IERSEKSCHE THOOLSCHE COURANT ïo. 1805 Zaterdag 25 October 1919. Vijf en dertigste jaargang Publicatiën. Firma J. M. C. POT - Tholen. ARBEIDERSVERZORGING. Vragen en antwoorden over de Invaliditeitsverzekering. BELANGRIJK VOOR WERKGEVER EN WERKNEMER!!! Dit blad verschijnt eiken Zaterdag. Prijs per kwartaal f 0,65 met Geïllnatreerd Zondagsblad f 1,15, franco per post f1,22®. Voor het buitenland 90 cents, zonder Geïll. Zondagsblad. UITGAVE Telef. Interc. no. 16. Adverteiitiëavan 1 tot 4 regels 60 cents j iedere regel meer 16 cents. Grootte der letters naar plaatsruimte. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering. ;OHIER VAN DEN HOOFDELIJKEN OMSLAG. Bargemeester en Weihouders der gemeente Tholen, aken bekend, dat een afcchrift van het primitief ohier van den hoofdelyken omslag voor het dienat- aar 1919, gedurende vyf maasden, ter gemeenie- ecretarie voor een ieder ter lezing ligt. Tholen, 16 October 1919. 8 Burgemeester en Wethouders van Tholen zullen ip Zaterdag 8 November 1919, 11 uur voorm., op iet Stadhuis in het openbaar verpachten het graa- ;ewas van het noordelyk deel van het Hoornwerk p] oor 7 jaar, ingaande 1 Januari 1920. Voorwaarden 1—121/2 uur. Tholen, 24 October 1919. tyo ter secretarie ter inzage van De Burgemeester J. W. WAGTHO. De Secretaris H. J. LABAN. De Bnrgemeeater van Tholen maakt bekend dat ie soiberaanvoer in verschillende gemeenten nog liet geregeld heeft plaats gohad. Daarom is bepaald, lat van Maandag 20 tot en met Zondag 26 October geldig zollen zijn de bonnen 1, 2 en 3 van iet eerste tijdvak der Rijkssuikerkaart. Tholen, 22 October 1919. De Burgemeester, J. W. WAGTHO. Vraag 1. Wie moet door een los werkman opge- even worden als werkgever Moet in dit geval meer dan één werk- ever de verklaring onderteekenen Antwoord 1. Slechts één werkgever moet teekenen al. de werkgever, in wiens dienst de werk man is op het oogenblik der aanmelding. Vraag 2. Mag een boekhouder, een hedrijfsboer of opzichter de werkgeversverklaring op last van zijn patroon teekenen? Antwoord 2. Ja, mits zulks uit de onderteekening Jblijkt. Vraag 3. Moeten militairen een formulier invullen? n Antwoord 3. Neen, want militairen zijn niet in loon dienst en dus geen arbeider in den zin der invaliditeitswet. Vraag 4. Moet iemand, die werkt voor de helft van de opbrengst van het te bearbeiden land of een visscher, die op deel vaart zich aanmelden? Antwoord 4. Ja, mits hij bij de invulling deze arbeids voorwaarde duidelijk vermeldt. De Raad van Arbeid zal dan oordeelen over den verzekeringsplicht. Vraag 5. Ik verdien thans f2.50 per dag, doch in den winter slechts f 1.75, kan het nu geen kwaad, dat in de werkgeversverkla ring f2.50 staat ingevuld. Antwoord 5. Neen, want met dit bedrag wordt voor hen, die geen vast loon in geld, onafhan kelijk van den duur van den werktijd, genieten, niet gerekend bij de indeeling in loonklassen. Premiebetaling geschiedt meestal weke lijks en zal in hoofdzaak verband houden met het beroep, leeftijd en geslacht van den verzekerde en slechts in enkele ge vallen zal deze gegrond zijn op de werke lijke verdienste. Indeeling volgens de werkelijke verdienste komt voor als iemands loon uitsluitend bestaat uit een overeengekomen vast loon in geld. Vraag 6. Een gemeentewerkman in vasten dienst, verricht in zijn vrijen tijd andere bezig heden, moet hij daarom nog een formulier invullen? Antwoord 6. Neen. Vraag 7. Een gemeentehode, klokluider, armver- zorger, ambtenaar ter secretarie, enz. allen in vasten dienst der gemeente hebben krachtens de pensioenwet voor gemeente ambtenaren recht op pensioen. Dit bedraagt in veie gevallen minder dan de invaliditeits- of ouderdomsrente. Ze zullen als ze niet onder de wet vallen een heel eind achter- vallen, bij gewone arbeiders. Hoe zit dat? Antwoord 7. Art. 35 der Invaliditeitswet geeft