Tweede Blad. II van Zaterdag 25 November 1922. op idi PROVINCIALE STATEN. Stukken voor de Najaarszitting. ELECTRICIFICaTIE. In antwoord op de in September door den heer Welleman gestilde vragen of het Ged. Staten bekend was dat door Prov. N.-Bra- bantsche electriciteitsmaatschappij een kabel wordt gelegd van Roosendaal naar Nieuw- Vossemeer van geringer capaciteit, dan noodig zoo zijn wanneer de P.Z.E.M. hierlangs stroom zou willen betrekken, waardoor in het laatste geval de kosten voor de P.Z.E.M. belangrijk hooger zouden wordeD, omdat dan een tweede kabel er naast zou moeten wordeD gelegd en of Ged. Staten hierin geen aanleiding vinden, daaromtrent nadere inlichtingen aan de P.Z.E.M. Ie vragen, wijzen Ged. Staten op een ter zake van deu Raad van commissarissen ontvangen schrijven. Uit dit schrijven blijkt, dat toen .in het voorjaar van 1922 de onderhandelingen werden hervat over stroomleveriog, de P.Z.E.M. in de veronderstelling was, dat reeds een kabel, Roosendaal—Steen bergen-Nieuw-Vossemeer aan- wezig was, daar er werd gesprokeu van //bij leggen*' van een kabel van grooter capiciteit. Toen midden iu de onderhandelingen werd ver nomen, dat een kabel werd gelegd van Rooseu- daal-Steenbergeu van te geringe capaciteit om het uoorderdeel van Zeeland bij aan te sluiten, is gevraagd wat daarvan de bedoeling was, waarop geantwoord werd dat die kabel werd aangelegd, maar met den kabel Steen- bergen-Nieu\»Vosseoieer zou worden gewacht. Daar de oprichting van een eigen centrale voor de noordergroep te kostbaar zou zijn en het bijleggen van een kabel om alleen te Nieuw- Vosseroeer aan te sluiten hooge jaarlijksche kapitaallasteu te ramen op f 16000, zou met zich brengen zal wel de uitweg moeteD zijD, dat voor St-Philipsland en Schouwen en Dui- velaud te Nieuw-Vossemeer en voor Tholen te Halsteren stroom wordt ontvangen, in deze richting zijn thans de onderhandelingen gaande. HET VERKEERS EN WEGEN VRAAGSTUK. Naar aanleiding van het rapport der verkeers- commissie nit de Staten en gehoord den hoofd ingenieur van den Prov. Waterstaat, deelen bed. Staten mede, dat zij met groote belaog- itelling hebben kennis genomen van het rapport in dat zij vervuld zijn met eeu gevoel van waardeering voor het door de commissie geleverd werk. Waar de commissie haar taak heeft ge- iindigd geacht met het uitspreken vau deside- ata, en zich over de practische uitvoerbaarheid D»t heeft uitgelaten, meenet» Ged. Staten dat bet op hun weg ligt de voorstellen ook ten dieu opzichte te beoordeelen. In de eerste plaats rijst dan de vraag of de rerschillende door de commissie gedane voor dellen noodig zija in verband met andere reeds iestaande verkeersmiddelen, dan wel of de ge- renschte verbindingen op eenvoudiger en minder lostbare wijze kunnen worden tot stand gebracht. 3q in de tweede plaats treedt op den voor bond de alles ^overheerscheude vraag of de uil- oering mogelijk is met het oog op de fioan- :ien der Provincie. Te dezen opzichte doen led. Staten eeu enstige waarschuw voorafgaat!, led. Staten meenen, dat het aannemen van 'erschillende van de voorgestelde conclusiën zal ndijaoeten worden opgevat als het uitspreken van en wensch en dat in die aanneming allerminst lal liggen opgesloten, dat de conclusie onmid- lellijk tot uitvoering zal worden gebracht. Waar den laatsten tijd meer en meer blijkt lat het snelverkeer ook op andere wijze dan iet spoorwegen en dan goedkooper kan worden ehartigd, meenen Ged. Staten dat die he md erkiog moet worden gemaakt bij de conclusie het uit te noodigen zooveel mogelijk zorg dragen, dat de door den minister van Water- laat gedane toezegging vac financieëlen steun oor den aanleg vaD spoorwegen op Tholen, op L- eenerlei wijze worde besnoeid. Uit deze conclusie dat meer toezicht op het edrijf der Rotterdamscbe tramwegmaatschappij ordt uitgeoefend willen Ged. Stateu doen ver- allen de mogelijk tot