IERSEKSCHE Eli
THOOLSCHE COURANT
NIEUWSBLAD VOOR HET EILAND THOLEN.
o. 2258
Vrijdag 13 Juli 19&8.
Zes en veertigste jaargang
|iolen, Poortvliet, Scherpenisse, St. Maartensdijk, Stavenisse, St. Annaland en Oud-Vossemeer.
Eerste Blad.
Het Kind.
FIRMA J. M. C. POT THOLEN.
V
Dit blad verschijnt eiken Vrijdagavond.
Ijs per kwartaal f 0,80met Geïllustreerd Zondagsblad f 1,375,
franco per post f 1,65 -(- 15 ct. disp. kosten.
U1TQAVE
TELEF. INTERC. No. 16.
Advertentiënvan 1 tot 4regels 75 ct.; iedere regel meer 171/, ct
Grootte der letters naar plaatsruimte.
BIJ abonnement aanmerkelijke prijsvermindering.
PUBLICATIEN.
Loting voor den Dienstplicht.
Burgemeester van Tholen maakt bekend, dat de
log voor de lichting van 1929 voor deze gemeente
[plaats hebben in het gebouw, Dalemscbestraat 17,
[Vrijdag, den 8 Augustus 1928, des namiddags te
>|ur.
Wie san de loting deelnemen,
kan de loting nemen deel alle voor de lichting
ichreven personen, met uitzondering van hen,
'Irent wie vóór den dag van aanvang der loting
>|kt, dat zij
bij onherroepelijk geworden uitspraak voorgoed
sschikt verklaard of uilgesloten zijn;
t>. zijn overleden
1 hebben opgehouden Nederlander te wezen en
geen ingezetene zijn
n. als niet-Nederlander hebben opgehouden in-
letene te zijn
als ingezetene, niet-Nederlander, behooren tot
Slaat, waarde Nederlanders niet Aan verplichten
(jsdienst zijn onderworpen of waar ten aanzien van
i dienstplicht het beginsel van wederkeerigheid is
genomen
terecht in een andere gemeente zyn ingeschreven.
IDe ingeschrevenen, die aan de loting moeten deel-
pen, worden uitgenoodigd om tijdig op de tan-
teven plaats aanwezig te zyn.
polen, 12 Juli 1928. 30
LAND- EN TUINBOUW.
Nadruk verboden.
Ontsmetting Zaaizaad.
q betrekkelijk korten tijd heoft het ontsmetten
zaaizaad, en wel bepaaldelijk van bietenzaad,
de meeste streken van ons land ingang gevonden,
ervaring toch deed spoedig zion. dat deze be
deling van het zaad het regelmatig opkomen
ir bevorderde. Bleven vroeger dikwijls een groot
'1 der plantjes achterwege, in het ontsmetten bleek
id een goed en goedkoop middel te bezitten, om
tegen te gaan. Na de goede resultaten bij het
itenzaad pas'e men de ontsmetting ook toe bij de
ligranen. Hier waren de uitkomsten in den be-
ine niet zoo gunstigwellicht was dit te wijten
de omstandigheid, dat men groote hoeveelheden
)t zoo gemakkelijk en doeltreffend kan behandelen,
h is men van lieverlede van de gunstige uit-
Irking ook bij het zaaigraan wel overtuigd ge
erden. Maar men ziet tegen de moeite op. En het
metten dient natuurlijk goed te gebeuren. Waar
iperatieve aankoopvereenigingen bestaan, is het
inschelijk, dat deze helpen. Tn menige plaats ge-
iedt dit reeds, en kunnen de boeren hun zaai-
voor geringe kosten in het magazijn of in de
ilerij laten ontsmetten. En zoo moet het er ook
komen dat zulke vereenigingen het zaaigraan,
zij afleveren, te voren ontsmetten. De ontsmet-
in het groot en iu korten tijd kan echter alleen
4s hebben, als de vereeniging in 't bezit is van
mengmachine. Men heeft dan verder nog noodig
vloeistof-reservoir en een pomp met toebebooren.
|De heer Wierium te Groningen, de bekende
iporteur van het ontsmettingsmiddel Germisan,
FEUILLETON.
