IERSEKSCHE
THOOLSCHE COURANT
h
ïi
No. 1973
Zaterdag 27 Januari 1923.
Negen en dertigste jaargang
est
asscKën worden
ijss
Firma J. NI. C. POT - Tholeii
>ikl
ex
LJLSlm
Uwe zijden blouses met kant,
van crepe de chine, of waschzijde
kunnen met LUX gewasschen
worden en zullen wit blijven.
De voormalige stad Reimerswale.
door C. H.
Oit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Prijs per kwartaal f 0,80 met Geïllustreerd Zondagsblad fl,37B, franco
per post f 1,65 10 ct. disp. kosten.
UITGAVE
Telef. Interc. no. 16.
Adverteutiën Tan 1 tot 4 regels 75 cents; iedere regel meer 17>/2 cents.
Grootte der letters naar plaatsruimte.
Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering.
PUBLICATIËN.
Verkiezing voor de Provinciale Staten.
De Burgemeester van Tbolen bsengt het volgende
Ier openbare kennis. Op Dinsdag 27 Februari a.s.,
zal plaats hebben de candidaatstelliog voor de
Provinciale Staten.
Op dieD dag kunnen, van des voormiddags negen
uur tot des namiddags vier uur, bij den voorzitter
van het hoofdstembureau in den kieskring, ter
secretarie der gemeente Tholen, worden ingeleverd
Lijsten van Candidaten, als bedoeld iu artikel 35
der Kieswet.
Op dezelfde lijst mogen ten hoogste twintig can
didaten worden geplaatst. Iedere lijst moet worden
onderteekend door ten minste vyf en twintig personen
die volgens de kiezerslijst, geldende op het oogenblik
der inlevering, kiezers zyn voor de Provinciale Staten
binnen den Kieskring.
Tholen, 20 Jan. 1923, 20
Opheffing Huurcommissie.
Burgemeester en Wethouders van Tholen maken
bekend, dat zij bij besluit van 15 Januari 1923
hebben besloten de Huurcommissie met ingang van
1 April 1923 op te. heffen.
Tholen, 22 Jan. 1923. 8
PAARDENFOKKERIJ.
;hefi|
Ibal
Rh
sch
De Burgemeester van Tholen herinnert, dat vol
gens artikel 23 der Paardenwet 3 918 (Staatsblad no.
419) ieder, die eigenaar of houder is van een twee
jarigen of ouderen hengst, verplicht is hiervan bij
den Burgemeester der gemeente zijner inwoning aan
gifte te doen binnen een maand, nadat de hengst
twee jaar is geworden of in zijn bezit is gekomen,
alsmede vóór den eersten Februari van elk jaar.
Ingevolge ariikel 24 der wet is de eigenaar of
houder van een merrie, welke een veulen heelt ge
worpen, verplicht, zoolang het veulen niet is ge
speend, om op vordering onmiddellijk het betreffende
dekbewijs (waarmede een verklaring, gewaarmerkt
door het bevoegde gezag eener buitenlandsche ge
meente, dat de merrie in die gemeente is gedekt,
wordt gelijkgesteld) te vertoonen aan de in het eerste
lid van artikel 37 bedoelde ambtenaren.
Het is dus noodzakelijk, dat bedoelde eigenaars
of houders bij de dekking van de menie een dek
bewijs van de houders der hengsten vragen.
Tholen, 25 Januari 1928. 23
'Rli
IDI1Ê
i
;tit
LUX bevat geen vrije alkali, geeft
een rijk en overvloedig zeepsop, waar
bij wrijven, waar zijde niet tegen kan,
onnoodig is.
DE LEVER'S ZEEP MAATSCHAPPIJ.
Vlaardingen.
23»
THOU
Nadruk verboden.
Xlï.
Philips II haar zoon en opvolger, bijgeuaamd
de Schoone, werd in 1493 ook te Reimerswale-,
als Graaf vaD Zeeland gehuldigd.
Bij deze gelegenheid passeerde de Hertog, die
zijne reis na&r deze stad deed over Venusdatn,
ook de stad TheleD, en uit de jaarlijksche reke
ning van deze plaats blijkt, dat zijne zuster
Margaretha bij hem wa9. Bij zijn doortocht werd
door de bevolking druk feest gevierd en uit
de bescheiden van die dagen is ook nog na te
gaan dat daarbij nog al aardig wat aan Bacchus
is geofferd. Uit de verantwoording der alstoen
gemaakte onkosten blijkt, dat tot zijn gevolg
behoorden herauten, toomloopers, voetknechten,
arciers, voorsnijder?, fourniers, tapissiers en
anderen.
