Ierseksche en Thoolsche Courant
van Zaterdag 21 October 1922.
olei
Vergadering van den Raad der gemeente
St-Philipsland gehouden op Dinsdag
10 Octoljer 1922.
Voorzitter de Burgemeester, de heer L. Nilant.
Becretaris de heer C. van Bendegom.
Aanwezig de heeren T. A. Boudeliog, J. van
Strien, A. M. van Dijke en A. A. van Nieu-
wenhuijzen.
Afwezig met kennisgeving de heeren Johs.
van Dijke en P. J. de Ruijter, wethouders en
L. Neele.
De voorzitter opent om 10% uur de verga
dering en verzoekt den secretaris de notulen der
vorige vergadering te willen lezen, waarna deze
onveranderd worden gearresteerd.
Hierna doet de voorzitter voorlezing van de
navolgende ingekomen stukken
Guedgekeurd van heeren Ged. Staten terug
ODtvangen het raadsbesluit van 15 Aug. 1922
tot wijziging der begrooting dienst 1922. Een
schrijven van den heer Commissaris der Koniu-
gin d.d. 15 Sept. 1922, waarbij Z.H. E.Gestr.
bericht, dat tot zetters voor 'a Rijks directe be
lastingen voor 1923 tot en met 1926 zijn be
noemd de heeren W. Meijer en C. Clarisse,
beiden aftredend. Een uittreksel uit het Kod.
besluit van 26 Sept. 1922, no. 40, waarbij
vrijstelling wordt verleend van art. 6a der Vleesch-
keuriogswet (Staatsblad 1919 no. 524) gewijzigd
bij de wet van 18 Mei 1922 (Staatsblad no.
305). Deze vrijstelling is verleend tot wederop
zegging. Deze missives worden op voorstel van
den Voorzitter voor kennisgeving aangenomen.
Een adres van een 25-tal belanghebbenden
en van het Hoofd van de O. L. School 1 alhier,
waarin deze den Raad verzoeken, dat in den
vervolge de desbetreffende verordening op het
landbouwverlof in deze gemeente zou worden
gewijzigd en wel zóó dat het landbouwverlof na
de zomervacantie verleeud kau worden.
De voorzitter stelt voor ter zijner tijd in het
voorjaar vau 1923 deze aangelegenheid nader te
behandelendenhiermede kan de Raad zich
vereenigon.
Een adres van Jan Neele en een zestal an
dere bewoners van den Noordweg te Anna-
Jacobapolder, waarin deze zich beklagen over
het vele water, dat bij den velen regenval steeds
voor hun woning blijft staan, doordat de afwa
tering aldaar niet voldoende is. Over dit adres
ontspon zich een vrij langdurige discussie tus-
schen den voorzitter en de heeren Boadeling,
van Strien en van Nieuwenhuijzen. De voorzitter
was van meening, dat de overweg naar de weeg
brug in den Noordweg in onderhoud was bij
den heer T. A. Boudeliog en dat deze dus voor
de buizen, onder die overweg liggende, moest
zorgen, dat deze steeds open waren. Evenwel
zegde dhr. Boudeliog, dat die overweg gelegd
was door de R. T. M., welke ook eigenaresse
was van den grond aldaar waar de suikerbieten
komen te liggen.
Hierop stelde de voorzitter voor om hierover
iu correspondentie te treden met den opzichter
der R. T. M. en met het bestuur van den
Anna Jacobapolder, welke a*n dat perceel gren
zende is, en hierdoor toezicht op een goede
waterafvoer moest houden.
Een schrijven wordt gelezen van Heeren Ged.
Staten d.d. 25/28 Aug. 1.1. no. 109 3e Afdee-
ling, waarin dit College verzoekt een wijziging
te brengen in art. 34 der Algemeene Politie
verordening, waarbij gelezen wordt o. m. „zonder
noodzaak". Op voorstel vau den voorzitter be
sluit de Raad met algemeene stemmen om aan
het verzoek van heeren Ged. Staten te voldoen.
Een schrijven van den heer A. Wisse d.d.
18 Aug. II. waarbij deze mededeelt zijn benoe
ming tot lid der commissie tot wering van
schoolverzuim niet aan te nemeD. Alsnu wordt
door den Raad benoemd tot lid der Commissie
voornoemd dhr. D. Everaers Pz. te A. J.polder.
Een adres wordt alsnu gelezen, gericht aan
den gemeenteraad van den heer I. Aarooudse,
waarin deze den Raad vriendelijk verzoekt zijn
zoontje als volontair ter secretarie te willen
toelaten, aaDgezien Burg. en Weth. geweigerd
hebbeu hiervoor toestemming te verleenen. De
heer Bondeling vraagt hierover het woord en
zou gaarne hooren wat de redenen waren, dat
Burg. en Weth. dit verzoek hebben geweigerd.
