ratllai, piijfl m Ie klanpn ra oesterteelt, laodtioev, enz.
Lm 1690
Zaterdag 18 Augustus 1917.
Vier en dertigste jaargang.
EN
FEUILLLETOH.
OVER VIJF JAREN.
DE OORLOG
IERSEKSCHE
THOOLSGHE COURANT
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
PHjt per kwartaal f 0,65met Geïllustreerd Zondagsblad f 1.10, franco
per post f 1,J 76. Voor het buitenland 90 cents, zonder geïll. Zondagsblad.
Ingezonden stukkon, enz. worden nlteriljk op DONDERDAGAVOND Ingewacht aan het
bureau to T h o I e n ot vóór DONDERDAGMIDDAG bi) onzen medewerker te lerteke.
UITGAVE
Firma J. M. C. POT, YHOLEN.
Tklbï. Intkec. 16.
Adrertentiënvan 1 tot 4 regels 40 oents; iedere regel meer
10 cents; grooter letters naar plaatsruimte.
Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering.
Publicatiën.
De Burgemeester van Tholen maakt bekend, dat
in de week van 19 Aug.25 Aug. 1917 gebruik
kunnen worden de volgende coupons voor de rant
soeneering van levensmiddelen
voor rgst no. 18,
voor havermout no. 8,
voor gort no. 12,
voor bak- en braadvet no. 12,
voor zeep no. 12,
Op de ooupons van 10 ons, welke met een
streep overdrukt zijn, kan sleohts 5 ons ver
strekt worden.
Tholen, den 17 Augustus 1917,
De Burgemeester van Tholen zal, op Zaterdag
25 Augustus a.s. des middags te 12 uur, ten Raad-
huize aldaar
EEN HOOP COMPOST,
publiek verkoopen.
De voorwaarden van den verkoop liggen van heden
af ter lezing ter secretarie, lederen werkdag des
voormiddags van 912 uur.
Tholen, den 17 Aug. 1917. 23208.11
De Burgemeester voornoemd,
J. W. WAGTHO.
Openbaar Lager Onderwijs.
Burgemeester en Wethouders van Tholen maken
bekend, dat tegen 1 September a.s. gelegenheid be
staat tot plaatsing op de openbare lagere school in
die gemeente van kinderen, die vóór of op 1 Nov.
a.s, den leeftijd van 6 jaar zullen hebben bereikt.
Ouders, voogden of verzorgers, die hunne kinderen
of pupillen op de openbare lagere school wenschen
geplaatst le zien worden in de gelegenheid gesteld
daarvan vóór 25 Augustus a.s. aangifte te doen bg
het hoofd der school op werkdagen des namiddags
tusschen 7 en 8 uur.
Tholen, den 17 Augustus 1917.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
J. W. WAGTHO.
De Secretaris,
H. J. LABAN.
VERGADERING van den Raad der gemtente
Poortvliet, den 7 Augustus 1917.
De Voorzitter opent de vergadering.
De notulen van de vorige vergadering worden
na voorlezing onveranderd goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede dat ingekomen zijn
de navolgende stukken
lo. een missive van heeren Ged. Staten dezer
provincie, waarbij wordt teruggezonden het kohier
van den boofdelijken omslag van bet jaar 1917,
voorzien van het bewijs hunner goedkeuring.
2o. van de Gezondheidscommissie te Tholen
de begrooting voor 1918, waaruit blijkt, dat deze
gemeente ter bestrijding van de uitgaven zal
moeten bijdragen een bedrag van f 99,79.
3o. een proces-verbaal van opneming der
boeken en kas van den gemeente-ontvanger
waaruit blijkt, dat op 26 Juni in kas was en
moest zijn f 669,435.
4o. een schrijven van den heer Commissaris
der Koningin dezer provincie, inhoudende de
20)
En doodsangst overviel hem, hij stond op.
Eene onweerstaanbare macht dreef hem tot het
geen hij nu deed.
