Aan den heer J. Knnst wordt mot ingang van 1 Januari a.a. eervol onislag verteond al# lantaarnop steker een vraag om een gratificatie zul door B. en W. in Dadere overweging genomen worden. Voorgelezen wordt een verzoek van de commissie voor het jobileomfeeit om f 50 ail de gemeentekas als tegemoetkoming in het te kort. De Voorzi ter zegt dat dit te kort gereduceerd is tot f 30, terwijl de heer De Rijke opmerkt dat het geheele tekort is aangezuiverd, waarna het verzoek voor kennisgeving aangenomen wordt. De Voorz. deelt mede dat de Wed. J. Barondao geb. Droogors voor eigen rekening vorpleegd is ge weest in de stichtiug „Vrederust" en dat de gelden nu zijn opgeteerd, zoodat bedoelde weduwe arm lastig is goworden. Verdere verpleging is noodig, waarom, ua eenige discussie, de raad met alg. st. besluit de verpleging voor rekening van de gemeente te nemen. Aan de orde is een wijziging van de gemoente- begrooting dienst 1923. De heer Pollie vraagt waarvoor de post van f 40 openbare feesten voor dient. Toegelicht wordt dat deze dient om vlaggen te betalen. Ter tafel komt de gemeente-begrooting dienst 1924 in verband waarmede het rapport van de commissie van onderzoek wordt voorgelezen, Opgemerkt wordt dat meu niet ingenomen is met de manier van bezuinigen door 't Ryk, de Rogeering bezuinigt doch wentelt dc uitgaven af op de gemeen ten, onder protest wordt dan ook alleen de post van f 1100 voor hel Middelbaar onderwys aanvaard. Do begrootingen der Armbesturen worden hierna goedgekeurd. Besloten wordt tot aansluiting van het slachthuis bij de Waterleiding. Aan de orde is het voorstel om de verplichte aansluiting bij dc Drinkwaterleiding in te voeren. De heer Ooms verklaart hier tegen te zijn en blanco te zullen stommen. Do heer Pollie zegt d at de strop niet meer komen mooi, maar dat die er al is, tegenstemmen is slechts nog nadeeliger voor de gemeente. De heer Den Engelsman wijst op het huis van Mej. Ruijtenburg, aansluiting kost f 25, voor een arbeider is dit veel te duur, dat zal van den winter weer wel uitkomen, bovendien is hij tegon dwang. De heer Pollie vindt de prijzen eveneens te duur voor arbeiders, ook de dwang vindt hij verschrikke lijk, doch hoe daaraan te ontkomen, waar er in 1921 al toe besloten is. Met 4 tegou 1 stom wordt het voorstel aange nomen, 2 stemmen blanco. Tot onbezoldigd Ambtenaar van den Burgerlijken Stand wordt benoemd dhr. D. J. Arnpt Gz. met 4 stemmen, 1 stem op dhr Vermat, 2 st. blanco. Hierna sluiting. THOLEN, 1 November n.m. 3.30 uur. Voorzitter de heer J. G. Diepenhorst. Tegenwoordig 10 leden en de Secretaris Afwezig wegens ziekte de heer Th. Aertsens. De ter visie gelegen hebbende notulen worden goedgekeurd. De voorzitter zegt, dat naar aanleiding van een vraag van Weihouder Goossen tot aanleg van de buizen bij de perceelen die nog niet bij de Waterleiding zijn aan gesloten ter voorkoming van een voort durend onregelmatig opbreken der straat, de Raad van Beheer heeft goedgevonden om bij de ongeveer 50 woningen rayon begin van de Waterpoort tot aan het einde van de Oudelandschepoort, Dalemsche straat, Bebouwdendam, Vossemeerscbe poort, dat het hoofdnet in deze gemeente vormt, buizen aan te leggen tegen een vergoeding van 7'/2%. Op het verzoek van den heer Overbeeke om een schriftelijk advies over elk inge komen stuk uit te brengen is door Burg. en Weth. afwijzend beschikt. Jngevo ge de vraag naar de pensioens- gerechtigbeid van G. Schot diene, dat een schrijven is ontvangen inzake den inkoop tot dit pensioen. En op het verzoek van den heer Aerlssens is de ijzeren staaf uit de palen aan de U.L.O. School verwijderd. Ingekomen stukken, als a. verzoek van A. Keij om de beide losgelaten perceelen vischwater te pachten te samen voor f60 's jaars. Burg. en Weth. stellen voor tot