lERSEKSCHE EK THOOLSCHE COURANT No. 1809 Zaterdag 22 November 1919. Vijf en dertigste jaargang Firma J. NI. C. POT - Tholen. Publicatiën. - Was 't den heer Marchant een ergenis BINNENLAND. 0 N D E R W IJ S. Dit blad verschijnt eiken Zaterdag. Prijs per kwartaal f 0,65 met Geïllustreerd Zondagsblad f 1,15, franco per post f 1,225. Voor het buitenland 90 cents, zonder Geïll. Zondagsblad. UITGAVE Telef. Intero. no. 16. Adverteutiënvan 1 tot 4> regels 60 centsiedere regel meer 15 cents. Grootte der letters naar plaatsruimte. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering. 4(1 Vin 1723 Nor. 1919 kannen gebruikt worden bon no. 6 en 7 en van 2430 Nov. bon no. 8 van de snikerkaart voor l/2 pond suiker. Bij Cense en Marico is zonder bon macaroni te verkrijgen a f 0,14 per ons. By Cense en M. Laban is kindermeel te verkrijgen. Geldigheidsduor van conponnen der BROODKAAR- TEN voor het 117e tydvak van 219 November. De broodkaarten voor wittebrood, waarop geen W en geen nnmmer voorkomen zyn toor bet 117e tijdvak paars gekleurd. Tholen, den 21 Nor. 1919. 1B De Burgemeester, J. W. WAGTHO. PROVtNCIALE STATEN. Door Ged. Stateo wordt medegedeeld, dat zij, daar de onderhandelingen met de gemeentebe sturen nog niet zijn afgeloopen, nog geen defi nitieve voorstellen ovei de Drinkwatervoorziening van Walcheren kunnen doen. Voorgesteld wordt tot de zomervergadering aan te bonden de verzoeken vau de stoomtram maatschappij Breskens—Maldeghem om verboo- gitig van dat renteloos voorschot voor de elec- Atriscbe tramlijn Belgische grensCadzand Breskens; dat tot vrijverklaring van den cala- mitenzen polder Borselendat tot geven van een jaarlijksche subsidie aan de Provinciale Zeenwsche vereeuiging »Het Groene Kruis", en het voorstel inzake wijziging van bet reglement op het beheer der uitwatering der sluis aan de Wielingen. In verband met de inwerkingtreding binnen kort van de Nijverheidsouderwijswet stellen Ged. Staten voor de subsidie aan scholen verleend met dienzelfden datum in te trekken. Voor de kosten van verplegïhg van armlastige krankzinnigen stellen Ged. Staten een nieuwe regeling voor, namelijk dat de Provincie de helft betaald en de gemeenten of instellingen van weldadigheid de andere helft znllen betalen, terwijl de rijkabijdrage ten voordeele der pro vincie komt. Ged. Staten blijven by hun voorstel om af wijzend le beschikken op het verzoek van den Nederl. Federatieven Bond van personeel ie openbaren dienst om invoerieg van betere arbeidsvoorwaarden. Op de verzoeken om voor eükele scholeo het subsidie over 1920 te verhoogen, stellen Ged. Staten voor afwijzend te beschikken evenals Dp dat van de .Breskenscbe Visscberijscbooi" om subsidie. Voor de Provinciale vereeniging tot bestrijding der tuberculose stellen Ged. Staten voor 1920 een snbsidie van f 2000,voor, terwijl zij de aanvraag van een enkele plaatselijke vereeniging met hetzelfde doel van de band willen wijzen. Niettegenstaande de commissie voor de ver betering vau het varkensras in Zeeland slechts f350,— rijkssubsidie aanvroeg, in plaats vao f 400,— stellen Ged. Staten voor toch het provinciaal subsidie van f 200,uit te keeren. Evenals voor 1919 wordt voor 1920 een douitetoeslag voorgesteld op de verpleeg- en kleedkosten van armlastige krankzinnigen in Vrederust' en voor 1919 en 1920 ook voor die welke verpleegd worden in het Sint-Servatios gesticht te Venrajr. Voor de ambtenaren wordt een premievrij eigen pensioen voorgesteld met terugbetaling