IERSEKSCHE Eü
THOOLSCHE COURANT
NIEUWSBLAD VOOR HET EILAND THOLEN.
Fietstochten
PUROL
o. 2260
Vrijdag 27 Juli 1928.
Zes en veertigste jaargang
holen, Poortvliet, Scherpenisse, St. Maartensdijk, Stavenisse, St. Annaland en Oud-Vossemeer.
Eerste Blad.
Transpireerende Voeten
Het Kind.
RECHTSZAKEN.
iwe
Dhe
Dit blad verschijnt eiken Vrijdagavond,
rijs per kwartaal f 0,80met Geïllustreerd Zondagsblad f 1,375,
franco per post f 1,65 4- 15 ct. disp. kosten.
UITGAVE
FIRMA J. M. C. POT - THOLEN.
TELEF. 1NTERC. No. 16.
Advertentiënvan 1 tot 4 regels 75 ct.; iedere regel meer 17J/2 ct
Grootte der letters naar plaatsruimte.
Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering.
>es.
PUBLICATIEN.
BRANDGEVAAR DOOR H00IBR0EI.
Burgemeester en Wethouders van Tholen vestigen
aandacht van de landbouwers op de maatregelen
d voorzorg, welke naar het oordeel van deskundigen,
ervaring gegrond, kunnen genomen worden tegen
andgevaar door hooibroei.
hoofdzaak komt dit oordeel op het volgende neer
Allereerst is het noodig, dal het gras werkelijk
toi zij, alvorens het wordt binnengehaald.
Ten opzichte van krachtig hooi is dit echter niet
noeg, en bij regenachtig weer, ook niet altijd
ogelijk.
Daarom is in de tweede plaats noodig, dat een be-
iorlyke hoeveelheid zout in het hooi gestrooid wordl
lagen oud hooi of stroo er tusschen worden aan-
achf. Zout verhoogt bovendien den smaak van
it hooi.
Het oude hooi en vooral het stroo nemen hierdoor
er in voedingswaarde toe.
Beide (het zout en de lagen oud hooi en stroo)
roperen den broei.
Io de derde plaats behoort elke hooitas van ten
inste één luchtkanaal te zijn voorzien, dat ge-
akkelijk te vervaardigen is van ëtevige manden-
akerstwijgen ot van eenvoudig latwerk.
Het is vrij zeker, dat zich geen gevaarlijke broei
voordoen, wauneer de drie bovenomschreven
aatregelen zijn genomen.
Ten slotte achten zij het wenschelyk te wijzen
den inhoud van artikel 158 van het Wetboek
id Strafrecht, waarbij o.a. straf bedreigd is tegen
i, aan wiens schuld brand is te wijten.
Tholen, 23 Juli 1928. 35
De Burgemeester van Tholen zal op Zaterdag
en 4 Augustus 1928, des middags te 12 uur, ten
aadhuize aldaar
EEN HOOP COMPOST
ubliek verkoopen. 8 36515
De aanwyzing geschiedt door den Karreman.
Tholen, den 26 Juli 1928.
den kring „Schouwen en Duiveland" van de
Maatschappij tot Bevordering van Landbouw en
Veeteelt in Zeeland te Zierikzee.
Woensdag heeft aan het departement vaD binnon-
landsche zaken en landbouw een bespreking over de
besteding van de op de landbouwbegrooiing voor 1929
aan te vragen hoogere credieten plaats gehad tusschen
den minister van binnenlandscbe zaken en landbouw,
mr. J. B. Kan en daartoe uitgenoodigde vertegen
woordigers van de Centrale Land- en Tuinbouw
organisaties.
en transpireerende banden en oksels moet men
behandelen met Purol-Strooipoeder, zijude de
meest afdoende poeder daarvoor. In bussen
van 60 ct. en 1 gld. Bij Apotb. en Drogisten
7 36513
Burgemeester en Wethouders van Tholen brengen ter
ennis dat aangifte voor ruiming van privaatputten
egen Donderdag 2 Augustus a.s. kan geschieden.
De aangiften te bezorgen iu de brievenbus van
et Stadauis.
Tholen, den 26 Juli 1928. 7
BINNENLAND.