publieke verpachting over te gaan en in de voor waarden op te nemen dat geene fuiken mogen worden gelegd, heigeen ook voor de waterbemaling nadeelig werkt. Zonder hoofd, stemming goedgekeurd. b. aangehouden verzoek van J. Barto om uitweg in het kaaiboschje. Burg. en Weth. stellen voor dit in te willigen tot eene breedte van 1.50 M. De heer Overbeeke verklaart er zich tegen wordt dit toegestaan, dan kan straks een ander, bijv. Haaijer komen, wien het dan evenmin kan geweigerd worden. Be halve dat het plantsoen wordt geruïneerd, zal straks de oprit naar de gasfabriek te smal blijken voor het ontslane verkeer en hieraan moeten worden tegemoet gekomen. De heer Moelker is van tegenovergestelde meening en kan zich met het voorstel van Burg. en Weth. vereenigen. Het voorstelOverbeeke tot afwijzing van het verzoek wordt verworpen met 8 tegen 2 stemmen, die der heeren Over beeke en Goedegebuure, waarna het voor stel van Burg. en Weth. zonder hoofd, stemming wordt aangenomen. c. ingekomen voorstel van den heer H. Goossen om de aan de gemeente toe- behoorende grond als bouwterrein tot een lageren prijs beschikbaar tc stellen. Aan de Mölenvlietsche straat ligt een strook van een 00U0 M2. die hij voorstelt te brengen op f2.50 en aan de overzijde een gelijke hoeveelheid, waarvan hij de prijs wil stellen op f2 Burg. en Weth. nemen dit voorstel over met dien verstande dat de grond vanai de huizen van Vriens tot aan de wed. Geluk en langs de Molenvlielschestraat f2.50, vanaf de wed. Geluk tot aan .1. Geluk f2 en de strook tegenover de oude begraaf plaats fl.50 zal bedragen. De heer Overbeeke vraagt waarom dat vroeger f4 was. Zou dat nu minder worden en dat is wel goed dan wordt dat eene oneerlijke concurrentie voor Vriens die door de duurdere grond en de duur dere materialen tot hoogere bouwkosten kwam en daarom tot den door hem be dongen prijs moet verhuren. Een ander zal dat lager kunnen doen als de grond goedkooper is en de materi alen 50% minder zijn. Vriens heeft ge bouwd omdat de gemeente het niet deed. De heer Goossen merkt op dat Vriens f 11.000 bouwpremie heeft geno'en, terwijl door hem pressie is uitgeoefend op den raad om hem toch vooral de grond af te staan ondanks dat hem de prijs duidelijk voor oogen is gehouden. De heer Overbeeke zegt dat Vriens wel de premie heeft gehad maar dat de ge meente toch voor een zeker bedrag van de bouwhypotheck garant blijft en als Vriens de rente niet uit de woningen mocht kunnen halen, de gemeente aan die huizen een strop zou hebben. De heer Moelker meent dat het juist geen strop voor de gemeente zou wezen als ze aan haar kwamen. Hij voelt wel iets van den gedachtengang van Goedege buure dat het vroeger f4 was en nu aan merkelijk minder, maar dat gaat toch met meer zaken zoo. De heer Wagemaker zegt dat het wel blijkt dat men niet op de hoogte is, want anders zou men w'eten dat men last had vóór ze er waren, terwijl men nu last heeft als ze er zijn. Het zijn thans- immers weer andere toestanden. De voorzitter merkt op, dat het niet over de woningen van Vriens gaat. De heer Goossen erkent dit maar toch zijn ze een aanhangsel van liet voorstel. De concurrentie waarover mei)spreekt kan niet zoo groot zijn, want al zal de grond thans wat goedkoop zijn, men mist nu de bouwpremie. De heer Moelker wil den lieer Goede gebuure de pertinente vraag stellen ot het Vriens is te doen geweest om de ge meente een plezier te doen dan wel voor zich zelf. De heer Goedegebuure moet het tweede gedeelte der vraag vrijwel bevestigend be antwoorden. Toch acht hij niet meer dan billijk dat aan Vriens tot aan f2.50 wordt teruggegeven of dat hij schadeloos wordt gesteld met een stuk gemeentegrond. Voorts keurt hij niet goed het verschil in de prijzen. t'e voorzitter meent dat er kapitalen noodig