IERSEKSCHE EN
THOOLSCHE COURANT
NIEUWSBLAD VOOR HET EILAND THOLEN.
Rij
AR
ier
2229
Vrijdag 23 December 1927.
Vijf en veertigste jaargang
en, Poortvliet, Scherpenisse, St. Maartensdijk, Stavenisse, St. Annaland en Qud-Vossemeer.
Tweede Blad.
Jeetje van de Oranjeboom
40 C
Verhaal uit het oude Baarn
erman
ir.
sicht)
r. 30|ie
10-12
irteni
-4 7i
\nnal
i
PO
holenfrss
lle 80 )e&
beien
Ie kwa
len, loi
i-inricb
hsibeve
Dit blad verschijnt eiken Vrijdagavond,
ir kwartaal fO,SO; met Geïllustreerd Zondagsblad f 1,375,
franco per post f 1,65 15 ct. disp. kosten.
UITQAVE
FIRMA J. M. C. POT - THOLEN.
TELEF. INTERC. No. 16.
Advertentiënvan 1 tot 4 regels 75 ct.; iedere regel meer 17'/2 ct
Grootte der letters naar plaatsruimte.
Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering.
RTVLIET, 20 Dec. 1927.
aitter wethouder Van der Slikte, waarn.
is de heer P. W. Blaas,
pezig alle ledea.
nojulen der vorige vergadering worden
ezen.
aanleiding van deze Dotolen wenscht dhr
Dog iets te zeggen.
Ie eerste plaats bedankt spr voor de ver-
ig die hij mocht ontvangen, maar zon er
aroe aan toegevoegd hebben een afschrift
irordeuiDg en eeu reglement van het Alg.
stuur.
de 2e plaats doet het 9pr genoegen dat
de notulen niels vermeld staat vau de
ste woorden die de voorz. de vorige ver-
g tot beui heeft gesproken en vraagt of
jrz. nog op het standpunt staat dat de
hrieveu van hem wel onderzocht zijn.
roorz. antwoordt dat hij nog steeds op dit
tint staat, dat rij wel onderzocht zijn.
o?er volgt een discussie tusschen den heer
eu de voorz. waarin eerst genoemde zegt
voor leugenaar is gesteld en dit zag hij
weggenomen eD hoopt dan ook in de
de vergadering dat te hooren, want er
lersonen die kunnen bewijzen dat zij niet
agezien. Spr zal die hier niet noemen,
doet een beroep op zijn mede raadsleden
t ook gehoord hebben,
roorz. zegt dat de geloofsbrieven wel zijn
Krijger vraagt of de voorz. hierover de
nc wil sluiten want deze kwestie maakt
hoofden en koude harten en epr wed niet
of de geloofsbrieven van deu voorz. zijn
agezien en dat de voorz. gezegd heeft len-
spr vindt het precies hetzelfde of hij
heeft je liegt of je leugent want in dec
leest meo toch ook van liegen.
Carels, daar gaat het niet over het is
deu naam van leugenaar.
Vogelaar meeat gehoord te hebben dat
orz. gezegd heeft je lengent.
voorz. elnit hierover verder de discussie,
de 3e plaats vraagt dhr Carela of.de geui.
iug van Ged. Staten is teroggekomen.
voorz. zegt dat deze nog uiet is terug-
1J.
notulen worden hierna ongewijzigd vast-
anior gekomen stukken t
P oees-rerbaal van kasopname bij den gem.
ger op 9 Dec. jl. waar in kas moest zijd
1 16892.895.
veneeDs bij den secretaris van het algero.
itunr waar in kas moest zijn en was
.25.
Een dankbetuiging van den secretaris van het
alg. armbestuur dhr J. Jansen voor het ver-
hoogen van zijn salaris.
Idem van den gemeente werkmaD C. C. v. Ast
ook voor het verhoogeu van zijn salaris. Deze
stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
Een schrijven vau het schoolmuseum te Mid
delburg om vanaf 1 Jld. 1928 subsidie te geven.
Dhr Carels zegt dit is nu de tweede maal
dat dit verzoek is ingekomeD.
De eerste maal is hierop met alg. Btemmeo
besloten afwijzend te beschikken.
Spr. is er voor alleen te eubsideeren wat voor
het alg. belang voor deze gemeente is. Hoewel
dit een zeer goede instelling is is spr. er toch
voor geen subsidie te verleeaen.
De voorz. zegt dat B. en W. er voor zijn
afwijzend te beschikkeu en stellen dit dan ook
voor.
Dit voorstel wordt met alg. st. aangenomen.
Een schrijven van de Politiehond-vereeniging
te Breda wordt op voorstel van B. en W. voor
kennisgeving aangenomen.
Voorgelezen wordt de instructie van den
secretaris.
