r
RWATMS5^
Reepen mei Cadeau
UITKNIPPEN EN BEWAREN!
Inzenders van 250 Sterretjes
geknipt uit de achterzijde 5 ets. Kwatta
Reep-etiketten ontvangen gratis en franco
I PRIMA VERZILVERD VULPOTLOOD
merk „Marquise". Het beste Fransche Vulpotlood, winkelwaarde f3.—
DEZE RECLAME LOOPT TOT 1 AUGUSTUS 1926
inzendingen met opgaaf van juist adres aan
KWATTA BREDA. Afdeeling RECLAME
KWATTA SOLDAATJES BLIJVEN ALTIJD GELDIG.
«la
M'
64, 83762
plaals heeft, maar toch is op de geheele
begrooting van uitgaaf geen vermindering
verkregen kunnen worden omdat le het
goed slot der rekening over het afgeloopen
dienstjaar 1925— 1926 f 5000 minder be
draagt dan dat over het dienstjaar 1924
1925, zoodat op de nieuwe begrooting als
goed slot in ontvang gebracht kan worden
slechts f 1541, dus dit beteekent f 5000
minder ontvang.
2e. voor hel eerst op de nieuwe be
grooting is gebracht een uitgaaf van f3000
als inkoopsom, ingevolge de Pensioenwet
der diensttijden van de polderambtenaren;
3e. den post van onvoorziene uitgaven
met f2000 hooger is uitgetrokken dan voor
den dienst 19241925.
4e. aan het waterschap f 1.50 in plaats
van f 1 wordt afgedragen, is hierdoor een
meerdere uitgaaf van f 1000 verkregen en
5e. de post waterleidingen met f 2000
hooger is geraamd. Met genoemde posten
is dus reeds een verhooging der uilgaven
bereikt van f13000.
De heer van Gorsel merkt nog op dat
niet elk jaar een gedeelte steenglooiïng
vernieuwd behoeft te worden met zuilen
basaltdat zou ook om de 2 jaar kunnen
geschieden, terwijl op het onderhoud der
wegen bezuinigd zou kunnen worden.
De voorzitter ontraadt het stopzetten of
uitstellen van het vernieuwen van gedeel
ten steenglooiïngen en wat het onderhoud
der wegen betreltin 1924 heeft de ver
gadering goede wegen geëischt. Hij heeft
toen bij het aannemen van het plan tot
verharden der wegen gezegd dat hierdoor
een vermindering van het dijkgeschot niet
kon plaats hebben.
Na een opmerking van den heer W. J.
Boogaart dat hij nog niet heeft hooren
lezen het verslag van den toestand en de
behoeften der polders over het afgeloopen
dienstjaar, wordt vóór de verdere behan
deling der begrooting tot het voorlezen
van dat jaarverslag overgegaan. De voor
zitter zegt dat hij bij het mededeelen der
ingekomen stukken dit verslag niet in
portefeuille had en het daarom toen niet
ter tafel kon brengen.
Na het voorlezen van het jaarverslag,
dat intusschen voor kennisgeving wordt
aangenomen, zegt de heer W. J. Boogaart
dat in het verslag wordt medegedeeld dat
het stoomgemaal in het afgeloopen jaar
88 etmalen in werking is geweest. Hij wil
iets zeggen niet over dit aantal etmalen
maar wel over de dagen waarop door het
stoomgemaal wordt gemaald.
Hij bedoelt daarmede de Zondag. Het
is hem gebleken dat des Zondags ook wordt
gedraaid. Dit vindt hij een ontheiliging
van den dag des Heeren. Hij geeft het
bestuur in overweging niet op Zondag te
laten malen, alleen bij uiterste noodzaak.
De voorzitter vraagt wat dhr. Boogert
onder „uiterste noodzaak" verstaat.
De heer Boogaart zou hieronder willen
verstaan een waterstand van 2 Meter boven
zomerpeil.
