IERSEKSCHE Ei»
THOOLSCHE COURANT
PUROL
NIEUWSBLAD VOOR HET EILAND THOLEN.
In Uw Zadelias
Zomersproeten ver
dwijnen spoedig door een pot
i. 3855
Vrijdag 22 Juni 1338.
Vijf en veertigste jaargang
olen, Poortvliet, Scherpenisse, St. Maartensdijk, Stavenisse, St. Annaland en Oud-Vossemeer.
Eerste Blad.
Het Kind.
FIRMA J. M. C. POT - THOLEN.
MIJNHARDT's
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct
Laxeer-Tabletten 60 ct
Zenuw-Tabletten 75 ct
Staal-Tabletten 90 ct
Maag-Tabletten 75 ct
ak,De Bu gemeester van Tbolen maakt bekend, dat
en Woensdag, den 27 Juni 1928, des namiddags
ure een openbare vergadering van den Raad is
egd.
Het
mtraal Archief en Inlichtingenbureau.
in
SprUt0l. Bij alle Drogisten.
De internationale Bijenmarkt.
ken
550
len
Dit blad verschijnt eiken Vrijdagavond,
s per kwartaal f 0,80; met Geïllustreerd Zondagsblad f 1,375,
franco per post f 1,65 15 ct. disp. kosten.
UITGAVE
TELEF. INTERC. No. 16.
PUBLICATIEN.
DIENSTPLICHT.
Uitspraak inzake vrijstelling.
e Burgemeester van Tbolen brengt ter algemeene
lil, dat Baaij, Abraham lzaak Johannii, dieüst-
hiige der lichting 1034 dezer gemeente, door
e Excellentie den Minister van Marine bij be
kking van 18 Juni 1938 no. 156, met ingang
2 September 1928 voor goed vrijstelling is vcr-
d van den dienstplicht wegens persoonlijke onmis-
rbeid.
'cgen deze uitspraak kan binnen tien dagen na
dag dezer bekendmaking in beroep worden ge
ien
door den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt,
loor diens wettigen vertegenwoordiger;
door elk der overige voor deze gemeente voor
elfde lichting ingeschreven personen of door dient
ligen vertegenwoordiger.
let vercotkschrift, daartoe aan de Koningin te
ten, moet met redenen zijn omkleed en worden
jdiend by den Burgemeester, ter secretarie dezer
leente. De Burgemeester zorgt voor de doorzen-
g van hel verzoekschrift.
rholen, 19 Juni 1938. 36
dien zin, dat de giften, welke liefdadige personen
ter beschikking stelden, dikwijls slechts voor eeD
klein deel ten goede kwameu aan het beoogde doel.
Deze praktijken waren meermalen het onder
werp van bespreking geweest bij de bestaande
Armenradeo, en nadat het vraagstuk in studie
was genomen, werd het Centraal lichaam io het
864-00 10 Bij Apotb. en Drogisten
Advertentiënvan tot 4 regels 75 ct.iedere regel meer ct
Grootte der letters naar plaatsruimte.
Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering.
nten van behandeling:
Ingekomen stukken.
Wgziging der Algemeene Politieverordening.
- Benoeming van een lid der schaltingscommissie.
Af- en overschrijving in de begrooting voor 1927,
Tbolen, den 31 Juni 1928. 11
UIT EN VOOR HET LEVEN.
