fe KI u J Ingezonden Stukken. B. en W. stellen voor dit aan te houden tot een volgende vergadering. Dhr van den Berge vraagt of er iets tegen is dat dit nu behandeld wordt. De voorz. zegt dat indertijd de raad bij een dergelijke gelegenheid ook een besluit in dien geest nam en is er voor dat bet in een voltalligen raad wordt behandeld daarom is ook voorgesteld dit aan te hou- deu tot de volgende vergadering. Dhr van den Berge vraagt of dat een wettige reden is. Dhr Wagemaker gelooft dat toen het de vorige maal behandeld is er een voor stander van afschafling weg was en nu is dhr Moelker weg dus is hij ook nu voor uitstellen tot de volgende vergadering. Dhr van den Berge is hang dat de vol gende vergadering juist een ander afwezig is en nu is het toch niet de bedoeling om te wachten tot de vergadering voltallig is. De voorz. zegt dat wanneer er de vol gende vergadering iemand niet is het nog wordt uitgesteld maar dan in de daarop volgende vergadering moet de beslissing vallen. Dhr van den Berge zegt nu hij zoo is ingelicht kan hij er zich mee vereenigen. jlet voorstel in stemming gebracht sla ken de stemmen de hh. Quist, Deurloo, Baaij, Bogert en v. d. Berge stemmen voor behandeling. Een schrijven van dhr A. P. M. Voels houdende dankbetuiging betreffende het verhoogen van zijn salaris als klokkenist wordt voor kennisgeving aangenomen. Het contract aan te gaan met de Au- vergnepolder wordt met aigem stemmen goed gevonden. Tot grafdelver wordt met alg. st. be noemd de eenige sollicitant dhr L. Ticliem. B. en VV. stellen vervolgens voor om het contract met L. van de Zande aange gaan voor het vervoer voor de gemeente met een jaar te verlengen, daar zij meenen dat een nieuwe aanbesteding weinig nut zal opleveren. Dhr Baaij vaaagt of er reeds een oproep is gedaan. De Voorz. zegt dat is niet noodig vvar.t het gebeurde onderhandsch. Het voorstel van B. en VV. wordt met alg. st. aangenomen. Tot leden van de gascommissie worden benoemd de hh. Moelker met 8 st., Deurloo met 8 st. en Overbeeke met 7 st. terwijl op de hh. van den Berge en Dekker 3 st. en op dhr Baaij 1 stem werd uitgebracht. De heeren laten zich de benoeming wel gevallen. Tot leden der Veercommissie werden benoemd de heeren Baaij met 10 stemmen Dekker met 7 stemmen en Quist met 8 stemmen terwijl de heeren Bogert en van den Berge ieder 2 stemmen en de heer Aertsen 1 stem verkregen. De heeren Baaij en Quist laten zich de benoeming welgevallen terwijl de heer Dekker de benoeming niet aanneemt. Hier voor moet een nieuwe stemming plaats hebben. Bij de eerste stemming bracht op de heeren van Bogert ieder 3 stemmen Overbeeke 2 stemmen en Aertsen en Deurloo ieder 1 Bij de 2e stemming op den heer van den Berge 5 stemmen op den heer Over worden uitge- den Berge en op den heer op de heeren slem. Aan de orde komt toelage aan een kweekeiing aan de O.L. School. B. en W stellen voor om aan Mej. Smits een toelage te geven van f30 per maand. De heer Quist vraagt als nu mej. Smits toelage krijgt lieeft dun mej. Vis die toch j ook een jaar de school bedient heefi, er ook geen recht op De voorzitter zegt recht en recht is twee. Toen mej. de Wilde ziek werd hebben wij mej. Smits gevraagd of zij wilde blijven voor handwerken en dat heeft zij gedaan en mej. Vis die kwam zoo maar eens om de paar weken dus als wij dat niet ge vraagd hadden zouden wij zonder hulp hebben gezeten. Mej. Smits heeft zicli dus van haar kant reeds verhonden. De heer Quist zegt alles goed maar mej. Vis is toch ook een jaar in betrekking ge weest en waarom nu rnej. Smits wel toe lage en een andere maar buitengesloten. De heer Wagemaker Zegt dat dit alles toevallig is. Mej. Vis had aan den heer Van Liere verlof gevraagd omdat zij ging studeeren voor haar hoofdacte