningen gezet aan de Kalisbuurt, die menschen hebben ook al de buizen moeten koopen ze werden niet gegeven. In 1927 heeft Jobse zijn sloot gedempt en ook geen buizen gehad. Mevr Staal, van Dort, Rom- bouts en nog meer zou spr er op kunnen noemen die geen buizen gehad hebben dus is er niet goed gehandeld. Spr zou goed vinden dat die menschen daar een beetje voor vergoed werden, want de een burger wel krijgen en de ander niet dat vindt hij meten met 2 maten. Spr kan dan ook niet met het voorstel meegaan. Hij heeft erin de vorige vergadering nog op gewezen, dat die slooten aan den polder behooren. Ook kan men zien wat een modderpoel het is op de plaatsen waar de slooten dicht zijn en juist waar het nog sloot is, is de weg zoo goed, spr is er dan ook voor de slooten maar open te laten. Voor dat de sloot gedempl was bij de machineloods van Rijstenbil liep het water op zijn siuk land goed weg, maar thans niet meer want de buizen zitten geregeld vol slijk. Spr zou bijna verplicht zijn daar een molentje te gaan zetten. De voorz. zegt het gaat toch niet om buizen te geven aan een huis buiten de gemeente. Dhr Heijboer zegt dat is toch ook pol dersloot. De voorz. antwoordt in de Kerkweg is het verkeersweg. Dhr Heijboer zegt als ze de heiningtjes zetten wordt de weg toch niet verbreed. Het is een alg. belang maar bet landbouw belang mag ook niet vergeten worden, want dat lijdt ook als het water slecht weggaat en dat is schadelijk voor het land. Weth. Daane is het volkomen eens met den voorz. Als er een besluit is vanaf 1903 dan kan hij er mee meegaan dat er niet j goed gehandeld is, maar de Ger. Kerk beeft wel buizen gehad in 1926 toen ze beeft aangevraagd. Nu hebben tijdens dat spr weth. is Jobse, Mevr. Staal en v. Dort ook de sloot gedempt, maar spr weet per tinent dat zij nooit om buizen hebben ge vraagd. Jobse e.a. hebben alleen gevraagd om de sloot te dempen. En om nu voor te stellen dat die menschen die het reeds gedaan hebben te vergoeden dat zou spr buiten beschouwing willen houden, als die menschen dat willen dan komen ze later maar met een verzoek en dan kan de raad ja of neen zeggen. Dhr Heijboer merkt op dat hij het punt heeft toegelicht want hij heeft het Jobse zelf hooren zeggen. Het is een ware modderpoel en een onhoudbaren toestand. Spr heeft het naar voren gebracht om te wijzen op de onbillijke handeling de een wel de ander geen buizen te geven. Spr acht het niet noodig een ander be sluit te nemen daar het besluit van 1903 er is. De voorz. antwoordt dat het reeds ver scheidene keeren is gewijzigd. In het be lang van de gemeente acht spr dat de Kerkweg gerioleerd wordt en dat is ook in belang van de gezondheid. De heer Heijboer gelooft dat dat een duur zaakje voor de gemeente zal worden. Het is over een lengte van 2 a 300 M. en dan een put en die rekent spr. ongeveer op f50 per stuk, dat is al f250. Weth. Daane merkt op dat volgens het gezegde van den heer Heijboer de ge meente zich op een gevaarlijk punt begeeft omtrent de slooten van den polder. Spr. vraagt of de heer Heijboer kan zeggen waar er dan slooten van de gemeente liggen. Spr. weet echter zeker dat de ge meente die niet heeft, dus de slooten die gedempt zijn, zijn van den polder. De heer Vermet weet niet van het be sluit van 1903. Maar in de jaren van '1910 tot 1915 is er een besluit genomen om buizen beschikbaar te slellen voor de Molenstraat. Later is dat besluit weer ingetrokken en werden er geen buizen meer gegeven. Nu heeft spr. nagegaan dat in het Kerkwegje waar het gedempt is een modderpoel is en waar