Dhr Carels vraagt gezien deze instructie dateert
van 1854, dus zeer oud is of het niet wensche-
lijk is er eenige veranderingen in aan f^bl^Yans
Zoo staat er niet in op welke - het
aanwezig moet zijn. Dit
pubr!rk,oorz is er «oor dit na niet te doen daar
de Burgemeester Secretaris ziek is.
De heer Carele wil dit ook niet doen op
staandeu 'oet.
De voorzitter zegt: want anders kan hij zich
niet verdedigen. u
De heer Carels meent dat door het dag. be
stuur bij andere personen er ook i iet mede ge-
rekeud werd. Want er werd een instructie
gemaakt en werd den betrokken persoon thuis
gestuurd. En het waren wet geen krijgsartikelen
of de kogel en de strop waren er niet opgezet,
maar ze waren toch niet na te komen en dat
zou volgens spreker anders geweest ztin als de
persoon er eerst mede in kennis werd gesteld,
zoodat zij er op knnnen wijzen, want de draag
kracht van een artikel wordt Diet altijd goed
begrepen, want er staan wel eeDS artikelen
die een stokje zijn om den hond te slaan.
Verschillende instructies van ambtenaren zijn
gewijzigd eD dus iü hooge mate zon die van
den secretaris die reeds van 1854 dateert, ge
wijzigd moeten wordeo. De vroegere secretaris
is ook reeds vervaDgeu, de iustroctie is ver
ouderd en het ie hoog tijd dat zij eens veran
derd wordt. Men zal 't toch wel eens zijn dat
de instructie die nu reeds 70 jaar ond is, beter
in museum voor curiositeit kan gedaan worden.
De voorzitter zegt: dat pleit dat wij reeds
van 1854 af altijd goede secretarissen hebben
gehad omdat nooit eerder de instructie behoefde
gewijzigd te worden. De laatste jaren hebben
wij een secretaris die geen kantooruren heeft,
de menschen kuDnen altijd bij hem terecht en
het is dan ook Diet noodig dat de instructie
gewijzigd wordt.
De heer Carels vindt het wel vau belang dat
de instructie gewijzigd wordt en wat aangaat
hetgeen de voorzitter opmerkte, daaruit kan spr.
opmaken dat de andere menschen niet deugdelijk
waren omdat de instructie wel gewijzigd moest
worden.
De voorzitter zegt hierover gaat het niet, het
gaat alleen over den secretaris.
De heer Carels vraagt, zou wijzigiog niet beter
zijn voor bet publiek, zoodat het niet meer
voorkomt dat de meDschen 8 maal moeten loopen
om een geboorte aan te geven.
Hierover volgt nog eenige discussie waaraan
de heeren Carele, Krijger en van Westen deel-
uemeD.
Vervolgens wordt aangeboden de verordening
op de hondenbelasting.
De heer Elenbaas meent dat heüLhWe lieff-n
de vorige raadsterjf^.'ïféb'önden zoo worden toe-
va n
hoe dat moet verstaan
JU
door J. Lindbnkom.
83
FEUILLETON
De voorzitter vraagt
worden in de kom der gemeente.
De heer Elenbaas zrgt dat dit wel bekend
zal zijn bij het kadaster.
De heer Carels zegt dit is nauwkeurig be
schreven in de politieverordening.
Os heer Elenbaas: dal is duidelijk aange
geven in wijken.
De heer Krijger zegt dit is aangenomen in
de vorige vergadering, dus is het overbodig
hierover uog te sprekeo. Evenwel vindt spreker
het jammer dat het niet beter is ingezien, want
no krijgt men dit dat de eene bour het volle
betaalt en de andere buur de helft.
De heer van Westen zegtmaar die io de
kom woont profileert van alles.
Wethouder Krijger zegt dat het gosd zoo
zijo wanueer de gemeentekas er door vooruit
zou gaan, uiaar dat is nu zoo niet.
De heer van Westen zegt: dan moeten wij
het vorige raadsbesluit intrekken en een auder
besluit nemen en dan dat iemaud in de kom
betaalt voor eeu hond f 8 en iemand buiten
de kom f 4.
De heer Carels zegt het werden persoonlijke
kwesties. Laten wij het liever in het algemeen
beschouwen. Iemaod die in de kom woont wordt
ook bewaakt door den Dachtwacht, een buitenboer
moet dit missen. Want een enkele keer dat de
politie toezicht houdt is toch Diet voldoende.
In andere gemeenleo komen nog wel andere
dingeu voor.
De heer Krijger: het is dan ook ten slotte
geen wet van Meden eo Perzen, dus daar kan
nog wat in voorzien worden.
De heer Carels vraagt hoever B. en W. er
mee zijn.