De Voorzitter kan dit gezegde van den
heer Boogaart niet als ernst beschouwen.
Hij deelt bom mede dat in de ingelanden
vergadering van 18 Mei 1915 goedgevonden
is dat de beslissing of het noodig is, dat
het stoomgemaal 's Zondags werkt over
gelaten wordt aan het bestuur en in de
bestuursvergadering van 7 Maart 1919 is
bepaald, dat het stoomgemaal alleen des
Zondags mag malen in de maanden Maart
t/m üctober wanneer de waterstand boven
het zomerpeil komt en in de maanden
November, December, Januari en Februari
wanneer 'de waterstand hooger is dan 10
duim boven het zomerpeil.
De heer D. van de Velde herinnert aan
de overeenkomst met Broek en Hooland,
waarin de bepaling is opgenomen dat het
waterschap Poortvliet zich verbindt te
zorgen, dat het water in den polder Poort-
vliet steeds zoo spoedig mogelijk wordt
gebracht op 10 cM. beneden zomerpeil.
Hij zou deze aangelegenheid aan het be
stuur willen overlaten.
De Voorzitter zegt dat aan deze zaak
een principieele kant zit daarom is deze
zaak een teere aangelegenheid. Hij zou
gaarne in deze vergadering bij stemming
uitgemaakt willen zien waaraan het be
stuur zich heeft te houden.
De heer J. Potter zegt dat het hem op
vallen is dat in dit waterschap het stoom
gemaal des Zondags meer draait dan de
gemalen in andere waterschappen. Het komt
hem voor dat de machinist hiervan de
schuld is. Deze schijnt geen bezwaar te
zien in 's Zondags malen.
Hij zou willen voorstellen dat alleen op
Zondag gemaald wordt bij een noodtoestand
en dat aan den Voorzitter overgelaten wordt
het oordeel of er een noodtoestand is.
De heer M. K. Krijger kan zich met dit
voorstel vereenigen.
De heer Boogaart assisteert en blijft
er bij dat de Zondag niet ontheiligd mag
worden. Alleen bij uiterste noodzaak zou
het stoomgemaal op Zondag in werking
gesteld moeten worden.
De heer Johs. van Gorsel zou bepaald
willen zien dat het stoomgemaal op Zondag
in werking is bij 10 cM. boven zomerpeil.
De heer Boogaart vraagt wat onder
zomerpeil verstaan wordt.
De Voorzitter zegt dat met zomerpeil
bedoeld wordt 1.03 M. N.A.P.
Daar al meer en meer gaat blijken dat
de meeningen over 's Zondags malen ver
bij Wielrijders,
een door de zon verschroeide Huid,
Schrijnen en Smetten, verzacht
geneest men met y q
Bij Apoth.en Drogisten
507
tl 33765
deeld zijn en geen enkel voorstel in stemming
komt wordt ten slotte maar aangenomen
dat bepaald is dat het bestuur in deze beslist.
De Voorzitter heropent de discussiën
over de begrootingen
Aan den heer W. J. Boogaart wordt op
diens vraag medegedeeld dat het uit
getrokken bedrag ad f 100 betreft het
pensioen aan den oud-dijkwerker J. van
Bemden.
De heer Boogaart geeft in overweging
om den dijkwerker D. Bijl wegens ver
gevorderden leeftijd op pensioen te stellen
en wel op f300 's jaars of hem lichte
werkzaamheden laten verrichten.
De voorzitter zegt dat wat betreft het
opdragen van werkzaamheden aan D. Bijl
rekening wordt gehouden met diens leeftijd
en dat aangaande het verleenen van ontslag
met behoud van pensioen afgewacht dient
te worden een verzoek van D. Bijl van deze
strekking.
