L IERSEKSCHE EU THOOLSCHE COURANT So. 1861 Zaterdag 4 December 1920. Zes en dertigste jaargang Firma J. Ml. C. POT - Tholen. n Uit onze omgeving. NEI nde T, Ontslagaanvrage Burgemeester Wagtho. ïakt 25 Oit blad verschijnt eiken Zaterdag. Prij» per kwartaal f 0,75 met Geïllustreerd Zondagsblad fl,325, franco per post f 1,40. Yoor het buitenland f 1.10, zoDder Geïll. Zondagsblad. UITGAVE Telef. Interc. no. 16. Adverteutiënvan 1 tot 4 regels 60 cents; iedere regel meer 15 ceDts. Grootte der letters naar plaatsruimte. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering. PUBLICATIËN. Openbaar Lager Onderwijs. Burgemeester en Wethouders der gemeente Tholen naken bekend, dat tegen 3 Januari a.s. gelegenheid lestaat tot plaatsing op de openbare lagere school die gemeente van kinderen, die vóór of op 1 klaart 1921 den leoftgd Tan 6 jaar tullen hebben lereikt. Ouders, voogden of verzorgers, die hunne kioderen if pupillen op de openbare lagere schooi wenschen eplaatst te zien, worden in de gelegenheid gesteld [aarvan op Woensdag 15 December a.s. aangifte te loen bg het hoofd der school des namiddags tus- ichen 5 en 7 ure. Tholen, den 3 December 1920. 14 Inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. •465 Burgemeester en Wethouders van Tholen brengen Ier openbare kennis, dat ter gemeentesecretarie ter Inzage ligt een verzoek met bijlagen van J. Vriens vergunning tot oprichting van eene inrichting voor machinale houtbewerking in het perceel aan den Bebouwdendam, no. 43, kadastraal bekend in Sectie F, no. 1469. Op Zaterdag 18 December a.s., des voormiddags 11 uur, zal op het Stadhuis gelegenheid bestaan om bezwaren tegen de inwilliging van dit verzoek in te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te lichten. Zoowel de verzoeker, als zg, die bezwaren bebbet^ kannen gedurende dri* dagen, vóór het bovenge- lelde tijdstip, ter secretarie der gemeente kennis nemen van de ter zake ingekomen schrifturen. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat volgens de bestaande jurisprudentie niet tot beroep gerechtigd zijn zg, die niet overeen komstig art. 7 der Hinderwet op den bovenbepaalden dag voor het gemeentebestuur tijn verschenen einde gun bezwaren mondeling toe te lichten. Tholen, 4 December 1920. De Voorzitter, H. GOOSSEN. De Secretaris, 11 H. J. LABAN. ten 26 XVII. Op het jaar 1495 was een arbeider, uitgaande om zijn daggeld, met zijn spade werkende buiten de poorten van Zierikzee, machtig te winnen, en te verteren op zijn daggeld, een achtten deel koren, een kanue wijns, een stoop bier, een pond boter, een pond kaas, een versche zoode visch, en hield nog geld over. Hij kocht Een achtendeel tarwe voor 4 groot. Een kanne wijn „1 Een stoop bier #1 u eD 6 myten. Een pond boter 1 u Een pond kaas 18 Een versche zoode visch a 1 u 18 g En hield over 1 y 12 y Zoodat hij won 11 grooten en het daggeld was dikwijls 12 tot 14 grooten. In het jaar 1574 was znlk een arbeider niet in staat dat alles van zijn daggeld te betalen, maar kwam reeds 25 stuivers te kort. Want verdiende hij het hoogste dagloon, zijnde 20 stui vers, moest hij betalen voor: Een achtendeel tarwe 24 stuivers. Een kau wijn 6 Een kau bier 1 Een pond boter 8 g Een pond kaas 4 Een versche zoode visch 2 Boxhorn zegt dit mede te deelen, om den lezers gelegenheid te geven tot vergelijken van de prijzen in onderscheidene tijden, leze In 1501 was het ook niet duur. Toen kocht vertft men in Zeeland een half achtendeel tarwe, een n plo iteeke 2610? 