Toen na zijn overlijden in 1506 zijo zoon
Karei van Oostenrijk hem was opgevolgd eu op
16 Mei 1515 ook te Middelbnrg als Graaf van
Zeeland werd gehuldigd waren mede gedepu
teerden van Reimerswale tegenwoordig. Eu reeds
eeüige dagen na deze plechtigheid op 19 Mei
van dat jaar bekrachtigde hij de privilegiën der
stad.^1)
Bijzonder veel heeft deze vorst voor de
plaats gedaan. Maar ooder zijne regeeriog
troffen haar ook de zwaarste rampen en bet
is zekerlijk niet aan zijn bestuur te wijten,
dat de stad zich niet weder tot haar vorigen bloei
kon verheffen.
Reeds gedurende zijn leveu droeg hij het
graafschap op aan zijn zoon Philips, de later
zoo gevreesde koning van* Spanjp.
Deze liet zich in 1549 weder te Reimerswale
de eer te beurt vallen, om als Graaf vao Zee
land gehuldigd te worden. Eene ter herinnering
aan dit feit gemaakte schilderij, werd later te
Tholen teruggevonden. Zij stelde voor twee
vrouwenbeelden. Boven het hoofd der eene stoüd
het woord „Prudentia," boven dat der andere
„Pulchritudo." Verder kwamen daarop verschei
dene wapeüs voor als dat van Philips II en dat van
de provincie Zeeland, tusschen de beide bovenaan-
geduide vrouweufigureD geplaatst. Ter rechterzijde
vau deze afbeelding waren de wapens van Bour-
goodië, Renesse, Botlanci, Cats cd Abeele geschil
derd en daaronder die van Haamstede, Tuyll van
Serooskerke, Reimerswale en Van Borssele.
Onder het schilderstuk stonden de
woorden
t Deze Heeren Edelen waren tot Romerswaele
present op de inholdinghen van Coninck Phi-
lippus de II als graeve van Zeelant Ao. 1549.*(2)
Toen in 1555 keizer Karei V het gebied
zijner Nederlanden aan zijn zoon Philips overgaf,
WORDT VERVAARDIGD DOOR DE FABRIKANTEN VAN TWINK EN VIM.
waren vao wege Reimerswale tegenwoordig:
Jan Antooissen, baljuw, Cornelis Willemse Leu-
eudale, burgemeester, Joost Pieterse, schepen en
Willem Jansen Oliphant, secretaris.
Uit bovenaangehaalde blijkt dat de stad eer
tijds in hoog aanzien stond zij was ondertus-
schen ook eene bloeiende plaats geworden, welker
grondgebied zich over 2571 Gemeten of 1028.5
H.A. uitstrekte, met veel handelen scheepvaart.
Toch was zij reeds menigmaal door de zware
slagen van het noodlot getroffen. Niet alleen
stormen en vloeden, maar ook de vernielende
uitwerking van het alles verterende vuur hadden
haar enkele malen zelfs met ondergang bedreigd.
Reeds in 1329 wordt gesproken van een hui?,
dat in asch gelegd was bij een braud te Rei
merswale (3) Doch een veel uitgebreider soortge
lijke ramp veroorzaakte het vuur op 2 Mei 1450,
toen twee derde van hare gebouwen, waaronder
het stadhui?, de watermolen eu twee en dertig
zoutkeeten verbranddeu. Ter tegemoetkoming
vao de alstoen geleden schade werden door graaf
Philips van Bourgondië aan de stad vrijdom van
schot en beden over hare landen en van andere
belastiugen toegestaan.
Nauwelijks was de stad deze rampen te boven,
toen zij in 1520 opnieuw door het vuur werd
geteisterd, waardoor meer dan 300 woDingeD
alsmede vele pakhuizen met de daarin geborgen
koopwaren werden vernietigd.
Doch dergelijke onheilen stonden in die dagen
niet op zich zelfook vele andere steden werden
in de middeleeuwen door zware branden geteis
terd. En dit behoeft ons niet te verwonderen
als men bedenkt, dat bijna alle gebouwen van
licht ontvlambaar materiaal werden samengesteld.