Haastig greep hij een stuk papier, schreef
er eenige regels op en, na het toegevouwen en
geadresseerd te hebben, liet hij het door de meid
aan een der ouderlingen brengen.
Daarna ging hij naar zijn kamer, deed in
der haast wat iinnen en kleeren in het kleine
handvalies, dat hij op reis naar Schachtelbrunnen
altoos medenam en ging de trap af.
In de gang kwam hij een der dienstmeisjes
tegen, die hem verwonderd aanzag.
„Jetje 1 Ik ga naar mevrouw onver
wacht Maak haar kamer in orde en laat er
den geheelen dag de ramen open. Hier is de
sleutel. Het kan gebeuren, dat ik haar over een
paar dagen weer meebreng."
mededeeling, dat aan den heer Burgemeester
verlof is verleend van 10 tot en met 24
Augustus a.s.
Deze stukken worden voor notificatie aange
nomen.
Als eerste punt der agenda worden goedge
keurd de specifieke staten van oninbare posten
van de plaatselijke belastingen van 1916 en
wel wat betreft de hondenbelasting tot een be
drag van f 8.
Daarna wordt aangeboden de gemeentereke-
niug over 1916, welke rekeoing met de daarbij
behoorende bescheiden ter fine van onderzoek
in handen wordt gesteld van de commissie be
staande uit de h.h. E. v. d. Slikke, C. Th. de
Rijke, Chr. P. v. d. Slikke en M. G. van
Nienwenhuijzen.
Vervolgens wordt door den voorzitter een
commissie aangewezen bestaande oit de heeren
N. A. Brnijozeel en M. J. de Graaff, tot onder
zoek der geloofsbrieven van de herkozen raads
leden de h.h. E. van der Slikke, C. Th. de
Rijke en Chr. D. van der Slikke.
Daar geen geschillen aangaande die geloofs
brieven of de verkiezing zelve zijn ontstaan en
zich omtrent de toelating ook geen bedenking
of verschil van gevoelen voordoen, wordt tot
toelating van de benoemden besloten. Nadat van
deze besluiten aan de toegelatenen door den
voorzitter kennis is gegeven, spreekt hij eenige
hartelijke woorden tot hen over hun benoeming.
Thans wordt ter tafel gebracht een ver
zoekschrift van den gemeenteveldwachter om
hem van gemeentewege een rijwiel te verstrekken
daar zijn eigen rijwiel totaal versleten is. Met
algemeene stemmen wordt besloten bij te dragen
in de kosten van aanschaffing van een nieuw
rijwiel tot een bedrag van ,/3 in de koopsom
ad f 125, welk besluit is gegrond op de over
weging, dat het rechtvaardig is dat adressant en
het Waterschap Poortvliet elk ook een derde
bijdrage in voormelde koopsom.
Daarna gaat de vergadering over in een ge
heime zitting tot het behandelen van een reclame
inzake boofdelijken omslag.
De vergadering weer openbaar geworden zijnde
wordt na onderzoek der rekening van het
Weezen-Armbestuur over het dienstjaar 1916
goedgekeurd met een ontvangst van f 14398,876
en een uitgaaf van f 9382,88® alzoo met een
goed slot van f5015,97.
De vergadering wordt daarna gesloten.
Een vrijzinnig Duitscher over de Kanseliersorisis
In het Augustusnummer van het Duitsche tijd
schrift „Marz" schrijft Conrad Haussman, het be
kende vrijzinnige lid van den Duitschen Rijksdag,
een artikel over de Kanselierscrisis, dat aldus aan
vangt.
„De Juli-crisis heeft tot een wisseling van de
persoon van den Rijkskanselier geleid. Von Beih-
mann Hollweg is gevallen. Dr. Michaelis is tot
kanselier benoomd. Noch in de binnenlandsche, noch
in de buitenlandsche politiek is de toestand hierdoor
helderder geworden".
