.erseksche en Thoolsche Courant
Tweede Blad.
van Vrijdag 11 November 1927.
peetje van de Oranjeboom
FEUILLETON
i boul
procl
ikomei
ht deJ
tvoerel
word
Hel
t van ,hel Bes,nar der gemeente ïholen maakt bekend, dal by Koninklyk besluit van 24
'OSt va|W»b»r 1927. "O- do, aanwijzing is geschied van onderstaande perceelen, welke moeien onteigend worden
lardoof00' "e overbrugging van de Eendracht.
JU posl
entrail
nschef
iets
vvonlli i
e.
de bi
ieelini
Te
onteigent d
grootte
Van de perceelen bij het kadaster bekend
ter grootte
TEN NAME VAN
int ge
>merkl
aanl
ld
Ier bel
It ge
ren ig
mogeg
i schill
catun
telissi
bij del
heef
Gemeente THOLEN.
740
1198
1152
1683
1473
347
Tholen, 9 November 1927.
S. Qaist, c.«. koopman, Tholen.
A. Kooislra, schoenmaker, Tholen
C. W. Cootnans, broodb., Colynsplaaf
W. L. Klompe, landb. Tholen.
W. C. de Lange, achilder, Tholen.
P. Mol, z.b., Tholen.
Gemeente HALSTEREN.
224
143
324
310
298
300
L. J. Heyboer, landb., Halateren.
L. M. Geers, landb., Bergen op Zoom.
L. P. A. Bovée, landb., Halsteren.
Aavergnepolder, Halsteren.
L. J. Heyboer, landb.. Halsteren.
L. J. Heyboer, landb., Halsteren.
Het Hoofd van het Gemeentebestuur van Tholen,
LAND- EN TUINBOUW.
Nidruk verboden.
n hel Regeeringszorg voor den Landbouw.
bel Er is een tijd geweest, dat in de landbouwpers,
isaals in landbouwkringeu, geregeld door een stem-
langeling van ontevredenheid, zoo niet erger, heerschte
lig i filter de weinige belangstelling, welke van uit Den
laag werd betoond voor al wat den landbouw be-
n de4°f- De 'aodbouw, zoo heette het, is het stiefkind
tegenf' Reo0er'»g> mot een zoo gering mogelijken steun
at ril"' 18611 'iem £eheèl aan zich zelf ovor, houdt zich
oegi
ikool
kon
)f voor al de klachten en weuschen, die worden
tuit, en bekommert zich hoegenaamd niet ora de
joden en behoeften van den landbouwer en het
V,Tlleland-Dio g°ringo belangstelling werd voor-
laaldmmoUjk hier aan toegeschreven, ten eerste, dat de
ladbouw in de Siaten-Generaal zeer onvoldendeo
g. ias vertegenwoordigd, zoodat zijn stom daar niet
jualif'l'00Dde n'el krachtig genoeg werd gehoord
euleif" ,lw0ede> dai èo in de Volksvertegenwoordiging
al if ^eSeeringakringon de beteekenis van den
lai'biil J "w '00r d? algemeene welvaart niet genoeg
'ïheidth *n°0Z*en' n*e' °P ^aar ju^s,e waarde werd
)p dil Met voldoening kan worden geconstateerd, dat
agei),jen laatsten tijd een andere, een optimistischer klank
heerlordl gehoord. Men oordeelt, dat een gunstiger
itlerjind oit Den Haag waait; dat men van daar meer
ardif 00o en de aandacht op den toestand van den
•ecenl ouw göricht. Minister Kau's optreden
"°rdt sympathiek geacht, hij blijft niet op een
Mand, maar wil uit eigen aanschouwing leeren
innen. En ook daadwerkelijk geeft hij blijk van
jn oprecht streven om don landbouw, waar noodig
jjall helpen. De klacht, vroeger meermalen geuit, dat op
ft netje geheelo begrooting nog niet één procent was uit-
eenpTokken voor landbouwzaken, is door Z.Exc. ge-
>rd, en hij wil die grief wegnemen. Want Minister
t hijlaa heefl hel uitgesproken, dat aan den landbouw
r OpfD meerder bedrag van 3 ton f300.000— wel
fln goede mag komen. Behalve dan de som, uit-
Ordefn°kken ?°®r ontwat0riag» n.1. 2112 ton— f250.000
fandL bedrag is afgenomen van den post voor werk-
■trschaffing. Deze eerste stap op den goeden weg
irdient toejuiching. Wij krijgen alzoo verschillende
waniirliQogingenf50.000 voor 10 nieuwe lagere land-
hetpuwscholen, f50.000 subsidie voor de stichting
1 boerderijen op woeste gronden, f50.000 voor
itryding van tuberculose en mond- en klauwzeer,
=122.500 voor den bouw van het Laboratorium voor
loodonderzoek, plus nog f7500 voor de proef
11.