15 M, f. 2 TVL vette gans, een pond boter een stoop pictau een zekere soort Fransche wijn te zamen voor zes stuivers. Niemand had zulk een tijd van overvloed van allerlei leeftocht gekend. De Fransche Pictau wijn was te Zierikzee de stapelplaats van Frausche wijnen in die dagen zoo overvloedig, dat men in de herbergen voor hetzelfde geld wijn of bier naar verkiezing kon drinkeD. Het koren was achttien jaren later weer zeer goedkoop, want toeu kocht men de rogge in Zeeland voor 9 stuivers, en de tarwe voor den goedkoopen tijd, en zal ongeveer er mede gelijk staan, dat wij van f 8.en f 40.spre ken. Beide, zelfs wel goedkooper en ook duurder, hebben wij beleefd. En voor afgestapt wordt van dure en goed- koope tijden, wordt er nog aan toegevoegd, dat in het voorjaar van 1528 de westenwind bijua geheel niet woei. Dit veroorzaakte het langdurig uitblijven der schepen, die in Spanje zuidvrochten haalden, zoodal rozijnen, vijgen, olie enz. zeer duur wer den. Even voor Paschen dat jaar viel deze op 12 April diende de wind voor de han delsvloot, men kocht het frnit om niet, en de kooplieden leden veel schade. In verband daarmede wordt nog vermeld, dat toen Keizer Karei V in Juli 1540 te Zierikzee wa9, men hem aan den maaltijd meloenen en vijgen aanbood, van een aanzienlijke grootte, vol sap, zeer smakelijk, volkomen rijp, en i n Zeeland gewassen. De Keizer betuigde er zijn bewondering over en verklaarde geen beter eD smakelijker in Spanje zelf geproefd te hebben. En dit herinnert aan eeDe andere anec- dote. Op een maaltijd, bij de vredesonderhande lingen te Utrecht nam graaf d'Acunha, minister van Portugal, op het dessert een oranjeappel van den schotel en zeide „zulke heerijke vruch ten worden op mijn landgoederen tweemalen rijp in één jaar", waarop een afgevaardigde nit Hol land, de Burgemeester vaD Gouda, zekere Van der Dusseii, een stuk Stolksche kaas opnam en antwoordde //Eo zulke heerlijke vruchten op mijn landgoederen tweemalen op één dag". Andere bijzonderhedeu worden dan verder ver meld over zachte en strenge winters. In het jaar 1507 was de winter zoo zacht, dat alle vruchtboomen in April bloeiden. (De laatst ver- loopeu winter was ook zachtmen weet natuurlijk nog algemeen hoe vroeg de ontwikkeling aan kruid en gewas zich toen liet zien). Van dat jaar 1507 wordt dan gezegd, dat in begin April de wijn gaarden jonge loten hadden, de vogels eieren legden en jongen broedden. Een groot verschil met 1544 toen het in deD nawinter, in Louw- maaud, zoo sterk vroor, dat men de zee in vijf maanden nauwelijks kon gebruiken. Men liep te voet over verschillende veeren, hier en daar zelfs met muziek, om de zeldzaamheid der zaak. Voor de toen pas gegraven Middeibnrgscbe haven lageD verschillende schepen vastgevroren o. a. twee uit Portugal, geladen met vijgen, welke over het ijs werden gelost en met wagens stad waarts gebracht. In 1460 begon het te vriezen den 11 Februari; den 10 Maart begon het te dooien, hetwelk geschiedde zonder sneeuw, hagel of storm. Streng was de winter van 1465 op 1466, toen de vorst op Kerstdag begon. Weldra voerde men het bier uit Holland met sleden over het ijs naar Reimerswale. Tien weken duurde de vorst vaD 1480 vele meuschen ledeD gebrek, vooral aan brandstof. Nog langer duurde de vorst, die den 8 November van het jaar 1511 begon en 14 weken aanhield. Een maand lang kon men van Arnemuiden