en dat heeft zij gekregen. Toen is mej. Smits gekomen in de plaats van mej. Vis. Het is niet in het minst de ^edoeüng geweest van B.en VV'. om mej. Vis achter te stellen, want wij gingen in de school kijken en toen was mej. Smits er, wanneer, nu toevallig mej. Vis er geweest was zou die misschien dit te beurt gevallen zijn. De lieer Overbeeke vraagt of dat bedrag niet te schamel is f30 per maand. Mej. Smits is wel kweekeiing maar zij is bevoegd onderwijzeres want zij heeft toch haar acte, dan nog zou spreker willen vragen of als dit wordt toegestaan het salaris te doen ingaan. 1 Mei jl. toen is reeds mej. Smits op school gekomen, daar is nog wel anderhalve maand tusschen ge- woest dat mej. de Heer nog tijdelijk was, maar de rest heelt zij die functie toch be kleed. Moet dat bedrag zoo blijven dan zal spreker zich echter bij de meerderheid neerleggen. Spreker is er voor dit salaris aan mej. Smit met terugwerkende kracht te geven. De voorzitter antwoordt dat de bedoeling van B. en W. is dit salaris uit te keeren vanaf 1 September. Het heeft niet in de bedoeling gelegen om die f30 te geven aan haar als volledige belooning, doch meer als een erkenning dat zij zich be schikbaar gesteld heeft. De heer Overbeeke zegt dat de voor zitter toch net zoo goed weet dat wanneer zij niet tijdelijk of vast benoemd is, zij onbevoegd is. De voorzitter zegt dat zij niet onbe voegd is. De heer Overbeeke: volgens de wet wel, want dan mag zij niet anders les geven dan onder toezicht. De voorzitter merkt op dat zij onder toezicht staat van den heer van Liere. De heer Overbeekedat bedoel ik niet, maar zij moet een andere leerkracht bij zich hebben en dal kan niet. En dan, is mej. Smits met dit bedrag tevreden? De voorzitter antwoordt dat hij dit per soonlijk aan mej. Smits heeft gevraagd en zij was er zeer dankbaar voor. De lieer Overbeeke kan zich er dan wel bij neerleggen. De heer van den Berge maakt uit het beeke 3 stemmen en op de heeren Deurloo Sesprokmie van den heer Overbeeke op r» 1 flat moi Ctvuln I 1. 1 1 1 en Bogert ieder 1 stem. Nb is er her stemming tusschen de heeren van den Berge en Overbeeke. De heer van den Berge krijgt 6 stemmen en den heer Overbeeke 2 stemmen zoodat eerstgenoemde gekozen is en de benoeming aanneemt. Tot lid van het Alg. Armbestuur wordt herkozen de heer VV. Moelker mei 8 stem men 2 waren er uitgebracht op den lieer Dekker. Vervolgens komt aan de orde de bijdrage aan het Bestuur der Vereeniging tot het verstrekken van L.O. op gereformeerden grondslag. •B. en VV7. stellen voor om die bijdrage naar aanleiding van het request van 6 Sept. jl. toe te staan. De lieer Dekker zegt dat de tweede bij drage is naar aanleiding van art. 72 der l.o. wel maar daar slaat dit vooraf moet worden gevraagd. De Voorzitter zegt dat dit zoo is maar er is een Kon. Besl. waarin dit is goed- keurd zoodat dat niet geweigerd mag worden De heer Dekker wil beschouwd worden als tegen het tweede gedeelte van het request gestemd te hebben. Spreker is er voor dat men eerst vraagt en toekent maar niet eerst doet en dan vraagt. De voorzitter zegt dus U stemt tegen de post van f 110.25 en tegen de post van f41.70 hetgeen de heer Dekker beaamt. De heer Baaij zegt de Inspecteur heeft er zeker opgewezen dat zij eerst gekocht hebben en toen pas gevraagd. Spreker is er ook voor dat er eerst gevraagd wordt en dan pas toegekend. Men moet dus eerst goede stekken steken zoodat zoo iets niet meer voorkomt. De Voorzitter merkt op dat liet zeker gepast is, dat men eerst om geld vraagt. Doch het schoolbestuur heeft op de uit- keering recht en het geld dient beschik baar te worden gesteld. Met alg. stemmen wordt het verzoek toegestaan! De heer Dekker stemt gedeeltelijk legen. dat mej. Smits onder toezicht