IERSEKSCHE No. 1969 Maandag 1 Januari 1923. Acht en dertigste jaargang Eerste Blad. 1923. Firma J. M. C. POT - Tholen De voormalige stad Reimerswale. door C. H. Dit blad verschijnt eiken Zaterdag. Prijs per kwartaal f0,80 met Geïllustreerd Zondagsblad fl,37B, franco per post f 1,65 -f- 10 ct. disp. kosten. UITGAVE Telef. lntero. no. 16, Adverteutiënvan 1 tot 4 regels 75 cents; iedere regel meer 17 cents. Grootte der letters naar plaatsruimte. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering. Nog eenige uren en wat oud is verdwijnt. De gewone kringloop hier op aarde. Zoo rijen de jaren zich aaneen en doet '1923 zijn intrede. Het is zeker met weemoed dat we achter ons zien, doch 1922 is op economisch ge bied een zoo donker jaar geweest dat door velen met een gevoel van verlichting het nieuwe jaar zal worden begroet. Ook onze omgeving heeft in 1922 sterk geleden onder den invloed van de zeer ongunstige economische verhoudingen. De landbouw heeft in het atgeloopen jaar een tijd van malaise doorgemaakt en hieronder lijdt geheel onze omgeving. De visscherij maakt donkere tijden door, het spook der werkeloosheid doemt ook hier op. Een verschrikking voor hen die willen, doch geen werk kunnen vinden om voor de hunnen het dagelijksche brood te verdie nen. Toch, al was het jaar 1922 een som ber jaar, zijn er nog lichtpunten en dit is het voorrecht in 's menschen leven, dat tusschen de buien toch ook de zon nog schijnt. Een groot werk is tot stand ge bracht, een werk dat in de toekomst blijken zol zijn vruchten af te zullen werpen voor onze - inwoners. De waterleiding nadert haar voltooiing, het buizennet is voltooid, de watertoren heeft nagenoeg haar hoogte bereikt en zoo zal het nieuwe jaar ons brengen waarmede ruim tien jaar geleden een aanvang werd gemaakt. Dit is een lichtstraal in de duisternis. Wat 1923 ons zal brengen, het ligt ver- horgen, doch hopen we dat de duistere tijden die we in 1922 achter ons laten niet verergeren, doch de crisis in landbouw (en visscherij, door het spoedig intreden van betere economische toestanden zulien kunnen verbeteren. Wat kan de mensch in donkere tijden beter doen dan hopen? In 1923 zal naar we hopen ook een "aagstuk voor ons eiland worden opgelost van zeer groote beteekenis voor de toe- :omst van onze streek. De zaak van de verbrugging van de Eendracht is in een vergevorderd stadium gekomen en straks 1 de gemeenteraad van Tholen zich voor et ernstige vraagstuk geplaatst zien of de Gemeente Tholen met steun van Rijk en Provincie tot de overbrugging zal overgaan. Een ernstig vraagstuk voorzeker. Dat de heeren, die er over moeten beslissen zich hun eed om de belangen van de Gemeente te zullen behartigen, afgelegd bij de aanvaardiug van hun lidmaatschap van den Raad, wel mogen herinneren. 'Immers de belangen van Tholen zijn ten nauwste verbonden met de opheffing van het veer. Betere verbinding ontwikkelt een streek en ontwikkeling brengt welvaart. 1 Duitschland, het zoo verarmde Duilschland besteedt nu nog milliarden aan den bouw van spoorstations, aan het maken van goede wegen, aan overbruggingen om af gelegen landstreken betere middelen van erkeer te verschaffen. Het vraagstuk is moeilijk, doch laten le leden van den Raad hun blikken eens ;aten gaan naar het naburige Bergen op Zoom, waar een kortzichtige raad de oor aak is geweest dat het groote grensstation hkiat te Roosendaal staat niet te Bergen op Zoom is gevestigd. Laten de heeren van den Raad die er over moeten beslissen oogen houden dat de toekomst voor fholen ligt in het scheppen van een ver binding die een zegen kan zijn voor ons wellicht, doch voor hen die na ons komen ii"i ieder geval. Dit is het zegenrijke werk at de Thoolsche raad in 1923 kan ver richten. We moeten steeds hopen, de koop man die in de crisis die we beleven blijft stilzitten, gaat ten onder, hij die nieuwe wegen zoekt wint, hetzij vroeger of later. Ondanks de duisternis die we in 1923 agaan, zien we het reeds dagen, na regen «omt zonneschijn