De voorzitter zegt hieraan kunnen B. en W.
niets doeD, dat moet de raad doen.
Hierover woidt nog veel gesprokeD, waarna
de heer Van Westen het voorstel doet om art. 3
aau te vullen met het besluit van de vorige
vergadering.
Dit voorstel wordt met alg. st. aangenomen.
Een wijziging der begrooting van het Alg.
Armbestuur wordt met alg. st. goedgekeurd.
Het suppletoir kohier der hondenbelasting
wordt met 3 personen vermeerderd.
Herbenoemd worden met alg. st. tot leden
van de commissie tot wering van schoolverzuim
de heeren W. van Nieuwenhuizen, J. J. de Maagd,
H. Spek, J. P. Gebraad eu J. C. Eadhoven.
Tot lid van de commissie van toe zich» - •s^c
lager onderwijs wordt herben^—uriii ui-gebracht
Maagd met 6 <U-u. l^uist.
èrvolgens komt aan de orde een wijziging
der begrooting 1927.
De heer Carels komt weer op de kwestie van
f 35,35; welke post reeds de vorige vergadering
veel discussies heeft opgeworpen. Ea wie heeft in
deze schuld?
De voorzitter zegt dat hier geen verzuim is
van den gemeeute-outvanger, noch van den
burgemeester. De vorige vergadering is dit reeds
toegelicht, de gemeente ontvanger had het ont-
vangen en had toen a?n den burgemeester ge
vraagd waar het moest worden oudergebracht.
De burgemeester had toen geantwoord dit op te
zoeken, maar toen is de burgemeester ziek ge
worden cu i9 dit vergeteD, en toen de gemeente
ontvanger de rekening klaar had kwam dat bedrag
voor den dag en kon dus nerger.s meer onder
gebracht worden want anders had de u
rekening opnieuw moeten gemaakt worden.
De heer Carels zegt, ra, r?, wat is dat. Geen
verzuim en toch eeu verzuim.
De voorzitter zegt het is nu driemaal toegelicht.
De heer Carels is legen zulk een gedrag.
Wethooder Krijger noemt het fliuwe kul van
:n heer Carels ooi hier nu weer mee voor den
XVIII.
.Mijnheer, nu moet u voor de aardigheid eens
r binnen gaaü, ik zal eveD wachten. U zult
zien dat n nog nooit gezien heeft. Nanning
deu bok af eD Daar de boerderij. Hij trof
r deu boer eu zijo «rouw eu zijn dochter en
zonen, allemaal gebnkt oeer een groote ronde
nd en daarin lag een prachtige Dalmatische
erhond met vijf jongen.
Mijoheer, heeft n wel ooit zooiets gezien
n pracht?'
Nanning gaf niets om honden als zijnde geen
ject van rijksbelasling, keek even eu wiide
er weggaan. Maar de boer liet hem zoo niet
lieten. Hij nam een voor een de beestjes uil
mand en, heel opdringerig, met veel noodelooze
cbaal van woorden, werden de buitengewone
psnschappeo van elk afzonderlijk geprezen. Het
iren inderdaad prachtige dieren, sneeuwwit met
'achtig zwarte vlekken, of omgekeerd, glimmend
'artmetsneenw witte vlekkeD, raszuivere exem-
aren.
Plotseling werd Nanning zich bewust dat hij
izettelijk daar werd opgehouden. Hij wist wel
it de dorpelingen elkander altijd waarsehuwdeu
een ambteoaar of koddebeier in aantocht was
de een of de ander deze waarschuwing noodig
ad. Zou soms een van het talrijke gezin den
dag te komen. Spr. zegt ik kan een font hebben
en U kunt een fout hebben en zoo kan de
gemeente-ontvanger ook een Gut hebben gemaakt.
Het lijkt dan ook op niets. Is het een zoeken
vau u tegen v. d. Slikte, tegen den burgemeester
of tegeu den gemeente-ontvanger? U wilt eeu
lak aan deu geuieeiite-onivanger geven. U praat
van een verzuim en geen verzuim, spreker had
zulke praat niet verwacht.
De heer Carels zegt Diet goed ingelicht te zijn
de commissievergadering.
molenaar gaan voorbereiden op de komst van
den kommies? Nanning nam haastig afscheid
en liep 'log weer naar het rijtuig. Het wss nog
maar een zeer klein eindje en als de paarden
even vlug draafden als op den puinweg dan zou
de boodschapper, die het boschpaadje nam, toch
niet zoo heel veel eerder kunnen zijn.
De paarden zetteu met een fliuken draf in,
maar even later begonneu zij stapvoets te loopen.
De koetsier spoorde de beeslen aau, maar Nanning,
van bSerenaikomst, wist wel zooveel van paarden
af om te zien dat de man een kunstje uithaalde
en opzettelijk de paarden liet stappen.
