van Zaterdag 17 December 1921.
Tweede Blad.
Openbare Raadsvergadering te Oud-Vossemeer
op Maandag 12 December 1921.
Ierseksche en Thoolsche Conrant
Vooniter de Burgemeester. Aanwezig alle leden.
Na opening der vergadering worden de notulen
gelezen en ouveranderd vastgesteld.
Mededeeling geschiedt dat is vastgesteld de
gemeente-rekeuing dienst 1920, en is goedge
keurd het le suppletoir kohier van den Hoofd,
Omslag, voorts dat het Rijk in de kosten der
Waterleiding 11ji °/0 zal te gernoet komen in
de rente der opgenomen gelden en dat een kas-
geldleening ad f 4000 geen goedkeuring meer
kan verkrijgen.
De heer Ooms vraagt of de gemeente genoeg
kasgeld zal hebben als de belasting door bet
Rijk ingevorderd wordt.
De voorzitter zegt dat dit vermoedelijk wel
het geval zal zijn omdat dan een Rijksvoorschot
verkregen kan worden.
Hierop worden de stukken voor kennisgeviog
aangenomen.
Thans deelt de voorzitter mede dat op 10
October jl, een commissie uit Ged. Staten een
conferentie met B. en W. beeft gehad tot onder
zoek van de mogelijkheid en wenschelijkheid tot
samensmelting van gemeenten op dit eiland. De
commissie wees er op dat in een grootere ge
meente meer gedaan zoo kunnen worden en dat
een bezniniging wellicht ook mogelijk zou zijn.
De commissie noemde toen reeds een bezui-
ging van pl.rn. f 11000,op de vier
gemeenten, maar hield geen rekening met andere
uitgaven welke uit de combinatie moesten voort
vloeien, zoodat de bezuiniging denkbeeldig is.
Ëerst heeft toen de heer Aarnoudse zich ver*
eet tegen de samensmelting, daarna hij als voor
zitter, waarbij door hem er op werd gewezen
dat deze gemeente wat behartiging van belangen
betreft niet achter, doch vóór was bij audere
gemeenten, zoodat de de gemeente nog ten volle
voor haar taak berekend was en ophtfflng dus
onnoodig en oogeweoscht.
Daarna heeft de heer Ooms de vrijheid van
Oud-Vossemeer krachtig verdedigd en er op ge
wezen dat de gemeente welvarend genoeg was
om op eigen beenen te staan en bij samensmel
ting in de toekomst slecht* een snertboel voor
de gemeente er uit kon voortvloeien. Als voor
zitter kan hij die uitdrukking niet voor zijn
rekening uemen, hoewel hij met de strekking
volkomen accoord gaat, hij voelt wat de heer
Ooms bedoelt, samensmelting kan voor deze ge
meente slechts achteruitgang beteekeneu en
meerdere lasten en ongemakken voor de inge
zetenen.
In verband met die conferentie beeft de com
missie nu een rapport van bare bevindingen
opgemaakt, dat de meeste leden hier aanwezig
reeds bekend is eo naar aanleiding van dat rap
port hebben B. en W. gemeend zicb krachtig
tegen een samensmelting te moeten verzetten
welk verzet tevens mogelijk gemaakt werd door
die stof welke de commissie verschafte.
Het rapport van B. en W. bedoelt dan ook
geenszins aanvallen op het beleid van de gemeente
Tholen of van andere gemeeuten, het rapport
bedoeld alleen en niets anders dan een verweer
tegen het rapport van de commissie nit Ged.
Staten.
Daarna geschiedt voorlezing van het rapport
uit de commissie van Ged Staten en van het
tegen rapport van B. en W. luidende alsvolgt:
Met belangstelling is door ons kennis genomen
van de resultaten van bet door Uwe Commissie
d.d. 10 October j.l. gehouden onderzoek nopens
de mogelijkheid en wenschelijkheid tot samen
smelting van gemeenten op dit eiland.
In Uw rapport wordt toegegeveD dat samen*
voeging van alle gemeeuten tot één gemeente
niet wel uitvoerbaar is, bij vorming van twee
gemeenten uit de 7 zouden, volgens U, de be
zwaren van ligging en afstand niet onoverko
melijk zijn.
Toegegeven wordt dus dat er bezwaren zijn, hoe
wel Uwe Commissie die bezwaren niet onover
komelijk acht. Bij ons rijst evenwel de vraag
of Uwe Commissie, welke de bezwaren niet zoo
danig kan zien eo voelen als hen die in deze
omgeving grondig bekend zijn, de bestaande
bezwaren niet ooderschat.