moet staan van een andere leerkracht, maar dan is liet toch overbodig voor de gemeente om f 30 te betalen. Spreker kan goed gelooven dat die met heide handen werd aange nomen. Maar wordt hier de wet niet door de vingers gezien, want nu oefent zij zich toch ook en hij sollicitatie naar een andere plaats kan dit ook voordeel ople veren dat zij eerder benoemd wordt omdat zij dan ook een verklaring van het hoofd der school kan ontvangen en dat is ook wat waard. Als wij hier de letter der wet vasthouden dan is die juffrouw niet noodig. De voorzitter zegt dat zij onmisbaar is voor handwerken, daar er maar één juf frouw is en die kan niet allen les geven. De heer van den Berge zegt dat mei. Vis er toch is. De voorzitter: dat is er dan toch maar één, dit komt door de ziekte van mej. de Wilde, want er zijn 4 onderwijzers en maar 1 onderwijzeres. Het voorstel van B. en W. in stemming gebracht wordt met alg. stemmen aange nomen. Vervolgens komt ter tafel bespreking getalsterkte personeel der openbare lagere school. B. en VV. hadden de vorige zitting be looft hierover te spreken met den inspec teur en dit is gebeurd. Deze heeft met kracht geadviseerd de 6e leerkracht te behouden en B. en VV. hebben dit voor stel overgenomen en zien de belangen van het onderwijs geschaad wanneer de 6e leerkracht niet gehandhaafd blijft, daar het aantal leerlingen te groot is en stellen dan ook voor om voorloopig de 6e leer kracht te handhaven. De lieer Dekker is voor voorloopige handhaving, maar vraagt wat het karakter hiervan is. De voorzitter zegt dat, wanneer blijkt dat als het met 5 leerkrachten kan, de raad een voorstel zal bereiken om de 6e leerkracht te ontslaan. De heer Baaij vermoedt dat men zich op gevaarlijk terrein begeeft. Volgens de wet zijn er 5 noodig en nu zijn er 6. Wie zal dat betalen De voorzitter de gemeente. De heer Baaij merkt op dat we hier 3 scholen hebben en nu kan er op een van de andere scholen ook zoo'n geval voordoen. Nu kunnen we tegen A niet ja zeggen en B weigeren. Spreker is dus van meening dat er een gevaarlijk terrein betreden wordt. De school telt nu op 't oogenblik 220 leerlingen en er moeten er zijn 241 dus een aanmerkelijk verschil. Nu komt dat op een andere school ook; wij zouden dan zoo doende op 3 scholen een leerkracht gaan krijgen op last van de gemeente. De heer van den Berge was juist de zelfde meening toegedaan. Spreker is voor goed onderwijs, maar heeft de zaak eens ernstig onderzocht en is tot de wetenschap gekomen dat men nu reeds verhonden is. Spreker vindt hgi jammer dat het nu nog ter tafel komt, de 6e leerkracht is dit voorjaar benoemd en deze fout zal de gemeente een offer kosten. Aangezien er nog twee andere scholen zijn komt de gemeente weer voor een dergelijk ggval te staan. En daarom, zooals wij er nu op't oogenblik voorstaan, kan ik mijn stem niet geven om een offer op de gemeente te leggen van 3 salarissen. Want dat komt er van, al verplicht de wet niet, dan zijn wij het moreel verplicht, omdat den een niet kan gegeven worden en den ander geweigerd. Mijn idee is dan ook dat- wij niet stjmmen voor 1 maar voor3 salarissen en daarom mogen wij de burgerij dezen last niet op de schouders leggen. Spreker vindt het jammer voor het onderwijs, maar men mag de zaak eerst wel degelijk onderzoeken of ze voor de gemeente te dragen is. De heer Dekker zegt dat hetgeen de heer Van den Berge gememoreerd heeft is waar, maar wij behooren de belangen van de gemeenteschool toch voor te staan, dat doel de wetgever ook en wij zijn hier niet voor de bijzondere scholen. Spreker is er dan ook voor dat de 6e leerkracht blijft. De lieer Overbeeke is het niet eens met de heeren Baaij en Van den Berge. De zaak in onze gemeente is dat de openbare school is de