W»t is dat Yoor eeD Archief eo voor een
:bti
en
fii
fel
dei
^ireau? zal waarschijnlijk een deel der lezers
;e*'' »gen. Het opschrift is verkort en moest eigen
k luiden: Het Centraal Archief en Inlichtingen
areau inzake Maatschappelijk Hulpbetoon. Dit
eutraal lichaam werd vóór een jaar of drie
iiticht, en de Minister van Binnenl. Zaken en
andbouw heeft er toen in een circulaire de aan-
icht van de Gemeentebesturen in ons land op
evesligd. Z. Exc. wees er op, dat in den lande
steeds ruimer schaal eeu beroep wordt gedaan
den liefdadigheidszio van het publiek, door
liddel van collecte?, inschrijvingen, verkoop van
eunboonetjea, enz dat die veelal uitgaan van
olkomen betrouwbare instellingen, maar ook wel
in andere, die in 't gebeel geen steun verdienen
ook v&u zeer kleine instellingen, wier beroep
den algemeenen liefdadigheidszin niet ge
lotiveerd is. Zelfs zoo zei de Minister
bet voorgekomen, dat slechts in naam een
IJ. istelliog bestond en in werkelijkheid alleen
•rticuliere belangen werden gediend. En ook
as gebleken, dat er misbruiken bestonden io
Op een landgoed in het noorden van Duitsch-
ind leefde de heer von K., een rijk grondeigenaar,
net zijne twee dochters, van welke de ondste, die
laar twintigste jaar bereikt had, als zijn evenbeeld
leschouwd kon worden; want zij geleek sprekend
ap hem, en was ook meer bedaard, practisch en
leven geroepeD, hierboven genoemd. Met welk
doel? Eenerzijds om door geregelde samenwerking
van Armenradbu, gemeentebesturen en andere be
trokken lichamen en autoriteiten, gegevens te
verzamelen omtrent instellingen, betreffende in
zamelingen e. d., anderzijds om o. a. aan de
gemeentebesturen snel de noodige inlichtingen
te kuDnen geveD,
Het is in den korten lijd van zijn bestaan aan
het Bureau reeds gebleken, dat het niet tevergeefs
is opgericht; dat er n.1. heel wat en velerlei mis
bruiken, vele gevallen van meer of miöder op
zettelijk bedrog konden worden geconstateerd. Er
worden inzamelingen e. d. georganiseerd voor
particuliere winstbeoogende ondernemingen, ter
wijl de indruk wordt gewekt, dat men met een
philantropische instelling te doen heeft. Iu heel
't land worden inzamelingen gehouden door in
stellingen van zeer beperkte beteekenis, of ten
bate van eeu doel, dat niet in voldoende mate
een openbaar beroep op de algemeene liefdadigheid
in heel den lande billijkt. Er wordt gecolporteerd
door niet steunwaardige instellingen,zoodat ernstig
gevaar bestaat, dat de voor eenig doel ingezamelde
gelden niet zullen strekkeD tot leniging van den
nood, waarvoor wordt ingezameld. Voorts worden
inzamelingen gehouden ook van overigens
bona-fide instellingen waarbij een onevenredig
hoog percentage der gelden Diet ten goede komt
aan het doel: bekend zijn gevallen van 50, 60,
ja zelfs van 88 pCt.
Eindelijk wordt gebruik gemaakt, soms zelfs
bewust, van onbetrouwbare collectanten en andere
krachteD, waarbij misbruiken en ongeoorloofde
practijken van allerlei aard aan de orde vaD den
dag zijn, en niet zelden tevens helangrijke bij
dragen aan den strijkstok blijven hangen.
Vooral na deu grooten oorlog, toen veel meer
personen afbaukelijk werden vau de gemeeuschap,
en tevens het publiek goedgeefsch was, nam het
aantal collecteerende instellingen en personen
zeer toe.
Tegenover al deze kwalen bestaat maar ééu
middel: publiciteit, eu zoo noodig inlichting van
autoriteiten en publiek. Niet ieder gemeente
bestuur heeft de beschikking over voldoend
geschoold personeel om in ieder geval naar de
betrouwbaarheid en steunwaardigheid der in
stellingen en personen eeu volledig onderzoek
FEUILLETON.
io te stellen, eu daarvan zich op de hoogte te
houden. De omstandigheid, dat er slechts 29
Armenraden in ons land zijn, maakte het ver
krijgen van een volledigen en juislen kijk op
de kwaliteit en gestie der landelijke instellingen
nog moeilijker.
Het Centraal Archief Bureau, Vondelstraat 58,
Amsterdam, heeft door het in ontvangst nemeu
van inlichtingen, het geven van waarschuwingen
en adviezen, en verdere werkzaamheden al heel
wat nuttigen arbeid verricht.