Dat bij vorming van 2 gemeenten een goede
scheidingslijn verkregen wordt is naar onze
meening bijzaak, hoofdzaak iè rn moet blijven
het verkrijgen van een betere gemeenschap,
waarin behartiging van de belangen der inge
zetenen in verband met de behoeften, veel beter
tot zijn recht komt, dan voor iedere gemeente
afzonderlijk mogelijk is.
Terwille van een scheidingslijn evenwel valt
de gemeente Scherpeuisie aan de Combinatie
Tholeo toe, de belangen der ingezetenen van
de gemeente Scherpenisse worden dus voor die
scheidingslijn opgeofferd.
Naar onze meening dient aangetoond te worden
dat de ingezetenen der verschillende gemeenten
bij samensmelting niet in slechterdoch in béter
conditio zullen geraken en te vergeefs hebben
wij in Uw Rapport gezocht naar een geboden
tegenwaarde, welke tegen het door de verschil
lende gemeenten te brengen offer ruimschoots
opweegt.
De gedane poging om bij samensmelting be-
lainiging aan te toonen is naar onze meening
evenmin gelukt, doch stel dat er al iels van
bezuiniuing merkbaar was geweest, is dan ten
slotte financieel voordeel ia deze materie het
hoogste
Moet no, naar verluidt, er van Rijkswege
verkwist is, het geldelijk evenwicht hersteld
worden door centraiiseeren en nivelleeren, het
onder één zwaren hefboom plat drukken van
de natuurlijke verscheidenheid van gemeentelijke
belangen Mag de te verkrijgen vermeende be
zuiniging bij samensmelting gekocht worden door
ongerief van duizenden personen zooals men
thans blijkbaar tracht te doen?
Wij durven deze vragen gerust met een
Neen" beantwoorden en daaraan toevoegen dat
dergelijke pogingeo allerminst sympathiek aan
doen.
Tegeuover Uwe conclusie dat samensmelting
en vorming van grootere gemeenten bg de Wet
bezuiniging geeft, zullen wij in bet volgende
en aan de band van Uw rapport aantoonen dat
het beheer in kleinere gemeenten zuiniger is
dan in grootere.
Bij samensmelting van de 4 voor door U
genoemde gemeenten zal men één gemeente
krijgen van 8609 inwoners. Eén afgerond geheel
zal deze gemeente absoluut niet vormen, ze zal
bestaan uit 4 ver uit elkaar gelegen complexen
waarin alle samenhang zoek is, terwijl zg het
ook naar een eenigszins overzichtelijk geheel
evenmin verkregen wordt.
Aan jaarwedden voor Burgemeesters, Secre
tarissen, Ontvangers en Wethouders zou deze
combinatie volgens U een bezuiniging geven
van f9528 of per gemeente van f2382.
Voor dit betrekkelijk geriage bedrag zullen
dus de gemeenten hunne vrijheid moeten opof
feren en de inwoners alle lasten en moeilijk
heden op zich nemen uit een Combinatie voort
vloeiende onverminderd de meerdere financieele
offers welke de samensmelting van hen zal vragen.
Ten slotte is het de groote vraag of de be
zuiniging ad f 9528 werkelijk verkregen zal
worden.
Id Uw Rapport staat leukweg dat het aantal
Secretarie-ambtenaren geen uitbreiding zal be
hoeven, doch gelooft men dit ook inderdaad
Sinds jaren heeft de gemeente Tholen met
3100 inwoners twee Secretarie-ambtenaren, welke
naar raming thans een uitgaaf vorderen van
f 3000. Weet men dit, dan is het ons een raad
sel hoe men het in een gemeente van 8609
inwoners eveneens met twee Secretarie-ambtena
ren zal willen klaar spelen, en men behoeft
slechts even om te zien om te constateeren dat
dit niet mogelijk zal zijn.
Uitbreiding van het aantal Secretarie-ambte-
nareu zal niet alleen noodig, maar ook nood
zakelijk zijn en de verkregeo besparing zal door
die uitbreiding zeker verloren gaan.
In de conferentie op 10 October j.l. deelde
Uwe Commissie mede dat bij samensmelting een
grootere gemeente verkregen zou worden en da'
o. a. een groote gemeente baar ambtenaren een
beter menschwaardig bestaan zon kunnen geven
door de jaarwedden op behoorlijk peil te brengen.
Aannemende dat dit werkelijk mede een be
doeling is, dan komt men reeds voor het vol
gende feit te staan
De nieuwe gemeente zal minstens 4 Secretarie-
ambtenaren moeten hebben. De Secretaris zal
een minimum bezoldiging genieten van f 5200.
