van Zaterdag 24 Maart 1923.
Tweede Blad.
Opening Christelijke school te St-Annaland.
Ierseksche en Thoolsche Courant
OPENBARE RAADSVERGADERING
gehouden te Oud-Vossemeer den 20 Maart 1923
do Burgemeester. Aanwe3Ïg alle
67
56
Voorzitter
ledeu.
Na opening der vergadering worden de no
tulen gelezen en onveranderd vastgesteld.
Medegedeeld wordt dat is vastgesteld de ge
meenterekening dienst 1921, goedgekeurd de
gemeentebegrooting dienst 1928 en de Veror
dening op de heffing van lege» ter secretarie,
tevens wordt medegedeeld hel proces-verbaal van
kasopname bij den gemeente-ontvanger over het
le kwartaal 1923 en aangeboden het Verslag
van de Volkshuisvesting over 1922.
Zonder discussie worden deze stukken voor
kennisgevingaangenomen.
Aan de orde ia het voorstel van B. en W.
om verlengiog van de heffing van havengeld
aan te vragen. Toegelicht wordt dat de desbe
treffende Verordening is goedgekeurd tot 1 Juli
1923 en dat volgens het totaal van ontvangsten
en uitgaveu ten laste van de haven komende,
de bestaande heffing van f 0.10 per ton gehand
haafd dient te worden.
De heer den Engelsman vraagt of de f 0.10
ook voor de toekomst voldoende geacht kan
worden.
De Voorzitter zegt dat volgens de gedane
berekening de uitgaven iets hooger zyu, doch
daarom het tarief niet verhoogd behoeft te wor
den, voor de toekomst is t 0.10 voldoende.
Bij de artikelsgewijze behandeling niemand
bezwaren hebbende, worden de Verordeningen
met algemeene stemmen vastgesteld.
Hierop geschiedt voorlezing van een brief van
het bestuur van de afaeeling der Zeeuwsche
Landbouw Mij. kring Tholen, houdende verzoek
oua subsidie voor een dit jaar te houdeu land
bouwtentoonstelling, met voorstel vau Burg. en
Weth. een subsidie van f 50 te verleenen.
De heer Den Engelsman zegt dat hij zich
met dit voorstel kan vereenigen, een tentoon
stelling dient om op een bepaalde tak, in dit
geval de Landbouw, de aandacht te vestigen,
dus om het te helpen en te steunen. Gaat het
den landbouw goed, dan gaat het ook de arbei
ders goedgaat het den landbouw slecht, dan
voelen de arbeiders dit direct door loonsvermin
dering, daarom steunt hij gaarne den landbouw,
waarmede ook de arbeiders gebaat zijn.
De heer De Wilde verklaart tegen het voor
stel te zijn, hij gelooft niet dat de arbeiders
een cent voordeel bij de tentoonstelling zullen
hebben, en wil daarom niet de belasting be
zwaren.
De heer Den Engelsman zegt niet te beweren
dat de arbeiders een cent voordeel zullen hebben
bij de tentoonstelling, doch dat als het den land
bouw goed gaat, het ook de arbeiders goed gaat,
en hij daarom den landbouw wil helpen, de ar
beiders hebben bij die tentoonstelling geen direct
maar indirect voordeel.
De heer Ooms merkt op dat ook hij gespro
ken heeft in het belaDg van den landbouw, doch
nn ziet hij dat in andere gemeenten het voorstel
om subsidie te geven wordt verworpen, zelfs
landbouwers stemmen tegen subsidie. Is men
goed bekend met het Landbouwhuis te Goes dan
hoort men dat de heer Kielstra soms moeilijker
te bereiken i» dan een minister, de ambtenaren
hebben zeer hooge salarisseD, de bureaux zijn
luxaieus ingericht, men heeft daar blijkbaar veel
geld, en is dit zoo, zooals het uitgangbord aan
geeft, laat dan het hoofd bestuur geven. Om sub
sidie te geven voor weelderige ontvangsten en
rijtoeren, daar is hij tegen, daarom is het beter
ten halve gekeerd dan ten heele gedwaald en
zal hij tegen stemmen.