Naar gemeld wordt heeft de heer H. Col ij n
de vacature Scbeurer benoemd tot lid der
tweede Kamer, met het oog op zijn vele werk-
laamhedeo in de komende wiutercaropagne
e benoeming niet aanvaardt. In dit geval is mr.
lutgers aan de beurt voor becoemiDg, doch deze
al evenmin toestemmen in verband met zijn,
oogleeraarschap aau de Vrije Universiteit te
Amsterdam. Op mr. Rutgers volgt op de lijst
e heer T. Heukela te Rotterdam, zoodat deze
roor een benoeming in aanmerking zal komen,
Benoemd tot ridder in de Oranje Nassau
)rde de heer J. W. van Oeveren, voorzitter van
FEUILLETON.
VI.
Eiet zal een week na het bal geweest zijn, toen
Tberese, die op zekeren nacht niet in slaap kon
tomen, Emma zich onrustig boorde bewegen, tot
leze zeer zacbt baren naam uoemde. „Slaapt gij,
rberese?" fluisterde zij. „Neen, kind! Waarom
ilaapt gij niet?" „Ik was toevallig nog wakker.
Soeden nacht!" Na een poos,/fberese!" „Ja,
kind!" „Weet ge, toen wij op dien morgen
in den tuin waren, en Albert er bij kwam, liept
;ij met dien heer achter ons. Hebt gij toen lang
met elkander gesproken?" „Neen, niet lang."
„Ik dacht, dat gij elkander het een of ander
rerteld zoudt hebben." „Wat zonden wij
elkander verteld hebben? Wij waren immers
Di dadelijk te huis." „Maar de weg was toch
nog al laDg." „Dat is zoo; maar bij zweeg
•til." „Zoo! zweeg hij stil?"
Na een poo9 begon Emma opnieuw: „Weet
ge, Therese, wat mij altijd zoo vreemd is? Toen
Albert in het cotillon plotseling achter ons zat,
was ik eerst in bet geheel niet op mijn gemak;
en toch ben ik nooit zoo gelokkig geweest, als
toen ik hem de camelia gaf, en later. O, Albert
is zoo goed!" „Zeker, dat is hij." „Ik
ben zoo verlangend uaar Rome! Ik wenschte, dat
ij reeds op reis waren." „Uat zal spoedig
genoeg het geval wezen." „Ja, zeer spoedig.
Nacht Therese!"
Thans vielen beiden io slaap, en droomden, de
eene van Italië, de andere van haar zusters uitzet.
Visscherij op mosselzaad.
Op vragen van het Tweode Kamerlid den heer
Drop, luidende:
I. Wil de minister mededeelen om welke reden de
Visscherijinspeclie heeft bepaald, dat de Zeeuwsche
visschers slechts gedurende 6 weken in Mei en Juli
mosselzaad van de Zuiderzee mogen halen, terwijl tot
nu de gelegenheid daartoe onbeperkt was?
II. Weet de minister, dat deze maatregel een aantal
visschers met kleine bedrijven in hun broodwinning
beoadeolt, omdat deze in den nu vastgestelden lijd
iu België zijn voor den verkoop van geteelde mos
selen, tengevolge waarvan velen dus niet meer in de
gelegenheid zullen ziju mosselzaad te halen?
III. Wil de minister alsnog opheffing van de iu
vraag I genoemde beperking bevorderen?
heeft de minister van binnenlandscbe zaken en
landbouw geantwoord:
T. In art. 14 van het Waddenzee visscherij reglement
is bepaald, dat de minister, met de uitvoering der
Visscherij wet belast, bevoegd is gedeelten van do
Waddenzee, waarin of in de omgeving waarvan zich
natuurlijke banken bevinden, te sluiten voor de vis
scherij en do voorwaarden vast te stellen, waaronder
het visschen op die gedeelten zal zijn toegelaten.
Gelet op dat artikel heeft de toenmalige minister
van binneulandsche zaken en landbouw, o.m. om te
voorkomen, dat door een te intensieve visscherij op
mosselzaad en mosselen voor eenden voer een tekort
aan consumptiemosselen in de Waddenzee zou ont
staan, bij beschikking van 4 Februari 1924 no. 220,
afdeeling Visscherijen, bepaald:
lo. dat tot eeu nader vast te stellen datum het by
die beschikking aangegeven gedeelte van de Wadden
zee gesloten wordt voor de visscherij
2o. dat het visschen binnen dat gedeelte wordt
vergund op voorwaarde, dat niet gevischt wordt met
mossel-, oester- of wulkenvischtuig;
3o. dat het districishoofd in bijzondere gevallen
schriftelijke ontheffing kan verleenen van de sub 2o.
gestelde voorwaarde onder de noodige bepalingen ter
voorkoming van misbruik.