Wil men de Secretarie ambtenaren inderdaad
een menschwaardig bestaan geven, dan zal min
stens het 3/4 stelsel aangenomen moeten worden
en krijgt men voor die ambtenaren respectievelijk
eeu uitgaat van f 3200, f 2400, f 1800 en f 1350,
of in totaal f 8750.
Voor dit bedrag heeft men twee goede amb
tenaren, waarvan één zeer zeker den Secretaris
in alle opzichten moet kunnen vervangen, en
twee klerken. De bestaande toestand heeft twee
ambtenaren met f 3000, de nieuwe toestand 4
met f 8750, geeft een vermeerdering van f 5750.
De gem.-ontvaager zal zijn taak in de nieuwe
gemeeute evenmin zonder hulp naar behooren
kunnen vervullen, aanstelling van een ambtenaar
die hem vervangen kan, zal onvermijdelijk zijo,
zoodat zoo'u ambtenaar die een menschwaardig
bestaan moet hebben minstens f 2500 geuieten
zal, afgezien van de mogelijkheid dat nog tot
aanstelling van een controleur zal worden over
gegaan. Wg komen nu reeds tot een meerdere
uitgaaf van f 8250 tegen eeD bezuiniging van
f 9528, of wel een werkelijke bezuiniging van
f 1278 op de 4 gemeenten of per gemeeente
f 300.
Bij deze berekening is nog geen rekening
gebonden met jaarweddeverhoogingen en aan
stelling van andere ambtenaren welke nit de
samensmelting onherroepelijk moet voortvloeien,
zoodat als vaststaand aangenomen mag worden
dat er geen sprake zal zijn van een bezuiniging
ad f 9528 op jaarwedden, doch de mogelijkheid
veel grooter is dat inplaats van bezuiniging op
jaarwedden, de uitgaven aan jaarwedden zullen
moeten worden verhoogd, hetgeen de huishou
ding in de groote gemeente niet goedkooper
doch duurder maakt dan in de kleine gemeenten.
Op Uw argument dat er cumulatie is, en dat
was er die niet de situatie voor bijeenvoegiug
nog gunstiger zou wordeD, behoeven we nu niet
in te gaan, omdat het vorenstaande aantoont
dat ook ondanks die cumulatie de toestand niet
gunstiger kan worden.
De nadeelige gevolgen zouden zich direct doen
gevoelen, welke nadeelige gevolgen aanmerkelijk
zouden verzwaard worden door de onvermijde
lijke toe te kennen wachtgelden.
Het Rijk draagt bij in die wachtgelden, doch
dit neemt niet weg dat verreweg het grootste
deel voor rekening van de nieuwe gemeente
komt.
De wachtgelden loopen af, doch dit neemt
weer niet weg dat als de wachtgelden afgeloopen
zijn, de andere uit de combinatie voortgevloeide
meerdere uitgaven voor ambtenaren niét afloopen,
zoodat de finaucieele toestand dan nog niet gun
stiger is.
Door U wordt gewezen op de grootte, de
eombinatie zou groot zijn 76U3 H.A., het eiland
Noord-Beveland 9200 H.A. Deze vergelijking
zegt evenwel niets, want uitgenomen de gemeeute
Kortgene, welke gemeeDte als centrum gemeente
aangewezen was, kan geen enkele gemeente de
daar voorgestelde samensmelting bekoren en werd
het Wetsontwerp dan ook overal vau de hand
gewezen, hetgeen toch niet zal geschied zijn om
de groote financieele voordeelen welke samen
smelting kan geven.
De daarop volgende opsomming van de onder
linge afstanden tusschen de vier gemeenten zegt
naar onze meening niets in het voordeel, doch
alles tegen eeu combinatie.
De bebouwde kommen der 4 gemeenten liggen
ouderling minstens allen ruim een uur gaans
van elkaar verwijderd, terwijl Scherpenisse ten
opzichte van een combinatie Tholen in de meest
onvoordeeligsie positie zou komen, vooral als
men de ligging van Scherpenisse vergelijkt ten
opzichte van Sint-Maartensdijk, welke gemeente
vermoedelijk het centrum zal zijn van de tweede
combinatie.
Juist door die ligging ten opzichte van el
kander kunnen, zoolang de bebouwde kommen
elkaar niet meer naderen dan thans het geval
is, de inwoners zich onmogelijk lid van de nieuwe
gemeenschap gevoelen, ze blijven ondanks de
combinatie inwoners van TholeD, Poortvliet,
Oud-Vossemeer en Scherpenisse.
Juist door dis groote afstanden blijft in de
nieuwe gemeenschap het gevoel bij de bestuur
den afwezig dat de zaak welke het nieuwe be
stuur behartigt hun zaak is.