De voorz. zegt d»t hij zich Dog het best met
den heer Den Engelsman vereenigen kaD, de
landbouw is een voorname factor voor landbou
wers en arbeiders, helpen we den landbouw, dan
helpen we beide groepen, wat de heer Ooms zegt
van het Hoofdbestuur, dat raakt het bestuur van
deu kring Tholen niet, en dat verzoekt.
De heer Ooms meent dat het systeem Jonkhr.
Vredenburch over het algemeen te hoog wordt
opgezet, om rendabel te zijn en te blijven.
De voorz. meent dat dit 'de zaak niet raakt
in verband met brug- en spoorplannen krijgt
men Hoog bezoek en ook dat kost geld.
De heer Ooms meent dat als die heeren rij-
toertjes gaan maken met een auto ze zoo wat
niets zieB, dat gaat veel te snel, bovendien moet
het geld niet dienen voor rijtoertjes.
De heer Van Tilbeurgh zegt dat ook de Boe-
renleeubauk steun heelt gegeven de f 50 van
de gemeente heeft zooveel niet, de landbouw is
afhankelijk van de wereldmarkt en is weinig
gebaat met de tentoonstelling.
De voorz. zegt dat men met de f 50 zijn
goeden wil toont.
De beer Den Eugelsman verklaart voor de
f 50 voor de tentoonstelling te zijn, niet voor
festiviteiten.
Het voorstel in stemming gebracht wordt aan
genomen met 4 tegen 3 stemmen, tegen de hh.
Ooms, De Wilde en Aarnoudse.
Hierop wordt na gegeven toelichting goed
gekeurd een wijziging van de gemeentebegrooting
dienst 1922,
Aan de orde is een concept-Verordening tot
regeling van de rechten voor het gebruik van
het openbaar slachthuis, volgens welke verorde
ning voor het slachten van een rund f 1 en
voor een varken f 0.50 geheven zal worden.
Bij de artikeUgewijze behandeling niemand
bezwaren hebbende wordt de Verordening vast-
Tot leden vau de schattingscommissie bedoeld
bij art. 74 van de wet op de Inkomstenbelasting
werden benoemd de aftredende leden de heeren
Polderman, Sonke, Van Nieuwenhuijzen en Gunst.
Voorlezing geschiedt vau een K. B. waarbij
is toegekend een voorschot van f 8065 voor den
bonw van eeo plaatsje voor A. v. Driel.
Met algemeene stemmen wordt besloten uit
betaling te verzoeken.
Ter tafsl komt een nieuw ontworpen Veror
dening voor het bouwen van woningen. Burge-
meeater en Weth's. stellen voor dat die stukken
eerst bij de Raadsleden zullen circuleeren waarna
in een volgeude vergadering de besprekingen
daarover geopeud kunnen wordeD, hetgeen wordt
goedgevonden.
Overgegaan wordt thans tot benoeming van
leden voor de stembnreaux voor de stemming
voor de Prov. Staten en Gemeenteraad, welke
stembureaux overeenkomstig de wet worden
samengesteld.
In behandeling komt thans de concept-
Instructie voor een te beuoemen gemeente-
vuiluisman, Vau 1 Oct. tot 1 April 3 dagen
in de week en van 1 April tot 1 Oct. 2 dagen
in de week.
Artikelsgewijs wordt de instructie behaudeld.
De heer Vermet merkt op dat de te benoe
men functionaris nogal wat te doeo krijgt en
dus een goed loon moet hebben.
De heer Den Engelsman zegt dat bet op die
manier natuurlijk niet voor het oude loon kan,
we moeteo een degelijke man krijgen vooral
voor rioleering en verlaatputten.
De heer De Rijke zoo een los-man willen
hebben tot 1 Januari.
Opgemerkt wordt dat de Instructie in be
handeling is, deze kaB men aanvullen als daartoe
termen zijn.
De heer De Wilde zegt dat men zeker in de
Instructie moet neerleggen dat tweemaal in de
week de verlaatputten nagezien moeten worden
vooral in de Kalisbunrt en Molenstraat.
De Voorzitter zegt dat dit geschieden zal,
de menschen moeten ook medewerken door niet
allerlei vuil daarin te vegen of te gooien.
Met algemeene stemmen wordt de Instructie
vastgesteld.