Einde 1926 b.v., het tweede jaar van zijn
bestaan, waren reeds 466 aanvragen behandeld
en 466 rapporten uitgebracht: de laatste aan
Armenraden, Gemeentebesturen, Politieautori
teiten, en een 16-tal aan anderen. Die rapporten
betreffen o. m. een 41-tal instellingen, welke niet
als bona-fiie instellingen waren te beschouwen;
van een 16-tal instellingen was de arbeid vao
geringe beteekenis: van een 18-tal slechts van
plaatselijke beteekenis; bij een 8-tal waren
organisatie en administratie onvoldoende geregeld
van slechts 32 der i'15 diverse instellingen, dus
nog niet één derde deel, was de arbeid, naar het
oordeel van het Bureau, steunwaaidig en van
algemeen belang voor het geheele land.
Het Centraal Archief beschikt thans over vrij
volledige gegevens betreffende plas minus 250
instellingen. Vau de meeste dezer zijn statuten
en huish. reglement en laatste jaarverslag aan
wezig en rapporten, waaruit het doel, de werk
methoden en de omvang der instellingen blijken.
De ervaring heeft de verwachting, welke de
Minister in 1925 koesterde, niet teleurgesteld.
Toch is het beoogde doel nog lang niet bereikt.
Io 't bijzonder is het noodig, dat alle Neder-
landsche gemeenten profileeren van de actie van
het Centraal Archief, en niet slechts het 137-tal,
dat thaDS is aangesloten. TelkeDS blijkt, dat
instellingen of personen, aan wie het inzamelen
binnen de grenzen eener aangesloten gemeente
is verbodeD, hun bedrijf zonder eeuige belemmering
voortzetten in de niet-aangesloten gemeenteu. Ten
krachtigste wordt er daarom in het gepubliceerde
Jaarverslag óp aaDgedrongeD, dat alle gemeente
besturen zich het cffer der toch zeer geringe
contributie getroosten, en daardoor de instand
houding vaa het Centraal instituut, waardoor
zij zelf in hooge mate zullen ziju gebaat, mogelijk
te makeD,
YPSILON.
loort op fietstochten, voor verzacht!
genezing bij doorzitten en zonnebra
steeds een doos of tube
In dooien van 30-60 en 90 ct. Tube 80 ct. Bi| ApocK. en Drogltten
776
lu 36398
r 6 36397
ferstandig; terwijl haar jongere zuster, levendig,
plagerig en een weinig overdreven in haar doen
de wereld als het ware uitdaagde om het be- lichtstreep toe, die, tusschen lucht eu gezichts
zij dan terstond, aangemerkt, dat Hendrik, het
oudste kind, ten tijde dat ons verhaal een aanvang
neemt, zich iD Italië bevond, wnarheeu hem zoo
wel de raad der geneesheereD, als zijn eigene
genegenheid om de schoone kausten te bestu-
deeren, gedreven bad.
Het was op deu avond van een fraaien herfstdag.
De ondergegane zon liet de reine lucht nog niet
verkoelen, maar nit de heesterplauten van het
bosch steeg het koel en vochtig tusBcben de
stammen op. Daarom haastte men zich om het
open veld te bereiken, en wanneer wij twee
donkere, jecgdige gestalten dwars door het ge
boomte zien snellen, naar de geelachtig roode
Men meldt ons uit Veenendaal:
Dit jaar zal naar men reeds weet de
internationale bijenmarkt, volgens den Neder
landen Imkersbond, op 10 Juli a.?., aan den
Nieuwenweg en de Klomp nabij Veenendaal,
plaats hebben.
Het atgeloopen jaar, of liever het seizoen voor
de nijvere bijtjes is, volgens den marktmeester,
den heer Joh. vau Kessel, zeer slecht geweest, het
weer is te koud en te lang nat geweest. In
de *klei", waar de bijenvolken grootendeels naar
toegebracht worden, hebben zij bitter weinig kunnen
ontwikkelen. Hierdoor ontstaat, waar de imker het
ieitelijk juist van hebben moet, dat er weinig
zwermen komen, zoodat geen nieuwe volken
ontstaaD.
Verleden jaar was het ook al niet gunstig voor
de bijen, waardoor men met oude volken den
winter door moest zien te komen. Tijdens de
overwintering zijn, aldus de marktmeester, vele
bijen gestorven en de overblijvendeu moesten met
suiker, die van regeeringswege accijnsvrij ver
strekt wordt, in het leven worden gehouden.