Na «erd het hem te bar. Hij zei den koetsier
stil te houden, zij waren aan de eerste hoornen
en eeB pad liep langs een boerderij recht op den
I molen aau. Dit wilde hij nemen. Met zijn lange
beeueo en het loopen goed verstaande, was hij
in een ommezien waar hij wezen wilde.
Maar toen begonnen de beesten op eens te
draven, onder de zware hoornen, den weg op,
het groote hek van 't kasteel door, de plaats op,
lot een eind achter het linie, zoo om en tpen
tot aaD het koetshuis. Daar stonden ze stil.
„Een beetje verder dan je wilde, ben je gegaan,
mijnheer zei de koetsier met lijn lachje
maar de paarden zijn vandaag wat balsturig, ik
had zs zoowaar oiet heelemaal in de hand.»
Nanning zei niets, dankte den koetsier ter
nauwernood en beende snel ala een kameel op
den moleD aan.
Nog voor hij aan het bek was zag hij Maüns
de kutcht met een zak op den rag in de schuur
verdwijnen. Even later kwamen hij ea de molenaar
er uit en Hein deed een zwaar hangslot op de
deur. Juist daarmede klaar zag bij Nanning.
De kommies was lang niet op zijn gemak en
deel om zich houding te geveu wel tien maal
stroever dan anders. Hij groette afgemeteö.
„Ik kom eens verifieeren 1"
„Ga ja gang mijnheer'
In den molen was alles in orde. Nanning wist
niet goed hoe hij zich gediagen zon. Keetjes
vader wist van hun verhouding. Zon hij -
de coutrole meteen maar eigen zaken be
handelen?Hein leek niet toeschietelijk
vandaag. Geen hatelijke grapjes, geen zoetsappige
vinuigheidjes of 'n vaderlijke gemoedelijkheid die
voor-de-gekhooderij was. Hein was even kortaf
als hij en dat animeerde hem niet erg.
„Hier is alles io orde zei Nanning.
Nu gaan we Daar de schout'....
„De schuur Daar is niets in' y
„Ik geloof het graag, maar ik wil t toch
zien
Weet je wal, mijnheer Nauning, je moest de
schuur er vandaag maar eens buiten laten.»
De molenaar zei dit met heel auder geluid
dan gewoonlijk i i zijn woord n klouk. Hij zei
het op vertrouwelijkeu toon, min of meer onder
danig tocb.
NaDning was zeer zeuuwachtig. Hij werd bleek
en hij beefde zoo si eik, dat hij bijua uiet praten kon.
„Ik wilook in deschaar zien"
bracht hij er met moeite nit. Hij liep Hein vooralt
naar de denr, maar deze was met haDgslot ge-
Heiu liep langzaam achter hem roet da handen
iu den zak. Bij de deur bleef hij siaau.
„Wilt n de deur open doen als 'l a blieft 1'
„Uèwaar heb ik nou mijn slentel
MaunsHeb jij den Blentel van de schuur?"
„Ja baas»Minus riep het van verre.
Toen plaatste Hein zich voor de deur eu zei
op fluisterenden loon tegen den kommies.
„Mijnheer Nanning doe me na een pleizier
eu laat do schunr nou de scheur maar Er
is geen kwaad inIk heb eeD bijzondere reden,
dia uiet meel niets te maken heeft om
na I Nou ja Wees nou verstandig doe mij
een genoegen Laat die^ schuur dicht"
„Geen sprake vao ik kom hier om te
peilen ook in de schoor
De knecht kwam san met den sleutel en ging
direct weer heeo, de molen draaide, hij moest
daar zijn.
Hein Dam den sleutel, maar voor hij die in
't slot stak, zei hij nog eens dringend
„Nanning jongen laat het uou zoo
maar vandaag"
Geen mijnheer, enkel Nanning en dan jongen,
de muienaar liet nu duidelijk merken dat hij
legen den minnaar van zijn dochter sprak en
Nauning voelde dit heel goed.
Maar nu kwam heel zijn wezen er tegeu in
opstand, zijn plicht verzaken Zich als 't ware
Ie laten omkoopauHet was een beslissend
moment voor hem. Hij zou Keetje mogelijk «er-
liezen en dat zon de zon uit zijn leveo halen,
maar hij aarzelde geen oogenblik, nog Diet het
onderdeel van een seconde
„Ik sommeer u de scbunr open te makeD
onmiddellijk 1"
Met strak eu bleek gezicht deed de molenaar wat
hem bevolen was. Nanning zag akelig wit en elke
zenuw was op 't hoogste gespannen, 't «as nem alsof
hij door de deur heen in den algroad viel....
J (Wordt vervolgd.)