de sloot niet gedempt is daar is de weg goed. Er zal dus in de toekomst waar die sloot gedempt werd kolossaal gewerkt moeten worden om dat te voorkomen. Het beste is dat met goten. De voorz. antwoordt de oorzaak is dat de weg langs de sloot hooger opgereden wordt als de sloot is. Wordt nu de Kerk weg geheel gerioleerd dan kan de weg gelegd worden in de richting van de ver- laatput en dat kan op 't oogenblik niet. De heer Vermet gelooft dat er hard voor moet gewerkt worden want anders wordt het een modderpoel. Weth. Daane is het hier volkomen mee eens, maar het staat vast als er gerioleerd wordt de weg ook verlegd moet worden en hij wordt dan ook breeder gemaakt. Dit is de bedoeling die bij B. en W. bijzit. De heer Vermei meent dat het een mengelmoes zal worden, hier breed en daar smal. Want aan 't eind is de sloot diep en zal men niet spoedig dempen wegens de kosten. De heer den Engelsman bevestigt dit. De voorz. zegt dat is de bedoeling om weg te nemen. Weth. Daane respecteert de woorden van den heer Vermet en den heer den Engelsman dat die sloot diep is, maar als spr. zich niet bedriegt, dan zitten ze te wachten om toestemming om te dempen, En wat betreft de groote kosten, als die menschen aan hun patroon één dag of anderhalf vrij vragen en of zij een kar en een paard mogen gebruiken, dan is de patroon niet onwillig. En dan is er slijk genoeg op de haven van de peeën, dat kunnen ze gratis bekomen, want wij zijn blij genoeg als we er af zijn, dan wordt het een gezonde toestand. De heer Vermet weet niet of het waar is want er is nog land tusschen. De heer de Rijke vraagt of er geen be grooting is opgemaakt wat dat zou kunnen kosten, want het werk zal vroeg afgeloopen zijn en dan krijgen wij de werkloozen ook weer en spr. gelooft dat het weezen- armbestuur niet veel kan geven, daar dienen wij rekening mede te houdeu. De voorz. zegt wij geven niet anders dan buizen. De heer de Rijke vraagt en de putten dan? De voorz. antwoordt die moet de ge meente leggen. De heer Vermet dringt er op aan als de sloot gedempt is een gelijksoortige heining té plaatsen en niet zooals thans. De heer de Rijke vindt het een schan daal nu. Weth. Daane zegt B. en W. zijn van plan het zoo kalmpjes mogelijk aan te pakken. De heer de Rijke hoopt dat men dan half in niet blijft steken, b.v. daar bij de kerk. De heer Heijboer meent als de sloot dicht is het klachten zal regenen. Het voorstel van B. 'en W. in stemming gebracht wordt aangenomen met 6 tegen 1 st. die van den heer Heijboer. De heer Heijboer wil nog opmerken nu het is aangenomen bij demping de heining op de helft van ce sloot te zetten dan is het verbreeding van den weg. De voorzitter zegt juist naast de ligging van de buizen, want anders is het moeilijk wanneer de buizen eens opgegraven moes ten worden zouden de heiningen eer moeten worden weggedaan. A Met alg. st. wordt besloten een reken courant aan te gaan met de bank van N Gemeenten maar in plaats van f7000 f5000. Ingekomen is een schrijven van het ge meentebest. van Axel inhoudende een ver zoek om adheasie te betuigen aan een adres dat het gezonden heeft aan Ged. St. betreffende herziening van de salarissen., van Burgemeester, Secretaris en Ontvr-n- gers in dalende tijn. B. en W. stellen voor adheasie te beftuigen De voorz. zelf is voor kennisgevi .ng aan te nemen. Met op een na alg. st. wordt besloten a< heasie te betuigen, tegen dhr de Rijke Met alg. st. worden aan de hhv M. P. A. den Engelsman en M. A. Vermet; onthef fing verleend van schoolgeid en aan Joh. Lindhout Az. van hondenbelasting?