naasting der spoorwegen lte an die maatschappij, maar wel de mogelijkheid jehouden zulke maatregelen te nemen dat aan n minister feitelijk het zeggingsschap over het ilei edrijf der maatschappij toekomt. CRED1ET PAARDENFOKKERIJ. In afwijking met het verzoek der Z.L.M. i voor 1923 eu 1924 een crediet te mogen itvangen van f 3600 voor de paardenfokkerij ellen Ged, Staten voor alleen voor 1923 f 2700 sschikbaar te stellen. Zij wijzen er op, dat dert hun voorstel van October 1920 om geen ediet te verleenen, de omstandigheden anders jn geworden, door daling der prijzen en ver-r inderiDg van verkoop van de paarden. WIJZIGING POLDERREGLEMENT. Naar aanleiding van een desbetreffend ver lek van de vergadering van ingelanden vau Waterschap Poortvliet stellen Ged. Staten ior het reglement voor dat Waterschap in het d irvolg zoo te lezen, dat voor het onderhoud in het stoomgemaal ook zal worden bijgedragen )or de ingelanden van de polders Smaalzij en aarsdijk en wel evenals van de andere 6 polders het waterschap volgens de hoogte waarop de 'ouden liggen. PENSIOENBIJDRAGE. In verband ook met de tot nu toegeldende geling, stellen Ged. Staten voor geen gebrnik maken van de bevoegdheid om van de bij drage verscholdigd voor den inkoop van dienst tijd ingevolge de pensioenwet 1922 voor een vierde deel op de ambtenaren te verhalen, voor zoover die nog op 1 Juli jl. in dienst waren der provincie, maar wel voor ben, die toen den dienst verlaten hadden. Verder om voor eigen pensioen 30/o en voor weduwen en weezenpensioen 5% af te trekker, doch voor heD, die 1 Januari 1923 iu dienst der provincie zijn alleen 5% voor weduwen eu weezenpensioen, alles tot aan maximum vaD f3000.— BRUG OVER DE EENDRACHT. Iu verband met bet des betreffend verzoek van de Spoorwegmij. Tholen en West-Brabant stellen Ged. Staten voor de termijn tot deel neming in de vennootschap welke een spoorweg van Tholen naar Stavenisse zal aanleggen met overbrugging van de Eendracht en tot het ver leenen van een reuteloosvoorschot voor die brug, te verlengen tot 1 Januari 1924 met dien ver stande dat iD ieder geval eerst zal moeten worden beslist of soms aan een afdamming van de Eendracht de voorkeur moet worden gegeven. adi •tl i22 jdi PP idij de I iet II 1 jeb :m idei )-l -et Poi VERGADERING van den Raad der gemeente THOLEN op 21 November. Aanwezig alle leden. "Voorzitter burgemeester Diepenhorst. Eenige miss. van Ged. Staten worden voor kennisgeving aangenomen. Vat; het R.K. Kerkbestuur is ingekomen verzoek om terug te komen op het vorig raadsbesluit om de rooilijn in de Paulina- straat niet te veranderen. Bij het verzoek is een uitvoerige memorie van toelichting waaruit blijkt dat het Kerkbestuur als compensatie een stuk grond voor niet aan de gemeente wil afstaan. De heer Klompe, meent, dat waar een adres van dezelfde strekking reeds meer malen in den Raad is behandeld, er veel over gesproken en esn vonnis is geveld, we dit verzoek gevoegelijk voor kennis geving kunnen aannemen. De heer Stoutjesdijk maakt op deze aan merking en steunt het voorstel. De heer Moelker is van .hetzelfde ge voelen en is ook voor het voorstel van den heer Klompe. De heer Aertsen verzoekt den raad' om het ingediende verzoek wel in overweging te willen- nemen en het besluit aangaande den rooilijn terug te nemen. Als verkeers weg heeft dat straatje nooit een doel. Mocht met latere plannen een verkeersweg noodig zijn, dan kan dit verkeer zoo noo dig langs de Hoogstraat worden geleii Het maken van een verkeersweg door de Paulinastraat zal alleen mogelijk zijn door het maken van hooge kosten. Spr. wijst in dit verband op een in den as van de- straat staande woning. Het hebben \an een rooilijn voor verbreeding van de straat treft geen doel. Was er werkelijk zicht op dat deze straat dienstbaar kon worden gemaakt aan het verkeer, zou he iets anders zijn, doch hier is nooit geen zicht op, daarom