De voorzitter zegt, dat de heeren Wetb. het
niet noodig achtten, dat er een volontair kwam,
want dat de Secretaris het werk heel goed af
kon met den ambtenaar de Rooij. Ook zeide
weth. de Ruijter, dat er hem ook al eens ge
vraagd was om iemand op de secretarie te krijgen
doch dat hij daar niet op ingegaan was. De
voorzitter deelde mede, dat hij beide wethouders
had medegedeeld dat er wel degelijk werk was
voor een volontair en waar het hier de gemeente
niets kostte vond hij de houding door de wet
houders in dezen aangenomen zeer vreemd, hij
was er voor om een volontair te nemen, doch
de wethouders waren er beslist tegen. Verdere
redenen hadden de heeren niet opgegeven.
Eenparig kenrde de Raad de bonding in dezen
door de wethouders af en vroeg men wie hier
over te beslissen had.
De voorzitter zeide dat eigenlijk in dezen
alleen de Secretaris hierover te beslissen had.
Gewoonlijk wordt een dergelijke kwestie door
een Secretaris met den Burgemeester besprokeu
en heeft deze er niets tegen, dan geeft de Secre
taris alleen aan Burgemeester en Wethouders
kennis, dat hij een volontair genomen heeft,
doch omdat het usance is dat de wethoaders
gekend worden, had hij, voorzitter, dit de heeren
gevraagd of er bezwaren tegen waren.
De heer Boudeliog deelde mede dat hij er
zeer prijs op zon stellen indien het zoontje vau
Iz. Aarnoudse op de secretarie als volontair werd
toegelaten, ook de heeren v. Dijke, v. Nieuwen
huijzen en van Strien lieten zich in dienzelfden
geest uit, waarop de voorzitter beloofde het den
heeren wethouders mede te deelen en dat de
secretaris in dezen vrij was om een volontair
te nemen.
De voorzitter zeide nog dat hij verschillende
jaargangen van de Gemeentestem in dezen nog
had geraadpleegd en dat de redactie van het
zelfde gevoelen was als hij. Hiermede was dit
incident afgeloopen.
Van heeren Ged. Staten was terug ontvangen
de gemeentebegrooting 1923 met verzoek een
paar wijzigingen hierin te willen aanbrengen,
aan welk verzoek de Raad heeft voldaan.
Tot grafdelver voor het kerkhof in den Anna
Jacobapolder werd met algemeene stemmen be
noemd voornoemd voorloopig tot i Januari 1924,
dhr. J. Quist aldaar.
Op voorstel van den voorzitter besloot de
Raad de pensioensbijdragen op de ambtenaren
te verhalen.
Hierna kwam aan de orde de behaudeling
der Belastingverordening. Deze werd tot een
volgende vergadering, op voorstel van den voor
zitter, aangehouden.
Voor het geven van vervolgonderwijs aan de
Openbare lagere school I en II werden benoemd
dhr. M. C. Blankert, hoofd, en mej. Schipper
en Klaasse en de heeren Braudes en Roozemond
en in den Anna Jacobapolder dhr. P. Minder-
houd, hoofd, en mej. de Lateren den heer v. Duio.
Bij de rondvraag vroeg dhr. A. A. v. Nieu
wenhuijzen of de geruchten waarheid bevatten,
dat door Burg. en Weth. in de maand Aug.
een abonnement voor haveugeld was verleend
aan schipper C. de Ruijter Azn., broeder van
wethouder de Ruijter.
De voorzitter deelde mede, dat in een wet
houdersvergadering met meerderheid van stem
men besloten was, om aan schipper de Ruijter
voornoemd, een abonnement te geven ingaande
1 Jan. 1922, dat bij, voorzitter hier tegen was
geweest, omdat zulks in strijd was met de Ver
ordening op het Haven- en Kadegeld aangezien
de verordening spreekt dat. er door de schippers
gedurende de geheele maand Januari gelegenheid
bestaat om een abonnement aan te vragen.
Verder deelt de Voorzitter mede, dat hij dit
besluit nog niet had uitgevoerd, wijl hij zeer
goed begreep, dat hiertegen geprotesteerd zou
worden.
Ook de heer A. M. van Dijke keurde deze
handelswijze van de wethouders ten zeerste af,
want door dit toe te laten, benadeelde men de
gemeente voor een belangrijke som, of zouden
de wethouders hier soms het ontbrekende haveu
geld willen bijpassen Eenparig sprak de Raad
zich uit, dat de voorzitter zou zorgdragen dat
door schipper C. de Ruijter het verschuldigde
havengeld werd betaald, opdat hem geen abon
nement kan verleend worden, daar zulks in strijd
was met de verordening.
De heer v. Nienwenhuijzen vroeg of de grond
op de haven vervoerd kou worden, daar dit last
veroorzaakte voor de lossers.
De voorzitter zei toe dat er maatregelen zouden
getroffen worden om die grond zoo spoedig
mogelijk te verwijderen.
De heer vau Strien deelde mede, dat het
riool bij den smid Roozemond in den Anna
Jacobapolder niet op do jaiste diepte zou leggen
hij verzoekt hiernaar een onderzoek te willen
doen instelleD.
De voorzitter beloofde zulks te doen en zou
er eens met den heer Bondeling naar gaau zien.
Niemand meer het woord verlangende, sluit
de Voorzitter de openbare vergadering.