Voor de constructie werd veel hout gebezigd en
de afdekking geschiedde met riet of stroo, alleen
de kerken en de gehouwen bestemd voor het
bestuur maakten daarop eene uitzondering. Deze
waren opgetrokken van steen en met leien gedekt.
In later tijd, toen men meer en meer op
middelen bedacht werd om brandgevaar te voor
komen en ook het steenbakkersbedrijf meer tot
ontwikkeling kwam, heeft men de bepaling ge
maakt, dat alle nieuw te stichten huizen een
zoogenaamd #hard deck* moesten hebben.
Het stadsbestuur kwam daarbij den bouwon
dernemers in hunne meerdere uitgaven tegemoet
en bepaalde, dat bij toepassing van bedekking
met leien zij vier schellingen, bij gebruik vau
/chelen of kleine dakpannen drie schellingen
en bij het leggen van gewone dakpannen twee
schellingen per vierkante roede toelage uit de
stadsmiddelen zouden ontvangen.
Ook de brandbluschmiddelen waren in die
tijden nog zeer gebrekkig en bestonden daarvoor
nog slechts ladder?, emmer?, zeilen en brand-
haken.
De brandweer was echter tamelijk goed ge
organiseerd, als blijkt uit de orclonnantiëo door
het bestuur daarvoor samengesteld.(^) Volgens
de bepalingen daarin vervat moesten de leden
van de verschillende gilden zich bij gevaar vaD
brand beschikbaar stellen en tevens de noodige
middelen daartoe op daarvoor aangewezen plaat
sen beschikbaar hebben.
Doch hoe zwaar ook deze slagen de steden
troffen, onherstelbaar waren ze in den regel
niet en reeds eenige jaren daarna herrees meestal
een nieuw en schooner bouwwerk op de plaats
waar het vroegere gestaan had.
Deze tegenslagen mogen de stad Reimerswale
in hare ontwikkeling belemmerd hebben, de
oorzaak van haren ondergang waren ze niet.
Erger waren voor haar de stormen en de daar
mede gepaard gaande hooge zeestanden.
Het was dan ook den in de geschiedenis ver
melden geduchten St. Felixvloed of die van
5 November 1530, die eigenlijk den grondslag
voor haar ondergang legde.
Men deelt ons omtrent dezen vloed mede,
dat het op dien dag begon te stormen uit het
wes'en, doch dat de wind op den middag naar
het noord-westen draaide en ontaardde als in
een orkaan, die het zeewater tot ongekende
hoogte opjoeg eu in beroering bracht.
(1) Inventaris van het Oud-Archief der Provincie
Zeeland door J. P. van Visvliet. Deel II, 2e Afle
vering, pag. 292.
(2) Nicolaas Conflita maakte op dilTbistorische feit
een Latijnsoh vers, vermeld in het werk van P. de
la Rue „geletterd Zeeland."
(3^ De Rekeningen der rentmeesters van Zeeland
onder het Henegouwsche Huis, uitgegeven door
Dr. H. G. Hamaker, Deel I pag. 211.
(ij Het Recht der stad Reimerswaal, uitgegeven
door Mr. R. Frain, pag. 87 en 88.
(Wordt vervolgd.)
Het kevertje zit onder de schors.
Wanneer de wagenmakers, die aardig wat iepen
hout noodig hebben, eerst hun gekochte olmen
ontschorsten, die schors verbrandden en daarna de
naakte boomen onder water bewaarden, dan waren
we een eind in de goede richting, en was een haard
van besmetting verdwenen.
Wat toch is de loop der geschiedenis hij ons
kevertje. In Mei of Juni vliegen de diertjes rond.
De wijfjes vreten met hun kaken een gat in de
schors, waar ze net door kunnen. Dit kanaaltje loopt
schuin naar boven.
Nu komt het mannetje en de bevruchting heeft
plaats. Het vrouwtje graaft nu verder tusschen bast
en hout eeu loodrechten gang. Terweerszijden, dus
links en rechts, drukt zij naar bov$n gaande haar
eitjes tegen den wand. Die blijven daar zitten. Een
larve komt uit ieder eitje. Die
larve vreten zijwaartse gangen. Hoe
meer voedsel ze verorberen, hoe
dikker ze worden, des te wijder
moet in het verder verloop de zij
gang worden. Op hot eind van elke
dwarsgang ontstond een kuiltje.
Dat heet de wieg.