Na eerst besproken te hebben, wat de aftredende
Kanselier voor Duitschland heeft beteekend, wordt
omtrent den nieuwen Kanselier het volgende gezegd
„Dr. Michaelis is plotseling opgedokenhij ver-
Het dienstmeisje, dat nooit bijna antwoord
kreeg op haar belangstellende vragen naar me-
vronw, wanneer dominé van zijn maandelijksche
bezoeken terngkwam, waagde nu echter eene
vraag
„Is mevrouw beter vroeg zij verheugd.
„Ik vrees, dat mevrouw naar huis verlangt
en daarom niet beter wordt Jetje.* antwoordde
Marion met bevende stem. «Zorg dat alle9 in
orde is. Ik zal nader schrijven."
Haastig stapte hij het hnis oit en naar bet
station. Hij had geen tijd te verliezen als hij
met den laatsten trein nog in Schachtelbrunnen
aan wilde komen.
De lichten in het hnis van dokter Schwenke
waren reeds uit. Er brandde niets meer dan het
lampje in de gang, dat altoos aanbleef, voor
het geval, dat de heer des huizes des nachts bij
een zieke werd gehaald, en eene lamp op de
kamer boven aan den voorkant, de kamer vau
Héléne, toen een reiziger, bestoven en vermoeid,
met een valies in de hand, nog aan de schel
van de voordeur trok.
tegenwoordigt een arbeidskracht, maar hij vertegen
woordigt geen richtinghg bezit een persoonlijk
karakter, maar nog geen politiek -karakter".
Haussoiann is van meening, (lat de toestand des
te ingewikkelder is, nsarmate men hem nauwkeu
riger beziet en schrijft: „Het volk vraagt, als Mi
chaelis dezelfde politiek wenscht te volgen als von
Bethmann Hollweg, waarom moest von Bethmann
Hollweg dan verdwijnen, of in het andere geval,
als Michaelis een andore politiek wil volgen, waarom
heeft hg dan niet gezegd, hoe deze andere politiek is".
De schrijver wijst er op, hoe door het dubbel
zinnige standpunt, dat door don vorigen Kanselier
werd ingenomen, het politieke wantrouwen steeds
kunstmatig is aangekweekt en hoe dit na den nieu
wen Kanselier in den weg staat. Met bittere hoon
ziet het Dnitsche volk het nu gebeuren, dat de
tegenstanders van von Bethmann Hollweg nu plot
seling ten aanzien van Michaelis uitroepen, dat men
van HEM niet zou kunnen verlangen dat hij bin
dende verklaringen zou afleggen, voordat de oorlog
beëindigd zal zijn.
Dit dubbelzinnige optreden verscherpt het wan
trouwen. De schrijver geeft dan vervolgeus weer,
waaro het naar zijn oordeel nu aankomt, n.l. niet
op verklaringen en woorden, maar op politieke
daden en op een duidelijke richting. „De loop der
dingei. in het laatste jaar en in de laatste maanden
dwingt ons te erkenneu, dat de wereld nu, nada
zij dre jaar lang door de oorlogsfurio voortgejaagd
is gevrrden, is aangekomen in een stadium, waar
de opgedane ervaring zich moet omzetten in een
vaste richting in de binnen- en buitenlandsche poli
tiek. Het eeuwige streven om steeds den Godsvrede
te bewaren, leidt, zooals thans de ondervinding
duid-j*';k toont, niet naar den uitweg uit het Euro-
peesche labyrinth.