stations, f 6000 voor een proefboerderij in Groningen,
f 2000 voor proefnemingen en f 5000 voor reis- en
verblijfkosten der consulenten. De tijd van strenge
bezuiniging is gelukkig voorbij.
Nog zij vermeld dat voor het Landbouwhuis-
houdonderwijs f29.000 méér is uitgetrokken.
Tegen de slakken.
In den verloopen zomor zijn vele bouw- en gras
landen en ook tuinen zeer geteisterd door de slakken,
en de schade, daardoor aangericht, is zeer groot ge
weest. De zomer was nat en weinig zonnig, en dan
tiert de slak het beste. Daar ook in de beide voor
gaande jaren de slakkenplaag reeds had geheerscht,
drong de vraag met kracht naar voren #Wat kunnen
we daartegen doen
Die vraag is ook nu nog actueel, want men dient
er op bedacht te zijn, dat in dit najaar of (en) in
het aanstaande voorjaar de plaag opnieuw zal kunnen
optreden. In Augustus hebben de slakken hun eieren
gelegd, elke slak wel 500 hij gunstige ontwikkeling
kan men de jonge slakken dua weer in dezen herfst
op akker en wei en in den hof aantreffen. Ook in
Seplomber worden nog eitjes gelegd, de slakken,
daaruit voortkomende, zien we dan in 't voorjaar
weer op onze gewasseD. Derhalve dienen we op onze
hoede te zijn. Van de weersgesteldheid hangt het
af, of de slakkenplaag andermaal in beteekenende
mate zal optreden of niet. Wat zullen we er dan
tegen doen, als ze verschijut. De landbouwconsulent
Ir. W. J. Witteveen te Dragten vertelt van ge
nomen proevenmet fijngemalen kopersulfaat en
met superfosfaat. Bij een landbouwer in wiens gras
land enorm veel slakken voorkwamen, zoodat het
bij den dag terugging, liet hij per Hectare 20 Kilo
fijngemalen kopersulfaat uitstrooien 't was raidden
in den zomer, dus het ging ovor het groeiend ge
was, maar er was toch weinig aan te bederven,
t Resultaat was schitterend den volgenden morgen
lagen er tienduizenden doode slakkem Het zout werd
uitgestrooid in den nacht met de zaai viool. Bij
denzelfden landbouwer werd ook do meststof super
fosfaat beproefd in den vroegen morgen 1000 K.G.
per H.A. Ook hierdoor werd een duchtige op
ruiming gehouden die misschien nog grooter zou
gewoest zijn, indien het niet te regenachtig was
geweest. Het gras leed van deze bestrooiïQg zeer.
Men heeft hier dus twee bestrijdingsmiddelen. Krijgt
men in dit najaar op 2ijn akkers de slakkenplaag
weer, dan kan men daar kopersulfaat aanwenden
mengt men er wat fijogeklopte Chili door, dan
wordt de verdeeling gelijkmatiger, en kan deze
stikstofmest dieoen om de schade der aanwending
ogen
9 ter
leer-
tot|
zijl
[erk
734,
Idag»
be-
dit
hrii'
ben,
Dge*|
mnii
op
:ntie
een-
Ideo
ten
26
Verhaal uit het oude Baarn
door J. Lindenkom.