De laatste dagen is het weer voor de bijen
echter beter geweest en wanneer de weersgesteld
heid medewerkt, kan nog veel goed gemaakt
worden. Ook beeft de imker nog hoop op de
Herikbloem, die tosschen het zomerkoren bloeit
en later op de witte klaver. De zwermen die
eventueel nu nog los komeD, zijn echter niet
geschikt om ter markt gebracht te worden.
Wat denkt u van de markt op 10 Juli a.?.?
Verleden jaar was de aanvoer niet groot en
dit jaar, meende de marktmeester, zal het nog
minder zijn. Hoofdzakelijk is daar de slechte
weersgesteldheid de schuld van. Tevens zullen
er lage prijzen gemaakt worden.
Bestaat deze bijeDmarkt sinds jaren?
Ongeveer 10 eeuwen(l) was het antwoord.
Weet q het ontstaan daarvan?
Jawel, in vroeger jaren of beter in vroeger
eeuwen, bracht de imker zijn bijen naar de *klei",
tegen den tijd dat de kersenboomeD, enz. beginnen
te bloeien. Daar de imker daar oren en uren ver
vandaan woonde en alles per wagen en des nachts
vervoerd moest worden, had men onderweg een
rustplaats gekozen, waar de bijen werden afgezet.
Dan liet raeo overdag de bijtjes vliegen en na
een dag rusten trok men weer verder. Deze rust
plaats, aan den Nieuwenweg, werd algemeen
bekend en zoo ontstond van lieverlee een vaste
plaats, waar de boeren halt hielden. Dit kwam
ook koopers en verkoopers ter oore, die dan tegen
den tijd dat de boeren van huis gingen, naar
die rustplaats kwamen, om bijenvolken te ver
handelen. Veel droeg hier de gunstige ligging
van het café *De Bijenkorf" bij en de in de
nabijheid staande r.k. kerk. (De meeste bijen
boeren van ouds waren r.k.). Deze konden dan
tijdens het rusten hun godsdienstige plichten
waarnemen.
Worden de bijen gehoodeo om er financieel
•taande onderscheid tusschen de beide meisjes
op te merken en te beoordeelen. Men hield dan
Jw ook de goede Therese voor een meisje, dal naar
behooren het huishonden waarnam en daarbij stil
OU haren gang ging, maar waar voor het overige
„niet veel aan" was; Emma daarentegen werd
met de benamingen kinderachtig, uitgelaten en
loszinnig bestempeld. En toch, wanneer men beide
lusters eeu weinig nader leerde kennen, was de
afstand juist zoo groot niet; het onderscheid
bestond alleen daarin, dat de een wat meer op
den vader geleek, terwijl de andere sprekend de
moeder was. Ja, zoo men beiden niet steeds bij
elkander had aangetroffen, zou men wellicht zoo
min bij de eene als bij de andere iets buiteu-
gemeens hebben gevonden, en zich hebben ver
genoegd met te zeggen: „Welk een lief meisje
is dat! Zoo ze geld hebbso? Heeft ze nog zusters
of broers?" en wat men bij zoodanige gelegenheid
pleegt te zeggen en te vragen, zonder daarom
een prosaïsch mensch te zijn. Op de laatste vraag
einder gelegerd, hoe langer hoe opener door de
verwarring van het bosch schemert, dan weten
wij wie zij beiden zijn. Ook den vader herkenneD
wij, die met meer deftige schreden langzaam volgt.
Den heer naast hem echter, die wel even vast
als hij, maar toch somwijlen voorzichtiger voort
stapt (want nu en dan verzonk ziju voet in den
grond, die moerassig en met loof bedekt tusschen
de wortels ligt) noemden wij nog niet. Hij is een
jongere vriend van den eigenaar des landgoed?,
die eerst een reeks van jaren diplomaat was,
vervolgens groote reizen heeft gedaan, in staat
is uren laDg zeer onderhoudend van ieder wereld
deel te vertelleD, en in zijn koffers een menigte
merkwaardige zeldzaamheden bij zich heeft, die
somwijlen op een vreemde wijze geparfumeerd zijn,
en wel geen gewoDen dief, maar toch een ver
zamelaar van curiositeiten iu verzoeking zouden
kunnen brengen. Zijn mildheid echter zou zoo-
danigen liefhebber zeker zijn voorgekomen, want
hij schenkt rechts en links weg, en zijn schatten
blijven niettemin even onuitputtelijk als zijn ge
heugen, zijn schetsboeken en zijn beminnelijkheid.