Meu reed kwaui aan, rood een allerlicht
'toertje om zich aan te kleeden, kortom,
t ging als van een leien dakje. Wanneer de
ar geopend werd, dreunde de muziek er door;
lot men haar weer, dan was alles weder stil.
q was de laatste haarnaald vastgestokeB. De
eisjes geleken elkander als twee stralen uit één
tr; zij fatten elkander bij de hand en traden
onen. Alles was reeds in volle beweging. Albert
eld aich eenigszin8 achter den vader der meisjes,
ardien er van de verloving nog geen bekend-
aking was gedaan. Men kon zien dat hij bijzonder
idaan was toen hy Emma ontwaarde: er was
en twijfel aan, zooals zij daar stond, kon zij
ieder salon, aan ieder hof optreden.
Het duurde niet lang, of zy waren voor alle
osen geëngageerd. Albert had voor zich slechts
Q contredaos voorbehouden, en hield zich over
it geheel meer onder de toekijkers. Het geheel
Terdeeen fraai gezicht op, want de meeste jonge
iQies die hier dansten hadden in de stad geleerd,
konden met glans optreden. Zoo ging het overal
isr wenich; de wangen werden hoe langer hoe
ozender, de last nam meer en meer toe, de twee
»ters wareo met hart ea ziel daarbij, en elke
dere gedachte werd onbarmhartig op zijde gezet,
lereee, wanneer zij door het gedraisch rond-
'eefde, wist niet meer dat haar zuster verloofd
U, noch dat zij Daar Italië zoadeo reizen, ook
iet dat het bal ten laatste een einde zon nemen.
liet een en ander geheel compleet, met slangen,
sproeidoppen en poelie, maken voor pl.m. f100.
De heer D. Stieltjes te Meppel gaf in het „Ov.
Lbld." een beschrijving eener door den heer W.
gehouden demonstratie, hier op neerkomende: Men
stort het zaaizaad in de mongmachine voor gemengd
voer. De ontsmettingsvloeistof is vooraf gereed ge
maakt in een vloeistof-reservoir. Hieruit wordt het
gepompt en iu een zeer fijne nevel over het zaad
geperst, terwijl do mengmachine in werking is. Na
10 minuten, de tijd, die hiervoor was opgegeven,
werd de mengmachine geledigd. Het zaad bleek
iets vochtig. Iu hoeverre nu de ontsmetting vol
doende is geweest zal de praktijk moeten uitwijzen.
Vergelijkt men evenwel deze manier met de om*
schepmethode, waar toch goede resultaten mee werdeD
verkregen, dan zal men moeten erkennen, dat deze
wijze van ontsmetten minstens tot even goede resul
taten zal moeten voeren. De coöperatie zal nu over
een droogruimte mooten beschikken, waar hot zaad
dun wordt uitgespreid, af en toe wordt doorgewerkt,
waarna het na enkele dagen droog is. Zoo kunnen
de Coöperaties reeds dagen te voren in zeer korten
tijd groote hoeveelheden zaaizaad ontsmetten. Als
de landbouwers aldaar hun zaaizaad komen halen,
wordt het hen ontsmet afgeleverd.
Bladluizen.
Men heeft er vele soorten van en men treft ze
aan op tal van planten en gewassen. En meestal in
massa, want ze vermenigvuldigen zich buitengewoon
snel. 't Zijn insecten, die 's winters wellicht als
eitjes overblijven, in het voorjaar komen uit deze
eitjes jongen, welke alle van het vrouwelijk geslacht
zijn. Van bevruchting kan dus geen sprake zijn.
De diertjes groeien vrij snel, zoodat het huidje
weldra te klein wordt. Dit wordt dan afgeworpen
en blijft nog in den vorm van het diertje aan de
planton vastzitten. Weldra zijn ze volwassen en be
gint de voortplanting. Deze bestaat hierin, dat ze
levende jongen voortbrengen, die zich naast moeder
lief aan de plant vastzuigen, groeien, en al gauw
medewerken aan de uitbreiding der familie. Dit
gaat zoo den geheelen zomer door. Wordt de plaats
te dicht bevolkt, dan komen bij een 4de of 5de
generatie gevleuge'de exemplaren, die een nieuwe
kolonie stichten op een geheel andere plaats.
Wat voor kwaad doen de bladluizen Tweeërlei
ten eerste zuigen ze suikerhoudend voedsel uit de
plantendeelen op en voorts bedekken ze de planten
met een glanzende korst, die alle luchtuitwisseling
onmogelijk maakt. Die korst ontstaat doordat de
luizeu een kleverig zoet vocht afscheiden uit een
paar kegelvormige uitsteeksels op het achterlijf.