Juist door die groote afstanden is het verkeer
tusschen de bewoners der 4 gemeenten ouderling
gering en bij combinatie zal niemand kuunen
zeggen dat te zaaien gebracht is wat bijeen
behoort.
Een mogelijke bewering dat geen altoos bruik
bare weg tusschen Oud-Vossemeer en Poortvliet
aanwezig is, wordt door Uwe Commissie bij voor
baat van de hand gewezen met de mededeeling
dat zoo'n bewering juist vóór vereeniging zou
pleiten.
Maar wal wil men dan loch, het ligt totaal
niet in ons voornemen die bewering te uiten
De weg welke tusscheu Poortvliet en Oad-
Vossemeer aanwezig is, beantwoordt volkomen
aan het doel waarvoor de weg dienen moet.
Zal bij combinatie die weg een andere be
stemming moeten krijgen, dan volgt daaruit dat
oij aamensmelting van gemeenten geen inkrim
ping doch uitbreiding van gemeente-bemoeiing
zal plaats hebben, hetgeen vermeerdering van
uitgaven en allerminst bezuiniging beteekend.
Allerwege roept, neen schreeuwt men om be
zuiniging en uiet het minst de grootere ge
meenten, bijna alom erkent men dat in kleinere
gemeenten het beheer zuiniger is dan in grootere,
nier heeft uien vorming van grootere in over
weging op eeu tijdstip dat alles roept om be
zuiniging, dat is niet het paard voord, och ach
ter den wagen spannen.
De door U opgenoemde iukomsten uit bezit
tingen zijn over het algemeen onbelangrijk,
daaruit blijkt alleen dat de gemeenten niet veel
in den gemeenschappelijken boedel io te brengen
hebben, althans wanneer men bezittingen van
anderee aaid; waarvan de herkomst en de be
stemming der inkomsten alle samen doen met
audere of el Iers gevestigde lichamen verbiedt,
uitschakelt. Uwe commissie verschaft geen ge
gevens, zoodat daaromtrent niets kan worden
opgemerkt.
Een opsomming der havengelden zegt evenmin
iets. Dat Tholen f 3U00 raamt en f 350 uitgeeft,
Oud-Vossemeer daarentegen f 2800 raamt en
f 1700 uitgeeft voor onderhoud, toont weinig aan.
Volgens de wet worden de havengelden door
de Rsgeering tot geen hooger bedrag goedge
keurd dan vereischt wordt tot dekking van de
ten laste der gemeente komende kosten voor die
haven.
Raamt Tholen dus een voordeel van f 2650,
die gemeente zal toch moeten zorgen dat bij
aanvraag om verlenging van de hefll ig, dit voor
deel door uitgaven gedekt is, kan men dit uiet,
dau moet het tarief vermiuderd worden eu gaat
de opbrengst naar beneden. Het voordeel is dus
van zéér tijdelijken aard, als men het een voor
deel noemen kan.
Thans zijn wij genaderd aan de bedrijven.
Uwe commissie merkt op dat de gemeente Tholen
drie bedrijven heeft en doet het bijna voorkomen
dat dit een groot voordeel is welke de combi
natie ten goede komt.
Volgens U werpt het veerbedrijf balen af, is
het gasbedrijf vooruitgaande en staat het grond
bedrijf pas aan den aanvang.
Juist is, dat het feodale recht om veergelden
te heffen, baten geeft, uit de uitdrukking dat
het gasbedrijf vooruitgaande is meeuen wij te
mogen opmerken dat het geen baten geeft en
dat zal wel zoo zijn.
tn 1919 is door Gedep. Staten een leening
groot f 12000 goedgekeurd tot dekking van de
nadeelige sloten van de gasfabriek, io 1920
werd weer een leening groot f 8000 goedgekeurd
tot dekkiog van het nadeelige slot over 1919,
het gasbedrijf heeft dus tekorten.
Of in 1921 weer een leeuiog is gesloten tot
dekking van het tekort over 1920 is ons uiet
bekend, wel is ons bekend, dat iu 1921 de
gasprijs per M3. 24 cent was, hetgeen volgens
couraoten bericht de hoogste prijs was welke in
Nederland gold.
Is het dit middel dat het gasbedrijf vooruit
gaande helpt?, doch als ook dit faalt, helpt er
niets
Zooals gezegd is het grondbedrijf pas in den
aanvang, doch waar een grondbedrijf er in hoofd
zaak op gericht is om vermindering van het ge
meentelijk vermogen te voorkomen en niet be
hoeft gezorgd te worden voor vermeerdering van
vermogen, zullen de financieele voordeelen voor
de toekomst niet te hoog aangeslagen kunnen
worden als er van voordeel sprake is.