gaan naar Borssele de Kraaierspolders waren toen nog niet be dijkt en het Sloe dus veel breedermen reed met wagens vol geladeu met goederen van Ant werpen naar Goes, en kwam insgelijks met paar den en wagens over het ijs uit Holland naar Zeelaud. Zes jaren later, in 1517, zag het er ook al niet vriendelijker uit met de vorst. Toen begon het acht dagen later en wel op 15 No vember en hield aan tot drie weken na Paulus- dagK d. i. 5 Februari, dus bijna drie maanden. Deze vorst schijnt zich meer gekenmerkt te hebben door langdurigheid dan door gestreng heid, want het gaan te voet over de veeren in Zeeland duurde slechts kort. Reigersberg, die het verhaalt, voegt er in ziju eenvoudigheid, „uit waarachtige schriften in Noordbeveland" bij, dat men in geen vijftig jaren over deze veeren geloopen had en pas had hij deze mede- deeliog over 1511 vermeld, zoodat het werkelijk met die waarachtigheid vau de Noordbeveland- sche geschriften niet al te best heeft uitgezien. Een der beruchtste winters was die van 1740 toen het op 4 Jannari begon en tot 10 Maart aanhield. De Noordzee was tot op een halve mijl van het strand dichtgevroren. (Wordt vervolgd.) verrichten, in de vaste overtuiging dat het trak tement wel zéé zou stijgen, dat de kosten daar van nit de verhooging zouden bestreden kunnen worden. WL stuiver het veertel (oogeveer 40 kop?). l|j| Bij deze berichten moet men evenwel in het oog hoaden, dat het geld destijds veel meer SUU waarde had dan tegenwoordig. Althans uit het jaar 1522 wordt gemeld van tarwe, zoo duur, dat de gemeene man gersten- en erwtenbrood moest eten, en die duurte bestond daarin dat zij f 3 den zak kostte. Dit verschil van hoogsten en laagsten prijs is alzoo het vijfvoudige van ONDERWIJS. De verwerping der moties inzake de sala- rieering der onderwijzers in de Tweede Kamer is weinig bemoedigend voor dit grootte korps van ambtenaren. Treffende staaltjes worden mede gedeeld van ouderwijzers, die in salaris achter uitgaan. Ook zal het voor velen een bittere teleur stelling zijn, dat ze bij voorbaat inkoopen hebben gedaan of werkzaamheden aan eigeudommen laten THOLEN. In verband met zijn benoeming als rentmeester der Kroondomeinen Middelburg en Goes, heeft onze burgemeester deheerJ.W. Wagtho, met ingang van 7 dezer ontslag als burgemeester van Tholen bij H.M. de Koningin verzocht. Donderdagavond Dam Burgemeester Wagtho afscheid van de ambtenaren der Gemeente. Hiertoe waren dien avond ten gemeentehuize aanwezig de beide Wethouders eu de secretaris, de Gemeenteontvanger, het hoofd der U.L.O. school, de ambtenaren ter secretarie, de ge meente-bouwmeester, het administratief personeel der gasfabriek, de gasmeester, het politieper soneel, de havenmeester en de bode. Nadat allen geziten wareD, nam de burge meester, die zéér onder den iudruk van het afscheid verkeerde het woord zeggende Het $oet mij genoegen U allen hier te zien, een bewijs voor mij vau Uw Vriendschap, van Uw genegenheid mij geschonken in mijn kwa liteit als Burgemeester dezer gemeeute vanaf December 1914. Toen ik door H.M. de Koningin was benoemd tot Rentmeester in de Rentambten Goes en Middelburg in vereeniging met dat van Tholen, meeDde ik dat het mijn plicht was bij H.M. eervol ontslag te moeteu aanvragen als Burge meester van Tholeo. 