Ierseksche en Thoolsche Courant
van Zaterdag 16 September 1922.
Tweede Blad.
Veilingsgebouw te Tholen.
oéi
Woensdagvoormiddag vereenigden zicli in het ge
restaureerde gebouw dat voortaan als veilingslokaal
zal dienst doen, tal van geïnteresseerden en genoo-
digdeu ten einde getuige te zijn vau de officiëele
ingebruikneming van dat veilingshuis.
De heer C. A. H. Stoutjesdijk, voorzitter der vei-
lingsvereeniging hield daarop de volgende rede
Mijoeheeren
Namens het Bestuur wil ik allereerst mijne groote
tevredenheid uitspreken, nu veleD aan onze uitnoo-
diging om bij deze gelegenheid hier tegenwoordig te
zijn, hebben gevolg gegeven. Wij vinden hierin voor
ons een bewys van groote belangstelling in alles wat
onze veilingsvereeniging aangaat, maar vooral ook
dat de meesten uwer met ons gevoelen, dat deze dag
voor het veilingswezen in Tholen een is van groot
gewicht en naar ik hoop van \èrstrekkende en heil
rijke gevolgen. We heeten dan u ook van havrte
welkom op deze bijeenkomst en in het bijzonder
onzen oud-voorzitter Jhr. van Vredenburch, het Dag.
Bestuur der gem. Tholen, de heer Van Dijk als ond-
penningm. en niet te vergelen onze koopers uit
Bergen op Zoom.
Alvorens tot de eigenlijke plechtigheid overde gaan
zij het mij vergund, in wellicht wat vluchtige trek
ken de geschiedenis van de veilingsvereeniging in
Tholen voor a te schetsen.
De veilingsvereeniging is ontstaan uit de Tuin-
bouwvereen. Tholen en Omstreken. Deze laatste is
opgericht in Mei 1905. In Aug. van datzelfde jaar
werd zij Afd. van de Mij. van Tuinbouw en Plant
kunde. Sterk genoeg gewo~dcn om op haar eigen
beenen te staan, werd zij in 1909 een zelfstandige
vereeniging onder den naam „Tuinbouwvereeniging
Tholen en Omstreken".
In de vergadering van Januari 1910 werden door
den loenmaligen heer Rijkstuinbouwleeraar voor Zee
land Caminan reeds groote voordeelen uiteengezet
van eene veilingsvereeniging en daarbij duidelijk ge
maakt welke eischen aan bestuarders en telers worden
gesteld om zulk eene vereeniging te doen slagen. De
vereeniging kwam echter niet tot stand. In de ver
gadering van Juni 1912 bracht de toenmalige voorz.
'Jhr. van Vredenburch het plan weer ter tafel tot
oprichting eener veiling. Alvorens hiertoe over te gaan.
wenschte dhr Van den Berge (onzo tegenwoordige
veilingsmeester) eens te probeeren met de coöpera
tieve verkoop van bessen. Circolairos werden rond
gestuurd, het plan echter mislukt door gebrek aan
deelname. De veilingsvereeniging komt er ook nu niet.
Jn de vergadering van December 1912 werd na eene
voordracht van den heer Rijkstuinbouwleeraar Cam-
man besloten collectief groente te verkoopen.
In de vergadering van April 1913 werd eene
teelersvereeniging opgericht, welke vereenigiDg thans
feitelijk nog bestaat, althans is ze tot heden nog niet
ontbonden of gelikwideerd. Weinige uit dit bestuur
zijn er hier meer over wegens vertrek en meerdere
ons door den dood ontvallen. Uit deze telersvereeni-
ging werd in 1916 onze veilingsvereeniging geboren.