Dat vocht, honingdauw geheeten, kan door den wind
over ver verwijderde planten worden verspreid. Dit
brengt het gevaar mee, dat ziektekiemen eveneens
door den wind meegevoerd, en op zoo'n uitgedroogd
kleverig laagje neerkomende, daar tot ontwikkeling
kannen komen, en aldus ziekten doen ontstaan.
Hoe de luis ie bestrijden? Zoodra men er enkele
ontdekt, vernietige men die, want die enkele kunDen
in korten tijd aangroeien tot duizenden en milli-
oenen. Knip, als er reeds vele zijn, de aangetaste
deelen af, maar wil men de plant sparen, dan doode
men ze met een of ander bijlend middel. Een een
voudig, gemakkelijk toe te passen middel is her
haald overgieten met zeepwater. Ook is een aftroksel
van kwassiahout en van tabak aan te bevelen. Meu
kan ze ook bestrijden met een fijne, doodendo stof
gips, kalk, houtasch, tabaksstof, enz. Bij erwten en
boonen ziet men soms de toppen verwelkenin
Wat Emma betrof, deze was vooral niet minder
in een soes. Al de ernstige oogenblikkeD, die zij
beleefd had, verstoven als kaf voor den wind, eu
in het zalig gevoel van hare vrijheid zweefde zij
voort, gelijk eeu zwemmer, die voor de eerste
maal in zee komt, waar de golven heviger zijn,
maar ook lichter drageü. Haar verloofde was haar,
toen de beurt aan hem kwam, niet meer dao ieder
andere: hij drukte haar eens de hand; zij drukte
op haar beurt de zijne, en zag hem vol vreugde
ia de oogen; maar dacht zij daarbij aaD
bem? Zij zag de lichten flikkeren en hoorde de
muziek.
Nu waa de cotillon aan de benrt. Zij was voor
dezen dans geëogageerd met een jongeman, die
baar bij de voorstelling met een paar woorden
zijn verzoek gedaan en zich toen verwijderd had.
Hij kwam nn, en bood haar den arm, om haar
naar haar plaats te geleiden. Zij nam die glim
lachend aan; zij zagen elkander in de oogeD,
geheel onschaldig. Hij scheen op zijn hoogst een
vier- of vijftal jaren ouder dan zij. De moziek
begon weer, do paren snelden hen voorbij; het
kind zag heu na, en dacht aan niets.
„Mejuffer l" zeide haar daar danser en stond
voor haar; de beurt was aan hen. „O ja!"
riep zij en sprong op; en toen zij al dansende
voortzweefden, staarde iedereen hen na, tot de
toer ait was, en zij weder op hun plaats zaten.
„Gij danst gaarne, naar het schijnt?" zeide de
jongeman. „O, ik dans zoo graag 1" gaf zij
ten antwoord. „Maar, wat ik wilde zeggen,"
voegd-A zij er na een poosje bij, '„wij komen zoo
zelden aan"de benrt; wij zonden er wel eens
tasschen in kannen sluipen; zou dat niet geoor
loofd wezen?" En met deze woorden pwierzij haar
vele gevallen zijn de bladluizen daarvan de oorzaak.
Het uitsnijden der toppen, on vernietiging der dier
tjes, is dan de beste weg om uitbreiding te voor
komen. Het is een heele troost, aangezien de
luis zich zoo wonderbaarlijk snel vermenigvuldigt
dat zij ook vele vijanden heeft. Wij noemen slechts:
de larven van sommige vliegen en van de Lieve
heersbeestjes on van de Lieveheersbeesjes zelf, voorts
de spreeuwen, musschen, enz.
Doorzitten bij Wielrijden, Stukloopen
van Huid en Voeten, en Verbranden
der Huid door de zon, verzacht men
dadelijk en geneest men spoedig,
door onmiddellijk te behandelen met
Wenken en mededeelingen.
U houdt van melige aardappelen en do uwe zijn
het niet? Welnu, pas dan eens het middel toe, dat
we in een buitenlandsch blad lazen. Meestal is het stijf
zijn der aardappelen een gevolg van te groote voch
tigheid. Legt ge uw aardappelen, die dat gebrek
hebben, een dag of acht vóór het gebruik op een
droge en warme plaats, b.v. dicht bij den haard,
dan verliezen ze de stijfheid en worden beter en
melig.