geeft spreker den raad in overweging hun besluit te herzien. De heer Geluk vraagt zich af, of de raad bij een afwijking van de verordening niet met andere burgers die ook getroffen zijn door het leggen van een rooilijn, in lasl komen. Laten we hier vooral voor zichtig zijn, daar er meer straten in de gemeente zijn waarin een rooilijn is gelegd. De heer Moelker is het eens met den heer Geluk. Wijken we hier af, dan scheppen we hier een precedent en hebben de vroeger genomen besluiten betreffende rooilijnen geen waarde meer. De heer Goossen merkt op dat er hier is ingekomen een gezegeld verzoekschrift van het R. K. Kerkbestuur en nu doet de heer Klompe het voorstel om dit verzoek voor kennisgeving aan te nemen. Hier mede kan spr. zich niet vereenigen. Eenige maanden geleden is een dergelijk verzoek ingekomen en heeft spr. zich niet genoegzaam in de zaak kunnen inwerken. Als spr. voor of tegen stemt weet hij gaarne waarom hij dit doet. We dienen ons af te vragen welke motieven toentertijd hebben bestaan en er nu aanwezig zijn om de rooilijn te leggen of te handhaven. Spr. meent dat bij den huidigen toestand deze rooilijn van nul en geener waarde is, nu niet en in de toekomst evenmin. Alleen Mosselhoek is langs den zeedijk uit die richting te bereiken en zou zoo noodig de Venkelstraat toch de aangewezen weg zijn, terwijl over de Markt de gasfabriek te be reiken is. De bezwaren met eventueel bavenver- grooting heeft thans in het geheel geen zin. De raad legde in 1906 een rooilijn, dat was om de huizen die men er eventueel nog zou bouwen in één lijn te houden. Het R. K. Kerkbestuur verklaart zich be reid een groot stuk grond cadeau te geven, terwijl het slechts vraagt om '1 Meter over de rooilijn te mogen bouwen. Ook dient in het oog gehouden dat bij den bouw van een pastorie het stadsbeeld vrij wat fraaier zal worden. Waar men de vrees uitspreekt dat men in moeilijkheid zal komen met bewoners van perceelen waarover ook een rooilijn ligt,_ daarvoor behoeft- men niet bevreemd te zijn. Onlangs heeft de gemeenteraad dit nog getoond bij een verzoek van de eige naar van een perceel aan den Bebouwden dam, die ook door een rooilijn getroffen werd. Dit betreft echter een drukke ver keersweg en moest de rooilijn wei gehand haafd worden, doch waar het hier betreft een doode straat, dienen we ook de belan gen van onze inwoners te behartigen. De heer Wagemakel- heeft met aandacht de redevoering van zijn collega-wethouder aangehoord en met verwondering gecon stateerd dat de heer Goossen den raads leden die vroeger deze rooilijn vaststelden een brevet van onbekwaamheid geeft. Spr. meent dat de toenmalige raad zeker andere bepalingen op het oog heeft gehad en een rooilijn niet maar zoo klakkeloos heeft ge legd. Juist omdat, toen in 1903 deze huizen werden gebouwd en door het ontbreken van een bouwverordening geen invloed kon uitoefenen, is in 1905 een bouwver ordening vastgesteld, waarnaar toen in 1906 in deze straat een rooilijn is gelegd. We doen hier niet anders dan een be staande bouwverordening toepassen. Indien we b.v. de bouwverordening hij de aan vrage in den Bebouwdendam niet hadden toegepast en hier de rooilijn maar ophef fen, dan kunnen we evengoed en spr. is het eens met dhr. Moelker, maar alle rooi lijnen opheffen. De heer Goossen beroept zich op de toekomst. Doch deze is niet te beoordeelen. Wie onzer had ooit kunnen vermoeden dat de tuin van wijlen mevr. Andriessen ooit zou dienen voor bouwterrein en voor uitbreiding der gemeente. De heer Moelker zegt dat de heer Wage- maker een tipje heeft opgelicht van den sluier over de zaak in den Bebouwdendam. Ook dhr. van der Stel, die zeer benadeeld is door het leggen van een rooilijn, wilde de gemeente door afstaan van grond een compensatie geven, doch zeer terecht heeft de raad ook daar de rooilijn gehandhaafd. De heer Goossen spijt het dat zijn mede wethouder meent