In die wieg komen delarven tot
rust en verpoppen. Hier overwinteren
ze. Met het voorjaar komen de
kevertjes uit. Ieder van uit zijn wiog als bij instinct
direct op de schors aan naar buiten. Zien we nu
veel gaatjes in een olm, dan zijn daaruit een massa
kevertjes naar buiten gekomen.
Mooi is dat te zien op een olm op het verboden
fietspad in de buurt van de Vlasmarkt naar het
stoomgemaal.
Wat nu te doen? Is het kwaad te genezen V Noen.
Aangetaste boomen vellen. Dat is het eenige.
Een andere zaak evenwel is de ziekte te voor
komen
Ja. Met carboliueum. Recept1 Liter carbolineum
oplossen in U/2 liter warm water en 1 ons zeep.
Flink roeren.
Daarna het lieele zaakje verdunnen met 3 maal
zooveel water.
Hierna de boomstammen insmeeren. Een werkje!
Ja, maar zonder moeite heeft men niets.
Tijd van bestrijken als de kevertjes naar binnen
willen komen. Dus half Mei.
Men wil de opengekomen plaatsen beplanten met
platanen.
Platanen leveren goed hout. In de mobilisatie
zijn er heel wat geveld om er geweerkolven van
te fabriceeren.
In de stadsplantsoenen staan reeds hier en daar
exemplaren. Dat lijkt wel zoo'n enkele tusschen
andere boomen. 'i Breekt de eentonigheid in kleur.
Een heele rij vind ik bepaald leelijk, vooral als
ze een beeije al te sterk hun êchors afstooten.
In het voorjaar na strenge winters doen ze het
heel erg.
Nog een nadeel van de plataan is, dat hij niet
te best tegen den wind kan. De kop waait scheef.
Maar en dit tot slot ware het nu wel
noodig geweest, die olmen, aangetast door de on
bekende ziokte, direct te vellen
Mijns inziens niet.
Hadde men de zieke takken er uitgesnoeid. De
kruinen wat gekandelaberd.
De boomen hadden met den zomer van 1923
niet zooveel water behoefd. De gedeeltelijk ver
stopte toevoer kanalen zouden genoeg leveren voor
de nu veel kleiner geworden kroon.
Het evenwicht zou zijn hersteld.
De iep zou de beenen weer opgenomen hefiben.
Het ware te probeeren geweest.
Nu i9 het te laat. Hun lot is beslist.
Welaan dan platanen geplant. Als ze het maar
niet te laat doen en alle jonge boompjes dood gaan
door de zomerdroogte.
Dat zou duur brandhout worden voor den volgen
den winter.
VAN ONZE BERICHTGEVERS.
De iepenschorskever en nog wat.
Een opslagplaats van olmenhout in de buurt van
ons stadsplantsoen is een verderf voor onze iepen-
I boomen.
ST-ANNALAND. Onder voorzitterschap vau
den beer I. Overbeeke werdjl. Donderdag alhier
gehouden de gewone algemeene jaarvergadering
van de vereeniging „Onderlinge hulp bij het
verliezen van varkens", welke door 33 van de
75 leden werd bijgewoond.
Uit het verslag van den secretaris dat in 1922
waren gestorven 11 verzekerde varkeu?, waarvan
de waarde was geschat op f 553.65 en dat het
gemiddelde getal der verzekerde dieren had be
dragen per maand 96, tegen 133 in 't vorig
jaar. Met algemeene stemmen werd besloten
80 °/Q van de geschatte waarde der gestorven
varkens oit te keeren. De ontvangsten hadden
over 1922 bedragen f 1027.41 en de u tgaven
f 722,72 waardoor er een batig saldo was van
f 304.96 en bet reservefonds nu steeg tot f 685,54.
De verzekeringspremie werd voor 1923 be
paald op 10 cent per varken en per week.
De aftredende bestuursleden de heeren A.
Bergers en D. Goedegebuure werden met alge
meene stemmen herbenoemd, evenals de bode
Jan van der Male, wiens salaris bepaald bleef
op f 50.
ST-MAARTENSDIJK. In het vuur van het
debat hebben we in ons raadsverslsg den heer
Quakkelaar laten zeggen, dat hij vóór steon-
verleening aan werkloozen i?, terwijl hij zich
daartegen verklaarde, ook bij de stemming, zood&t
het gedane voorstel werd verworpen met 5 tegen
2 stemmen; vóór de hh. de Graaf en Vroegop.