daarop het antwoord n.1.niet verzekeringsplichtig is de arbeider, wien door het Rijk pensioen is verzekerd. Vraag 8. Wie moet de premie betalen voor hen, die verschillende werkgevers in één week hebben zooals werkvrouwen enz. Antwoord 8. De werkgever, in wiens dienst de ar beider het eerst in een kalenderweek werkt. Vermoedelijk zal een werkvrouw, indien daarvoor 30 cent premie moet worden be taald en zij heeft b.v. drie werkhuizen in elke week, wel een manier weten om door ieder een dubbeltje te laten betalen. Dan zijn de lasten billijk verdeeld en niet zwaar te dragen. Vraag 9. Als ik van werk of levensberoep verander en geen premie meer betaal is dan het gestorte bedrag voor mij vervallen Antwoord 9. Indien iemand ophoudt arbeider te zijn, hetzij door het beginnen van een eigen bedrijf (boerenzoons e.d.) hetzij door huwelijk (winkeljuffrouwen, dienstboden, enz.) hetzij op andere wijze kan de ver zekering worden vervallen verklaard en wordt de waarde der voor hem of haar betaalde premiën berekend, en als vrije verzekering geboekt. Naar verkiezing kan men in deze vrije verzekering doorbetalen of niet, doch de waarde blijft bestaan bij invaliditeit of ouderdom. Men kan ook de verzekering laten be staan als verplichte verzekering en naar verkiezing al of niet premie betalen. Vraag '10. Ik heb gewetensbezwaar tegen de inva liditeitsverzekering. Is er nog een middel om daarvan vrij te blijven? Antwoord 10. Voor hen, die onder de bepalingen der wet vallen is er geen middel om daarvan vrij te blijven. Het verdient alle aanbe veling om de bedoeling der invaliditeitswet goed in te denken n.1. le. verzachting van de gevolgen der arbeidsongeschiktheid 2e. voorziening in den grootsten nood van weduwen en weezen van arbeiders 3e. zoo mogelijk voorkoming van arbeids ongeschiktheid door middel van doelmatige verpleging en geneeskundige behandeling. en het middel waardoor dit doel moet worden bereikt is niets anders dan een ■vernuftige methode van coöperatief sparen, waarbij bovendien de werkgever de spaar gelden betaalt. Vraag 11. Wij wilden zelf de zorg voor de verzekering onzer arbeiders tegen in validiteitswet en ouderdom op ons nemen. Is dit mogelijk? Antwoord 11. Art. 40 der Invaliditeitswet opent daartoe de mogelijkheid voor arbeiders werkzaam in een onderneming of inrichting. Bij Koninklijk Besluit is bepaald, op welke wijze dit kan plaats hebben. Aan melding moet evenwel geschieden. Men kan daarbij melding maken van dit voor nemen. Vraag 12. Vallen ambachtslieden, die hoofd van het bedrijf zijn en per uur werken onder deze wet? Antwoord 12. Neen, ze worden geacht zelfstandig te werken. Vraag 13. Valt een inwonende landbouwersdochter, die in het bedrijf werkzaam is, onder de bepalingen der wet Antwoord 13. Ja. Vraag 14. Valt een inwonende dochter, die alleen in de huishouding werkt, onder de wet Antwoord 14. Zonder meer gegevens is deze vraag niet te beantwoorden. Aanmelding is ver plicht en de Raad van Arbeid zal de noodige inlichtingen vragen en de beslissing nemen, overeenkomstig de wet. Vraag 15. Ik kan de premie voor mijn arbeiders moeilijk betalen, mag ik niet een gedeelte daarvan van hun loon afhouden f Antwoord 15. Neen, beslist niets. Dergelijke handelwijze is bij de wet streng verboden, onder be dreiging mei geldboete lot honderd gulden. Vraag 16. Moet een naaister, die bij de klanten aan huis naait een formulier invullen? Antwoord 16. Ja. Vraag 17. En als zij alleen bij zich zelve aan huis naait Voor verschillende personen Antwoord 17. Neen, omdat zij dan niet in dienstbe trekking staat. Vraag 18. Wordt een predikant voor deze wet be schouwd als Rijksambtenaar? Antwoord 18. Er zijn in Zeeland bij de Hervormde Kerk veel predikanten, wien door het Rijk pensioen is verzekerd. Deze zijn om die reden niet verzekeringsplichtig en ook niet vêrplicht