dat hij den raad die in 1906 een rooilijn legde een brevet van onbekwaamheid heeft willen'geven. Dit is spreker's bedoeling niet. Zéér terecht heeft de toenmalige gemeenteraad om het bou wen geregelder te doen plaats hebben de rooilijn gesteld. Doch de rooilijn, ter ver breeding van deze straat, acht spr. van nul en geener waarde. Het is hier de vraag kunnen we niet medewerken om de gevraagde plannen mogelijk te maken, de straat zal toch nooit voor druk verkeer gebruikt worden. De heer Wagemaker put uit het gezegde vau den heer Goossen dat de rooilijn in deze straat van nul en geener waarde is, het bewijs dat die vorige raad zoo maar een rooi Bril vastlegde. De he GogsSen. interrumpeerende, merkt op dat !uj bedoelt dat de straat voor net verkeer vim geen waarde is. De lieer Wagemaker vervolgende zegt dut hij het toestaan van het verzoek van het Kerkbestuur wij eeu trechterstraat krijgen, die bij het Beginpunt smal en achterin breed >d De heer Gel., .rt op dat de heer i der Stel o" ae verbouwen, doch loeii ook in de rooilijn viel, wij hebben toen gezegd géén streep buiten de rooilijn en daarom is het zoo'n moeilijk geval om dit verzoek wei toe staan. Het gaat niet om onze Katholieke medeburgers iels te weigeren, doch waar we het onlangs Van der Stel weigerden is het hier een reden te meer om zeer voorzichtig te zijn. De Voorzitter juicht het toeom de dat er mogelijkheid bestaat straten breeder te maken, doch hier krijgen we, indien we iets tegemoetkomen aan den wenscii Van het R. K. Kerkbestuur een stuk grond, die dan reeds dadelijk de straat met 1 Meter tot 2 M. verbreedt. De heer Janssen zegt dat de Gemeente nu het recht heeft om zoo noodig de straat te verbreeden, zooals de rooilijn aangeeft en als er eenmaal vergunning is gegeven om de pastorie er te bouwen zal dit niet zoo gemakkelijk gaan. De voorzitter merkt op dat er toch ont eigend zal moeten worden. De heer Wagemaker dringt er op aan, nu maar het voorstel van dhr. Klompe in stemming te brengen. Neen zegt de voorzitter, er is ook een voorstel van dhr. Aertsen en ik behoud mij het recht om eerst het voorstel van den heer Aertsen in stemming te brengen. Op de vraag van den voorzitter wie dit voorstel steunt, blijkt alleen wethouder Goossen dit te doen en brengt de voor zitter het voorstel van den heer Klompe, om het verzoek voor kennisgeving aan te nemen in stemming. Met op 2 na alg. stemmen die der hb. Goossen en Aertsen wordt dit aangenomen. De voorzitter merkt op dat het fi. K. Kerkbestuur nu wel in rechten zijn be langen zal gaan handhaven. De heer Wagemaker zegt dat deze zaak op het oogenblik niet te pas komt, dat is de vrijheid van het Kerkbestuur en daar hebben wij niets mee te maken, voor ons is de zaak hier afgehandeld. De voorzitter meent dat het hem vrij staat om dit mede te deelen en zoo be gint het debat opnieuw over deze reeds afgestemde zaak totdat de voorzitter de hamer laat vallen en de debatten sluit. Voorste] van Ged. Staten betreffende een nadere regeling van de salarissen der burgemeesters. B. en W. stellen voor om het salaris, althans voor den tegenwoordigen titularis, niet te verminderen. De beerMoelker doet het genoegen dit te vernemen en kan met dit 'voorstel vol komen meegaan. Wat het salaris betreft van den Gemeente ontvanger vereenigt de raad zich hier mede omdat het salaris van den tegen woordigen titularis hetzelfde blijft, alleen wordt besloten om de vergoeding voor kantoorhuur te stellen op f 100, inplaats van op f25 zooals Ged. staten voorsteilen. De heer Singerling meent dat het werk van den ontvanger toch veel verminderd is. Zeker zegt de voorzitter, in verband met de inning van den h.o. door het rijk, doch de inning van de schoolgelden ver oorzaakt daartegen den ontvanger weer veel meer werk. Van M. Meerman en anderen is verzoek ingekomen om het salaris van den keur meester te willen verhoogen, daar anders de