Daar door niemand inlichtingen meer
verlangd wordt, stelt hij voor de begroo
tingen vast le stellen in ontvang en uitgaaf
t. w. die
a. van de zes groote polders op f 49990.085
b. van het waterschap op f 3288.74
c. van den polder Smaalzij op f '152.88
d. van den polder Baarsdijk op f 09.475
e. van den polder Pluim pot op f 93.87
f. van de exploitatie van het
stoomgemaal op f 13404.16
Met algemeene stemmen worden deze
begrootingen vastgesteld met machtiging
aan het Bestuur lot het af- en overschrijven
uit den post voor onvoorziene uitgaven op
de artikels welke in de onderscheidene
begrootingen bij name zijn genoemd.
Voorts wordt aan het bestuur machtiging
verleend: ie. tot het onderhandsch aan
besteden van het vernieuwen van een ge
deelte steenglooiïng en het aankoopon van
steenslag enz. voor de wegen en 2e. de
door den Pensioenraad vast te stellen inkoop-
sommen voor de polderambtenaren in eens
in het pensioenfonds storten.
Daarna deelt de voorzitter mede, dat op
1 Augustus a.s. moeten aftreden als ge
zworenen de heeren H. van Westen en
E. van der Slikke.
Ingevolge het bepaalde in art. 28 van
het Algemeen Beglement voor de polders
of waterschappen in Zeeland moet worden
overgegaan tot het opmaken van staten van
aanbeveling, elke staat bevattende 3 per
sonen, ter benoeming van gezworenen in
deze vacatures.
Daarop worden tot leden der in art. 60
van het Algemeen reglement bedoelde
commissie door den voorzitter uitgenoodigd
plaats te nemen de heeren J. van Gorsel,
J. Tazelaar en D. van de Velde.
Overgaande tot stemming voor no. 1 der
aanbeveling voor de vacature ontstaan door
de aftreding van H. van Westen, blijkt dat
bij de commissie tot stemopneming zijn
ingeleverd 88 stembiljetten.
Uitgebracht zijn op den heer H. van
Westen 60 stemmen, C. van der Slikke Az.
10 stemmen, op andere personen een of
meer stemmen en 4 blanco stemmen, zoo
dat met volstrekte meerderheid van stem
men als no. 1 is gekozen de heer H. van
Westen. Bij de stemming voor no. 2 dier
aanbeveling blijkt dat zijn uitgebracht op
J. J. van der Slikke 29, C. van der Slikke Az.
28, A. Buijs 12 en andere personen eenige
stemmen.
Niemand de volstrekte meerderheid ver
kregen hebbende, wordt overgegaan tot een
tweede vrije stemming.
Bij deze stemming blijkt dat zijn uit
gebracht op J. J. van der Slikke 56, C. van
der Slikke 19 en op andere personen eenige
stemmen, zoodat voor no. 2 is gekozen de
heer J. J. van der Slikke.
De stemming voor no. 3 dier aanbeveling
heeft tot uitslag dat zijn verkregen op den
heer G. van der Slikke Az. 47, A. Elenbaas
26 en op andere personen eenige stemmen,
zoodat voor no. 3 is gekozen de heer C.
van der Slikke Az.
Overgaande tot stemming voor no. 1 der
aanbeveling voor de vacature, ontstaan door
de aftreding van den heer E. van der Slikke
blijkt, dat zijn uitgebracht op voornoemden
van der Slikke 78 stemmen, zoodat deze
met groote meerderheid als no. 1 is gekozen.
Voor nos. 2 en 3 dier aanbeveling werden
gekozen de heeren A. Buijs en Anth.
Elenbaas respectievelijk met 65 en 75
stemmen.
Thans brengt de voorzitter ter tafel een
rapport betreffende het walsen van wegen,
welk rapport door het bestuur wordt over
gelegd ingevolge de in de vorige ingelanden
vergadering gegeven opdracht te onderzoe
ken in hoeverre een gewalste steenslagweg
de voorkeur zou kunnen genieten boven
een niet gewalste steenslagweg. Daar alle
ingelanden bij de oproepingsbrief voor deze
vergadering ook een exemplaar van dit
rapport hebben ontvangen, acht de voor
zitter een voorlezing daarvan thans over
bodig, en stelt daarom voor tot bespreking
van een en ander over te gaan.