Leidende Staatslieden moeten actief deelnemen
aan het werk tegenover de Duitschers, die spreken,
als de Engelsche Carson. Wij hebben nu telkens al
gezien, dat in het eene oorlogvoerende land degenen
in het andere land, die het hardst schreeuwen het
best worden gehoord en als dan de verantwoordelijke
staatslieden niet volkomen duidelijk spreken, dan
neemt men aan, dat zij in het geheim het eens zijn
met die schreeuwers, of althans angst voor heu
hebben. Aldus krggt het ééne land geen 'duidelijke
voorstelling van don werkelijken wil van het andore
land en hierdoor stijgt het wantrouwen. Deze taktiek
is bevorderlijk voor het streven van hen, die tegen
den vrede zijn, en belemmert het streven van de
volkeren, die den vrede willen. Daarom is deze
taktiek voor Duitschland nadeelig. Daarom moet van
de Duitsche Regeering, wanneer zij althans als moer
dan voorloopig beschouwd moet worden, verlangd
worden, dat zij in het vierde oorlogsjaar zich niet
meer van vage uitdrukkingen bedient, niet voedsel
geeft aan valscho veronderstellingen, tevens dat zij
haar medewerkers kiest onder personen van eeu
zelfde richting.
Duitschland moet ter wille van het tegenwoordige
oogenblik en van de toekomst zich hetvoordeel
niet laten ontnemen, dat gelegen is in een onvoor
waardelijke vredespolitiek."
Na er aan herinnerd te hobben dat de Rijksdag
volgens deze opvattingen gehandeld heeft gaat de
schrijver voort:
„Nu heeft de Regeering van het Rgk en de Kroon
de zekerheid, dat de meerderheid in het Parlement
instemt met een zoodanige politiek en zij dragen
do verantwoordelijkheid wanneer zij in andere
richting gaan". Nadrukkelijk wordt hieraan nog
toegevoegd; „Dat Dr. Michaelis niet nagelaten heeft
op ongekunstelde wijze een twijfel te brengen in de
resolutie van den Rijksdag door de woorden „ZOO-
Dokter Schwenke, die juist naar bed wilde
gaan, trok spoedig de noodige kleederen aan en
opende de deur in de gedachte dat er iemand
zonde zijn, die hem bij een patient haalde, toen
hij tot zijn verbazing de man zijner Hollandsche
huigenoote voor zich zag.
„Mijn God 1 Gij hier? Heeft Fraulein Ida
dan toch getelrgrapheerd na het verzenden van
haren brief Ik had het eerst morgen willen
doen, als ge dan niet kwaamt....*
„Ik heb geen brief ontvangen wanneer is
er een verzouden. Ook geen telegram. Is zij
ziek, gevaarlijk ziek
„Hedenmiddag is de brief verzonden, 't Is
waar. Hij kon eerst morgen vroeg bij u zijn.
Uwe vrouw is ziek en heeft naar u gevraagd."
„Ik heb noch brief, noch telegram ontvangen
en ben uit eigen beweging gekomen. Ik was
angstig over haar. Het is toch niet te laat
„Neen neen zeide de jonge dokter, die
innig medelijden kreeg met het in doodsaugst
vertrokken gelaat van den mau, van wie hij
veertien dagen geleden vol verontwaardiging
over diens koud en hard antwoord, op zijn oor
deel over den toestand der jonge vrouw
ALS IK DEZE OPVAT, neem ik hem hierom zoo
kwalijk omdat hij van te voren door de voorstellers
duidelijk was ingelicht omtrent de ondubbelzinnige
bedoeling van do motie".
Haussmann eindigt met zijn vertrouwen uit te
spreken in de samenwerking der meerderheidspar
tijen, hetwelk gebleken is bij de onderhandelingen,
die tusschen deze partijen van 5 tot 20 Juli hebben
plaats gehad, en besluit aldus„Thans komt het
zoowel voor de Regeering als voor de partijen, ook
voor het Centrum, er op aan, een gemeenschappe-
lijke richting in te slaan volgens werkelijk ware
beginselen. Het eerste wat hiervoor noodig is, is
het bestaan van een meerderheid en een oppositie.