is het spreekwoord. I Laten we hopen dat 1923 voor onze (omgeving een jaar mogen zijn met minder jzorgen dan het afgeloopen )aar ons gaf. Nadruk verboden. IX. Reed* op 24 Aigustus 1299 had Van Renesse lich ook tot dezen jewend met het verzoek, ont heven te worden van den blaam, als zou hij mede plichtig geweest zijn aan den moord op GraafFloris V. Doch graaf Jau had oog kort voor ziju dood met zijn neef een verbond weten te sluiten, waarbij hij hem beloofde zich niet met de moor denaars van zijn vader te zullen verzoeneü, zoo dat Van Rene8scs verzoek voor alsnog niet werd ingewilligd. Wel kwam het volgende jaar op 12 Juli 1300 de zoen tusschen Jan van Avennes en den hertog van Brabant tot stand betreffende bovenaan- gehaalden moord, doch [van Renesse schijnt daar mede Diet meer te zijn gebaat geweest. (2) Deze laatste thans begrijpende, dat hij langs vreedzamen weg geen genoegdoening voor zijne gekrenkte eer en verkorte rechten zonde erlangen begaf zich daarop weder Daar Zeeland, waar andere misnoegde edelen en burgers zich bij hem aansloten. Jan van Avennes destijds tc Zierikzee ver toevende zag met leede oogen aan, dat de macht van Jan van Renesse steeds aangroeide en dat hij de inwoners van Schouwen preste zich bij hem aan te sluiteo. De Graaf inziende, dat het met de kleine legermacht, die in die streek aanwezig was niet mogelijk zou zijn hen te beteugcleD, verzocht ijlings uit Holland versterking te zenden. Weldra kwam een leger onder bevel van Willem Hollander van Reimerswale opdagen en wierp zich iu Schouwen, waar het den op stand meester werd en Van Renesse noopte naar Walcheren de wijk te nemen. Aldaar sloot deze zich met de zijnen aan bij de verwanten van den vermoorden Wolfert van Borsele van Veere en vormde eene geduchte macht. Ten einde ook daar deD opstand le fnuiken en de aanvoerders des noods gevangen te uemen rustte de Graaf eene vloot en een groot aantal transportschepen uit eu stak met het leger onder bevel van zijn broeder Guy van Henegouwen en Willem Hollander van Reijmerswale over naar dat eiland. Alles ging aanvaukelijk goed bij gunstigeu wind bereikte men weldra de Arne en ankerde voor ArueiuuideD, en ondernam de daarop vol gende dagen eene landing te Veere. Toen de schepen voor deze stad verschenen, bleek den Graaf de kwalijke geziudheid der be volking, die bij het zien van de gewapende macht Dog meer tot opstand werd geprikkeld en dreigend de zwaarden omhoog stak. Doch desniettegenstaande giüg men toch voort de schepen voor den wal te brengen en de man schappen aan land te zetten. Het oogeluk wilde echter, dat tijdens deze onderneming het weer veranderde eu eene zware onweersbui kwam opzetteD. Het schip, waarop de Graaf zich bevond, in de' nabij heid geankerd zijnde en ds bemanning het noodweer ziende opkomen, lichte echter het anker en liep bij gunstigen wind de Arue biönen tot voor Middelburg, welke rivier toen nog tot deze stad doorliep, zonder zich verder om de andereu te bekommeren. Daardoor werden de andere gezagvoerders in de war gebracht. Toen de bui losbarste gelastten de aanvoerders dat weder allen aan boord terug moesten keeren en daarna weder naar de Arne terug te zeilen. Guy, 's Graveu broeder, die met zijn smaldeel de achterhoede uitmaakte en de terugtocht moest dekken, besloot het voorbeeld vau den Graaf te volgen. Doch het ongeluk wilde echter, dat de wind ging liggen, zoodat zijne vaartuigen geen vaart konden maken. De vijanden het hachelijke van hun toestand bespeurende waren intusschen komen opdagen en geraakten met hen slaags. Het achter geble ven deel der vloot was echter niet io staat deu vijand het hoofd te bieden, de schepen vielen voor een groot gedeelte iü hunne handen, waar onder ook dat, waarop zich Guy bevond. De onderneming was dus mislukt eu daarbij kwam nog, dat zooals wordt vermeld, tenzelfde tijde de Hollanders nabij Reimerswale eene nederlaag leden. De gevangenneming van Guy was voor de misnoegde edelen een belangrijk voordeel, doch zij konden daarvan niet voldoende partij trekken tegenover hnn machtiger tegenstanders. Graaf Jan II vond namelijk in den lande niet alleen meer en meer aanhang, maar wer 1 ojk door Philips de L-o;]|sv,n p. ,kr;;l. sleuud. Hij had dezen vorst vrogeer bi Haan in den oorlog, met den Graaf vao Vlaariu .