XII.
«Al» je het zoo opvatja dao hoeven we
eigenlijk ook niet over te prateu"
„Dat hoeven we ook nietIa dat non ook
•at voor een jongen die zijn meisje gaat thuis
feDgen Weet je niks anders?"
„Maar lieveling, we moeten daarover toch ook
ut klaarheid komen. Je wilt mijn vronw worden,
tü wordt je de vrouw van een javan
>Q die volgens jou meehelpt om je vrienden,
familie, je vader te berooven tenminste
helpen berooven.... Voel je hel zoo?....
li die gedachte in je ziel leeft
„He zeg laten wc nou maar over wat
iders praten Je lijkt de dominee wel
Is of je aan 't preeken gaat"
„En Keetje, ik zal naar je vader moeten om
hand te vragen"
„Wanneer ga je?" vroeg ze haastig.
„Zou je denken dat je vader ziju dochter zal
iven aan een kommies?"
„Ik denk van wel't Is een goede be-
ikking, niet waar, en jij bent knap zegt
tierWe hebben er hier nog niet zoo een
ihad, zegt hij"
«Heb je je vader dan verteld dat
«Neen zei Keetje, hevig kleurend dat nog
et, maar och, je hoort weieens zoo pratenZe
'oden je hier allemaal erg..,, leelijkknap wil
r MggenZe zyn allemaal bang voor je"....
te herstellen. Op grasland kan men super uitstrooien
dit is dan tevens de phospborzuurbemesliug (de
proef leerde, dat slakkenraeel de slakken niet deerde.)
Men kan de super, indien men deze in den herfst
niet heeft, ook in 't voorjaar aanwenden. Blijkt
alsdan, dat nog niet alle slakken gedood zijn, of
komen later opnieuw jonge slakjes voor don dag,
dan slrooie men nogmaals 20 Kilo kopersulfaat per
H.A. uit ditmaal vermengd met wat meer Chili of
zw. ammoniak.
Wenken en mededeelingen
De Geld.-Ov. Mij. van Landbouw beraamt plannen
om evenals in enkele provinciën, een Proefooerder ij
te bouwen. De omgeving van Zutphen of de Achter
hoek werd als plaats genoemd. Op zoo'n boerderij»
b.v. mot 10 H.A. gras- en 10 H.A. bouwland, wil
men proefboeron" onder deskundige leiding. Om
te demonstreeren, welke takken van bedrijf voordeel
afwerpen, en hoeveel, en hoe ze moeten worden
uitgeoefend, ora de onkosten zooveel mogelijk te
drukken, en de netto-winst zoo hoog mogelijk op
te voeren. Op de Algemeene Vergadering van
genoemde Maatschappij sprak Prof. Abierson over
de tegenwoordige methoden ter bepaling der be-
bemosting. Hij voorzag, dat de bemesting in gebeel
nieuwe banen zon komen, waardoor verkwisting
van meststoffen zou worden voorkomen en dus geld
zou worden bepaard. De Voorzitter, Ridder van
Rappard, hield een pleidooi voor emigratie naar
Frankrijk naar het Z.W. deeldaar lag een
goede toekomst voor velen, omdat de bevolking
daar aanzienlijk is teruggegaan. Eon boerengezin
(man, vrouw en kinderen) kan daar op vruchtbaren
bodera, volgens spreker, ruim zijn brood verdienen.