Eindelijk was dus hot kind ter wereld gekomen. Zes
lange jaren heeft het op zich laten wachten, toen
het door den drang der omstandigheden ten gevolge
van den vreeselijken wereldoorlog niet langer uit
blijven kon. Wel mocht men toen den vader van
dit kind van harte gelukwenschen. Het was gekomen
in een tijd die meer dan ooit naar eene dergelijke
vereeniging vroeg. Moeilijk was het kind onder dak
ie brengen. Het had geen eigen huis. Om het te
verzorgen moest men zijn toevlucht nemen tot eene
oeslerloods. Het groeide echter voorspoedig. De zaken
gingen goed, weldra werd de huisvesting te klein en
te onzeker, zoodat men al spoedig naar een ander
verblyf moest uitzien. Men vond dit in de ruime
zaal van Non Semper en ook hier werd alzoo weer
maar al te zeer de waarheid gevonden, die in dien
naam ligt opgesloten „niet altijd zeker", want waar
men vroeger lustig de biljartballen tegen elkaar
hoorde kletsen, kon men nu al spoedig do stem van
onzen afslager Praat hooren 50 cent, 49, 48 tot
dat er het geroep „myo" weer een einde aan maakte.
Intusschen de zaken gingen goed, er werd zachtjes
aan een aardig kapitaaltje verzameld, doch helaas
ook de veiling moest gevoelen het Non tlemper „het
niet altijd zeker".
De oorlogsjaren zijn voorbijgegaan, de verplichte
veilingen hielden op. Het eerst goed verzorgde kind,
de eerste jaren vertroeteld, zag vrij spoedig velen
van zich afwenden, doch het had gelukkig nog kracht
genoeg om te blijven staan en tot op dezen dag
bestaat het nog, ja wat meer is, met dezen dag vangt
voor haar eene nieuwe periode aan, die we willen
hopen voor haar eene van vooruitgang en bloei moge
zijn. We staan immers op het oogenblik gereed, haar
in een passend gebouw te herbergen, dat zij het
hare kan noemen.
Overtuigd dat de veiling bij goeden wil een zegen
voor onze streek kaa zijn, meende het besluor, dat
een der middelen daartoe was, het stichteu van een
eigen gebouw met alles daarin wat voor eene goede
veiling noodig is. Gesteund door de ledeu is het
bestuur aan het werk getogen en reeds nu, mijne
heeren acht het bestuur zich gelukkig U de vrucht
van zijnen arbeid te laten zien.
Ons veilingsgebouw is gereed gekomen in zoover
ons te kunnen veilen en het is mij eene ware vreugde
het bij deze te openen en voor het doel in gebruik j
te geven. Wanneer gij rond kijkt, zult ge zien, dat
er voor het noodige licht is gezorgd bij eene vei
lingsvereeniging mag niets in het duister gebeuren.
Een klok is daar om het geschil tusschen mijn en
dijn te voorkomen, het kantoor ontvangt en voldoet
zooveel mogelijk aan Uwe eischen en bezwaren, de
telefoon is daar voor de koopers van de grove pro
ducten beschikbaar, de pakhuizen en zolder zorgen
voor goede berging van uw waren en verpakkings
materiaal.
Mijne heeren, het gebouw staat nu daar en alles
is aanwezig wat bij een goede veiling behoort. Nu
echter heb ik ééo wensch, n.1. deze, dat allen met
hart en ziel zullen meewerken om^het gebouw in
stand te houden niet alleen, maar ook te zorgen dat
het doel waarmee het is gesticht door U allen zal
worden nagestreefd. Het bestuur belooft bij deze
zyne krachtige medewerking. Van de ambtenaren
eischt zij eerlijke en trouwe plichtsbetrachting, van
de telers oprechte en eerlijke handel. Wordt deze
wensch vervuld, dan kan de veilingsvereeniging een
zegen worden voor onze streek.
Hiermede zou ik kunnen eindigen, doch alvorens
dit te doen wil ik nog mijn dank betuigen aan allen,
die ook maar in eenig opzicht hebben meegewerkt
aan het tot stand komeu van dit gebouw en verder
aan allen die deze bijeenkomst hebben willen bij
wonen, doch bovenal aan Jhr. van Vredenburch als
oud-voorzitter, voor zijne tegenwoordigheid niet alleen,
I maar voor alles wat hij voor onze veilingsvereeniging
heeft gedaan. Dit weet ik persoonlijk maar al te goed
wat hij in de oorlogsjaren met veel moeite heelt
kunnen gedaan krijgen van onzen minister. Ook mijn
hartelijken dank aan de bestuursleden en veiling
meester voor hunne medewerking. Mijn hartelijken
dank aan onzen architect, de heer Guliker, voor
zijne richtige uitvoering. Een woord van dank ook
aan de firma van den Hoorn en Wouda, voor het
stellen en richtige afleveren der klok en tevens een
woord van dank aan den aannemer Engelvaart, die
nog wel niet geheel precies op tijd het gebouw heeft
opgeleverd, maar die toch wel naar mijn genoegen
werkt.