Op grond van het bepaalde onder 3o. heoft het
betrokken districtshoofd sedert 1924 geregeld ieder
jaar aan de mossel visschers uit Zeelaud, ton einde
dezen in de gelegenheid te stellen zich het mossel
zaad te verschaften, benoodigd voor de bezaaiing
hunner in de Zeeuwsche Siroomen gelegen mossel-
percoelen, schriftelijke ontheffing verleend om tijdelijk
op in het gesloten gedeelte van de Waddenzee
gelegen natuurlijke mosselzaadbanken te visschen
met een mosselvischtuig.
De tijd voor welken de ontheffing verleend word,
werd telkenjare vastgestelddaarbij werd rekening
gehouden met de op banken aanwezige hoeveelheid
mosselzaad, terwijl door het districtshoofd overleg ge
pleegd werd met de betrokken organisaties van
mosselvisschers in Zeeland.
Voor 1928 is de duur van de ontheffing door
het districtshoofd vastgesteld op vyf weken (4 Juni
8 Juli) voor de visschers met motorvaartuigen
en op denien weken (30 April29 Juli) voor de
visschers met zeilvaartuigen.
II. Het is den ondergeteekende niet bekend, dat
de onder I bedoelde maatregel een aantal visschers
met kleine bedrijven in hun broodwinning zou be-
nadeelen, omdat dezen in den nu vastgestelden tijd
in België zouden zijn voor den verkoop van geteelde
mosselen, tengevolge waarvan velen niet moer in de
gelegenheid zouden zijn mosselzaad te halen.
In de drie maanden toch, gedurende welke de
visschers mot zoilvaartuigen, tot welke de in vraag III
bedoelde visschers met kleine bedrijven behooren, in
de gelegenheid zijn om mosselzaad in do Waddenzee
te halen, is, in verband met het jaargetij, de ver
koop van geteelde mosselen in België van weinig
be'eekeni?.
III. Aangezien de in vraag I bedoelde maatregel
is getroffen met het doel om te voorkomen, dat in
de Waddenzee een tekort aan consumptiemosselen
zoude ontstaan, en het o.a. dit jaar weder gebleken
is, dat de op de natuurlijke banken aanwezige hoe
veelheid mosselzaad betrekkelijk zoo gering kan
zijn, dat het onbeperkt visschen van mosselzaad door
de Zeeuwsche visschers een belangrijke schade zoude
toebrengen aan de visscherij op consumpiiemosselen
in do Waddenzee, kan de ondergeteekende geen
vrijheid vinden te bevorderen, dat de beperking der
visscherij op mosselzaad in de Waddenzee wordt
opgeheven.
België 1930.
Thans heeft de Nederlaodsche regeeriög be
sloten, dat, voorzoover het departement van
koloniëo betreft, deel zal worden genomen aan
de Wereldtentoonstelling voor koloniën, zeevaart
en Vlaamsche kunst, welke in 1930 te Ant
werpen gehoudeu zul worden.
Deze deelneming zal slechts een beperkte zijn
en van ambtelijken aard.
36514
Het Doorzitten bij Wielrijden, een door
de zou verbrande Huid, Schrijuen en
Smetten verzacht eD geneest men met
Doos 30, 60, Tube 80 ct.
Maandag j.1. heeft de inspecteur van het vervoer
te Bergeu op Zoom een autobus van de firma Liefbroer,
die den dienst onderhoudt tusschen Bergen op Zoom
en Putto in beslag genomen, omdat hij meende,
dat de firma Liefbroer reed in strijd met de verleende
concessie. Gisteren is deze zaak voor het kantongerecht
te Bergen op Zoom in kort geding behandeld. De
kantonrechter heeft onmiddellijke teruggave van den
in beslag genomen autobus gelust. Do ambtenaar van
het O. M. heeft na het vrij geven van den autobus
gemeend, om principieele redenen in hooger beroep
te moeien gaan.
THOLEN, 27 Juli 1928.
I)e maziekavond Zaterdag jl. alhier gehouden
is in alle opzichten uitstekend geslaagd, waartoe
in de allereerste plaats het fraaie zomerweder
heeft medegewerkt.
Nadat in hotel „De Kroon", bij dhr. de Jonge,
de besturen van de verschillende gezelschappen
door den Voorzitter van jyConcordia" met een
kort woord welkom waren geheeten, waarna de
heer C. G. Hage, voorzitter van //Met vereende
Krachten" te St. Maartensdijk een kort weder
woord sprav, werd de optocht opgesteld.
