Beiden werkten voor de coalitie. De r.k. „Residentiebode" vertelt: Donderdagnacht op het Vaillantpleiu iu Den Haag. Een Katholiek propagandist heeft juist met veel ijver den naam Kooien op de straat geverfd. Even later komt een Christelijke kladderaar en stiekum wil hij de e van Kooien veranderen in een ij (voor Colijn). De Roomsche propagandist heeft het nog te juister tijd in de gaten en woedend keert hij zijn emmer met witkalk boven het hoofd van den anti uit Dezen aldus een fliuke afstraffiug voor zijn minder loyale naamsverandering toedienend. Verkiezingshumor. 't Gebeurde aldus De- Tel. in een landelijk dorpje, dat een candidaat van# Braat's partij een gehoor van zoo omstreeks dertig man toesprak. De plattelander geraakte in vuur. Toen hij bij het hoogtepunt van zijn vlammend betoog genaderd was, trok hij eiju schosnen uit, stak zijn plattelanders-voeten in een paar hageluieowe klompen en schreeuwde zijd auditorium toe, dat, als hij gekozen werd, hij op klompen de Kamer zou biunengaan. Maar, dit was ter adstructie zijner plattelands- politiek nog lang niet voldoende. Hij zwaaide een knoestigen knuppel, uitroepend: „dit is de knuppel van het platteland". Een der aanwezigen kwam in debat. Blij haar had sprekers aanstekelijk enthousiasme ook hem te pakken gekregen. Hij betoogde althans zoo nadrukkelijk, dat z'n kollet j e (pruik) onder daverend gelach van zijo hoofd viel. De can-üdatt achtte nu het oogenblik gekomen om aan het debat een eind te maken door met een basstem te zingen: „Janus, zet jij je plakkie op je kop".'t Geheele auditorium brulde in koor mee, waarna de vergadering eensgezind, vroolijk en welvoldaan uiteenging. Een schot uit de lucht. Uit Bennekom wordt gemeld: Zaterdag ongeveer 2 uur vloog een vliegtuig over Beunekom. Vddr 'fi landhuis „Selterskamp" gekomen, hoorde een logé der familie zilteude iu de serre, een hardeu slag eu bleek een revolver kogel van bijzondere grootte terecht gekomen te zijn in den hoek vau het kozijn vau het serre- raam, waardoor de ruit brak. Iets meer naar binnen, dus regelrecht door de ruit zouden allicht ongelukken te betreuren zijn geweest, thans werd de kogel in zijn vaart gestuit. Aan de positie van den kogel in het kozijn was duidelijk te zien, dat hij uit de hoogte was gekomen. De bewoner de heer Koopman, heeft een schrijven gericht tot den Commandant van 't Vliegveld Soesterberg, met hei; verzoek te willen nagaaD, «elk vliegtuig dit geweest kan zij opdat de hoogst roekelooze waarnemer over zijn daad wordt onderhouden; de kogel kan als getuige dienst doeD. Groote brand. Dinsdagmorgen werd te Rotterdam brand 0Dt- dekt io het ketelhuis der oliefabrieken vau de N.V. Schiedamsche Oliefabrieken „De Haan/'op den hoek van We.sterkade en Nassaustraat. In zeer korten tijd greep het vuur snel ora zich heen en binnen een kwartier stond het vier verdiepingen hooge pand in lichte laaie. De Schiedamsche brandweer die spoedig ter plaatse was, tastte met al het beschikbare materiaal de geweldige vuurzee - aan. Na een half uur be- zwekeu de balken van de eerste verdieping. Daarop stonden 2 groote tanks tezamen onge- 30.Ü00 liter raapolie bevattend. Een der muren bezweek en de tanks met olie vielen omlaag tengevolge waarvan de vlammen opnieuw voedsel kregen en een hevige hitte verspreidden, die de brandweer een oogenblik deed terugdeiuzeu. Een groot pakhuis, dat op 25 meter afstand stond aan de overkant van de Nassaustraat werd door de boogoplaaieude vlammen aangetast. De brandweer wist in die richting verdere uitbreiding van den braud te voorkomen. Aan de andere zijde van de oliefabriek lag de mou terij „Maassluis". Dok daar hadden de vlammen het dak aangetast. Meer dan een uur werd met 15 stralen water gegeven, doch vau verminde ring van den brand was nog niets te bespeuren. Eerst om half 9, toen alles wat maar eenigszios brandbaar was een prooi der vlammen was ge worden, nam het vuur af. Daar zij gevaar op leverden voor de voorbijgangers achtte de brand weer het noodzakelijk ook de muren omver te halen. Om half 10 kon men zeggen het vuur meester te zijn en kon de brandweer het aantal stralen vermiuderen. Den gaoschen morgen werd met enkele stralen van de stoomspuit de ruïue nat gehouden. Verzekeriug dekt de schade, die op ongeveer 10 ton wordt geschat. Amundsen. Voor den Noordpooltocht van Amundsen per vliegtuig was een ongemeene belangstelling en is zelden meer een naam op aller lippen ge weest als toen men niets meer van hem boorde en de vrees gewettigd werd dat de expeditie mis lukt was eu de deelnemers verongelukt waren. Met groote voldoening evenwel is de tijding vernomen dat de koene Noordpojlonderzoeker op Spitsbergen is teroggekeerd. Aan den wal van de haven aan de Konings baai was de bemanning van een boot bijeen om door den zwakken nevel heen een robbenvacger waar te nemen, die 't land ras naderde. In het zwakke schijnsel der middernachtzon