zouden zijn om de hooge prijzen die iii den oorlog voor landerijen zijn be steed te compenseeren tegenover de hui dige lagere prijzendat zou niet uit te voeren zijn. De heer Goossen zegt dat de strook grond a fl. 50 een diepte heeft van 22 M. en daarop kunnen werkmanswoningen ge bouwd worden, terwijl die- van f2.32 M. diep is en bij aanvraag door de werklieden stand moeilijker zouden kunnen aanvaard worden omdat het te duur is. Het denk beeld van het oude kerkhof is geheel weg genomen en bestaat feitelijk maar alleen in naam. Het voorstel wordt met algemeene stem men aangenomen. Ingevolge de gedane toezegging is door de lirma Eijsbouts te Asten een onder zoek ingesteld naar de torenuurwerken, waarvan een rapport is samengesteld dat ter lezing voor de leden wordt gedeponeerd, om in de volgende vergadering te kunnen behandelen. Lezing wordt gegeven van het voorstel van Ged. Staten aan de Provinciale Staten tot toekenning van een renteloos voor schot ten behoeve de overbrugging van de Eendracht, onder de navolgende voor waarden A. in te trekken hun besluit van 15 December 1920 no. 12 sub B, alsmede hunne besluiten Yan 19 December 1921 no. 16 en 20 December 1922 no. 16, voor zoover eerstgenoemd besluit daarbij ge wijzigd werd. B. aan de gemeente Thulen voor den j bouw van eene brug over de Eendracht j bij Tholen, geschikt voor spoorweg-, voer-, I en personenverkeer,een renteloos voorschot uit de Provinciale fondsen te verleenen van één derde der op f 579.000.geraamde kosten, verminderd met het brug fonds der gemeente Tholen ad f24.295.(be drag per 31 December 1922) en alzoo tot een bedrag van ten hoogste f 184.902.— of zooveel minder als het één derde van het brugfonds, hij de openstelling van de brug voor het verkeer, meer zal bedragen dan het één derde van voornoemd bedrag van f 24.295.onder de volgende voor waarden lo. dat door het Rijk een renteloos voor schot verleend worde van een derde der opf 579.000.geraamde kosten verminderd alsvoren en alzoo tot een bedrag van ten hoogste f 184.902 2o. dat het Rijk zich verbindt, in de te zijner tijd te verleenen concessie voor den aanleg van een spoorwegverbinding tusschen het eiland Tholen en den vasten wal van Noordbrabant de bepaling op te nemen, dat de concessionaris, bij gebruik maken van de brug voor dien spoorweg, aan de Provincie de helft van het toege zegde voorschot zal worden terugbetaald, met dien verstande, dat, indien alsdan door de gemeente Tholen reeds meer dan de helft mocht zijn afgelost, niet meer zal behoeven terugbetaald te worden dan het nog onafgeloste deel van het voorschot 3o. dat het ontwerp van het werk aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten worde onderworpen en de uitvoering ten genoegen van Gedeputeerde Staten plaats hebbe 4o. dat de teruggaaf vau het voorschot plaats hebbe binnen vijftig jaren, telken jare met ten minste één vijftigste gedeelte van de voorgeschoten som 5o. dat de jaarlijksche teruggaaf plaats hebbe voor 1 Decemberde eerste maal voor 1 December van het kalenderjaar, volgende op dat, waarin de laatste termijn van het voorschot is verstrekt 6o. dat voor de geregelde teruggaaf van het voorschot zekerheid worde gegeven door een besluit van den gemeentearad, waarbij bezittingen en inkomsten der gemeente daartoe verbonden worden; 7o. dat de uitvoering van het werk in het openbaar naar één uf meer door Gede puteerde Staten goed te keuren bestekken worde aanbesteed 8o. dat afschriften der processen-verbaal van aanbesteding aan Gedeputeerde Staten worden overgelegd en de gunningen der bestekken aan hunne goedkeuring worden onderworpen 9o. dat het voorschot, naar gelang der behoefte, in termijnen zal worden betaal baar gesteld, telkens op aanvraag van Burge meester en Wethouders, en dat indien het