Tweede Blad. van Zaterdag 27 October 1917. miULETOB. NAZOMER. GEMENGD NIEUWS. Ierseksche en Thoolsche Courant De gehate Duitschers. De roenschen mogen in ij niet lijden, maar ik maak het er ook naar, erkende Tijl Uilen spiegel in zijn lijd. De Engelschmau Isidore Spielaiann van Duitsche herkomst dus wilde wel, dat de Duitschers ook tot zoodanige erkentenis wilden komen. Hij schrijft er over aan den bekenden Duitschen dagbladschrijver Maximiliaati Harden. „Heeft uw volk", zegt hij, er weieens over nagedacht, waarom het zoo veracht wordt Het moest moeite doen zichzelf te zien, zoo als anderen het zien. De Duitschers worden algemeen gehaat wegens hun grenzelooze ver watenheid, hun greuzelooze kwade trouw, en hun gewelddadig karatter. Hun wreedheden in dezen oorlog zijn zelden door de wildste stammen overtroffen, en hebben voor het Duitsche volk den naam van „Hunnen" dien de keizer zelf eens heeft opgfëischt opnieuw in omloop gebracht, een naam die voor altijd op hen zal blijven kleven. Zij hebben liet vechten met, behulp van ver- C Van dit oogenblik hield Etha zich goed zij verzocht den tantes haar op de hoogte te stellen vau alle geheimen eener Hollandsche huishouding; bemoeide zich met de broertjes, die in den laatsten tijd verwaarloosd waren en zorgde er in de eerste plaats voor, dat haar vader nooit iets auders van haar zag dan een kalm, vrien delijk glimlachend gezichtje. De tantes vonden Etha's besluit om zelf het bestier van t huishouden op zioh te nemen uitstekendniet, dat zij het ongaarne deden, och ja wel I maar ze waren nu aan zekeren regel in hun eigen keurig bovenhuisje gewoon, daar wareu drukte, wanorde, kinderspelen ge heel onbekende dingen, daarbij en dit was de meest overwegende reden, zij waren in het gelukkig bezit van twee Watjes, drie honden en giftige gassen en het spuiten van vuar en vlam men wreede en laffe wapens uitgevonden. Zij hebben waterputten vergiftigd, zooals de wilden van oudsher deden. Zij hebben brisante projectielen op burgers, mannen, vrouwen en kinderen iu open steden geworpen. Zij hebben open steden tot „vestingen" verklaard en ze dienovereenkomstig behandeld, enkel omdat af weergeschut tot hnn bescherming was opgesteld Zij hebben mannen vrouwen en meisjes uit België en Frankrijk weggevoerd en tot slaven gemaakt en door hongerlijden gedwongen voor hun vijanden te werken. Zij hebben nou-com- battante schepen in den grond geboord en hun bemanningen laten verdrinken. Zij hebben zelfs onder eeu aantal aan de gemeenste voorwendselen hospitaalschepen in den grond geboord en weer- looze gewonde soldaten, Roode-Kruiszusters en doktersjlaten verdrinken.. Zij hebbep op zeelieden, die in de golven worsteldenjgeschoten. Zij hebben bij terng tochten landstreken noodeloos verwoest. Zij hebben krijgsgevangenen met laffe geweldda digheid behandeld.... Uw keizer en uw regeering gewagen nu dikwijls van een „wereld van vijanden", maar een kanarievogel en geheime angst verteerde hare harten bij de gedachte aan het vreeslijke onheil dat de zes lievelingen onder mekaar zouden kunnen uitrichten.. Er werd dus besloten, dat het tweetal het oppertoezicht zou blijven behouden, maar dat overigens Etha geheel in de rechten en plichten harer moeder trad Het meisje vond in die drnkke bezigheden een heilzame afleiding. Zij had haar tijd te veel noodig om dien aan ijdele klachten te verspillen, een gevoel van tevredenheid, het bewustzijn van onmisbaar te wezen bracht hare ziel in een aan gename stemmingsoms overviel haar wel een onweerstaanbaar verlangen een soort van dorst naar het gezicht der innig geliefde moeder, naar haar liefkozingen en stem, maar langzamerhand voelde zij de overtuiging in zich levendig worden, dat de geest van Henriëtte haar nog omzweefde, dat zij getuige was van haar moeite en strijd en dien goedkeurde; dat gaf haar kracht en na eenigen tijd kwam nu en dan haar gewone vroolijkheid terug. Ook haar vader begon langzamerhand weer jn zijn gewone plooi te komen en toch vond heeft uw volk zich ooit afgevraagd, hoe dat komt Voor het Duitsche volk, met name de Pruisen zich een gelouterd volk toont, dat het verschil beseft tusschen recht en onrecht eu zich daar naar gedraagtvóór het beseft, dat eer en waar heid, genade en gerechtigheid