vau de sedert 1 Januari 1918 gestorte premies, doch voor weduwen- en weezenpensioen willen Ged. Staten een premie van 5 behoudenterwijl zij de reeds toegekende pensioenen willen ver hoogen met 2 voor de eerste f 800, 15 voor de tweede 1800 en 10 voor de derde f 800, alles voor gehuwden, en voor ongebuwden 20 voor de eerste f 500 en 15 voor de tweede f 600. Voor alle ambtenaren wordt over 1919 een donrteloeslag van f 250 voor gehuwden en f 150 voor ongehowden voorgesteld na aftrek van de reeds uitgekeerde f 100 en f 50, Bovendien wordt een geheele nieuwe belang rijke verhoogde regeling van de jaarwedden voor alle ambtenaren en beambten voorgesteld, zulks na overleg met deze personen. Ged. Staten stellen een nadere regeling voor van de opcenten op de Rijksbelastingen, die in de zomervergadering werden vastgesteld op 48 voor de groudbelasliog op de ongebouwde en 40 voor die op de gebouwde eigendommen, 33 op de persooecle, en 14 op inkomsten- en vermogensbelasting. Zij stellen nn voor te heffen 50 opcenten op de grond en de personeele belasting en 20 op de inkomstenbelasting. Ten motiveering van dit voorstel geven Ged. Staten een overzicht van den financieelen toestand der provincie, waaruit blijkt dat de gewone uitgaven die in 1914 nog slechts f 548.912 bedroegen voor 1920 zijn geraamd op t 1.138.057 en dat zij sedert de voorlaatste belasting-ver hooging in 1915 verhoogd zijn met f 536.300. Van de verhooging der opcenten vastgesteld in de najaarsvergadering 1918 werd f227.890 ver wacht, doch dit blijkt te znllen zijn f 282,840. er blijft dan toch nog f 254.000 ongedekt. Daarbij komt noodzakelijk 7erhooging van de uitkeering aan de calamiteuze polders in Zeeland van f 80.000 en bij aanoemen van verschillende voorstellen en nog andere bedragen, te samen bet reeds genoemde cijfer een te kort voimeude van f 445.000. Dit bedrag kan bij aannemen van de voorstellen oth geen subsidies meer aan onderwijsinrichtingen te geven en eene wijziging te brengen in bijdrage der Provincie ie de kosten der verpleging van armlastige krankzinningen, worden verminderd tot f 358.500. Na er opgewezen te hebben dat door nog te verstrekken rentelooze voorschotten enz., de jaarlijksche uitgaven door renten en aflossing zullen stijgen met f 249.280 bepalen Ged. Staten zich voorloopig tot 1920 en stellen voor de opcenten van dat jaar tot het bij de wet toe gestaan maximum, (zie hierboven) op te voeren wat f 171.380 zal opbrengen. De op de begrootiug uitgetrokken leening als sluitpost zal moeten blijven gehandhaafd, maar Ged. Staten achtten het niet verantwoord om voor een volgend dienst jaar in deze richting voort te gaan. Voor deu autodienst GocsWolpbaartsdijksche veer wordt een subsidie voorgesteld van f 1000 voor 1919 en van f 1500 voor 1920 en voor den -"Wagendienst Wemeldingestation Vlake een van f500 voor 1920. Openbare vergadering van den raad der gemeente Poorfvliel, op Dinsdag 16 November 1919, des voormiddags te I0V2 uur. Tegenwoordig alle leden. De voorzitter opent de vergadering. De notulen van de vorige vergadering wordeu na voorlezing onveranderd goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat ingekomen zijn de navolgende stukken. 