mogelijkheid niet is uitgesloten dat de tegenwoordige titularis anders Tholen gaat verlaten en zij met het oog op hun bedrijf dit minder gewenscht achten. Van den keurmeester is een adres van gelijke strekking ingekomen. B. en W. stellen voor dit salaris te brengen op f 1000 en 10 van den bruto- opbrengst van de keurloonen. Voor de gemeentekas brengt dit geen bezwaren mee daar dit salaris uit de keurloonen wordt betaald. Over dit jaar zou de keur meester dan nog een gratificatie van 10 van de hruto-ontvangsten worden gegeven. Nadat hieromtrent nog eenige inlich tingen zijn gevraagd, wordt het voorstel met alg. st. aangenomen. Een adres van werkelooze arbeiders om werkverschaffing, wordt aangehouden tot een volgende vergadering. Als personeel voor het geven van herh. onderwijs, wordt aangewezen voor dit jaar personeel van school A. Als leden van de comm. tot wering van schoulverz. worden benoemd de hh. W. v. d. Berg, P. Blaas, G. A. van Overbeeke, R. W. Lanting en H. J. Lahan. De aftr. leden der veercomm. de hh. Geluk, Moelker en Janssen worden her benoemd, evenals de leden der gascom- missie de hh. Geluk, Moelkeren Stoutjesdijk. Tot lid der comm. van toezicht op het lager onderwijs wordt herbenoemd dhr. W. Moelker. Vastgesteld wordt het suppl. kohier van de hondenbelasting. Wijziging begrooting 1922 goedgekeurd. Instructie personeel vee- en vleesch- keuring goedgekeurd. Aan de orde is verkoop van een stukje gemeentegrond aan F. Nijs. B. en W. stellen voor dit tegen een prijs van f2 per M2. te verkoopen. De heer Quist vraagt naar de grootte van dit stukje. De voorzitter deelt mede dat dit 0 Meter breed is. De heer Quist vraagt met welke bedoe ling men het huis van de Graaf verkocht heeft voor een lagen prijs, Begtlio deelde spr. mede dat deze f 1100 geboden heeft. De heer Goossen meent dat het geen pas geeft dit zoomaar in openbare ver gadering te behandelen, hij had gedacht dat spr. dit beter in een gesloten zitting had kunnen doen. De heer Wagemaker heeft hiertegen be zwaar en zal er prijs op stellen dit in openbare vergadering te behandelen. De heer Quist vindt het ook beter dit openhaar te behandelen dan weten de nienschen de toedracht dezer zaak. Begtho heeft hem medegedeeld f 1100 voor dit huisje te hebben geboden doch het niet te kunnen koopen, het is toen voor af braak verkocht, du Burck schatte deze waarde op f 200. De heer Deurloo deelt mede dat Begtho hetzelfde aan hem gezegd heeft. De Burgemeester betwijfeld dit, daar spr. toentertijd met verlof op de Veluwe was. De heer Goossen zegt dat e burgemeester met verlof was en heeft spr. bezoek gehad van Nijs, met verzoek om dit huisje te mogen koopen. Spr. meende alleen voor dit punt geen raacisverg; dering te moeten beleggen en heeft {oen een schrijven bij al de raadsleden doen circuleeren met verzoek om al of niet goedkeuring aan den verkoop te hechten, door het leekenen van dit stuk, zooals in de verg van B. en W. was besloten. Dat huisje stond in de Minneputtestraat, verkeerde in zeer slechten staat en kostte de gemeente veel van onderhoud. 10 Aug. is het verkocht voor f500, ten overstaan van den notaris werd de acte 17 Augustus geteekend. Toen heeft Begtho bij Nijs ge vraagd voor welken prijs hij het huis ge kocht had en zeide toen, ik had wel f 1200 willen geven. Nu dat is gemakkelijk zeggen als de zaak toch verkocht is. Begtho heeft er voordien nimmer over gesproken. Nijs is eigenaar en kan er dus mede doen wat hij wil, daar de voorwaarden dat het af gebroken zou moeten worden er niet aan verbonden was. De heer Aertsen merkt op dat dus Nijs de grond er bij heeft gekocht. Zeker zegt de voorzitter. Doch de heele zaak schijnt veel stof op te jagen. Begtho is hij B. en W. geweest en spreekt nergens over. Later hoorde spr. dat er zooveel over wordt gesproken, en blijkt dat Begtho

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1922 | | pagina 3