Weet gij
Weot gij, dat de Minister van Arbeid, Handel
en Nijverheid nog eens nadrukkelijk heeft te kennon
gegeven, dat op boorderijen, in slachtplaatsen, welke
niet aan de gestelde eischen voldoen, niet geregeld
mag worden geslacht met het doel het vleesch te
verkoopen cn de afvallende deelen voor eigon ge
bruik te houden dat men daarbij beslist niet verder
mag gaan dan tot hoogstens twee diereu per jaar
Weet gij, dat de rundertuberculose overal in ons
land in verbreid en enorme schade in verschillende
vormen veroorzaaktdal die schade zelfs millioeneu
per jaar beloopt Weot gij, dat het aantal dieren
met l.b c.-aandoeningen op verschillende stallen
wisselt van 0 tot zelfs 100 procentdat het grootste
percentage wordt gevonden bij de melkboeren rond
de groote steden, het laagste in de bouwstreken
van Zeeland, waar geen zuivelfabrieken zijn, do
stallen niet overbevolkt, en het vee ook 's winters
buiten komt. Weet gij, da: uil een groot aantal
voorbeelden uit de practijk is gebleken dat een
dier met open t.b.c. op stal zeer vlug en in sterke
mate de dieren uit de omgeving bosmetdat de
t.b.c, zich vooral vorspreidt op donkere, vochtige,
slecht geven'ileerde en overbevolkte stallen
Consulent Jhr. Van Vredenburch deelt in
//Handelsberichten" het volgende mede
Aardappelen. Het Ministerie van Landbouw heefl
de exporteurs opgeroepen teneinde met hen bespre
kingen lo houden in verband met de plaatselijk
opgetreden wraiziekto. Zendingen naar Frankrijk
moeten vergezeld zijn van een certificaat van den
PlHDtenziektenkundigen Dienst, vermeldende, dat de
zending vrij van ziekte is en dat er in een omtrek
van 20 K.M. geen ziekte voorkomt. De prijzen op
de biuuenlandoche markt blijven vrijwel onveranderd.
Vlas. Er is zeer veel vraag uit Gr. Brittannië
eu Duitschland, vooral naar de goede soorten uit
het binneoland.
Suikerbieten. Men kan thans rekenen op een
grooter opbrengst van 12 G/0. vergeleken met verleden
jaar. Een productie van 300 000 ton suiker is zeer
zeker te verwachten. Er worden nog steeds koop
contracten gesloten, doch tegen dalende prijzen,
tengevolge van de slapte op de suikermarkt. De
automatische bielenrooiers, welke op sommige groote
bedrijven voorkomen, zijn ondanks de guns'ige weers
gesteldheid vrijwel nergens gebruikt, meu heeft
algemeon de bieten met de hand gerooid.
GEMENGD NIEUWS.
„En je vader ook
„Kan je begrijpen riep Keetje, trotsch
't hoofd in den nek Mijn vader bang voor
jou Mijn vader krijg je toch niet l"
„Toch doe ik daar mijn belt voor, Keetje"....
„Mag je doen maar snappen doe je 'm
tóch nietZe hebben 'm maar eens gesnapt
en dat kwam omdat
„Omdat?"
„Neen niks stamelde het meisje verward
Daar zou ik warempel nou al vergeten dat je
kommies bent!" Ze lachte luid, maar een beetje
gedwongen.
Nanning voelde pijnlijk de kloof, die hem
scheidde vao zijn meisje. Na al dadelijk was er
iets dat ze te verbergen had Het deed zeer.
Ja, hij kon geen ambtenaar blijven, als hij Keetje
tot vrouw kreeg
„Maar als ik non jou vader eeD8 snapte, als
ik hem on eens een zware bekenring bezorgde...
Stel je dat nu eens voor"
„Dat hoef ik me niet voor te stellen, want*,
dat gebeurt niet
„Ja maar è,!s 't na eens *èl gebeurde
Als
„Asas zei Keelje terug, bijna
vinnig asch is verbrande turf en 't gebeort
toch nietJe kunt nou praten wat je wilt
ik zeg jehet gebeurt nietEn laten
we nou maar over wat anders praten"
„Waarover znllen we dan praten?" vroeg hij,
deemoediguit het veld geslagen. Wat was
bet toch heel anders om met een meisje te
redeneeren dan met een manspersoon, dicht hij
Hij wist geen nitweg
„Laten we over het weer praten zei ze
vleiend Hoe lekker komt de wind op hè, en
wat jagen de wolken mooi voorbij de maan
Eu daar zijn we al bijna thuisdat is
te zeggen ik beo al haast thuis.