Hierop deelt de Voorzitter mede dat het in
de bedoeling ligt een vaste jaarwedde vau f 500
toe te kennen. Hiervan zal voorloopig f 300
uitgekeerd worden, doch zoodra de werkzaam
heden van lantaaropsteker ook opgedragen worden
krijgt de te benoemen persoon f 200 verhooging,
dus komt hij dan aan de f 500, hetgeen hij
vermoedelijk zal genieten met ingang van 1
Januari 1924.
De heer De Wilde zou dan geen twee per
sonen willen zieu.
De Voorzitter zegt dat de Raad moet be
noemen één persoon, deze is verplicht als Kunst
zijn ontslag neemt ook de werkzaamheden van
lantaarnopsteker te doen, dus krijgt men een
persooD.
De heer De Rijke verklaart zich met de jaar
wedde te kunnen vereenigen.
Goedgevonden wordt een leeftijdsgrens vaat
te stellen.
De heer Ooms zegt dat dit noodig, niet om
anderen uit te sluiten, maar omdat een jong
persoon noodig is.
De heer Den Engelsman stelt voor de leeftijd
te bepalen van 25 t/m 40 jaar, waarmede men
zich vereenigt.
De heer Ooms vestigt de aandacht er op dat
de in functie treding 1 Mei is.
De heer Ooms zegt een oproeping te hebben
gelezen voor een Directeur v. d. Waterleiding,
de jaarwedde was f 8000f 4250. Hij vindt dit
veel. De Waterleiding is onder ongunstige (dure)
omstandigheden gebouwd hetgeen dus een nadeel
is, gaat men nu de jaarwedden opdrijven dan
Krijgt men een tweede belemmering welke de
rentabiliteit in den weg staat, terwijl de water
penningen onnoodig hoog worden. Zijn wij niet
bevoegd tot vaststelling van de jaarwedde, dan
wil hij van hieruit daartegen protesteeren.
Ds Voorzitter zegt dat de jaarwedde nog al
hoog is, f 2000 tot f 2500 is te weinig, het
pont is ook reeds onder de oogen gezien, doch
't is niet gemakkelijk om een middenweg te
vinden, de Raad kan den gemachtigde mandaat
geven.
De heer De Wilde merkt op dat er blijkbaar
overproductie is, er zijn 36 Ingenieurs.
De Voorzitter zegt dat men vau overproductie
geen misbruik mag maken, door iemand te
weinig salaris te geven.
De heer Ooms zegt dat hij het salaris te hoog
vindt, had het liever in den Raad gehad, 't is
een nieuwe onderneming bij een verlaging doet
men niemand «eer.
De heer Vermet vindt 1 3000 niet zooveel,
een hoofd van een school heeft f 4000 en de
directeur van de waterleiding, of een Inge
nieur, staat aan het hoofd van een uitgebreid
bedrijf, waarom hij het maximum van f 4250
goed vindt, als men den man maar geen be
drijfsauto geeft, of dienstreizen laat declareeren
dez» brengen de groote kosten.
Toegelicht wordt dat de N. V. statuten heeft,
deze gelden als wet en deze wet wordt door de
Mij. ten uitvoer gebracht, daarvoor is een Raad
van Beheer en een vergaderiug van gemachtig
den, vindt men het te veel, besluit dau om het
mede te deelen aau het lid van den Raad van
beheer en aau den gemachtigde welke voor deze
gemeente optreden.
De heer Vermet vindt het niet te veel, hij
keut een Ingenieur niet eens aan het hoofd vau
een bedrijf staande, die f 6000 heeft.
De heer Ooms vindt de jaarwedde te hoog
opgevoerd, heeft hij er niets iu te zeggen dan
laat hij het ook rusten.
De heer De Wilde vraagt of de sloot bij de
Geref. kerk gedempt mag worden. De Voor
zitter zegt dat op demping prijs wordt gesteld.
De heer De Wilde vestigt nogmaals de aan
dacht op het spitten van land, er zijn menschen
die daarover anders denken dan de heeren Van
Tilbeurgh en Aarnoudse, men wil zelfs spitten
tegen ploegersgeld.
De Voorzitter zegt dat thans reeds een steun
regeling in uitvoering is, de heer De Wilde
kan dit jaar bij werkloosheid op ziju voorstel
terugkomen.
De heer Van Tilbeurgh vestigt de aandacht
op de bestrating in den Veerweg, daar zijn
zware putten.
De Voorzitter zegt dat de Waterleiding die
herstellen moet.