1. een kennisgeving van den heer-W. A. van de Velde dat hij zijn benoeming tot lid der commissie tot wering vao schoolverzuim aan neemt 2. een brief van dea heer J. v. d. Repe, waarin bij den raad zijn dank betuigt voor het verleenen van een bijslag op zijn pensioen als ontslagen nachtwaker en straatreiniger 8. een missive van hh. Ged. Stateu van Zeeland, waarin zij mededeelen, dat de verorde ning regelende de uitbetaling der onderwijzers- jaarwedden door ben is goedgekeurd. Deze stukkeu worden voor notificatie aange- uomen. Als eerste pont der agenda wordeu be sluiten genomen tot het aaokoopen van een stuk grond voor bet uitbreiden der algemeene be graafplaats en tot het aangaan van een geld- leeniDg groot f 1600 met bet weezen-armbestuur alhier, ter bestrijding vau de kosten dier uit breiding. Daarna wordt in verband met bet vaststellen van een nieuw leerplan voor bet herhalings- onderwijs een besluit genomen tot wijziging van enkele artikels der verordening tot regeling van dat onderwijs aan de o. 1. school. Vervolgens gaat de vergadering over tot een geheime zitting voor bet behandelen van een reclame van M. Bijl tegen zijn aanslag in den boofdelijken omslag en voor bet o het suppletoir-kohier dier belasting, De vergadering weer openbaar geworden zijnde deelt de voorzitter mede dat het plan tot het bouwen van woningen zooals dit met een teeke- ning is aangeduid met eenige kleine veranderingen door de bevoegde autoriteiten zal worden goed gekeurd. Daarop wordt er beraadslaagd over het aan- koopen vao een perceel grond, waarna de ver gadering wordt gesloten. DE TWEEDE KAMER vergaderde Donderdag der vorige week overdag en 's avonds. De heer Marchant deed een feilen ver bitterden aanval op den heer Troelstra. Het verbaasde hem, dat de heer Troelstra zoo 'n houding had durven aannemen na den kolossalen bok verleden jaar 12 Nov. door hem geschoten. Hij kon dien durf niet verklaren dan uit geheugenzwakte de heer Troelstra moest alles vergeten hebben wat hij op dien datum heeft ge zegd. Niets daarvan noch in Oostenrijk, noch in Hongarije, noch in Duitschland is uitgekomen, in Hongdrije hunkert men naar de moparchie, in Weenen'zijn de soc.-dem. op 't punt de regeering uit de handen te geven, in Duitschland regeert Ebert enkel bij de gratie der burgerlijke partijen. Ten opzichte van 't vraagstuk der socialisatie verweet spr. den heer Troelstra oneerlijkheid, want zei hij, tegen over de arbeiders doet deze 't voorkomen alsof de socialisatie der bedrijven al 't geld zal brengen, dat noodig is voor de sociale wetgeving en inj de Kamer beweert de heer Troelstra dat de studie van 't vraagstuk nog moet beginnen. Ook de ministers van flnantiën, van oorlog en van marine kregen van den heer Marchant strenge critiek. Als de beide laatsten niet veel aan hun begrooting ver anderen zou de heer Marchant niet vóór kunnen stemmen. De rechtsche heeren Rutgers, Scheurer en Kolkman prezen de regeering, de heer Rutgers evenwel met uitzondering van den minister de Visser orndat deze de drama tische kunst wil steunen en 's Zondags extra speeltreinen laat rijden, en de heer Kolkman maakte in zijn lof een uitzon dering voor den minister van oorlog, omdat diens begrooting 14 mill. hooger is dan voor 't loopende jaar. In de avondzitting van Donderdag werden de algemeene beschouwingen over de staatsbegrooting onderbroken door de behandeling en aanneming van een wets voorstel tot uitbreiding van Eindhoven. Vrijdag zette de heer Schokking (c. h.) zijn zienswijze uiteen ten opzichte van de oorlogsbegrooting. 