Weldra zette de stoet, waarin de Gymn.-ver-
ecoiging yOlympia" was opgenomeu zich in
beweging ea werd een kleine wandeling door de
voornaamste straten van onze gemeente gemaakt,
waarbij de gezelschappen beurtelings hunne
vrolijke raarschen ten gehoore brachteo.
Weder op de Markt aangekomen, werd de
gezamenlijke marsch onder leidiug van dhr.
Jos J. A. Verswijveren ten gehoore gebracht,
waarna de verschillende concerten gegeven werden.
Nadat „Concordia" zijn nummers had uitgevoerd,
werd deu heer Verswijveren, namens de muzikanten,
bij monde van mej. Fien van Vossem een fraaie
bloemenmand aangeboden.
De Gymnastiekver. „Olympia" gaf eenige
Gymnastieknummers ten beste, o.m. rek, bok
springen en een serie vrije oefeningen door meisjea-
adspiranten en als laatste nummer uitdrukkiugs-
gymnastiek door de damesafd. die jammer
genoeg door het ontbreken vau pianomuziek niet
zoo goed tot haar recht kwam.
Op de markt was veel publiek bijeeö, dat
genoot van de verschillende goed uitgevoerde
nummers muziek. Elf uur was het muzikale
gedeelte afgeloopen en langzamerhand begaven
de van elders gekomen bezoekers zich weder
huiswaarts.
Iatusschen gaat men door met het doen plaats
hebben van dergelijke avonden en zal men trachten
do >r onderling overleg een soort rooster samen
te stellen, waardoor het houden van een derge-
lijken avond in verschillende gemeenten waar
een muziekgezelschap is gevestigd, beter geregeld
kan worden.
Benoemd tot Directrice aan het Roode
Kruis Ziekenhuis te Beverwijk mejuffrouw
J. Engelvaart te Tbolen.
Reizigerstarieven Stoomtram.
Een tijding, die wel niemand zal hebben ver
wacht, temeer waar uu de tram alleen de passagiers
- aar Bergen op Zoom vervoert, bereikt ons heden.
Met iugang vau 1 Augustus zullen de tarieven
tusschen Tbolen en Bergen op Zoom aanzienlijk
worden verlaagd.
Zooals men ziet is dit weder eeo stellige tegen
spraak met de geruchten als zouden de reizigers-
tarieven, nu er geen coucurrentie meer is, weldra
worden verhoogd.
Ouk over de verbinding met Bergeu op Zoom
is niet te klagen10 verbindingen vanaf Bergeu
op Zoom uaar Tholen e.D omgekeerd maakt aan
sluiting op vrijwel alle treinen mogelijk. Nu wordt
Albert had, op zijn reLeu iu vreemde laudeD,
scherp leeren toezien. Wij nemen dit hier slechts
in een uiterlijke beteekeuis. Wanneer hij met
Emma giug wandelen, kwam het hem dikwijls
voor, alsof er iets terzijde iu het geboomte rnischte,
even als wild, dat opspringt en wegsnelt; en
toch meende hij, dat het eeo manneogedaante was
geweest. Emma lachte en beweerde, dat het boeren
kinderen waren, die misschien hazelnoten of zooie's
zochten. Maar toen hii eens alleen het veld over
ging, kwam hij Ernil tegen, die op zijde keek,
en deed alsof hij hem niet zag. Wat zou dat
beteekenen? De goederen lagen tenminste een
paar uur van elkander. Op zekeren avond einde
lijk, terwijl Albert tusschen licht en donker door
den tuin wandelde, hoorde hij duidelijk, dat er
iets vau den lagen rnuar afsprong, die er omheen
liep, en plotseling stond weder de jongeman voor
hem, doch liep een eindweegs een grasperk in,
en riep hardop: „Bello! Bello! Bellol"
„Mijnheer voo M., zoo ik mij niet bedrieg?"
zeide Albert, eu trad uaar hem toe. „O ja,
goeden avond! Mijn hond is daarginder door het
staketsel in den tuin gekomen. Ik hoorde hem
blaffen, en sprong den muur over, om hem bij
mij te roepen." „Jaagt gij hier in de om
streek, als ik vragen mag?" „Neen; ik was
hier juist dichtbij, en had hier iets te doen. Ik
wilde liefst terug wandelen, en liet den bediende
met de paarden maar vooruit gaan." Na dit als
iD het voorbijgaan gezegd te hebbeD, floot hij, en
inderdaad kwam een hond naar hem toespringen,
die vervolgens erg door hem bekoord werd.