De heer Deo Engelsman zegt dat er zoo nu
en dan eens een man komt voor 1/2 dag, 't
schiet zoo niet op en komt niet in orde.
De heer De Wilde zegt dat men bij herstel
keien overhoudt.
De heer Ooms meent dat het maar halve
vaklui zija welke gestuurd worden, terwijl de
heer Den Eogelsmau nogmaals opmerkt dat de
menschen maar eens komen kijken, want steeds
blijven er groote putten over.
De heer De Rijke vestigt de aandacht op
het slachthuis, nopens goot, verwijdering van
afval enz.
De Voorzitter doet-toezegging tot verbetering,
doch alles kan niet tegelijk.
Niemand meer bet woord verlangende wordt
de vergadering gesloten.
Vrijdagvoormiddag is de Christelijke school
te St-Annalaud op plechtige wijze in gebruik
genomen, in tegenwoordigdheid van verschillende
antorileiten, genoodigden en ouders van kinderen
die de school zullen bezoeken.
Na gemeenschappelijk te hebben aangeheven
Psalm 25 2, ging de voorzitter van het school
bestuur, de heer Kurvink, voor iu het gebed,
waarna hij de verdere leiding overdroeg aan
Ds. Moerman te Stavenisse.
Deze begon met allen een hartelijk welkom
toe te roepen op dezen gewichiigen dag, die in
de geschiedboeken van deze gemeente een bij
zondere beteekeuis zal hebben.
Dat allen volop deelen in de vieogde van het
be9tunr over de tot standkoming dezer school
is begrijpelijk. Eu nu letten we niet op de
moeielijkheden die vooraf zijn gegaan, we zullen
de worstelingen waarmede te kampen was laten
rusten, en zien alleen op het feit dat de school
er is, alleen op het positieve en niet op bet
negatieve vau deze zaak.
Aan de hand der woorden van I Kon. 20 11
wees spr. op de groote verantwoordelijkheid Tan
de opvoeding en van het onderwijs.
De kracht moet uitgaan van het huisgezin»
van de ouders als natuurlijke opvoeders.
Letten we nu op de verwildering, die alge
meen wordt waargenomen als een uitvloeisel van
de middelpunt vliedende kracht, die het kind
aan het gezin onttrekt, dan kan men zij 't ook
met ontzetting coastateereu dat als dit element
het zou winnen van het andere tegenovergestelde,
de middelpunltrekkende kracht, die terug voert
naar het ouderlijk gezag, het met het gezin
gedaan is.
Waar nu het onderwijs een deel is der op
voeding voelt men, dat het onderwijs heeft goed
te maken wat door de ouders wordt verzuimd.
Daarom brengt het onderwijs zoo'n ontzaggelijk
verantwoordelijkheidsgevoel mee.
Want een kind is maar niet een van zelf
groeiend iets, het is, zooals Pestalozzi het uit
drukte, een verwachting Go0-®
Eenheid en harinouie zijn de voornaamste
voorwaarden voor ecu Chriitelijkc opvosding.
Eu als du het personeel overtuigd is vau de
grootheid en tevens van de moeilijkheid vau
hun taak, dan zal het met des te meer zorg
zich daaraan wijdenimmers, niet alleen de
ouders, maar ook de onderwijzers ziju verant
woordelijk voor de vorming van het kind tot
mensch als geheel.
Hiermede verklaarde hij de school geopend
ea het personeel als'geïnstalleerd.
De burgemeester bracht met een enkel woord
dank voor de vriendelijke uitnoodiging om tegen
woordig te zijn bij de opening dezer school, die
voor deszelfs bestuur een bijzonder aangenaam
feit moet zijn, omdat het daarmede zijne wenschen
in vervulling ziet gaan en waarmede hij hen
geluk wenschte.
Deze school brengt in het bijzonder eischen
mee voor Uw bestuur maar ook voor het Ge
meentebestuur.
Deze aangelegenheid die tot verschillende
conferenties aanleiding heeft gegeven eu ten
slotte tot overeenstemming heeft geleid is op de
minst kostbare wijze voor de gemeente tot staud
gekomen.
Hij wenschte dat de goede verhouding die
van het begin af heeft geheerscht ook in de
toekomst moge bestendigd blijven.