8teeds worden aan het ambt van burgemeester door de Regeering hoogere eischen gesteld, de salariëering is zóódanig verbeterd, dat men met recht, .meer werkkracht en algeheele toewijding eischen mag. lk, zou daarin te kort geschoten zijn en dat wilde ik niet. Gemakkelijk hebben wij het in die zesjarige periode niet gehad, daarvan zijt gij allen over tuigd, mijne beste krachten heb ik in die jaren aan de gemeenschap gegeven, daarbij ge trouw gesteund door U alleD. Om U dhhrvoor hartelijk te danken heb ik U hier vereeüigd. Een hoofdelijk afscheid van ieder Uwer in het bijzonder, zal ik niet nemen, ieder voor zich voelt wel de mate van dauk die ik hem breDgen wil, die dank, strekt zich mede uit tot hen die hier niet aanwezig kunDen ziju. .Het ga U allen verder goed, blijf U aan de gemeenschap geven met denzelfden ijver, met dezelfde toewijdiug, in de hoop dat Uwe diensten zullen worden gewaardeerd in de beteekenis die wij aan het woord waardeering geven kunuen. Moge miju opvolger een vrieud vau U worden, mijn streveu was steeds U vriendschap te geven, ik ben daarin beloond geworden, want ook Uw vriendschap is mijn deel geworden. Laten wij trienden blijven en zóó van elkander afscheid nemen. De heer Goossen sprak daarna den burgF- meester alsvolgt toe: Mijnheer de Voorzitter. Edelachtbare Heer Burgemeester Wagtho 1 Naar aanleiding van Uw gesproken afscheids woord, wenschte ik wel de gave van welsprekend heid te bezitten, om UEd.achtb, in een oogenblik zooals wij hier te zamen zijn, als het dagelijks bestunr, en eenige der gemeenteambtenaren, een woord uit het hart, tot het hart te doen toe komen waar ik echter behoor tot de eeuvoudige onder de meDschen zal ook miju spreken zijn in eenvoudigen vorm. Toch heb ik behoefte om mijn hart te ont lasten, als ik spreek, ook namens mijn mede Wethouder deu heer Wagemaker, en ook wel de tolk zal zijn van de hier aanwezige gemeente ambtenaren, hoe een gevoel vau aandoening, en droelheid ons vervult nu we weten Burge meester Wagtho gaat van ous heen. Hoe zwaar viel ons die boodschap dit te ver- nemeD, zóó ongedacht, zóó onverwachts. Van onze zijde van het dagelijks Bestuur, was zoo in ééns alles afgesneden, wij konden U niet meer bewegen, om U van dat voornemen af te brengeD, daar U niet enkel Uw voornemen aan ons kenbaar maakte, doch reeds Uw voornemen in vervulling had gebracht, door Uw ontslag reeds ingezonden te hebben aan H. M. de Koningin. Die boodschap viel Uwe Wethouders als koud water op het naakte lijf. Hoe zulleu wij U missen, en hebben U reeds gemist als onzen Voorzitter in het dagelijks Bestuur, hoe zullen wij U missen als Voorziiter van den Raad, en hoe znlt gij gemist geworden als Burgemeester, als Burgervader. De jaren uwer regeeriug als Burgemeester vau Tholen, waren voor U geen jaren van op rozen gaan, veeleer was Uw weg bezaaid als met doornen, want bij de aanvaarding [van Uw ambt in 1914 was volop de wereldoorlog zijn vlammen uitslaande, met de vrees dat ook ons land door de oorlogsfakkel zou worden getroffen. Hoe werden ooze jongelingen, gevolgd door vele reeds als Vaders van geziimen opgeroepen om onze „landsgrenzen te gaan bewaken, en zoo mogelijk gereed te zijn tot verdediging Hoeveel zorg, eu ocrust heeft U dat niet gekost Hoe werden die zorgen vermenigvuldigd, toen er o zoo velen hun inkomsten zagen ver minderd, door dat de regearing alle die krachten onder de wapenen riep Hoe werd U toen be stormd, om hen toch gedenken in hun kommer vol bestaan, die moeders en hunne gezinnen En hoe zijt U hon niet te hulp gekomen in die regeling der vergoeding