Zij had gelijk. De Oranjeboom blaakte in het
maanlicht. Nog een paar minnutjes. Zoo hij die
verloren laten gaan met zwaar gepraat?....
Nanning voelde zich op eenmaal fatalist. Wat
er gebenren moet zal toch wel gebeuren, maar
nn nu heb ik baar nog misschien voor
het laatst, nu heb ik baar nog Zoo dacht
hij en hij handelde overeenkomstig. Keetje beviel
dat heel wat beter, maar ze moest nu toch heusch
naar huis, het zou al wel tien uur zijn
Verdraaid ja, tien uur en bij moest uiterlijk
kwart over tien thuis wezen, daar zat de politie
man op hem te wachten. Keetje's kooutjes waren
zoo zacht en de werkelijkheid was zoo bard
hij rende naar het dorp. De diender werd al
ongeduldig want 't was bij halfelf. Het gezicht
van de fouragc die op den tocht meeging bracht
hem weer in z'n humeur. Hij mocht ook wat
drageu.
Keetje had gelijk, de wind begon lekker op
te komen. De boomen stonden maar even in blad,
toch genoeg om heerlijk muizende muziek temaken.
Dan licht, dan donker, d»u open plekken, dan
flluweelige schaduwen, dan breede zandwegen,
dan smalle boschpaadjea, een heerlijke wandeling.
Naarmate de twee mannen den Hilversomschen
weg naderden werden de wolken zwaarder en
het leek wel of het zou gaan regenen. Het was
nog geen elf uur en 't scheen alsof de maan al
onder was. Nanning was een zwijgzaam meosch
en de Baamsche diender zei geen praim tegen
een ben vol. Ze hadden met z'u beiden wel tot
Hilversum door kuunen loopen zonder een woord
te zeggen.
Ze kwamen ook nog niet eens precies uit waar
Een krankzinnige aan den weg gezet.
Dezer dagen werd, schrijft de Arub. Cl. bij de
grens van de gemeente Westervoort iemand ean-
getroffen, die zich zeer eigenaardig gedroeg als
iemand die dronken of krankzinnig i*. De man
werd door de militaire politie naar den burge
meester van Westervoort gebracht. Deze dhr
A. H. C. M. Vos de Wael, stelde onmiddellijk
een onderzoek in. Ten eerste bleek uit de waar
nemingen van deo gemeente-arts van Westervoort
dat de man zeer ernstig krankzinnig was, in die
mate, dat hij niet alleen mocht worden gelaten.
Ten tweede wees het onderzoek uit dat een aato
was gesignaleerd, waarin een veldwachter was
gezeten. De auto reed snel weg in de richting
Arnhem.
Met stelligheid wordt vermoed dat de zaak
zich als volgt heeft toegedragen. De bewuste
krankzinnige zal aangetroffen zijn iu een ge
meente in den omtrek. Nu is de regeling zoo,
dat de kosten van krankzinnigenzorg worden ge
dragen door de gemeente, waarin de krankzinnige
w >rdt aangetroffen, voorzoover het de voorloopige
kosteu betreft, en voor wat de eigenlijke ver-
pleging betreft door de gemeente waarin de
krankzinnige is gedomicilieerd. In de fgroote
onbekende" gemeente zal men nu vermoedelijk
iu verband met de koelen, alle mogelijke moeite
gedaan hebben om le weteu waar hij thuis be
hoorde. Eu het is zeer aannemelijk, dat da man
toen heeft gezegd: iu Westervoort. Want daar
was hij vele jsren gedomicilieerd.
Thans echter heeft hij domicilie te Arnhem,
maar daar zal hij zelf niet aan ged-cht hebben.