werk voor een mindere sorn dan de raming mocht worden uitgevoerd, het voorschot in evenredigheid van de bouwsom lot de raming zal worden verminderd; lOo dat het behoorlijk onderhoud der werken, ten genoegen van Ged. Staten, zij en blijve ten laste der gemeente Tholen llo. dat van de gebruikers der brug geen andere rechten geheven worden, dan naar een door Ged. Staten goed te keuren tarief, dat telkens na vijf jaren herzien en aan hunne goedkeuring onderworpen wordt, een en ander met dien verstande, dat, zoolang het renteloos voorschot niet ge heel is afgelost, een derde deel van het bedrag, waarmede de opbrengst van het bruggeld de uitgaven voor de brug in eenig jaar mocht overtreffen, aan de Provincie, hij wijze van extra-aflossing op het renteloos voorschot, wordt uitgekeerd 12o. dat na afloop van elk kalenderjaar aan Gedeputeerde Staten rekening en ver antwoording gedaan worde van de ont vangsten en uitgaven, betrekking hebbende op of verhand houdende met de brug, en mogelijke batige saldi op door Gedeputeerde Staten aan te geven wijze belegd worden 13o. dat binnen zes maanden na de dagteekening van dit besluit de Raad van Tholen verldare het voorschot te aanvaar den onder de voorwaarden, bij dit besluit vastgesteld. Burg. en Weth. stellen voor, deze voor waarden te aanvaarden mits dat art. 11 niet verder worde gelezen dan tot de goedkeuring en de herziening vau het zoogenaamde bruggeld, terwijl bij art. 12 de voorwaarde wordt jbedongen dat van dit recht aan de gemeente 16000 wordt afgezonderd ter tegemoetkoming in het eventueele te kort wegens gemis aan veer gelden. De heer Moelker is het volkomen eens met Burg. en Weth. om deze bepaling te bedingen daar Tholen toch al zoo'» groot olïer brengt waarvan het geheele eiland zal profiteeren. De heer Baaij zegt dat de raming een 6 ton is, maar men mager wel oprekenen dat ze er 3 of 4 meer zal kosten. Het is de grootste strop die Tholen zich ooit kan aanleggen. Hel bruggeld zal nog niet voldoende zijn voor rente, aflossing en onderhoud. De heer Wagemaker zou aan Ged. Staten willen vragen de brugreserve in plaats van in afrekening le brengen op het voor schot in kas te houden in verband met het beding bij art. 12. De heer Moelker zegt dat aan dit ver zoek nog een andere grond kan worden toegevoegd dat door Ged. Staten is toege staan f7000 op de begrooting te brengen als ontvang van het Veer ten blijke dat Tholen nooit geen afstand van dat veer behoeft le doen. De voorzitter merkt op, dat de bouw goedkooper zou kunnen zijn indien men zich niet de luxe had gepermitteerd een andere toegangsweg tot de brug te ont werpen. De heer Wagemaker zegt dat dit niet zoo'n luxe is, de bouw is echter aanzien lijk verhoogd door ze ook als spoorbrug te bestemmen, zonder dat er misschien nog in geen 50 jaren en spoor zal rijder. Van dat te veel moeten we ook rente en aflossing betalen. De heer Goossen meent dat men over de voorwaarden nog wel kan praten, maar e uu D os: ela lin D loo itei D e au pi 1 loef ikl W niet meer over den bouw zelve, wan naartoe is reeds besloten. Meermalen is hier gezinspeeld op h<4 »baas zijn in eigen huis" en dat is zee prijzenswaardig. Het is echter beter uit voeren in zijn woning dan in een gemeer schapshuishouding. Zoo ook ten aanzie van de brug. Voor het verkeer per spooi die misschien nog 50 jaar op zich laa wachten of wellicht nooit komt, moele we twee ton meer verbouwen. En wel een optimistische gestalte men ook aai neemt ten opzichte van de toeneming va het verkeer, zal Tholen het nooit kunne opzeilen, terwijl het niet een brug voo Tholen maar voor het gansche eiland zoodat het een gemeenschapsbrug hai moeten wezen. De heer Geluk blijft als altijd, tege de brug die een ondergang voor de ge meente is. De heer Moelker zegt dat de aandran; toch