-ren, waar deze nu bijna onbeperkte macht bezat Karei van Valois in bet door hem onderworpen i" zijn naam regeerde. De laatstgencema te bewerken, dat Guy 's Graven bro Ier, werd uitgeleverd tegen de kinderen dt; ten Borseles, die zij in hun maebl hadden weten krijgen. De Zeenwsche edeleu voldeden nitt alle»' dezen eirch, maar wendden zich zelfs tot den Koning met belofte hunne geschillen aan zijne Geen Zeep even. aarr LIFE 3U0Y voor babies en kinderen.] Het kgt de basis voor duurzame gezondheid en schoonheid der huid./ Hei overvloedig L1FEBUÖY-Zeepsop is een genot voorn DE IEVER'5 ZEEP «ft VLAARCHMüEtt».' FabriUanl-erl var» Sunli^h^an. lux.' uitspraak te zulleu onderwerpen. Later be dachten zij, dat de uitkomsten voor hem zooal onpartijdig, wellicht niet in hua voor deel zoudeo zijn en besloten dezeu scheids man te laten varen en zich tot een anderen inouarch te wenden. Zij begaven zich daartoe naar Duitschland, waar Albrecht van Oostenrijk regeerde 6D gaven bij monde van Jan van Renesse dezen vorst hun verlangen te kennen, wieu zij wisten te over tuigen, dat bij het afsterven van Jan I van Holland het Graafschap weder aan het Duitsche Rijk was vervallen en dat de opvolging van Jan van Avenues of Jan II van Henegouwen, dus niet wettig en tegen deu zin van het volk was. Koning Albert, die 'gaarne zijne vele kinderen in goede betrekkingen zag, had daar wel ooreu naar. Hij besloot daarop in Augustus 1300 met een leger naar Holland le trekken. Bij welke ouderneming hij door den hertog van Gelre niet werd belemmerd. Voorgelicht en geholpen door de misnoegden iu den lande trok hij door en vestigde zijn zetel te Nijmegen. Jau van Aveunes, niet op zulk eeu gedachten aanval voorbereid, verzamelde in haast een leger en vloot bij de stad Goricbem, vau waaruit hij den vijand trachtte te naderen. Deze geheele onderneming had tot bloedige tooneeleu aanleiding kunnen geven, ware niet spoedig een keerpunt in den stand vau zaken gekomen. Koning Albert had toch reeds spoedig inge zien, dat zijne komst bier te'lande in stede van een zegetocht te ziju een zwaren strijd zou doen ontbranden eu kwam tot de overtuiging, dal hel volk dep nieuwen Graaf aauhing. Eenigszins beangst gemaakt door zijn nicht Margaretba van üabsborg, gemalin van deu graaf van «Cleef, dat rneu het op zijn persoon gpuiunt had en wellicht ook geene middelen hebbende om de vloot, van den Graaf te be strijden, liet zich spoedig van zijn voornemen afbrengen eu trok zich met zijn leger op Kra nenburg terug, Door bemiddeling van de bisschop, eu van Keulen en Bizel en ook door medewerking van Jan II van Brabaut, werd het geschil bijgelegd en kwam reeds 15 Augustus 1300, do vrede tot stand Wel poogde Jan van Renesse, die weinige dagen na de ouderteekenicg yan het vredesver drag met eeu vloot van een honderdtal schepen voor Nijmegen verscheen, deu vorst tot het voortzetten der vijandelijkheden te bewegen maar bet bleek, dat bet te laat was, het besluit was ge nomen, zoodat ook ditmaal zijn voornemens mis lukten. Hij zelf wist echter met zijn manschappen aan de waakzaamheid van V Graven vloot te ontsnappen door met zijn schepen de Waal af te zakken en bij Wondricbem de Maas op te varen en zoodoende behouden te Heusden terag te keeren. '1) Groot charterboek der Graaven var van Zeé!ap1 eu Heeren vau iestej--1 c '.land, -j Ibid. Deti II, pag. (Wordt rsrvrtU'f Vergadering var. den raad (èr gemeente Tholen op 28 Doe. 1922. O., -f o czi tterschap';,u burgemeester j Diepenho'--' in de raad Donderdag bijeen. V;... .houder Gaossen is kennis- 1 geving Lu erhinderd Is de vergadering i bij te wonen. i "V n i. Staten is iigekoraen goed- -innig wijz. begrooting; Wordt voor keninsg. aangenomen. Van