't Was voor hem niet de hoofdvraag of die begrooting zooveel hooger dan die van dit jaar mag zijn, maar of we een leger noodig hebben en zoo ja, of dan die 14 mill. goed besteed zullen worden. Welnu, z. i. is een leger voor ons nog onmisbaar en moet dit sterk zijn, dus zou spr. voor de begrooting stemmen. De lieer Kolkman bracht wat variatie in den ernst van 't werk der Kamer door een verhaal betreffende den heer Wijnkoop. Spr. verweet dezen dat hij op den loop ging toen het bij relletjes te Amsterdam tot klappen uitdeelen kwam. De heer Wijn koop was van angst bijna flauw gevallen en moest door een glas water bijgebracht worden. Spr. had dit in »Het Volk" gelezen. De heer Wijnkoop ontkende 't verhaal ten stelligste; de heer Kleerekoper (s. d.) bevestigde het, en de heer Kolkman maakte zich van de zaak op deze wijze afals 't dan niet waar is, dan moest de heer Wijn koop dankbaar zijn, dat hij de gelegenheid gekregen heeft om het tegen te spreken. De Kamer had door dit incident de ge legenheid zich enkele minuten kostelijk te amuseeren. De heer dr. van der Waerden (s d.) gaf zijn meening ten beste, wat men door soci alisatie te verstaan heeft en behandelde hiermee dus een vraag van den dag. Soci alisatie, zei hij is een zoodanige productie vorm, waarbij de verspilling van arbeid zoo gering mogelijk zij, waarbij detusschen- handel verdwijnt en de prijzen precies zijn wat het bedrijf kost; korter gezegd; doel matige productie met uitschakeling van alle inproductieve tusschenvormen. De over- heidsexploitatie, voegde spr. er bij, is reeds belangrijke vooruitgang, vergeleken hij 'l particulier bedrijf, maar zij is niet alles. Concentratie van fabrieken is het redmid del en 't begin van socialisatie meende spreker. Geleidelijk verdwijnen van't kapi talisme ligt in '1 verschiet, daar gaat het onvoorwaardelijk heen. Maandag sprak de heer Wijnkoop een rede uit, hoofdzakelijk ter verdediging van de motie-van Ravesteijn, tot confiscatie van 't particulier grondbezit, en die voorts een lange rij van verwijten inhield tegen verschillende personen en partijen. Doch daar laat de Kamer zich niet door uit haar humeur brengen. Als de heer Wijnkoop maar 't woord vraagt, begint de pret al. Zoo ook thans. Hier volgen enkele aanhalingen uit de bedoelde rede.» Het begin van 't voorloopig verslag over de staatsbegrooting is onwaar want er staat dat het buitenlandsch beleid alge meen werd toegejuicht, en de communisten stemden er niet mee in. Spr. protesteert tegen de pogingen der mogendheden om de arbeiders in Rusland neer te slaan en daar werken, o schande! desoc.-democraten aan mee. Met bet defensiebeleid kan spr. zich absoluut niet vereenigen. Alsdesoc.- deinocraten iets meenen van de socialisatie zullen zij moeten beginnen met hetgeen in de molie van Ravesteijn wordt voorge steld maar dat doen de soc.-democraten niet. Marchant, Troelstra en Schouten zijn de toekoms'ige leiders van den bourgeoise- staat, maar eigenaardig genoeg hier in de Kamer, trachten ze elkaar te verwonden. Troelstra wil de socialisatie wegstudeeren ten nadeele van de arbeiders. Hij heeft om zijn kijken naar twee kanten, om zijn Janus-politiek hier al zoo vaak op zijn kop gehad. Enz. dat de heer Troelstra sedert Nov. 1918 zoo zijn draai genomen heeft, de heer Treub dacht daar heel anders over, het verheugde hem, over één zondaar die zich bekeert zei spr. is immers meer vreugde, aan.... enz. Verder bestreed hij de be schouwing over socialisatie van den heer v. d. Waerden en zette hij zijn meening uiteen over den financieelen toestand, dien hij wel ernstig maar niet verontrustend noemde. De heer Dresselhuijs eischte inkrimping van de oorlogsbegrooting anders zou zijn partij tegenstemmen. De heer Schaper rakelde het geval Wijnkoop met het glas water nog eens op wat opnieuw tot ruzie eu vroolijkheid aan leiding gaf. De heer Kruijt verbeeldde zich dat de heer Marchaut de vergadering veriaten had omdat hij wist dat spr. hem bestrijden zou »En zelf treitert hij altijd anderen" voegde hij er bij. Dat vond instemming bij den heer Schaper, omdat, naar zijn bewering de vr.