om zich aan te melden. Alle andere predikanten moeten zich aanmelden tenzij door hen een yast loon van meer dan f2000,per jaar in geld wordt ge noten. Vragen en antwoorden over de Ouderdomswet. Vraag 19. Een wed. oud 76 jaar, trekt thans niet van de ouderdomsrente, omdat zij steeds 't huisgezin heeft waargenomen. Haar over leden man heeft ook nooit de rente ont vangen. Zij heeft thans maar een gering inkomen. Komt zij nu ook bij deze wet in aanmerking Vraag 20. •Een timmermansknecht 73 jaar oud, niet rentetrekker, volgens oude wet. Komt hij nu ook in aanmerking? Vraag 21. In mijn gemeente zijn enkele personen boven 70 jaar, (zoogenaamde uitgeslotenen) die geen ouderdomsrente konden krijgen Wordt daarvoor iets gedaan Antwoord 19, 20 en 21. Zeker, ieder 65-jarig Rijksingezetenen, die zelf of wiens echtgenoot niet is aan geslagen in de vermogensbelasting of in de Rijksinkomstenbelasting naar een in komen van meer dan f1200.en niet in het genot is van een rente ingevolge de Invaliditeitswet krijgt met 3 December a.s. recht op een gratis ouderdomsrente van f3.per week. Echtelieden krijgen samen f5.per week. Hoe en waar deze rente moet worden aangevraagd, zal later worden bekend ge maakt. Men lette dus goed op en wachtte rustig af. Na 3 Dec. a.s. is iedere werkgever, die niet de verschuldigde premie voor de arbeiders en arbeidsters, in zijn dienst betaalt strafbaar. Maar hij is ook gerechtigd om het loon in te houden tot de arbeider of arbeidster de rentekaart overlegt, want op deze rentekaart geschiedt door het plakken van een zegel, de betaling. Indien er dus nog arbeiders zijn, die geenaanmeldingsformulierjhebben ingevuld is het hoog tijd. De werkgevers zullen ook in hun eigen belang goed doen met hun arbeiders te waarschuwen. Eenmaal aanmelden is echter voldoende. VERGADERING van den Raad der gemeente SI-Maartensdijk gehouden 20 October 1919. Heden middag kwam de gemeenteraad ia vol tallige zitting bijeen, ter afdoening van wat klein goed en van de begrooting voor 1920. In de eerste plaats waren enkele reclames in gekomen op den aanslag in den hoofdelijken omslag, ter bespreking waarvan de openbare zitting een wijle werd geschorst. Na heropening werden gehandhaafd de aan slagen van J. J. Carol in de 9e klasse, J. M. Bazen in de 29e, Abr. Priem in de 28e, Anth. Priem in de 25e, D. van Gorsel in de 16e, terwijl werden teruggebracht de aanslagen van A. P. Geluk van de 44e naar de 41e, die van J. L. Geluk vau de 46e naar de 43e, die van J. E. B. Meloen van de 19e naar de 17e eö die van M. C. Quaak san de 3e naar de 2e klasse. Afgevoerd werd de abusieve aanslag van J. A. van Akkeren, waarmede bedoeld zal zijn J. van Akkeren, die thans op het suppletoir kohier kaD geplaatst worden. Verder werd ontktfüug van bunnen aanslag verleend wegens vertrek uit de gemeente aan P. Kodde voor 3 maanden en C. de Wilde Az. voor 5 maanden. II. Aan J. J. Muller bij voorbaat een stukje gemeentegrond op de Westvest ter breedte van 5 30 M., waardoor een rijbreedte van 3.80 M. overblijlt iü erfpacht afgestaan, welke grond diensvolgens aan den openbaren dieDst zal wordeo onttrokkenalleen de heer Groenewege was er tegen. III. Op bet verzoek van Joh. Nelisse en C. Knuist om het openbare voetpad in den Middel landpolder, verbindende het Lurenhoeksche wegje en de Durendijk op te heffen en van den ligger der wegen en voetpaden af te voeren, op grond van den veelruldigen overlast die zij daarvan ondervinden, stelden Bnrg. en Weth. voor, gunstig te beschikken. De heeren Vroegop en de Graaf voelden daarvoor evenwel niet veel, omdat „een werk man" die van dit pad gebruik maakt alsdan steeds 2 minuten om moet loopen, dat is per dag 4 maal 2 of 8 miouten, en per week, zij 't wat ruim genomen, bijna een uur tijdverlies. De veronderstelling van den heer Koopman dat de beide afgevaardigden