Het is nu wel niet dat al deze menschen om niet
hun werk hebben uitgevoerd en dat was ook onze
wensch niet, maar als Voorzitter heb ik aangenaam
met ben gewerkt.
En hiermede mijne heeren heb ik gezegd en ver
zoek ik den veilingmeester precies om elf ure tot
het veilen der producten over te gaan en onze klok
in werking te stellen.
Burgemeester Diepenhorst bracht zijn dank aan
het bestuur voor de uitnoodiging tot het Dagelijksch
Bestuur gericht, waaraan liet gaarne gevolg gaf om
belangstelling te toonen in het streven der Ver
eeniging die er in geslaagd is een eigen gebouw te
doen verrijzen, met welke goede lokaliteit hij het
bestuur geluk wenschf, en de hoop uiisprak dat de
veiling verder moge groeien en bloeien in het be
lang van koopers en telers.
De heer W. Moelker verklaarde dat het hem zeer
veel genoegen had gedaan dat ook de finauciëele
commissie was uitgenoodigd, als vertegenwoordiger
waarvan hij een enkel woord wil do zeggen.
Het spijt hem dat dit gebouw geopend wordt in
zulk een sombore tijd in welke de handel zoo'n
malaise doorleeft.
Nogtans komt, na donkere dagen de zon weer
doorbreken, en we hopen dat dit ook op deze ver
eeniging, die donkere dagen heeft gekend, doch
nu weer best marcheert, van toepassing moge zijn.
Waar zij eenige jaren met succes werkt, hopen we
dat dit zoo zal mogen blijven gaan, waardoor dan
op deze dag als op eon gelukkige kan worden neder-
gezien.
Jhr. van Vredenburch voelde zich ook genoop-
een enkol woord te spreken om Westaar, veilingt
meester en afslager geluk te wenschen met dit nieuwe
lokaal, en ook met den moed om in deze slechte
tijden zulk oeu gebouw te stichten, wat men in nor
male omstandigheden niet heeft gedurfd.
Zoowel deze stichting in. het belang van defruit-
cultuur, als het leggen van den zinker der water
leiding wijzen óp vooruitgang voor het eiland Tholen,
dat nog meer gebaat zou ziju bij een brug om
geen gevoelens bij den burgemeester op te wekken
over een dam die de rechtstreeksche verbinding
zou vormen zelfs met Antwerpen om derwaarts de
producten van hieruit te verzenden.
Als eenmaal deze dag mocht aanlichten, dan zal
zeker een betere tijd voor Tholen aanbreken.
De heer L. K. van Dijk, wieu al wat tuinbouw
betreft, interesseert, was werkelijk verheugd met de
uitnoodiging om hior tegenwoordig te zijn. Steeds
heeft hij met verschillende andere heeren meege
werkt op gebied van den landbouw, meermalen
excursies meegemaakt on ook wel vereenigingen
helpen oprichten, maar vaak moeten ervaren dat ze
na een paar jaar als een waterdroppel verloopen,
zelfs de tuinbouwvoreoniging doet een zoo lange
winterslaap alsof ze dood is.
Maar deze veilingsvereeniging toont leven, waar
van we zelfs hopen, dat ze zich zoo zal opwerken,
dat zij ouder hare zusterverenigingen er zal mogen
zijn.
Als eerste eisch voor haar bestaan is gosteld een
stirkte eerlijkheid niet alleen voor de telers, maar
ook voor den veilingmeester, afslager en admini
strateur, die zich zóó aan het reglement moeten
houden dat er geeno afwijkingen worden toegestaan.
Dan zal zij onder het devieseerlijk duurt het
jangst, het hoofd boven water kunnen houden en