volksschool waar het grootste aantal leerlingen naar toe gaat. Die heeren stellen voor dat er dan 3 leerkrachten betaald zouden moeten worden, maar dit spreekt hij tegen. De twee andere scholen komen nooit voor dat geval. Want ais het aantal leerlingen van de school van de Staatk. Ger. stijgt, daalt dat van de open bare school, dus wanneer dat daalt vervalt vanzelf de 6e leerkracht. De school heeft nu 222 leerlingen, daalt dit aantal nu tot 200, dan krijgt misschien de Staatk. Ger. schooi er 12 van en de school met den Bijbel er 10, dan kan dus de Slaalk. Ger. school een verzoek doen maar dan moet de 6e leerkracht op de o. 1. school toch vervallen dus is het geen bezwaar en spr. zal er dan ook niet tegen stemmen. De heer Bogert vraagt of de wetgever hier niet in voorziet. Er mogen in een klas zijn 48 leerlingen, maar als er nu voorzien wordt dat de schout sterk stijgt, wordt dan die 6e leerkracht niet vergoed. En heeft de inspecteur dan geen advies gegeven om naar het Departement te schrijven om dan die 6e leerkracht te vergoeden. De voorzitter zegt dat als het aantal leerlingen eener school sterk stijgende is, dit wel wordt toegestaan. De heer Van den Berge wilde juist vragen naar hetgeen de heer Overbeeke gezegd heeft, of het aantal leerlingen daalt of stijgt en als spr. dan de statistiek naziet dan ziet hij dat het aantal daalt. Want in 1925 waren er 510 leerlingen en nu zijn er op de 3 scholen nog geen 460, dus dat is een sterke daling en daarom dan ook durft spr. dit offer niet van de gemeente vragen. De heer Baaij vraagt hier ook naar. Hij hoorde den heer Overbeeke zeggen van 390 leerlingen dus blijkt dat het aantal dalende is. Do heer Van den Berge vermoedt dat de daling zit in het geboortecijfer en in deze dalende richting komt er weer een ander feit voor de deur dat het niet bij één persoon blijft maar dat er een half jaar later drie personen voor rekening dei- gemeente kunnen komen en dat gaat niet. Wethouder Goossen doet het genoegen dat er op hetzelfde terrein gewerkt wordt waar hij over gesproken heeft in de ver gadering van het college van B. en W., zooals de heeren Baaij, Van den Berge en Bogert gesproken hebben, heeft spreker ook gedaan in dat college. Spr. vond het een precedent scheppen voor een ander en dan zouden wij moreel gedwongen zijn. De school van den lieer Van den Berg en Geluk zitten voor eenzelfde feit en als men op 't oogenblik A zegt moeten wij ook B zeggen en ook G en dit hebben B. en W. lang overwogen. B. en W. staan hier voor: de school telt 222 leerlingen en die kunnen bediend worden door 5 leerkrachten maar het blijkt dat de lokalen te klein zijn. Dus zouden die verbouwd moeten worden, daarom zou dan de 6e leerkracht voorloopig aangehouden moeten worden, wan thet gaat toch niet aan de kinderen als haring verpakt in een lokaal te zetten. Nu staat wij dus voor een moeilijk geval öf voor loopig een 6e leerkracht aanstellen öf ver bouwen. Nu kan dit wel een precedent scheppen maar als de dalende lijn blijft voortgaan zijn er misschien al gauw maar 200 leerlingen meer en dan is de 6e leer kracht ook niet meer noodig. Het 7e leerjaar wordt straks ingevoerd. Spr. is er dan ook voor, voorloopig een 6e leerkracht te be houden. De heer Dekkei zegt nog geen antwoord van den voorzitter gehoord te hebben op de vraag van een der leden hoe het cijfer van het aantal leerlingen ineens is gedaald van 500 op 390. De voorz. zegt dit niet rnet zekerheid te kunnen zeggen maar vermoedt dat de daling van het geboorte cijfer hier wel eenig licht in geeft. Het voorstel van B. en W. om voor loopig een 6e leerkracht aan te houden wordt aangenomen met 7 tegen 3 st. die der hh\ van den Berge, Baaij en Bogert. B. en W. stellen voor om aan Burgers alhier een stukje