-democraten vergaan van haat tegen de soc.-democraten, sen die (de vrijz. demo craten) zijn dan hier teruggekeerd met drie man en een paardekop" (zinspeling op het groote stemmenverlies dier partij hij de verkiezing van verleden jaar.) Woensdag kreeg eindelijk de minister president 't woord nadat 25 Kamerleden hun wijsheid in 's lands belang aan 't oordeel van 't volk hadden aangeboden. Z.E. begon met te zeggen, dat het kabinet zich door de ontvangen hulde niet van de wijs zou laten brengen. Omtrent de Bel gische kwestie kon hij geen nieuwe mede- deelingen doen. Men heeft gevraagd om de nieuwe traktaten aan de Kamer over te leggen aleer zij gesloten worden, maar spr. betwijfelt of dit constitutionneel te verantwoorden is en het zou de zaak ver tragen. Een militair verbond met België zal niet gemaakt worden. Voor de hand having der binnenlandsche orde en rust heeft de regeering de burgerwachten en den vrijwilligen landstorm noodig. Tegen de revolutie zal zij met kracht optreden. Om de meest noodige levensbehoeften onder ieders bereik te brengen vraagt zij aller steun, speciaal die van de georgani seerde arbeiders. De moties van Dresselhuis, Troelstra en van Ravesteijn hebben niet de instemming van de regeering. Wat het militair beleid betreft huldigt zij nog de denkbeelden van den heer Alting von Geusau. De. persoonlijke en finantiëele lasten kunnen niet verminderd worden. De eerste oefentijd zal verminderd worden waardoor 4 millioen wordt uitgespaard. De minister van marine heeft zijn begroo ting met 3l/2 mill. verlaagd. Voorts kan nog ruim 7 mill. worden bezuinigd. Ook de minister van finantiër. ontwik kelde zijn voorgenomen beleid. Het gaat niet aan, zei Z.E., om alle aanvragen voor onderwijs toe te staan. De gemeenten moeten naar zuinigheid streven. De heer Troelstra heeft vermoed, dat de minister een paraplu bij zich zou hebben om die op te steken voor de regenbuien der critiek. Dit is onjuist. De minister had een parasol bij zich om zich te beschutten tegen het verblindend licht, dat de heer Troelstra over de begrooting zou doen schijnen. Dat licht is niet gekomen. Voor woningbouw wordt veel gedaan het volgend jaar zullen de uitgaven daarvoor wel tot 100 mill. stijgen. Spr. zal zooveel mogelijk bezuinigen. Hij zal eens nagaan of dit ook geschieden kan op de bureaukosten aan de departe menten en in de Kamer. De inkomsten belasting kan niet verhoogd worden. Aan 't belasten van bezit van weelde is nooit gedacht, wel aan belasting op den aan koop van weelde-artikelen. Z.Ex. zal de de tabaksbelasting van zijn voorganger overnemen wat het systeem betreft, maar de zijne zal meer moeten opbrengen. Op voorstel van den voorzitter werd besloten dat het algemeen debat Vrijdag moet afloopen. Bij Kon. Besluit d.d. 18 Nov. is benoemd tot dijkgraaf van het Waterschap St-Maartensdijk de heer W. M. Kloet. Oud-Vossemeer. Hot herhalingsonderwijs aan de O. L^school is aacgevangeu met 23 manne lijke en 14 vrouwelijke leerlingen.

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1919 | | pagina 1