„Gij hebt zeker dikwijls zaken hier in de nabij
heid? vroeg Albert beleefd, maar op eenigszins
twijfeleuden toon. „Waarom?" vroeg Emil op
zijn beurt, terwijl hij zijn hand naar den hond
uitstak, die er tegen omhoog sprong. „Omdat
ik meende u wel meer hier gezien te hebben. L ept
gij mij eergisteren niet ginds bij die beukenlaau
voorbij?" „Dat is wel mogelijk," „Waarom
zijt ge dan niet een oogenblik binnen gekomeu?"
„Dat zal ik gaarne *nj een volgende gelegen
heid doen, zoo ge er niets tegen hebt." „Het
spijt mij, dat gij mij eu de familie van mijn vriend
dan waarschijnlijk niet tehuis zult vinden; want
wij vertrekken overmorgen naar Italië. Goeden
nacht!" Met dezen weuich, waarop een zeer be
leefde bnigiDg volgde, keerde Albert zich om, en
ging langzaam zijn weg.
Emil bleef een oogenblik staan, aJs iemand,
wien een geweer vlak langs ziju oor is afge
schoten. Hij liet Ernma's verloofde een eindweegs
voortgaan, suelde hem toen na, en hield hem tegeD.
„Gij vertrekt naar Italië?" „Ja, mijnheer
vou M.!" „En de jonge dames ook?"
„Ook de jonge dames, wier broeder er woont,
zooals gij misschien gehoord zult h-bben."
„En gij gaat ook mede?"
Albert aarzelde met hierop te antwoorden. Het
was nog licht genoeg, dat men elkander kon onder
scheiden. Emil haalde adem, alsof hij een groot
eind op een drafje had afgelegd. Hij keek
hem in de oogen, en Albert staarde hem door-
driugend aan; zijn blik scheen met dien zijner
tegenpartij in het strijdperk te willen treden; maar
deze wederstond hem. „Ja, ik ga ook roede, met
mijn vriend eu «net zijn dochters," zeide hij lang
zaam. „Maar waarom vraagt gtj datHebt gij er
belang bij?" In deze kalmte lag iets snijdeuds,
iets uitdagends; want elk hunner wist zeer goed
van den ander wat hij dacht en wilde. „Gij
zijt niet uaejiiffroaw Emma verloofd," riep hij uit.
Hij verstond de kunst niet om langs omwegeu
den strijd te beginnen, maar ging rechtstreeks
op bet doel los.
Albert was in het geheel niet opgewonden,
maar inderdaad zoo kalm als naar gewoonte.
Koelbloedig overlegde bij dan ook bij zichzelf:
„Zult gij hem eenvoudig den rug toekeereu, als
een jongeman, die tegenover u oog een kind is?
of wilt gij hem een antwoord geven, waarop een
tweegevecht volgt? of eindelijk, begrijpt gij hem
zoo zacht mogelijk ter zijde te moeten schuiven,
evenals men een bedelaar, dien men op diefstal
heeft betrapt, toch een stuk brood geeft, en hem
daarmede langzaam de deur uitschuift, om maar
van hem af te wezen?' Dit laatste scheen hem
het beste te zijn. „Ja, ik beD met mejuffrouw
Emma veiloofd," antwoordde, hij op een bedaarden
toon." „En Emma b-mintu?"Dat klonk
nog hartstochtelijker. „Het is indiscreet om naar
zoo iets te vragen," gaf Albert scherper ten ant
woord. „Nu, ik zeg dan, dat zij u niet bemint!"
riep Emil, die juist temeer iu drift, geraakte, daar
Alb rt beuo zoo koel en bedaard te rede stond.
D ze echter kon vau zijn kant dte bedaardheid
niet langer volhoudeubij tikte Emil op den
schouder en vroeg: „Wat geeft u het recht om
mij hier inlichtingen te komen vragen omtrent
een dame, die u onbekend is, en op wie gij zelfs
onderstelt dat ik groote betrekking heb? Deukt gij
•iat ik de uian ben om mij met dergelijke gesprekken
io te laten? Ga uw weg, toijubeer! Word eerst
tien j<ren ouder dan gij zijt, en antwoord dan in
mijn naam, wat gij zelf als antwoord hier verdiend
zoudt hebben! Goeden nacht, mijnheer von M.I"
(Wcrdt vervolgd.)