De heer D. van de Velde heeft met ge
noegen het verslag betreffende bet walsen
van wegen gelezen, doch kan in alle op
zichten zich daarmede niet vereenigen.
Vooreerst kan de tijd gedurende welke
een goed gewalste weg in goeden staat
kan blijven langer dan op 10 jaar worden
gesteld. Verder is de breedte op 3 meter
genomen, op welke breedte niet gewalste
wegen gewoonlijk niet worden genomen.
Is de vergelijking juist, dan moeten de
kosten tusschen gewalste en niet gewalste
wegen naar dezelfde breedte berekend
worden voor jaarlijksch onderhoud. Het in
het verslag berekend verschil in jaarlij ksche
kosten ad f 15.50 per 100 M. kan dan ook
niet juist zijn. Het verslag eindigt als volgt:
alléén een betere weg, niet het geldelijk
voordeel, geeft reden een gewalsten weg
aan te bevelen en spreker zou juist het
omgekeerde willen zeggen namelijk dat
het geldelijk voordeel ons moet leiden tot
het gebruik van de stoomwals en dat
tegelijkertijd gewalste wegen toch verre
de voorkeur verdienen. Zijn de voordeelen
in de eerste jaren dan niet zeer groot, deze
wegen kosten in het vervolg heel wat minder
en na verloop van jaren zullen de merke
lijke voordeelen, bestaande in mindere
uitgaven en meer gemak voor de land
bouwers en vooral hun landbouwproducten
met mindere kosten op tijd te kunnen
vervoeren, niet uitblijven. Laat het bestuur
de kosten eens berekenen over een tijdvak
van 25 jaar en men zal zien tot welke
uitkomsten men komt. Spreker durft tot
staving van zijn meening zich beroepen
op die uitkomsten.
De heer J. van Gorsel merkt op dat thans
een derde deel van den steenslag in de sloot
gaat.
De voorzitter zegt dat het niet mogelijk
is geweest gegevens van andere water
schappen te verkrijgen over een langeren
termijn dan van 10 jaar. Tusschen de heeren
W. Bierens en D. van de Velde heeft er
een discussie plaats over de gewalste wegen
in de gemeente Tholen. De heer D. van
de Velde geeft in overweging om eerst de
voornaamste wegen met de wals te be
werken.
De heer W. E. A. de Rijke geeft te
kennen dat niet alle wegen voor walsing
geschikt zijn, zoo niet de wegen met een
zachten bodem, o. a. de Strijensche weg.
De heer J. Potter zegt dat als er gewalst
wordt maar eerst begonnen moet worden
met de wegen in den Weihoek en dat
het niet gaat zooals vroegere jaren, toen
werd aan de wegen in de Weihoek niet
gedacht om deze te verharden, maar wel
aan de wegen gelegen in andere gedeelten
van het waterschap.
De voorzitter zegt dat in hel
een strooming is tegen het walsi
ontkent dat een derde deel van
slag in de sloot terecht komt,
bouwkundige ambtenaar schat d
op hoogstens 2
De heer J. Potter acht het
werk om in het najaar in de wa;
keislag te gooien of anders bij
storten van de keislag op den m
die steenslag wat grond van de
te spreiden.