Toen heeft de „grooto onbekende" gemeente den
man in eeo auto gezet en been doen brengen
waar hij, naar men daar dacht, hoorde. Op de
goedkoopste manier heeft uien zich er alzoo vau
afgemaakt.
De burgemeester van Westervoort zat nogal
met het geval in. Daar het Zondag was kon hij
zich bezwaarlijk in verbinding stellen met een
krankzinnigengesticht. De gemeente Arnhem was
echter zeer coulant. Er werd dadelijk plaatsge
maakt voor den patiënt in het gemeentezieken
huis. Üaar is de man een dag of acht ouder
observatie vau dr. Schnitzler geweest. Deze heeft
bevonden, dat de palieut niet simuleert eu ernstig
ziek is.
De vraag is nu, wie de kosten van het vervoer
en van de voorloopige verpleging moet dragen.
De rechtgezette toren.
De toren te Nieuwkoop hing 80 cM. uit zijn
lood hetgeen vrij gevaarlijk wa?. Nu is de tojen
weer recht gezet. Eerst werd het gevaarte dat
40Q.000 K.G. weegt van ziju fundamaiiten los
gemaakt eu toen heeft men deu toreu door
middel van hydraulische vijzels aan eene zijde
80 cM. laten zakkeo op een nieuw fundament.
Gevaarlijk „zuiveringszout".
Onlangs stier! in het kanton Wallis in ZwiU
seriand een 89 jarige man, die een geringo
hoeveelheid dubbelkoolzure so la ingeuomen had.
Ora den last van blijkbaar te overvloedig ge
noten hoeveelheden alcohol te ontgaan, had hij
's nachts een mespnutje natriumbicarbonaat op
gelost in water, ingenomen. Op hetzelfde oogen-
blik kreeg hij ontzettende buikpijnen eu den
dt-n volgenden morgen bleek bij een operatie,
dat de maag gebarsten was.
Da intredende gasontwikkehng na let inne
men vau de dubbelkoolzure soda had in de toch
roed» meer dan gevulde maag, tot dit noodlottige
de politieman gedacht had, hij had zich een pad
vergist,-2e waren vlak bij de Wolfadreuvik.
Het was nog eeG heel eind naar den molen.
De wind werd sterker en het begon iets te
regenen. De maan was na onder en 't werd
pikdonker. Ze hoefden heusch niet bang te zijn
voor ontdekt te wordeo, je kon haast geen mans
lengte vooruit zien. Aan den ecnen kant het
bosch, aan de audere zijde nog altijd de zandige
vlakte. Toen wat laag kreupelhoat en eindelijk
kwamen zij laugs een hek van kruislings over
elkander geplaatste kuuppels gemaakt.
Nu waren zij er. Het kouppelhek liep langs
een grasland, dau zouden zij aan een lage doornen
haag komen, even linksom, daar stond een mijt
of eigenlijk slechts een kiarap hooi, recht af
gestoken, hol bijna.
Dan had je het hek, dat om het molenerf liep.
Ze moesten den molen nu kunnen zien, eigenlijk
al veel eerder, maar in het zwarte vau deu nacht
moest je hem na toch ook kunnen bespeureB.
Zoo donker was het, ze zagen nog niets. Ze
waren nu bij de haag. Ja, disn molen zagen ze,
maar draaien deden de wieken niet.
Ze stouden een poos stil. Ddar hoorden ze, de
zware deur van deu molen open knarsen en een
mau klotste op zijn klompen over de keien straat
die van de deur tot uit het erf liep. De twee
mannen bukten zich, ze hurkten pal tegen de
haag aau. De man, misschien was het Hein, liep
langs het hek van het molenerf rond, stond hier
en daar eens stil, scheen spiedend dan den eeneu
daD den anderen kant uit te zien. Zij zagen hem
dan eens wel en dan weer niet. Eindelijk hoorden
zij hem weer de straat over klotsen en de deor
van den molen knarste dicht. Door een der
raampjes van den steenzolder zagen zij licht.
(Wordt vervolgd.)