Ge wilt uw hoenders het wegvliegen beletten,
zonder de vleugels ie korten en dus de vogels te
schenden Ga dan aldus te werk met een dikke
naald maakt ge een gat in het dikste deel van de
schacht der eerste veer van den vleugeldoor dat
gat steekt ge een ijzer- of koperdraad, welke zoo
dun mogelijk moet zijnal de veeren van den
vleugel vereenigt ge tot een bundel, door het ijzer-
draad er 2 of 3 keer om heon te slaan. Hel is den
vogel dan onmogelijk om zijn vleugels uit te slaan.
Gekwe'ste knieën van paarden geoeest men door
meermalen per dag onder het kniestuk een compres
te leggen van een oplossing van (droog) zout in
brandewijn: 1 deel'zout op 2 d. brandewijn. De
flesch goed schudden, dan laten staan, tot het vocht
weer helder wordt. Na den 2en dag moet het paard
eenige beweging nemen om te voorkomen, dat de
te snelle toegroeiïng de weefsels doet inkrimpen.
Na 14 dagen is de knie genezen en reeds weer
met aanwassend haar bedekt.
Wist gij dit?
Tot den leeftijd van 4*/2 maand heeft het kuiken
geen spoor aan den pootop de plaats, waar deze
moet komen, zit een schub, die dikker is dan de
andere. Onder die schub vormt zich op den leeftijd
van 41/2 a 5 maanden een lichte knobbel of ver
hevenheid. Is het dier 7 maanden oud, dan is de
spoor circa 3 millimeter (streep) laug en volkomen
recht. Op 2-jarigen leeftijd is de spoor 2527 m.M.
lang en buigt dan boven- of benedenwaarts om.
Met 3 jaar is de lengte 3638 mM. en gekromd
of gebogen, met een meestal stompe punt. Met
4 jaar heeft de spoor een lengte van 50 54 mM.,
en met 5 jaar 62—65 m.M.
By do geboorte is 't kuiken met een geelachtig
hoofdje een weinig achterover, zag hem van ter
zijde aan, en glimlachte. „Terstond, juffroaw
Niemand had hierin iets verkeerds gezien of
er zich tegea verzet; maar toen zij weder gingen
zitten, hoorde zij een stem achter zich fluisteren:
„Daastet gij niet wat te onbezonnen, lieve Emma?"
Zij zagen beiden om. Albert had achter hen
plaats geuomen, op de wijze zooals men in een
schouwburg- of concertzaal achter elkander zit.
„O neen!" riep zij vol vuur. „Watzeidedie
heer tot u? vroeg haar danser, en wist zelf niet
waarom hij dit vroeg. „Hij zal toch op onzen
extra-toer geen aanmerking te maken hebben?"
„O neen," antwoordde Emma vriendelijk: „hij
meent alleen, dat ik te veel dans. Hij is een vriend
van on?." Met deze woorden keek zij Albert aaD,
eu lachte weder. „Maar hij dwaalt. Hij heeft mij
nog niet zien dansen; en met u danst men zoo
goed; gij walst uitmuntend."
Sedert gernimen tijd had zij zich niet zoo
gelakkig gevoeld. Zij nam een camelia uit haar
boonnet, en reikte die Albert toe. „Wie niet danst,"
zeide zij, „krijgt geen geheel bouquet, maar slechts
een bloem, uit bijzondere gun*t." Alberst stak
haar in een knoopsgat, en was zeer tevreden.
„O, zoo gij bloemeD uitdeelt, mejuffer...." zeide
haar danser, en bleef plotseling stekeD, want
Albert keek hem aaD. Hij keerde zich nu naar
dezen toe, en ging voort: „Gij zult, hoop ik,
wel veroorlooveD, dat ik mejuffer ook om een
camelia verzoek?" „O, om het geheele bouquet,
waaneer zij het goedvindt," antwoordde Emma's
verloofde beleefd, maar ijskoud. »Nu, om het
geheele bouquet dan, mejnffer! wilt gij het mij
schenkeu
Emma haalde reeds de gouden naald uit,
dons bedekt, dat tot den lOen dag ongeveer blijft.
Van den lOen dag tot 5 weken is 't met kleine
veertjes bedekt, maar het heeft geen slagpennen.