Nadat nog een tijd over en wjg Ni
deze zaak is gesproken wordt goedan mf
dat door het bestuur in de e. v. t Nei
wordt overgelegd een kosten bef1
van gewalste wegen over een tijd
25 jaren. V
Daarna wordt overgegaan tot het
van obligaties van de in 1906 en|
sloten leeningen. Bij de trekkinge'
dat van de in 1906 gesloten leenii
f '15000 is uitgeloot obligatie no.
f500 en van de in 1924 gesloten
groot f25000, obligatie no. 1, groo]
Van deze handelingen worden prlfAN
verbaal opgemaakt, die na voorlezi
de vergadering worden vastgesteli
Vervolgens wordt aan het bestui
tiging verleend om, wanneer dil
mocht blijken, kasgeld op te ne;
een bedrag van ten hoogste f 151
Ten slotte deelt de voorzitter
!z|__
elf^
uil
diti
aeiF
50t
'ere
tl
val
de bij Koninklijk besluit van 28
1924 no. 39, aan het waterschap-^,
vliet verleende concessie tot hefr
haven- en kadegelden te Strijenh;
12 Maart 1927 komt te eindigen,
Hij stelt daarom voor, het bei jjr,
willen machtigen om te trachten vei ee(j
van deze concessie te verkrijgen v anl|
tijd van 5 jaar. Deze machtiging
door de vergadering verleend.
De voorzitter verklaart dal hij al
medegedeeld wat voor de vergadei
belang is te achten en vraagt nu of
nog iets in het belang van het wat
in het midden heelt te brengen.
De heer W. J. Boogaart vraagt
men volgens het Reglement van di
en voetpaden van den weg mag alct
indien men een waarschuwing ontv;
een sloot te delven.
De voorzitter antwoordt dat van
kantweg niet mag worden afgestoken?
de aangegeven breedte van deai
daardoor wordt versmald.
De heer Boogaart is door dit aiji
niet bevredigd.
De heer Boogaart zegt verder d:
schillende eigenaren van boomen
Rand en in Malland aanzegging
gekregen hun hoornen op te ruime|
De voorzitter deelt mede dat de:
gelegenheid behoort tot de com_
van Burgemeester en Wethouders* n
Ten slotte geeft de heer Boog eb
overweging de zuigbuis aan het
gemaal die nu verlengd wordt z<
mogelijk te stellen, althans zooveel
lengen als zulks doenlijk is
De Voorzitter zegt dat het niet m
is het verlengstuk langer te doen
25 cM.
De heer A. Buijs zou de vergadA-
overweging willen geven om nog eet
te plaatsen in of bij het stoomgemau
motor zou dienst kunnen doen
defect aan de stoommachine en
hulpkracht bij een hoogen watersta
machine en motor zouden dan
tegelijk kunnen werken.
De heeren D. van de Velde en Jo!
Gorsel kunnen zich met het idee v:
heer Buijs vereenigen.
De heeren J. Potter en W. E
Rijke hebben bezwaar tegen uitb
van het stoomgemaal door daarbi|
een motor te plaatsen. Het komt hul
dat deze uitbreiding uitsluitend ges»
in het belang van de polders Bri
Rooland.
De heer W. E. A. de Rijke geej
te kennen dat aan het Waterschap
en Rooland een schadevergoeding va
is toegekend omdat die polders in
geloopen winter gedurende eenige
niet op den polder Poortvliet konden s
wegens te hoogen waterstand in la:
noemden polder. Hij merkt op dat
contract tusschen het waterschap Poo
en genoemd Waterschap niets b<
is omtrent het geven van een scha:
goeding in zoo'n geval als door
aangehaald. Dus het Waterschap Pooi
had dienaangaande geen verplichtin
nu moet het gemaal vergroot worden
ten voordeele van Broek en Roolani
De heer J. van Gorsel zegt dat vi
alles prachtig ging met het stoomg
en nu Broek en Rooland er bij is gek
is het te klein. Hij heeft destijds hie
gewaarschuwd.
De Voorzitter zegt dat het bestuu
sympathiseert met het denkbeeld vaal
heer Buijs en bereid is een uitge
plan aan de vergadering over te 1«
De heer Boogaart geeft het bestu
overweging het advies te vragen aai
heer Visser, Professor aan de Landt
hoogeschool te Wageningen over de
hoe kan de suatie in ons waterschaj
beterd worden.
Het is hem hekend dat dit advies
loos wordt verstrekt.
Nadat nog eenige ingelanden hun nu