ged. st. is ingekornai een circulaire waarbij de salarissen der burgemeesters nader worden geregeld. Ged. Staten stellen voor deze te verminderen met 15 voor de huidige functionarissen met 1 Januari 1924. De aanvangsjaarwede is dan voor Tholdn f2125 met o tweejaarlijksche ver hoogingen van f 127.50. B. en W. stellen voor om voor den tegenwoordigen titularis het huidige salaris te handhaven, en aan Ged. Staten te be richten dat de raad er prijs op stelt dat Tholen in de 7e klasse gehandhaafd blijft. De heer Wagemaker merkt op dat hij steeds tegen is geweest om onze gemeente in de zevende klasse te rangschikken en spr. verzoekt er in de notulen aanteekening van te houden dat bij een eventueele vacature Tholen weer in de zesde klasse wordt gerangschikt. De heer Moelker is hier niet tegen, doch zoolang de tegenwoordige titularis hier is, kan hij meegaan om voor Tholen de zevende klasse te handhaven. De heer Aertsen kan zich met vorige sprekers vereenigen. De voorzitter wijst er op dat bij een eventueele vacature het salaris slechts f2150 wordt. De heer Moelker meent dat als een sollicitant dit te weinig vindt hij maar niet moet solliciteeren. De voorzitter zegt dat het burgemeester schap dan een eerebaantje wordt, en hierdoor Ged. Staten hun doel kunnen bereiken door het samenvoegen van eenige Gemeenten. De heer Wagemaker merkt nog op dat hij indertijd in een raadsvergadering onder burgemeester Wagtho, de vraag heeft ge steld waarom Tholen in de zevende klasse was geplaatst, spreker zou gaarne van Ged. Staten het antwoord hebben ont vangen doch dit is steeds uitgebleven, hij wacht nog op bericht. De voorzitter antwoordt dat deze kwes tie hem onbekend is. Het voorstel van B. en W. inzake de circulaire van Ged. St. wordt met alg. st. aangenomen. Hierna komt de onderwijskwestie aan de orde. Voorstel van B. en W, is om dhr. Van Elsacker over te plaatsen naar de o.l.s. Men heeft een onderhoud met den waarn. inspecteur gehad, die zich van het geven van advies onthield, omdat wegens de vele wijzigingen in de wet dit niet mogelijk is. Zoolang we dus hier het zevende leer jaar nog hebben zo.u dhr. v. d. Weele als lijdelijk onderwijzer aan dit Jeerjaar kun nen worden benoemd. De heer Janssen vraagt waarom dit zevende leerjaar in de U.L.O. school ge houden wordt, het zevende leerjaar is voor minstens 2 jaar uitgesteld en het komt spr. voor dat er veei leerlingen zullen afgaan omdat het niet meer verplicht is. De voorzitter meent dhr. Janssen wel zooveel van onderwijszaken afweet om be kend te zijn met de vele wijzigingen die de onderwijswetten ondergaan hebben. De inspecteur adviseerde indertijd om over te gaan tot het stichten van een zevende leerjaar als schakel tusschen het 1. o. en de u. 1. o.school. De discussies over dit onderwerp worden nog voortgezet, de h.h. Moelker en Geluk spreken hier ook nog over en in stemming gebracht wordt be sloten dhr. van Elsacker over te plaatsen naar de o. 1. s. Thans is aan de orde de kwestie hand having 7e leerjaar. De Voorzitter déelt mede dat de heeren van Overbeeke en van Liere er geen be zwaar in zien om dit onderwijs in hun klassen te geverr, doch zoolang het 7e leer jaar niet is opgeheven zal dhr. A. d. Weel ajs tij cn r. ,j dï' onderwijs, benoemd moeten worden en te besluit"' het 7e Ier/Jaar op te heffen. 'iJèo. j'èer if. ertsen meent dat we geen onderwijzer nooiÏK" hehiior. ai»rni»5j dërwijs niet meer ,s voorgeschreven. Neen. zegt de voorzitter doch uit alleen in het geval indien .dil lèèrjawr officieel is ■opgeheven, doch tot zcokin is een tijdelijk onderwijzer noodig De hoer Gei k „igt of die aansiku.ig \v. V 'aki j(ilg is. Ja, zegt de voorzitter, want het betreft hier een aparte school die de raad niet zöo maar kan opheffen, hiervoor is toe stemming noodig van Ged. Staten. De heer Geluk is voor de opheffing, omdat we inwoners van het rijk zijn en toch ook weer op de een of andere wijze

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1923 | | pagina 1