Tweede Blad.
VAN VRIJDAG 19 OCTOBER 1928.
Ml
Wat elke maand te doen geeft.
Nadruk verboden
(2e helft October.)
(In moes- en bloemtuin, keuken en kelder.)
Wat nog in den hof staat wordt thans geleidelijk
innengehaald, behalve wal buiten overwinteren of
Ithans eon tamelijke vorst trotseeren kan, zooals
joerenkool, spruitkool en Bloemendaalsche gele,
Ha|ie men opsnijdt, wanneer men ze voor de kenken
oodig heelt. Wat geoogst wordt, moet zorgvuldig
;ol:
LAND- EN TUINBOUW.
k.
m
P'.
ial1
si
uil 'orden bewaard, opdat men er zoolang mogelijk
an profheeren kan. Wortelen, bieten, schorseneeren,
t algemeen knol- en wortelgewassen, bewaart men Jt
te in droge kelders, in wit zand. Men legt eersi een
lag wit zand, daarna een laagje groenten, vervol-
ens een laag zand enz. Is men niet in 't bezit
an een kelder wellicht, dan kunnen de groenten
ok buiten in kuilen bewaard worden. Men grave
an een voet diep den grond weg, en legge dan de
roenten op dezelfde manier als in kelders, goed
witte zand. Dan wordt er een mat of stroo
JPo^Q&d» en daarna ophoogen met gewone aarde,
j0' 5ó, dat de kuil bolvormig wordt en dus het water
r af kan loopeu. Bij strenge vorst wordt de kuil
edekt met bladeren (loof) en wel zóóveel dat men
vertuigd is, dat de vorst niet tot de groenten kan
oordringen.
Om witte kool te kunnen bewaren, is een eerste
kctereischte, dat ze onbeschadigd, dus niet gekneusd
Kool, uit eigen tuin gesneden, komt daardoor
[éér in aanmerking, dan die, welke is aangevoerd,
erder moeien de kooien behoorlijk vast en groot
jn te vast en te groot is echter ook mogelijk.
3cPe bewaring moet plaais hebben op eon koele, doch
—«orstvrije, droge plaats. Misschien is in een kelder
in de schuur zoodanige plek te vinden. De kooien
orden dan aan de stronk opgehangen. Van belang
dat de kooien op gezette tijden worden nagezien,
zich ook rotte plekjes vertoonendeze worden
vofrect weggesneden en de betreffende kooien het
'tst verbruikt. Ook de kooien kan men inkuilen,
worden van do grootste buitenbladeren ontdaan
op een hooge, droge plaats in den hof zóó diep
den grond geplaatst, dat de stronk er boven
isteekt. Bij strenge vorst wordt een bedekking
6t stroo of ruigte aangebracht.
Uien bewaart men op een droge plaats; sjalotten
enzoo. Voratvrij behoeft deze bewaarplaats niet te
zijnals ze maar droog liggen. Prei en selderij
(struik) kaD men buiten opkuilen en met wat boom
bladeren bedekken, die bij niet-vriezend weer moeten
worden verwijderd. Knolselderij wordt in wit zand
gekuild, zoodat men de oudereinden der knollen
met de kleinste helft in 't zand plaatst de rest
blijft ougedekt. Van het loof der selderijknollen
wordt een weinig behouden, gewoonlijk het binnenste
hartje. Van alle andere wortel- of knolgewassen
wordt het loof verwijderd.
Alleen bij bulten mag hef, eer men ze opkuilt,
niet worden afgesneden, maar moet dit met de hand
worden afgedraaid. We willen nog iets zeggen over
enkele in den hof staande groenten. Als van de
wortelen het loof zoo slecht begint te worden, dat
men ze daaraan niet uit den grond kan trekken
dan is het goed ze te rooien. Men licht ze eerst
wat op met de greep, waarna ze met de handen
uit den grond worden gehaald. Hoewel de spinazie
niet geheel bevriest, kan ze toch door vorst en
scherpe wind veel lijden. Dit kan men nog veel
voorkomen door er wat droog loof (bladeren) over
te strooien, bij voorkeur beukenbladeren, omdat deze
niet zwaar op de vrucht liggen. Er worden nu
telkens als men ze noodig heeft de grootste bladeren
afgepluktde kleine bladeren kunnen dan nog
groeien zoo het geen vriezend weer is; in het laatst
groeien ze niet meer, maar dan zal de bladbedek
king hun toch ten goede komen.