Weest overtuigd daar is de burgerij U nog dankbaar voor. Dan de dagen der distributie, wat eeu zorg voor U is het geweest, was de burgerij niet dankbaar dat de regeliog in zulke handen stond? Dan de moeilijke jaren 1917/18 zal ik alles opsommeD, indien ik alles ging noemen wat het Burgemeestersambt voor U is geweest van het begin, tot op hedenavond. Doch bij alle die donkerheden die Uw weg hebben beschaduwd, zijn er toch ook nog van die kleine lichtjes geweest, die Uw weg mochten beschijnen eu dat is, U laat achter U liggen, een dankbare Burgerij, die gaarne erkent wat U voor de gemeente Tholen zijt geweest, eeu burgerij die het betreurt dat U heengaat die U gaarne had gehouden tot haar Burger vader, een burgerij die ook rekening houdt met het onmogelijke, daar die ook weet de onder scheiding door H. M. de Koningin U te beurt gevallen, te worden benoemd voor het beheer van haar kroonland in Walcheren, Zuid- en Noord-Beveland. Burgemeester Wagtho I Wat U tot stand bracht, eD hoopte tot stand te brengen, is veel bezoedeld gewordeD, als gevolg van den oorlog ik denk aan het bouwterrein dat U intertijd kocht. Ware de oorlog niet gekomen, wellicht stond dat terrein volgebouwd, het gasbedrijf, het gaat eveneens gebukt door de lasten des oorloge. Dat het veerbedrijf in eigen beheer der gemeeute kwam, gaf* U de grootst stoot aaö, overigens alle werkeo, en alle beheer der gemeente staat uog steeds onder den druk der gevolgen van deu oorlogwat overigens niet tot stand kou komen of kwijnende en niet reudeerend is, is niet aan U te wijten, dit is alles gevolg der tijdsomstandigheden. Eo wat zal de toekomst ons brengen We denken aan Waterleiding, Spoor, ovarbregging, hoe zullen we U ook daar iu missen als het hoofd onzer gemeente, wanneer die plannen in werkelijkheid zullen worden ge bracht, om alsdan het initiatief te nemen dat alle die aangelegenheden tot het voordeel der gemeente mogen leiden, voor dit alles, eD nog meer, hopen en wenschen wij, dat U nog lang inwoner van Tholen zult mogen zijn, en ik ben overtuigd, dat wij ook nooit te vergeefsch om voorlichting zullen aankloppen. En nu tenslotte bij Uw heengaan, wat zullen wij U toewenschen, als Uw ambt in andere handen zal overgaan, zullen wij U toewenschen, dat U nog lang van Uw rust zal mogeo ge nieten Neen, 9toere werker die Ge zijt, rust gaat U niet in, Uw ambt legt U als Burge meester neer, oui ten volle U te kunnen wijden aan de belangen der werkzaamheden die U H.M. de Koningin heeft opgedragen. Wij allen hier, de Raad van Tholen, de burgerij van Tholen, wenschen U toe, de kracht, dc opgewektheid, volle energie, wijsheid en beleid, gezondheid en voorspoed, en bovenal deu zegen dus Heereu zij over U, en de Uwen, en over Uwen arbeid, en wij bevelen ons allen, Wet houders, Secretaris, Gemeenteambtenaren en burgerij in Uwe welwillende ^vriendschap aan. De heer Wagemaker zegt dat hij aan het gesprokene van wethouder Goossen weiuig meer toevoegen kan, persoonlijk uit hij den wensch dat het den vertrekkendeu in zijn nieuwen werk kring goed moge gaan, en hij voor zijn onder geschikten in ziju nieuwen werkkring steeds moge ziju wat hij voor de ambteuaren der ge meente Tholen is geweest. De heer Laban, namens de Ambtenaren sprekend zei le: Burgemeester Wagtho l Het is de Ambtenaren der gemeente eene be hoefte zich aan te sluiten bij de woorden door

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1920 | | pagina 1