De vraag of Tholen inderdaad een grondbe
drijf noodig heeft voor een gemeentelijke uit-
breidingspolitiek is hiermede van ondergeschikt
belang.
Wij constateeren alleen, dat van de drie be
drijven slechts één bedrijf rendabel is en dat
het deelen in die bedrijven geen argument vóór
samensmelting kan zijn.
Te meer niet, wanneer men bedenkt dat samen
smelting de gemeente Oud-Vossemeer en de
andere gemeenten misschien direct het dure gas
zou brengen, terwijl dan die gemeenten naar
alle waarschijnlijkheid voor immer vau de betere
verlichting door middel vau electriciteit versto
ken zouden blijven.
De plannen tot electrificatie van Zeeland in
1014 door de Provinciale Staten ter hand ge
nomen, zijn reeds in Zeeuwsch-Vlaanderen tot
uitvoering gekomen, ook het eiland Tholen wacht
op die uitvoering maar niet op gas.
Heeft het gas petroleum verdrongen, electri
citeit zal dit weer doen ten opzichte van gas
en toch zou Oud-Vossemeer door samensmelting
een dure gasverlichting krijgen.
De door Uwe Commissie opgenoemde schulden
doen zieu dat de gemeente Tholen een schul
denlast heeft vau f 247940, en de gemeente
Oud-Vossemeer van f 46370, terwijl de schulden
last der andere gemeenten eveneens zeer belang
rijk lager is dan die van TholeD. Tot minstens
het jaar 1958 zal Tholen voor rente en aflos
sing moeten zorgdragen, terwijl dan de moge
lijkheid geenszins gering is dat voor de oude
schalden nieuwe in de plaats zijn getreden.
In het ongunstigste geval zal Oud-Vossemeer
slechts tot 1935 voor rente en aflossing moeten
zorg dragen van de 7 leeningeu welke de schuld
vormen, loopt er één af in 1921, vier in 1924,
één in 1929 en één in 1935. De kans dat
nieuwe echuldeu gemaakt moeten worden is ge
ring omdat deze gemeente in de laatste jaren
een goed, degelijk en deugdelijk onderhoud heeft
gehad.
Een samensmelting werpt dus ook in dit
opzicht deze en de andere gemeenteu slechts
nadeelen in den schoot.
Hierop volgt door Uwe Commissie een op
somming van de bedragen welke aan Hoofde-
iijken Omslag iu de 4 gemeeuteu geheven worden
over 1921.
Uit eeu vergelijking wordt door U lot de
conclusie gekomen dat er thans in Tholen een
Hoofdelijken Omslag wordt geheven van 4.75
in Oud-Vossemeer een van 3.74
Uit deze vergelijking volgt dus dat Oud-
Vossemeer als kleinere gemeente minder heft
dan Tholen als grootere.
Tot deze conclusie komt Uwe Commissie niet,
maar wel wordt geconstateerd dat als men én
de helfiugen én de belastbare inkomens bijeen
voegt, de nieuwe gemeente een heffingepercen
tage zou hebben van 4.22.
Deze uitkomst van Uwe Commissie toont dus
onomstootelijk aan dat bij samenRlelling de in
woners van Oud-Vossemeer meer en de inwoners
van Tholen minder zouden moeten betalen.
Wordeu er dus financieele voordeelen behaald
dan zullen die onder de gegeven omstandigheden
de inwoners van Tholen in den schoot vallen,
terwijl de inwoners van Oud-Vossemeer in de
andere gemeenten slechts zullen genieten van
alle lasten nit de combinatie voortvloeieude.
Nu zegt Uwe Commissie wel bij het consta
teeren vau een heffingspercentage van 4.22 dat
dan nog niet gelet is op te behalen financieele
voordeelen, doch waar zijn die dan?
Bezuiniging op jaarwedden zal niet mogelijk
zijn, andere bezuiuigiugen zijn niet genoemd,
evenmin als nadeelen die er toch ook zijn en
evenzeer als de voordeelen in kapitaal omgezet
kunnen worden.
Onze conclusie is dan ook in tegenstelling
met de Uwe dat de nieuwe gemeente zal komen
tot een heffingspercentage van 4.22 zonder nog
te letten op ie behalen financieele nadeelonen
we toonen dit dan ook onmiddellijk met het
volgende aan.
Moet er gecombineerd worden en de gemeente
Tholen centrumgemeente zijn, is dit niet het
geval dau zal Tholen zeker voor een combinatie
niet te vinden zijn, dan ztl het dwaasheid zijn