toch wel zullen voelen voor de veiligheid van een andera eigen dom, kon niet dermate baten dat zij zich met het verzoek konden vereenigen, hetwelk in- tusschen werd aangenomen met 5 tegen 2 stemmen, die der heeren Vroegop en De Graaf. IV. De erfpacht van den groDd waarop de woning van Adr. Knuist is gebouwd, werd verlengd, vermoedelijk voor eenzelfde tijdperk a's waarvoor ze oorspronkelijk was uitgegeven. V. Bet verzoek van G. J. Luijk tot het huren van een bleek in de Vijfziuuen len gerieve vau de verschillende bewoners aldaar, leidde tot htt besluit om de verhuring bij inschrijving te doen plaats hebben. VI. De kosten tot demping en rioleering van de moddersloot aan de Boschstraat waartoe de bewoners een adres hadden ingedieud, zullen op de begrooting voor 1920 gebracht worden. VII. Van den minister van Arbeid is een missive ontvangen iozake de huor der gemeente woningen, waarin geene wijziging kan worden gebracht vóór 1 Mei 1920. Voor dien datum ziet de minister tegemoet de opgaven omtrent de verdiensten en de gezinnen der bewoners. VIII. Ingevolge de gebleken wenschelijkheid tot aaastelling van een gemeente-bouwmeester heeft de daarover gevoerde correspoodeotie met B. J. van Oost tot een voorstel zijnerzijds op een vaste jaarwedde van f400.en 3 honorarium van werken boven 500. De vaste aanstelling en mitsdien de benoe ming vau voornoemden Van Oost tot gemeente- opzichter werd aangenomen met 4 tegen 3 stemmen, die der heeren Qnakkelaar, Groene wege en Gakeer. Met het honorarium it 3 kon de heer Koopman zich niet vereenigen. Als de kade wordt verbeterd zal hij daarvoor een duizend gulden ontvaDgen, evenals voor den bouw van nieuwe gemeentewoningen, een argument waar tegen de heer Hage aanvoerde dat dit zich toch weer toch zou oplossen in de goedkoopere af werking. Iomiddels werd dit gedeelte van 's heeren Van Oost's aanbod verworpen met 4 tegen 3 stemmen; de heeren Vroegop, Hage en de Graaf waren er voor. Tbaos doet zich dus het zeldzame geval voor, dat een gemeente-ambtenaar is aangesteld zonder salaris; evenwel zal de benoemde wel nader van zich doen hooren. IX. Naar aanleiding van het voornemen van A. C. Geldhof tot vertrek uit de gemeente hadden Anth. Liodhont en J. M. van de Rhee zich aangemeld tot buur van diens wouing. Daar intnsschen hiervan nog niets officieels bekeod is, werden deze verzoeken voor kennis geving aangenomen. X. Een nader verzoek van den directeur van de arbeidsbemiddeling tot toetrediug tot bet Werkloosheidsbesluit 1917 leidde inderdaad tot bet met algemeeue stemmen inwilligiog van dit verzoek. Een voorstel van den heer de Graaf om een tweetal leden naar eene tot oiteenzetting van het doel dezer instelling te houden vergadering te Amsterdam, Zwolle of 's-Hertogenbosch kon slechts 3 voorstemmers verwerven, n.1. bijzelf ook de heeren Vroegop en Koopman. XI. Van de directie der autobus-dieust- ondernemiug TholenStavenisse is een verzoek ingekomen lot bet verleeoen van eeu jaarlijksche snbs'die van f 800.gegrond op de daarbij ingezonden exploitatierekening, aanwijzende eene uitgaaf van ruioo f 15000.—, terwijl als ont vangst is g»r3amd een bedrag van ruim f 9000. berekend naar de gemiddelde ontvangst van af 15 Sept. tot 15 October. Burg. en Weth., overtuigd van het groote nut van dezen dienst die aan de eischen des - tijds aanpast, vinden het alleszins billijk dat een subsidie wordt gegeven, doch laten het cijfer over aan den Raad, De heer Koopman stelt voor f 800 te verleenen. De heer Vroegop wenschte in elk geval de voo/waarde er aan verbonden te zien, dat ter beoordeeling van de noodzakelijkheid van het subsidie een drie-maandelijkscbe rekening werd overgelegd. Achtte men om dat tijdstip zoo'n overlegging niet mogelijk, de heer Koopman eisebte dat

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1919 | | pagina 1