Hebt u brocoli (een soort bloemkool,) zooals we
u hebben aangeraden, gezaaid en later verplant
Zoo ja, dau moet u ze naar binnen brengen en
plaatsen, zoo mogelijk, in een kouden bak onder
glas. Goed en veel luchten is een vereischte en
vooral vorstvrij houden. Plaats ze in den bak niet
al te dicht onder elkaar, want ze groeien den ge-
heelen winter door en vragen dus een weinig ruimte.
In 't voorjaar zullen er koobjes in komen, welke
men een weinig dekt door er een blad van de
kool op te leggen, omdat ze anders door zou en
scherpe lucht bruin zouden worden door eenige
bedekking houdt men ze blank. Aldus kan men
vjoeg kloemkool hebben, want ze is even goed van
smaak als de gewone bloemkool.
Om dezen tijd gebeurt het veel, dat hel des nachts
vriest en daarna weer regent. Hierdoor heeft de
andijvie meer te lijden, ze wordt dan zwart in 't
hart en gaat spoedig rotten. Zooveel mogelijk moet
men thans zorgen, dat bij droog weer de grootste
struiken worden opgebonden, de vorst heeft er dan
niet spoedig vat op, omdat de struiken dan gesloten
zijn. De struiken welke men te klein vindt om
opgebonden te worden, kunnen het beste bewaard
worden onder glasze worden daarvoor uit den
grond opgehaald als ze goed droog zijn. Men zet
ze dan in een bak met de wortels, maar ook niet
meer in den grond en tegen elkander aan. De
ramen worden dan van onder en boven op lucht
gezet, waardoor de groente goed droog blijft. Als
het meer gaat vriezen, dan de bak 's nachts dicht
leggen en vorstvrij houden.
De nieuwe noten zijn er; ze zijn een goed en
versterkend voedsel, vooral voor hen, die lijden aan
bloedarmoede, bleekzucht, scrofulose (klierachtighoid)
vermagering, enz. Twee malen daags 6 tot 8 groote
walnoten, geven spoedig een gunstige uilwerking
te zien aan de frisschere gelaatskleur en een don
kerder rood der lippen.
PLUIMVEETEELT.
Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen door
de abonné's worden gezoaden aan Dr. te Hennepe,
Diergaardesingel 96a, Rotterdam. Postzegel ran
71 2 cent voor antwoord insluiten en blad vermelden
Wat er in kan zitten. Over eieren en bacteriën.
Nu ik toch over eieren bezig ben wil ik eens
een korte beschouwing wijden aan een vraagstuk
dat al heel wat pennen in beweging gebracht heeft
en dat blijkens de vragen, die mij herhaaldelijk op
lezingen gesteld werden heel wat menschen interes
seert. Bovendien is dit vraagstuk werkelijk van heel
groot belang uit een oogpunt van eierconsumptie,
volksgezondheid en economische pluimveehouderij.
Om dat direct maar duidelijk te maken formuleer
ik de meest voorkomende vraag even heel kort.
Gebleken is dat een aan tuberculose lijdendo kip
eieren kan leggen die van binnen tuberculosebacillen
bevatten. Zijn zulke eieren gevaarlijk om op te
eten (eierconsumptie, volksgezondheid) Pluimvee-
tuberculose komt nog al vrij veel voor, is dit een
schadelijke ziekte van den pluimveestapel? (econo
mische pluimveehouderij.)
Nu zie ik meer kans om over een dergelijk
probleem twintig artikelen te schrijven dan een paar,
doch oDze lezers, die zoo eens in de week wel eens
wat over kippeijes willen lezen in een gemakkelijk
opneembaren vorm, zouden er toch smakelijk voor
bedanken, week in, week uit over eieren en bacteriën
doorgezaagd te worden. Dus moei ik mij beperken
tot slechts heel enkele punten.
We moeten dan weten dat een normaal ei van
binnen bevat een dooier, eiwit en schaal vliezen.
Over elk dezer deelen laat zich weer heel wat
zeggen, om echter zoo kort mogelijk te zijn ver
meld ik alleen dat de dooier gevormd wordt in den
eierstok. Zoodra zij haar volledige ontwikkeling
gekregen heeft in een soort blaasje dat veel bloed
vaten bevat, barst dit blaasje en wordt de dooier
geduwd in de trechtervormige opening waarmede
de eileider begint. Als men een kip die aan den
leg is opent ziet men deze dooierblaavjes als druiven
aan een tros hangen en ziet men ook duidelijk op
elk blaasje een witte streep van ongeveer 16 m.m.