Met 6 weken verschijnt de eerste groote slagveer,
een der twee eerste, die aan 't uiteinde der vleu
gels zitten. De 2de volgt na een tusschenruimto
van 10 of 12 dagen, wat eveneens plaats heeft met
de andere pennen, van binnen naar buiten gaande.
De laatste, die geheel aan 't eiude van den vleugel
zit, komt dus 4 maanden na de eerste, dus als 't
diertje 51/2 maand oud is.
B—r.
ONDERWIJS.
Geslaagd voor het eindexamen Rijks
kweekschool te Middelburg de heeren A. Kunst
te St. Philipsland en J. A. Rijnberg te St. Maar
tensdijk.
*Scherpenisse. Aan het Christelijk Lyceum te
Haarlem is van de 4e naar de 5e klasse be
vorderd onze dorpsgenoot A. L. G. van Doom.
Bevorderd tot de 6 ie klasse van het
Chr. Gymnasium te Zeist C. Goedhart van
Oad-Vossemeer.
Oud-Vossemeer. Geslaagd voor het examen
toelating R. H. B. S. Ie klasse te Bergen op
Zoom J. Vermet en Johanna Ridderhof, leer
lingen der O. L. S.
Geslaagd te Utrecht voor het cand. geneesk.
examen de heer M. C. Polderman alhier.
Tholeo. Geslaagd te Goes voor het U. L. 0-
examco
Voor diploma B:
S. de Korte en L. Quist te Tholen.
Voor diploma A
A. Lanting, Jo Huvers, A. Laban en J. d. Sande
te Tholen, C. Gonst en W. Rijnberg te Oad-
Vossemeer, P. Speijer te Poortvliet, B. de Wilde
te St. Maartensdijk, A. C. Hartog te Scherpenisse.
LANDBOUW
Landbouwtentoonstelling Zierikzee.
Onder groote belangstelling heeft de
landbouwtentoonstelling plaats gehad. Het
bezoek was overdruk. De deelname aan
rijtoer was overweldigend. Het mooie weer
deed de tentoonstelling goed slagen. Minister
Kan beeft ook een bezoek gebracht.
THOLEN, 13 Juli 1928^
De muziekavond.
De op uitnoodiging van „Concordia"
Zaterdag 21 dezer te houden muziekavond,
wordt een succes.
Alle op het eiland gevestigde gezel
schappen hebben deelname toegezegd, zoo
dat hieruit blijkt dat het doel waarmede
deze avonden zijn georganiseerd, n.1. om
den onderlingen band der muziekvereni
gingen in het eiland te versterken, wel tot
het doel leidt.
Zaterdags worden om half zeven de be
sturen ontvangen door «Coricordiacc, waarna
waarmede het bouquet was vastgemaakt, en hield
het in de hand. „Maar gij moet er mij een ander
voor bezorgen," zeide zij. „Ik zal u straks
in den bloementoer het mijne brengeD," gaf
hij teu aDtwoord: „maar gij moogt dan het
lint aan niemand anders geven want dan zoudt
gij twee cavaliers hebben." „Ik zal mij wel
wachten voor twee cavaliers," riep zij. „Hier
is het!"
Zij hield het booqaet nog vast; hij nam het
haar uil de hand, wierp een blik op Albert, en
stak het vervolgeus iu hetzelfde knoopsgat, waarin
deze zijn camelia had gestoken. Joist danste
Therese voorbij. „Theresel" riep Emma, „hebt
ge pleizier?" Haar zuster knikte baar toe, en
was reeds een heel eiud weg.
Maar de lange waakaarseu waren eindelijk toch
afgebrand, en de dag begou door de boomen van
het park in de zaal te schijnen. Men scheidde,
en het was reeds middag, toen vele vermoeide
oogen nog niets van den zonneschijn wisten, in
welks warmte de gasten zich allengs weder be
gonnen te verzamelen. Albert was met den ouden
heer Von K. en den eigenaar van het landgoed
reeds vroeg aitgereden, om in het veld rond te
kijkeü. Therese en Emma gingen door den tuin,
en het kind dacht er Diet aan, dat zij bier eens
als mevrouw Von R. zou optreden en bevelen
geveD. Geen enkel denkbeeld kwam bij haar
op; zij had oog lang niet uitgedroomd, en haar
hoofdje was nog vol van mnziek en dans. Een
jongeman kwam naar de zusters toe: hij had
een booquet in het knoopsgat. Emma herkende
het terstond.
(Wordt vervolgd.)