- De voorz. deelt mede dat door het ont slag van dhr Van den Ende op I iDec. a.s. een onderwijzer met hoofdakte moe .st wor den benoemd als waarn. hoofd, ma.ar daar zij geen onderwijzer met hoofdakte hé&ben, hebben zij dhr Rijnberg benoemd ais waarn. hoofd en daar de klasse van dhr Rijnberg vacant kwam, hebben zij Lenoemd als tijd. onderwijzer dhr Van Dijke. B. en W. stellen voor om aan dhr Rijn berg f30 per maand boven zijn traktement als belooning te geven en aan dhr Van Dijke een belooning van f 50 per maand. Dhr Heijboer vindt het tracteinent van dhr Van Dijke nog al aan den lagen kant. Spr gelooft dat het een goed onderwijzer is en vindt f50 niet veel. De voorz. geeft toe dat het niet veel is, het is tijdelijk. Dhr de Rijke vraagt wat hij op Scher- penisse had en was er niet tegen om dan hetzelfde te geven, hij vindt het een klein beetje. Dhr Den Engelsman zegt laten wij niet naar een andere gemeente kijken, het loon is zeer weinig. Weth. Daane zegt wij hebben die salaris- kwestie in de weth.-vergadering besproken. Dhr Rijnberg heeft als onderwijzer het be drag volgens de wet en als hoofd zou hij een ander bedrag ontvangen. Nu is Van Dijke aangesteld als volontair en volgens de wet behoeft men niet te betalen. Nu hadden B. en W. gedacht bet restant dat nu overblijft van het salaris van een hoofd te geven aan Van Dijke. Spr staat echter niet op dat bedrag, wil de raad iets meer geven hij kan er zich bij neerleggen. Spr stelt voor daar dhr Heijboer nog twijfelde het bedrag te verhoogen met f 10 en te brengen op f 60. Dhr Heijboer stelt nu voor te verhoogen met f25 en te brengen op f75. Weth. Daane zegt nu ik f 10 genoemd heb komt u met dit voorstel spr kan er echter mee meegaan. Daar het voorstel van dhr Heijboer het verststrekkendst is komt het eerst in stem ming en wordt met alg. st. aangenomen. Bij de rondvraag vraagt dhr Heijboer of de voorz. aan de N.V. Water!. Mij wil verzoeken om de groote putten te lichten voor zijn woning. De voorz. antwoordt dat hij zal onder zoeken of de termijn nog niet verloopen is anders zal hij de gem. werkman het laten doen. Dhr Vermet vraagt of het niet mogelijk is 's avonds niet meer te vergaderen. De voorz. antwoordt dat er een raads besluit is dat er 3 avondvergaderingen zouden gehouden worden. Weth. Daane zegt ik ben de eerste ge weest die dhr Pollie indertijd steunde bij zijn voorstel van avondvergaderingen. De avondvergadering was omdat enkele leden in de peecampagne over dag geen tijd hadden. Spr zal echter meegaan wanneer het voorstel komt om geen avondvergade ringen meer te houden, Weth. de Wilde kan er ook mee mee gaan indien de voorz. er rekening mee houdt om in Sept., Nov. één vergadering des avonds te houden, omdat spr wel eens verhinderd is 's morgens. De voorz. zegt toe dit te doen. Een vol gende vergaderibg zal ik met een voorstel komen om het besluit van avondvergade ringen in te trekken. Hierna sluiting. Kerknieuws. Ood-Vossemeer. Woensdagnamiddag werd in de Ned. Herv. Kerk op prettige wijze door een talrijke kinderschaar, onder leiding van mej. J. Pollie, onderwijzerea aan de School met den Bijbel, het Kerstfeest gevierdde kioderen werden rijk onthaald, terwijl ook vele onder* daarbij tegenwoordig waren. In de Ger. Kerk werd Woensdag tot onderling verkozen de beer J. Stelwagen, in de plaats van G. Lindhout, die dezer dagen de gemeente verlaat, en tot diaken de heer Anth. Bevelander, in de plaats vau M. Kunst, die wegens ouderdom bedankte.

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1928 | | pagina 4