D
li
VAN VRIJDAG II MEI 1928.
Tweede Blad.
lh
«J
r(.
he
in
Pi
GEMEENTERAAD.
10LEN, 4 Mei 1928.
(Slot.)
P( iq request van wed. B. G. Kegge—Van
endijk, houdende een verzoek om schade-
lediug wegeus vermiuderiDg aantrekkelijkheid
etalageramen door verlaging der Kerkstraat,
voorzitter stelt namens B. en W. voor af-
nd op dit verzoek te beschikken,
heer Qaist is van meeuing, dat het pand
ee is achteroit gegaan doordat de etalages
meer goed in zicht vallen, bovendien zullen
oflteu niet zooveel bedragen, daar alleen de
ges behoeven te zakken.
voorzitter meent, dat, waar de heeren dit
>ek bij de stukken hebben gezien, ze wel op
ioogte zijn en er gestemd kan worden.
heer Dekker meent, dat, waar men beslnit
schippers tegemoet te komen, het hier niet
sigerd kau worden.
e voorzitter waarschuwt, dat het toestaan van
verzoek veel geld zal gaan kosten,
heer Qaist wijst er op, dat er veel menschen
de veranderingen gedupeerd zijn; hier ook.
eker, zegt de voorzitter, doch hier is geen
tsgrond aanwezig.
et voorstel wordt met 8 tegen 2 stemmen
gnomen voor de beide wethouders,
en reqaest van wed. B. A. de Brej, houdende
verzoek om vergoeding van f 50, zijnde de
ontstaan door het wegbreken van den
lusschen het perceel en het te verbouwen
l Bebou wdendaua 18, waardoor ze een
el beeft moeten huren,
en W. stellen voor afwijzend te beschikkeo,
B. en W. een bergplaats hebben aangeboden,
heer Moelker deelt mede dit niet geweten
ebben en staat na anders tegenover dit verzoek.
heer Overbeeke deelt mede, datdeSingermij.
huur vraagt van f50; waar de vronw winkel
kon ze haar goederen niet overbrengen naar
ngeboden pand, waarom het verzoek billijk is.
heer Moelker vindt f 50 te veel, bij billijker
is spr. er voor.
voorzitter merkt op, dat adr. vraagt hetgeen
>ok moet betalen.
De heer Baay zegt, dat haar schoonzoon in
dien winkel woont.
De voorzitter merkt op, dat deze winkel van
de Siogermii. is.
De heer Qaist vindt de vraag overdrevan.
De heer Dekker acht onderzoek gewenscht.
De voorzitter zegt, dat B. en W. niet twijfelen
aan de joistheid van het bedrag.
De heer Moelker vindt de kwestie nu wel
anders; bij een billijker eisch van b.v. f 15 zou
spr. er niet tegen zijD.
Met alg. st. besluit men op voorstel van den
heer Baay om eerst bij de Singermij. deze zaak
te onderzoeken.
Een verzoek van J. van Nieawenhoijze om
ontslag als lid der schattiDgscommissie, wegens
vertrek naar elders, wordt hem met alg. st. eervol
verleend.
Vervolgens worden vastgesteld salaris ambtenaar
burg. stand en eemge wijzigigiugea begrooting
goedgekeurd.
Bij de goedkeuring rekeniDg Gezondheidscom
missie merkt de heer Baay op, dat hem is op
gevallen, dat er veel te hoog gedeclareerd is voor
reiskosteno. m. kostte een reis naar Bergen op
Zoom zeer veel.
De voorzitter antwoordt, dat dit B. en W. ook
is opgevallen en deze zullen bij het opmaken van
de volgende begrooting hiermede rekening houden.
Het is spr. bekend, dat ook in den raad van
Oud-Vossemeer er over is gesproken.
De rekening en begrootiog worden goedgekeurd.
Vervolgens wordt goedkeuring verleend aan de
klasseïndeeling der wegeD.
Het geveu van namen aan nieawe straten ver
loopt eerst goed: de dwarsstraat Molenvlietsche
straat wordt Jalianastraat. Anders gaat het met
het voorstel van B. en W. om de Brugstraat te
verdoopen in Veerstraat en de nieuwe straat te
noemen Brugstraat.
De heer Moelker wijst er op, dat deze straat
reeds honderden jaren Brngstraat heet, en is er
tegen. Zou b.v. 2e Brugstraat niet een goede
Daam zijn.
De heer Dekker meent, dat men kan spreken
van Kaaistraat.
De voorzitter zet de bedoeling van B. en W.
uiteen en voelt er niet voor om de straat 2e
Bragstraat te noemen, zooals de heer Moelker wil.
De heer Dekker wijst er op, dat aau de Dieowe
straat pakhuizen zijn gebouwd, hetgeen jammer is.
De voorzitter antwoordt, dat de raad dit heeft
toegestaan, hoewel dit jammer is.
Er wordt nog eecigen tijd over gesprokeD, doch
de raad wil den naam Brugstraat lateD, en de
nieuwe straat wordt gedoopt Eendrachtsweg.
Een wijziging alg. politieverordening wordt
goedgekeurd, waarbij de heer Moelker hoopt op
een soepele toepassing van het verbod om de
straten te schoren.
Aan de ver. tot verstrekken van 1. o. op Ger.
grondslag wordt f 165.30 verstrekt.
De heer Dekker vraagt, hoe dit bij de o. 1.
school gaat, waarop de voorzitter antwoordt, dat
hiervoor een post op de begrooting is uitgetrokken.
De heer Moelker hoopt, dat, als het noodig is,
men de o. 1. school even royaal zal bedenken als
de biz. scholen, zelfs al zou de begrootiDg worden
overschreden.
De voorzitter merkt op, dat aan de o. 1. school
nimmer iets is geweigerd.