zag men de silhouetten der mannen op het dek van het schip. Plotseling riep een lid van de bemanning van de „Hobby", die scherp stond uit te kijken „Maar dat is Amundsen". Een onbeschrijfelijke uitbarsting van vreugde volgde. De menschen riepen „Hoera" eu waren dol van geestdrift. Toen de „Sjoeniv" di haven binnenliep, hieven zij het Noorsche volkslied aan. De teruggekeerde Noordpoolreizigers aan boord van het schip wareu doodelijk vermoeid en door de schrale voeding gedurende vier weken zeer uitgeput. Over den tocht van Arouodsen naar de Pool geefl het Centrale Agentschap de volgende vaak in huu eenvoud ootroereode bizouderheden. Na een voorspoedigeu start, ontmoetten wij bij SyRdgat den mist, waarboven wij stegen tot een hoogte van 3100 voet. Gedurende de eerst volgende twee uren vlogen wij boven den misl, dien wij pas achter ons lieten om 8 uur 's avonds. Voor bet overige van den tocht was de zichtbaar heid uitstekend. Waarnemingen oio 10 uur 's avonds toonden aan, dat wij te ver naar hel Westen waren afgezakt, waarschijnlijk tengevolge van den mist, doch wij konden de afwijking niet definitief vaststellen. Wij vlogen daarna verder tot één uur in den morgen vau den 22sten Mei, waarna de helft van onze benzine op was. Wij besloten daarom te dalen. Wij oevouden ons boven op een opeu plek water tusschen het ijs. Gedurende den geheelen tocht haddeu wij geen- geschikte landingsplaats gezien wij besloten ten slotte op het water te dalen. Onze vrees voor de daling was niet on gegrond; onmiddellijk na de daling raakten de vliegtuigen tusschen de ijsmassa beklemd. Terwijl wij trachtten de vliegtuigen vrij te maken, be merkten wij, dat zij geheel vastgevroren waren, terwijl de machines ook aan elkaar waren vast gevroren. Uit observatie bleek, dat de positie ongeveer 250 K.M. vau de Pool af was. Iu de 8 uren van onze vlucht hadden wij 1000 K.M. afgelegd. Als wij geen tegenwind hadden gehad, zouden wij 200 K.M. verder zijn geweest. Wij dedeu twee peilingeu en vonden een diepte van 3750 Meter. Den volgenden dag bestude°rdeu wij de stroomiogeu verder Noordwaarts. Wij stootten op een epen zee van ongeveer 100.000 K.M.2, reikende tot ongeveer 88.30 gr. zonder eenige aanwijzing vau land. Met het oog op onze peilingen achtten wij het waarschijnlijk, dat ver ier Noordwaarts aan deze zijde van de Noor- de ijke IJszee geen land gevonden wordt. Toen Amundsen tot de conclusie kwam dat het onmogelijk zou zijn, verder noordwaarts te ize landen, werd tot den terugkeer beslotei Maar de vliegtuigen zaten in het ijs vasif gevroreD. De toestand werd ernstig en, opdi_ de expeditie het zoo lang mogelijk zou kuuneM^ volhouden, werden de dagrantsoenen sterk veJU minderd. Met groote moeite werd de „N. 25" uit bi B ijs losgewefkt eu naar een startplaats gebrachjjat die men op eenigen afstand door vlak makelb vao de samengevroren ijsblokken had weten il te richteD. Op 14- Juni begonnen er zich scheureu il9 het ijs op de startplaats te vertoonen, die 8ti groot deel van het werk der expeditie vruchtfkt loos dreigden te makeD. Kj Op 15 Juni 's morgens gaf men de poginge|n om een grooter deel vau het ijs effen te makeff voor den start op en beproefde men met sterft verminderde lading bijoa alle uitrusting]! stukken werden achtergelaten en slechts eeftbi minimom-hoeveelheid benzine eu kleine voortl/ raden werden meegenomen - op te stijgen. De opstijging gelukte en men koerste Zoidwaart-'®^ Amundsen verklaarde dat hij en zijn gezelle;aa* in de open geul gevaugen hadden gezeten aroP ratten in een val en dat vele oogenblikken d .te situatie buitengewoon beuauweüd was. Toen w11D* eiudelijk weer startten voor den terugtocht wareK allen er van overtuigd, dat bet een kwestie leven of dood gold. Na een moeilijke "vlucht van 8 uur 35 min, gedeeltelijk door mist, bereikte men de Noordkaajl Meu landde en wachtte op guustigen w voor een voortzetting vau den tocht met di overgebleveu 120 liter benzine, naar een plaats! binueu het bereik van de Hobby's patrou liggeld. De expeditie observeerde in totaal 100.001 vierkants kilometer ongeëxploireerd gebied. Onmiddellijk na de landing kwam men oontact met het Noorsche zeilschip „Sjoeliv" dat de expeditie aan boord nam en het vliegJ tuig op sleeptouw. Daar er eeu storm opstak, moest meu aau diö Westzijde vau de Erankliu's Baai tijdens del nacht beschutliug zoeken. Toen er op 16 Juni geen verbetering io hel weer kwam, werd het vliegtuig op het kustijl van deze baai gebracht en vertrok de expeditiil aan boord vaD de „Sjoeliv" Daar de Kings-bai om benzine te halen, teneinde het vliegtuif later terug te brengen. Men kwam daar ten slotte om 1 uur di nachts aan. Ondergeloopen. Door den hevigeri Noord-Westen wint^. zijn de buitendijksvelden nabij Kninrep' ondergeloopen, waardoor een groote parti hooi is verloren gegaan.

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1925 | | pagina 4