gemeentegrond groot 507 M2. te verkoopen op de gewone voor waarden voor f 1 50 per M2. Wordt met alg. stemmen goedgevonden. B. en W. stellen voor om aan te koopen in het belang van de overbrugging een perceel grond van Geerts voor f300 en een perceel aan de Oudelandsche straat van Mol voor f800, wordt met alg. st. aangenomen. Voor dat tot punt 13 der agenda wordt overgegaan nl. uitvoering onteigening voor de overbrugging schorst de voorz. de ver gadering en wordt overgegaan in een zit ting met gesloten deuren. Na heropening stelt de voorz. voor B. en W. machtiging te verleenen om in pro cedure te gaan met dhr Klompe en Dames de Lange en het bedrag te bepalen voor de woning van dhr Klompe op f5350 en voor Dames de Lange op f4550. Wordt met alg. st. goedgevonden. Bij de rondvraag vraagt dbr v. d. Berge of het waar is dat het lossen van de kolen voor de gasfabriek voor 2 jaar gegund is Goedegebuure en op welke voorwaarden. De voorz. zegt dat dit onjuist is. Er is accoord aangegaan voor één jaar. De voor waarden kent spr. niet uit het hoofd doch hij zal dit in de volgende vergadering mededeelen. Wethouder Goossen vraagt een lantaarn te plaatsen op de dijk bij Duivendijk. Dhr Baaij vraagt of het dij kje vanaf B. W. Schot naar Stoffels niet verbetard kan worden daar er veel putten zijn en met slecht weer men goedschiks daar niet over kan. De heer Bogert vraagt daar de gemeente indertijd de straat waar hij woont heeft overgenomen of het niet mogelijk is het stukje grond voor zijn huis ongeveer 3 M. groot te verharden. Geregeld komen daar veel karren, auto's enz. draaien zoodat het daar zeer slecht is en veel last veroor zaakt. De vborz. antwoordt dat er bij B. en W. over gesproken zal worden en nagegaan of het hier een genoegzaam gemeentebe lang betreft. Dhr Baaij merkt op, dat de leerlingen van de U.L.0 school tusschen 1 en 2 de waterbak aan het veer voor andere doel einden gebruiken dan waarvoor hij daar is gesteld en verzoekt of er bij het hoofd niet op aangedrongen kan worden dat daar verandering in komt. De voorz. zegt hiervoor zorg te zullen dragen. Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorz. de vergadering. rii mi Ia D IEI Voor den inhoud van ingezonden stukken is de Redactie in geenerlei opzicht verantwoordelijk, terwyl door opname volstrekt niet blijkt dat zij met den inhoud instemt. Geachte Redacteur. In het ingezonden artikeltje van P. voorkomende in ow blad van 25 November jl. geelt deze, hoe goed ook door hem bedoeld, een verkeerde voor stelling van de zaak. Wanneer men de raadsleden wil voorlichten, zal ook P. toestemmen, dat die voor lichting zóó moet zyn, dat twgfel aan de jaistheid uitgesloten is. Wat is het geval. P. noemt de 4 datums, aangegeven in het 6e lid van art. 28 der L. O. wet. Hij vergeet evenwel het 7e lid van dat artikel, hetwelk voor onze school eveneens van toepassing i9, omdat ze met iDgang van 1 Januari 1926 is gesticht. (Samensmelting van de scholen A en B). De fatale datums waarop de telling d r kinderen moest plaats hebben waren das 28 Febraari, 16 Maart, 16 Juni, 16 September en 16 December 1926. Het totaal dier tellingen was door 5 te declen, en voor dit gemiddelde moest de vraag worden beantwoord ol de 6e leerkracht over 1927 al dan niet voor rekening van het Rijk was. Hoewel inmiddels dit slokje builen mijn schold mosterd na den maaltijd is, meen ik toch goed te doen, in het belang van een juiste voorstelling van zaken, een plaatsje voor het bovenstaande te verzoeken, waarvoor bij voorbaat vriendelijk dank. HUVERS. Tholen, 30 Nov. 1927 ONDERWIJS. TboleD. Bij het te Amsterdam gehoodeD oxamen voor apotheker-assistente slaagde mej. J. F. Moelker alhier,

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1927 | | pagina 4