Er heeft zich nu ten aanzien van het vraagstuk van
oorlog en vrede voor de eerste maal zulk een meer
derheid gevormd, die alleen geleid wordt door een
vast en duidelijk inzicht, in halgeen werkelijk in
het belang van het vaderland is. Hierop en op den
inhond van de besprekingen vestigen wij de hoop,
dat bij de komende zitting van het Parlement de
meerderheid stand zal houden on ook op het gebied
van de binnenlandsche politiek vruchtbaar werk zal
doen. Dan kan uit de verwarring van deze dagen,
waarin wij het gemis voelen aan een vèrzienden
blik, een nieuw geordende toestand ontstaan, die
ons gezond en sterk zal kunnen maken."
Hoewel we niet erg optimistisch gestemd zijn
ten opzichte van een spoedig komende vrede,
ia het toch merkbaar dat deze zoo nu en dan
een stap voorwaarts doet. De vorige week is in
de Engelsche arbeiderspartij besloten deel te
nemen aan de conferentie te Stockholm, en dat
wel met 1.846.000 tegen 550.000 stemmen,
terwijl onder de voorstemmers behooren de mijn
werkers en de spoorwegmannen, die wel de twee
machtigste organisaties in het Rritsche Rijk op
dit gebied vormen. Allerlei invloeden zijn werk
zaam geweest om te verhinderen dat de Engel
sche arbeiders naar Stockholm zouden gaan.
Bladen als de „Times" en de „Morning Post",
die zich nooit iets aan de arbeiders gelegen
hebben laten liggen, was nu eensklaps het mede
lijden met de arbeiders om 't hart geslagen.
Zij meenden goeden raad te moeten geven aan
de arbeiders, die zich vooral toch niet door hun
pacifistisch-gestemde leiders bij den neus moesten
laten nemen. Wat zou 't niet een kaakslag voor
„de jongens aan 't front" zijn als daar verte
genwoordigers van de Engelsche arbeiders aan
een tafel gingen zitten met vertegenwoordigers
van arbeiders oit de centrale landen En als 't
niet met dergelijke meewarigheden zon gaan
werd er onderhands gedreigd en gestookt. Ge
dreigd dat de Engelsche regeering moest wei
geren bet verstrekken van passen aan de afge
vaardigden. En gestookt bij de zeeliedeD, die
moesten weigeren dergelijke afgevaardigden
welhaast een soort landverraders geworden
naar Stockholm te vervoeren. Hadden ook niet
de Belgische en Amerikaansche arbeiders fier
geweigerd om naar Stockholm te gaan? Al deze
invloeden hielpen niet. De conferentie besloot
met een overweldigende meerderheid tot drn
tocht naar Stockholm. Meer dan 600 afgevaar
digden wareu in de vergadering te Londen aan
wezig, vertegenwoordigende ruim 2 millioen
arbeiders. De vertegenwoordigers nit Rusland,
gescheiden was. „Het spijt mij maar, dat ge,
vermoeid van de reis zoo slecht ontvangen wordt.
Wij hadden gaarne op u blijven «achten als ge
ons uw komst getelegrapheerd hadt. Maar ik
zal licht opsteken en zien of ik wat voor n
vinden kan."
„O ik wil niets, heb aan niets behoefte.
Is zij erg ziek. Stervende
Het antwoord werd den dokter bespaard, want
Ida stond naast hem, met dat rustig gelaat vol
innig medelijden, hetwelk Willem Marion zoo
goed kende, dat hij zoo dikwijls aan bet bed
van stervenden had gezien.
Zij stak hem beide handen toe
„GoddankWillem, dat ge gekomen zijt
Ik kon geen telegram meer zenden hedenavond.
Ge hadt dan eerst morgeG kannen vertrekken
en den geheelen nacht in werkeloos wachten
moeten doorbrengen. Het is zoo plotseling opge
komen. Ik kon u niets eerder laten weten.
Ga mede, zij weet dat ge hier zijt, zij herkende
dadelijk uw stem en denkt dat ge op mijn brief
zijt gekomen. Zij weet van geen tijd, daarom
verschrikte zij niet zooals Schwenke en ik."
„Zij is zoo dankbaar en zoo blijde dat ge er