Aan deze drie hoedanigheden laafde men zich
op het landgoed nu reeds langer dan veertien
dagen. De practieche Therese liet zich de modellen
van ludiaansche hutten, tot op deu miosten spijker
in den muur, uitleggen; Emma, het goede kind,
liep steeds met allerlei gekonfijte vrachten bij
zich, en hing zich op de wandelingen vergenoegd
in deu arm van papa's vriend, met wien zij reeds
terstoüd als inet een nabestaande vertrouwelijk
zou zijn omgegaan, zoo niet Tberese's versland
die familiariteit iu de geboorte verstikt had.
Meo kwam te hois, bad thee gedronken eD
zich moe gepraat. Op het land is eeu spoedig
afscheid altijd aangenaam. Albert von R. zoo
heette de vriend pakte ziju Chioeesche teeke-
ningen bijeen, de meisjes huppeldeQ weg, en papa
ging uaar ziju kamer, waar al het mogelijke aan
den wand hing, of op de tafels en den grond
verspreid lag buksen, pistolen, weitasschen,
riemen, wandflesscheo, sigarenkistje?, boeken over
tuinbouw en paardenziekteu, enz. De brave man
kreeg uit een der kistjes een sigaar, stak die
aan, en na weinige secouden hoorden de meisjes
zijn voetstap uaar haar kamer toekomen, en zijn
stem, die Emma riep.
„Wat is het, papa?" vroeg deze, eenigszins
verschrikt. „Kom nog een oogeublik hier,
kiud!" „Terstond."
Zij had reeds deu kam nit het blonde baar
genomen en hare volle vlechten losgemaakt, doch
nam spoedig eeu grooteu sjaal, wikkelde er zich
in, en kwam zoo bij haar vader, die zich al
rockende iu een hoek der sofa had geplaatst.
„Hier beu ik, papal" „Kindlief, daar ligt
een brie! op tafel." Is bet deze, papa?"
„Ja, ik heb hem eergisteren ontvangen." „Ja,
eergisteren." „Hoe weet ge dat?" „Nu, ik
heb in het voorbijgaan even den datum gelezen.
Hij is open." „Goed, lees no ook het overige."
Zij ging met den brief bij het licht, en begou
te lezeD. „Maar, goede Heme! I" riep zij plotseling
uit, „die Emma ben ik toch niet Tevens borst
zij iu een hard gelach uit, werd rood tot in haar
hal?, en las ijverig verder. Nu kwam zij aan de
onderteekeoiog „A. von R.", en wierp het papier
op de tafel.
„Papal" „No, mijn kind?" „Wil hij
mij dan dadelijk hebben„Dadelijk krijgt
n niemand", antwoordde haar vader bedaard;
„daartoe zijt gij nog te jong. Ik heb hem dat
vooiloopig ge3egd; gij moet eerst ten minste uw
negentiende jaar hebben bereikt, voor dat aan zoo
ieta te denkeu vair, en gij zijt eerst zeveutien."
„ZeventieD en een half, zoo goed als achttien 1"
riep zij levendig.
„Dus hebt gij er niets tegeo, mijn kind?"
„Het is maar vreemd", antwoordde zij Da een
poos, eu zette zich op een stoel, die midden iu
de kamer stond, „dat het mij Dooit in den droom
zou zijn ingevallcu." „Dat vind ik zeer goed",
antwoordde haar vader; „dat is zooveel te beter."
„Ja, maar wakeude ook niet, papa! Mijnheer
von li. had mij op dsu arm kunnen nemen, om mij
op eeo boom of over een innur te tillen, en ik zoo er
volstrekt Diets bij gedacht hebben." „Ja, maar
wat valt daar dan ook bij te denken?" „Meent
gij dan, papa, dat ik zoo iets zoa toelaten na dien
brief 1" riep zij. „Mij komt het iotnsschen voor,
alsof gij uw bruilof uauwelijks kant afwachten."
(Wordt vervolgd.)