lang en 2 m.m. breed. Hier zitten geen bloedvaten
en hier scheurt het blaasje open om den dooier uit
te laten. Scheurt het vliesje niet op de goede plek
dan komt er bloed aan de oppervlakte van den
dooier en ziet het ei er dus later bij opening on
smakelijk uit. Zelfs kan de bloeding zoo sterk zijn
dat de kip inwendig verbloedt en sterft. De dooier
wordt nu door den eileider geschroefd als het waro
en daar worden verschillende lagen eiwit om af
gezet. (Het publiek denkt wel dat het eiwit een
massa is doch dit ia niet het geval. De lagen zijn
zelfs gescheiden door heele teere bijna onzichtbare
vliesjes, die echter aan de polen van den dooier
door de wentelende beweging ineen gedraaid
worden als een touw en als de z.g, hagelsnoeren
zichtbaar zijn. De laatstgevormde vliezen zijn veel
dikker en liggen aan den binnenkant der schaal,
die uzich in de z.g. kalkklier rondom het buitenste
vlies afzet.
Nu kan er op den langen weg die het ei in den
eileider die ongeveer een halve meter lang is af te
leggen heeft heel wat gebeuren. Ten eerste kunnen
in den eileiderwand ook bloedvaten springen en
komt er dus bloed iu het eiwit. Soms stolt dit bloed
tot stukjes en als het ei dan gekookt wordt, denken
de menschen dat er stukjes lever (omdat de kleur
daarop gelijkt) in het ei zitten. Sommige kippen
doen dat geregeld en daar dergelijke eieren zeer
onsmakelijk er uit zien kan men ze beter slachten.
Gekker wordt het als zich in den eileider vreemde
voorwerpen bevinden. Dit kan gebeuren doordat
van uit den darm wormen in de cloaka komen en
vandaar weer in den eileider of doordat door allerlei
onbekende oorzaken stukjes stroo, insecten (soms
meikevers) in den eileider dringen. Bij opening
vindt men dan in het ei tot zijn verbazing wormen
stukjes hout, enz.
Dit alles is natuurlijk ook Dog zeer onschuldig,
maar als we nu eens gaan donken over wat ik in
het voorjaar schreef over de witte diarrhe der kuikens
en hoe bij deze ziekte de bacillen in den dooier
zitteD en zoodoende do broedeieren de ziekte over
brengen, dan komen we op een heel wat gevaarlijkej
terrein, n.1. dat van bacteriën in eieren.
In normale gevallen bevat dooier en eiwit geen
bacteriën. Wel kunnen bacteriën vanuit de cloaka,
net als de straks genoemde vreemde voorwerpen in
den eileider dringen, doch dit is bij kippen waar
geen haan bij loopt zelden het geval. De gezonde
eilleider heeft evenals de gezonde slijmvliezen van
onze neus en keel het vermogen bacteriën onschade
lijk te maken. Bij kippen waar hanen bij loopen is
de kans veel grooter dat vanuit de cloake bacteriën
naar binnen dringen, vandaar dat dergelijke eieren
zomers niet zoo lang goed blijven.
Normaal gezonde eieren bevatten dus als ze gelegd
worden van binnen geen bacteriën. Wel dring n
bacteriën vooral bij vuile eieren gemakkelijk door
de schaal naar binnen en doen daardoor de eieren
bederven. Ook schimmeU driugen gemakkelijk naar
binnen en bij doorlichting der eieren ziet men dan
aan den binnenkant der schaal de zwarte schimmel-
plekken. Vooral gewasschen eieren laten gemakkelijk
deze kiemen door en bederven dus sneller. Een
typisch voorbeeld zag ik daarvan dezen winter.
Een Deensche firma had een nieuw middel uitge
vonden om eieren te conserveeren en verzocht mij
daarmede proeven te doen. Het poeder moet opge
lost worden in het water, de eieren 24 uur er in
en dan er uitgenomen en gewoon weggelegd wordon.
Als voorbeeld hoe men met al dergelijke middeltjes
op moet passé vermei i ik hier terloops even dat dit
geheime poeder dertig verschillende stoffen heette
te bevatten, waarvan het geheim op allerlei ge
heimzinnige manieren tot den uitviuder was gekomen.
Allerprachtigst dus. Bij onderzoek bevatte het
poeder bijna 500/o kalk en 500/q keukenzoutdus
voor die 28 geheimzinnigheden was niet veel plaats
overgebleven. Het gevolg was echter dat van de
paar honderd proefeieren de behandelde eieren binnen
eenige maandon allemaal rot waren (vooral de eenden
eieren) en dat de onbehandelde eieren maanden lang
later nog prachtig waren. Van uitvindingen gesproken!
Ik wil dus maar zeggen dat een normaal ei van
een gezonde kip in een schoon Dest gelegd, niet