Het onderwijzend personeel heeft een aange
name, maar ook een zeer zware taak, omdat zij
de kinderen niet alleen in de gewone leervakken
maar ook in de Christelijke leer moet opleiden
tot nuttige leden der maatschappij.
De heer Brandsina, schoolopziener, voegde bij
zijne gelnkwenschen, ook die van den inspecteur,
die niet kon tegenwoordig zijn, als blijk van
samenwerking tusschen rijksschooltoezicht en be
stuur, voor wie het hedeu een blijde dag was,
nu het onderwijs kon doen geven aan de kin
dereu in de richting en iu den geest als zij
meenden dat hunner kennis moet zijn toebereid
op den weg door het leven, namelijk in de
vreeze des Heeren. Om dit naar recht t6 kuuneu
bereiken is eensgezindheid noodig tusschen onders
en bestuur en onderwijzen», dieper lang niet
altijd is, ook niet in de christelijke school. Daar
is niet steeds een zoodanige onderworpenheid
dat men elkanders voeten wascht, omdat men
liever soms maar al te zeer elkanders ooren wil
wasschen en men niet wil erkennen dat men
een ander meerder moet achtpn dan zichzelven.
Den heer Hage wacht als hoofd een bijzon
der moeilijke taak, omdat het van hem afhangt
of de school zal slagen. Ge zijt jong eu dat
wordt als een gebrek aangemerkt, maar het is
een gebrek dat eiken dag beter wordt.
Tusschen het persoueel onderling moet eene
verstandhouding bestaan, dat meu elkander be
grijpt, vertrouwt, want al werkt het hoofd nog
zoo hard en da verhouding is wederzijds niet
zooals ze zijn moet, dan is uw werk nutteloos.
Vermijd kwaadsprekerij vau elkander, want
een Koninkrijk, dat in zich zelf op slaat, is
aireede verloren.
Uw schoolopziener controleert nw werk en
doet dat scherp, maar zal u altijd bijstaao, als
gij moeilijkheden hebt. Met de beste wenschen
voor deze school, hoopte hij tevens dat Gods
zegen moge rusten op dezen arbeid.
De heer G. Goedegebuure die als raadslid,
ook moet medewerken aan de belaögen van
het openbaar onderwijs, was niettemin zeer ver
heugd met de totstandkoming van deze school,
waar het boek zal worden gebruikt hetwelk het
beste is de Bijbel. Of die in de school mag
gemist worden Neeo, duizendwerf, neen l Deze
school zal gehouden worden in een gedeelte van
de openbare school, waarin de Bijbel niet door
de hoofddeur, maar door een zijdeur is binnen
gekomen. Het groote verschil in die twee af-
deelingen is, dat ditar wordt geput uit de boeken
vau Mnltatuli en hier uit het Woord van Hem,
van wien alle dingen zijn. Hij besloot met den
wensch dat zegen moge rusten op het personeel
en op deszelfs arbeid.
De heer Goedhart, hoofd der Chr. School te
Oad-Vossemeer wees op het onderscheid vau
het onderwijs op de openbare eu op de bijzon
dere school. Op de eerste stoelt het op de
wetenschap, op de tweede op God» Woord.
Dat komt nit in elk vak waarin onderwijs
gegeven wordt. Zoo zal de onderwijzer bij het
behandelen van de Vaderlandsche geschiedenis,
als hij komt aan het jaar 1574 de historie van
ons land niet beschouwen uit het oogpunt van
toeval, daar dit woord uit het woordenboek der
Christen is geschrapt.
Als hij zich verheugt over de opening dezer
school, dan gedenkt hij tevens het rijmpje
De eerste reuk van het nat
Blijft het langst in het vat,
waarmee bedoeld wordt dat de indrukken der
jeugd het meest blijvend zijn.
Zegt. men du, een christelijke school kan niet
bekeeren en de kinderen daarvan zijn geen haar
beter dan die der openbare, dan wil hij daaraan
toevoegen, dat ook de kerk, noch de predikant
kan bekeeren en men du9 het kerkgaan even
goed zon kunnen laten, terwijl ook die kinderen
geen haar slechter zijn dan die der openbare
school. Maar op den levensweg staaD ze veel
sterker. Als hun geleerd wordtgij znlt niet
stelen, dau zullen zij de toepassing daarvan niet