Door den heer Overbeeke is een verzoek gericht
vragen te stellen omtrent een bericht in de Middelb.
Courant iüzake boete aan het veerpersoreel op
gelegd enz.
De raad verleent vergunning; de vragen be
helzen hoe groot de boete is en het recht van
boete, en of er geen beroep mogelijk was.
De voorzitter antwoordt, dat er f 10 aan ieder
der knechts is opgelegd en dat een en ander is
geschied aan de hand van het veerreglement.
De heer Overbeeke leest een art. voor uit de
verordening van den veerschipper, waarop de
voorzitter het desbetreffende art. oit de instroctie
van het veerpersoneel voorleest, waaruit blijkt, dat
B. eo W. het recht hebben zoo te handelen als
zij hebben gedaan.
Er volgt nog eenige discussie, waarvan we het
volgende vermelden.
De heer Overbeeke vindt hier een bijzonder
geval dat die menschen werden gestraft. Nn is
er altijd gezegd, dat de post dadelijk over moet,
en toen stonden er op de poDt Klippel en meer
anderen en ook de post. Er was voldoende en
ze zijn gaan overzetten, het was toen hoog water,
waardoor de auto van Klippel veel moeite had
om aan dezen kant van het veer er af te komen,
en ook was juist de diensttijd om van een van
het personeel. Daardoor hebben de trampassagiers
iets langer moeten wachten. Nu was het toevallig
dat de voorzitter daar bij was. Spr. is er voor
dien menschen die f 10 terug te betalen.
De voorzitter zegt, dat de klacht gekomen is
van iemaDd van St. Anoaland. Het gaat do goed
aan het veer, er is nu geen enkele klacht, en
spr. heeft ook gezien dat nu de zaak in orde is.
De heer Overbeeke beziet de zaak van een
andere zijde. Spr. beschouwt deze kwestie meer
tusschen de tram en de autobus. En nn heeft
men zich hier laten gebruiken om propaganda
te maken voor de tram. Spr. vindt het verschrikke
lijk om van het personeel, dat reeds f 12 per week
verdieüt, f 10 af te trekken. Spr. hoopt dan ook,
dat B. en W. het beslnit zullen terugnemen.
De voorzitter verzoekt den heer Overbeeke de
woorden terug te nemen alsof B. en W. onrecht
deden. De voorzitter heeft hen persoonlijk in
Jali reeds gewaarschowd, wethouder Goossen heeft
dit van 't voorjaar ook nog eens gedaan en niet
tegenstaande dit alles gebeort het voor de derde
maal. Er zon iets aan gedaan zijn, wanneer die
menschen gratie hadden gevraagd, maar zij zeiden
geen schuld te hebbeD.
De heer Dekker merkt op, dat zij toch onder
den veerschipper staan, dan is die verantwoordelijk.
De voorzitter ontkent dit. Wanneer er fouten
gemaakt worden dan zouden B. en W. verant
woordelijk zijD, want daar staan zij onder.
De heer Moelker ie er voor, dat de iostrocties
worden nageleefd, hoewel dat zeer moeilijk is.
Spr. zal niet spreken voor tram of bus. Hij haalt
iets aan van hetgeen hij zelf heeft ondervonden
voor 8 dagen. Spr. was toen met de aotobos
gekomen, de geheele pont stond vol en spr. stond
vooraan en hoorde achter zich moppeveo, want
er moest gewacht worden. Mij werd loeö gevraagd
door de veerlui om toestemming te geven om af
te varen. Zij vertelden mij toen, dat zij order
hadden ontvangen te wachteD als zij de tram
hoorden. Dat vindt spr. onbillijk, wanneer de
tram echter is bij Heijboer en men moet dan
wachten dat is maar een oogenblik, maar als
dat is Det als dat de vorige week was, wanneer
bij is bij Slikkenbnrg, dan is dat onbillijk. Spr.
heeft de vraag gesteld" of die 30 passagiers maar
moeten wachten op die 10 of 20 van de tram.
De voorzitter zegt, dat dit dan sabotage is van
de veerlui, want hun is gezegd, dat zij moeten
wachten wauneer zij de tram boven den dijk zien.
B. en W. hebben dus nog niet eens genoemd
tot het wissel.
De heer Moelker zegt: wanneer de tram bij
het wissel is, is hij er vlug genoeg. Spr. dankt
den voorzitter voor de inlichtingen.
De voorzitter zegt: het is niet gemakkelijk om
precies den tijd te zetten. Spr. heeft, wanneer er
klachteu kwamen, het altijd voor hen opgenomen,
omdat men het niet ieder naar den zin kan maken.
De heer Overbeeke zegt, na al hetgeen hij
gehoord heeft, te willen vragen om de boete terug
te betaleD.
De heer Moelker zegt, dat de voorzitter royaal
is geweest om hun gratie te willen geven wanneer
zij het vrageD, want het is wel een vraag waard.
De voorzitter zegt, hier geen toezegging te
kannen geveD. Die kans is hun gegeven, maar
toen hebben zij een schrijven ingediend, en daarin
stond, dat de schuld niet bij hen ligt.
De heer Van den Berge zegt, gezien te hebben
aan de Oad-Vossemeejeche poort, dat het puin
en dan verder allerlei rommel daar wordt weg
geworpen. Spr. vraagt, wat B. en W. van plan
zijn daarmede.
De voorzitter antwoordt, dat er reeds klachten
zijn iogekomen en dat het in orde zal worden
gemaakt. Er is daar stortplaats gemaakt, en het
plan was, dat dan zoo geregeld op te hoogen.
En wat aangaat dat puiu, dat moet gebruikt
worden voor den peiler: indien er door waa ge
werkt was dit reeds weg geweest. Ook heeft spr.