niet uit de gemeente zeifis gekomet maar van uit het eiland. Voor de Tholenaai geeft het niet zooveelze hebben 't zoolang zonder brug gedaan. Maar toei de bedreiging kwam om een dam te leg ra gen, die ook aan de haven groot nadei *1 zou doen en het veer zou doen beëindigen werden we als 't ware gedwongen om hi eerste gevaar af te wenden, en het brugpla te aanvaarden Met 7 tegen 3 stemmen, die van d heeren Geluk, Baaij en Braai werden d voorwaarden voor het renteloos voorschi aanvaard behoudens de uitgedrukte wen schen. II. Het reglement op het grondbedrij wordt zonder hoofdelijke stemming goed gekeurd. III. Als lid der Veercommissie tot Deo. a.s. wordt in de vacature-Jansen be noemd de heer P. K. Baaij en als lid de Gascommissie vacature Stoutjesdijk de hee H. '1. Deurloo, na loting met den heer 1 W. K lompe. En als leden voor bedoeld commissies voor het jaar 1924 werden her benoemd de heeren Moelker met 9, Gelul en Baaij met 7 stemmen voor de Veer- en de heeren Moelker, Geluk beiden me 7 en Deurloo met 6 stemmen voor d Gascommissie. IV. In de begrooting voor 1923 word een wijziging gebracht van administratieve! aard. Bij de rondvraag informeert de hee Overbeeke of er ook aanbesteding za plaats hebben van drukwerken en hoekei voor de scholen. Het kwam hem wat vreemi voor, dat Jansen zijn desbetreffend verzoel heeft terug gekregen. De voorzitter antwoordt dat aan de firra Pot het drukwerk is opgedragen, aan Jansei de schoolbehoeften, terwijl bij beiden op gave wordt gevraagd van schoolschriften,eer en ander in overeenstemming met he bestaande raadsbesluit dat Burg. en Weth hebben uit te voeren. De raad is uitge gaan van het denkbeeld om de plaatse lijke industrie te bevorderen dat niet zoi gebeuren als de gemeente elders liet druk ken. Het verzoek van Jansen is hem te ruggegeven op zijn verzoek, dat steed: gebeurt, indien men een request wenschl in te trekken. De heer Overbeeke zou toch gaarne in het belang der gemeente, eene aanbe steding hebben, zooals zij alle andere dingei ook aanbesteedt. De voorzitter ziet dan daartoe een voor stel tegemoet, dat evenwel alleen kan gel den voor 1925, want voor '24 staat hel vas zooals dat reeds meedeelde. De heer Goedegebuure vraagt naar he pensioen voor Schot. De heer Wagemaker zegt dat de voor zitter toch al heeft meegedeeld dat dit kaï ingekocht wórden. De heer Goedegebuure leest een brie van den Pensioenraad die verklaart dat Schot pensioengerechtigd is. Als er nu hiei geen werk van gemaakt wordt, dan zullen zij het doen. De voorzitter kan dergelijke insinuatie! niet toelaten. Al wat ter secretarie behan deld moet worden, wordt ook ter degi behandeld, zoodat een dergelijke verdacht making niet te pas komt. De heer Goedegebuure wijst op de ver wijdeling van de staaf in de palen aan de U. L. O. school en elders brengt hel Dag. Bestuur die juist. Geeft het soms niet dat daar wel geduikeld wordt en de zede lijkheid zou kunnen geschonden worden 1 De heer Goossen zegt dat door den heer Waverijn reeds gewezen was op de groote last die hij van dat duikelen ondervond en is de staaf verwijderd, niet dus alleen op verzoek van den heer Aertsen. Dat ze elders zijn aangebracht is, zooals reeds vroeger gezegd om het stuk rijden van den weg te voorkomen. Op een verdere vraag van den heer Goedegebuure of het besproken huis in de Bouwcommissie is goedgekeurd, ont vangt hij een bevestigend antwoord. Ten slotte vraagt hij een paar oude menschen de straten te doen reinigen. De voorzitter ziet daarin geen heil omdat men met een paar oude menschen niets kan aanvangen er moeten minstens een zeven- of achttal zijn die wei een heele week werk zouden hébben, terwijl het feitelijk onbegonnen is, zoolang de

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1923 | | pagina 2