deogden zijn, die zoowel door de Duitschers als andere naties uitgeoefend moeten worden, zullen zij voortaan als het meest verachte volk op God's aardbodem moeten leveD." Ziedaar de acte van beschuldiging van een ententeman tegen de Dnitscbers. Hij gaat ge lukkig niet zoover roet alle deugden en sym pathieke menschelijke hoedanigheden voor de geallieerden op te eischen Wanneer de Duitschers een tegenbeschuldiging wilden opstellen, zou het ook hun uiet aan „gegevens" ontbreken. De duurmakers. Dat zijn de personen, die in normalen tijd iets anders bij de hand hebben, maar nu lucifers, cacao, vet, of welk artikel ook, waarin ze een rijzing van den prijs verwachten, opkoopen en vastbonden. Door dat vasthouden maken ze het artikel schaarsch en jagen daarmee den prijs omhoog. Etha, was hij zoo heel andersneen, dacht zij zuchtend, als vroeger wordt het nooit meer ik zal mijn best doen dat is het beste, en een zoet, zalig gevoel overstroomde haar borst, wanneer van Rhenen, haar zijn tweede Henriëtte, zijn lieve, dappere meid noemde. Moeilijkheden had Etha anders genoeg in de uitoefening van hare nieuwe plichten, de jongens waren dikwijls ongezeggelijk en lastig, de meiden haddeD weinig ontzag voor haar en 't ergste van alles, de tantes vonden altijd wat aan te merken op haar wijze van huishouden. Etha was geen lammetjezij liet zich gaarne overtuigen, zoodra zij inzag werkelijk schuld te hebben, maar voor dat zij zoo ver kwam, of wanneer zij zag dat de aanmerkingen slechts uit vitlust voortkwamen, antwoordde zij scherp en dit gaf aanleiding tot minder prettige too- neelen, waarbij van Rhenen dikwijls tusschen beide moest komen gewoonlijk gaf hij zijn zusters geen ongelijk maar hield zijn dochter tevens de hand boven het hoofd, terwijl hij haar later tot toegevendheid aanspoorde. Met haar vriendinnen hield Etha na den dood harer moeder weinig omgang meer zij was hun Minister Posthama heeft het noodig geacht, den burgemeesters speciaal op het verderfelijk systeem van zulke gelegenheidshandelaars te wijzen en er op aan te dringen, dat er met kracht tegen hen worde opgetreden. Weet men dat iemand oitreëlen handel drijft eu goederen in grooten voorraad opslaat en vasthoudt, dan hebbe de burgemeester er beslag op te leggen. Die goederen kunnen, zoo zulks gewenscht wordt, in de eigen gemeeDte worden gedistri bueerd en anders neemt het rijk ze wel over. Ieder inwoner, die bespeurt, dat er goederen met speculatie-doeleinden aan de markt worden onttrokken, handelt in het belang van de ge meenschap, wanneer hij met hetgeen hij weet of vermoedt den burgemeester in kennis stelt. De volgende uieuwe truc wordt in Den Haag door fietsen- en jassendieven toegepastEen als heer gekleed persoon belt aan en vraagt of er een hond in huis is, en op het bevestigend ant woord zegt hij gemeente-hondencontroleor te zijn en eischt den bej^stingpenning te zien. De arge- looze dienstbode gaat nasr kamer of keuken om den penning te halen en in dezen tijd verd- wijnt de pseudo-controlenr met fietsen of jassen. vroolijk gesnap en dartel spelen geheel ontwend verwonderd vroeg zij zich af, hoe er een tijd had kunnen zijn dat ook zij belangstelde in de duizend aardige nietigheden van een jonge meisjeswereld. Zij was hen ontgroeid, de smart had hare ziel opgeheven boven de hunne slechts de omgang met één enkele deed haar goed. Mevrouw van Rhenen was door een toeval in aanraking gekomen met de eenvoudige, hartelijke Truce Gerlach, een meiden of bakerkwestie had hen in kennis gebracht, en het aardige, wakkere vrouwtje, dat zich zoo goed in haar eenigszins vreemde positie schikte trok Henriëtte aau ge durende haar ziekte bood Truce aau te waken en daar de tantes hier Diet tegen konden werd het aanbod aangenomen. Deze Dacht aan het ziek- en weldra sterfbed doorgebracht deed een innige band van vriendschap ontstaan tnsschen de jonge vrouw en het meisje. Verschil vau stand, hiervan had het Indische kind weinig begrip Truce had zoo'n hartelijke manier om haar, wanneer ze verdrietig was, te sussen. Als het haar t'huis te benauwd werd ging zij bij Truce eens flink uitschreien en vond daar steeds een deelnemend, opwekkend woord.

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1917 | | pagina 5