O. 1666 Zaterdag 3 Maart 1917. Drie en dertigste jaargang. EN Eerste Blad. herbouw van Gewassen. DE OORLOG. Firma i. M. C. POT, THOLEN. Publicatiën. IERSEKSCHE THOOLSGHE COURANT Dit blad verschijnt eiken Zaterdag. Pr», per kwartaal 10,65; met Geïllustreerd Zondagsblad f 1.10, franco oost f1176 Voor bet buitenland 90 cents, zonder geul. Zondagsblad. UITGAVE Trur. Ixtf.hc. 16. Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 cents; iedere regel meer 10 centsgrooter letters naar plaatsruimte. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering. LANDSTORM. Jaarklasse 1917. Veld- en Rijdende Artillerie. Oproeping voor den werkelijken dienst. De BURGEMEESTER tan Tholen, brengt ter snbare bennis, dat de in de registers van den idstorm ingeschreven personen der jaarklasse 1917, zijn toegewezen aan ge Veldartillerie en de dcnde Artillerie, bij dezen worden opgeroepen om Dinsdag, den 3 April a.s., des namiddags te 12l/2 aanwezig te zijn in het Gymnastieklokaal aan Groenmarkt te Middelburg, ten einde in werke- ten dienst te worden gesteld. Tholen, 3 Maart 1917. De Burgemeester van Tholen maakt bekend, dat Zaterdag 3 Maart 1917 nog geldig zjjn de na- lgende coupons toot de levensmiddelenrantsoe- ering voor erwten coupon no. 3. voor rijst coupon uo. 3, voor reep coupon no. 3, voor bak- en braadvet no. 1, voor aardappelen no. 1. In de week van 4 tot 10 Maart. 1917 kunnen bruikt worden de volgende coupona voor rijst no. 4, voor reep no. 4, voor bak- en braadvet no. 2, —.voor aardappelen no. 2. g| Regeeringsruurkool is voorloopig zonder coupons verkrijgen. Tholen, den 28 Februari 1917. ZUINIGHEID MET VEEVOEDER. it )OW De BURGEMEESTER van Tbolen, brengt op ver- 0 >ek vau deo Minister van Landbouw, Nijverheid Handel onder de aandacht, dat inet het oog op de dsomstandigheden en de onzekerheid wat betreft erzeeschen aanvoer van granen en veevoederarti- ilen ten zeerste gewensoht is, dat deze door land- wers en veehouders met uiterste zuinigheid r'rvoederd worden en dat de minister het tevens enschelyk acht er bij de landbouwers, die nog granen boonen van den oogst 1916 onder hun berusting sbben, nog eens op aan te dringen, dat zij deze et de uiterste zorgvuldigheid behandelen. De Burgemeester verzoekt dringend met het voren- aande zooveel mogelijk rekening te houden. Tholen. 1 Maart 1917, Mtrineeren en verkoopen van haring De Burgemeester vau Tholen maakt bekend, dat Minister van Landbouw. Nijverheid en Handel et ingang van 20 Februari 1917 heelt verboden I. het marineeren van maatjes- en van volle sring zonder staart, anders dan voor eigen gebruik; II. het leveren, verkoopen of te koop aanbieden ,n haring, gemarineerd in strijd met het ouder I epaalde III. het leveren, verkoopen of te koop aanbieden tn maatjes- en van volle haring zonder staart fal niet gerookt) en van gemarineerde haring zonder '"Jop. voor zoover deze niet in oorspronkelijken of ^werkten toestand door bemiddeling der Regeering verstrekt. Overtreding van vorenbedoelde verbodsbepaling stcièordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes igaandeu of geldboete van ten hoogste zesduizend ilden, of wel met gevangenisstraf van ten hoogste lier jaren of geldboete van ten hoogste tienduizend ilden, terwyl goederen door middel van het feit rkregen, of waarmede of met betrekking tot welke >t feit is gepleegd, voor zoover zg den schuldige iebehooren, met hunne verpakking kannen worden lerbeurd verklaard. Tholen, 1 Maart 1917. De Burgemeester voornoemd, J. W. WAGTHO. jsi |- q| Nu de Minister van Landbouw, Nijverheid g Jsn Haudel opnieuw den verbouw van verschillende wassen heeft beperkt, ia het misschien niet gJmdienatig de verschillende bepalingen nog eens Jia te gaan en zoo noodig toe te lichten. jvr li Uit de vele aanvragen om advies blijkt mij, dat verschillende landbouwers en andere personen de verschillende circulaires van den minister voldoende hebben begrepen en er een verkeerde uitlegging aan hebben gegeven. Ik raad daarom aan de circulaires eu bekendmakingen welke o.a. gepubliceerd zijn in 't Zeeuwsch Landbouwblad No. 353 van 21 Febrnog eens goed na to gaan, terwijl ik hier tevens nog eens de aandacht vestig op de volgende punten De totale oppervlakte in 'fc geheel met geel mosterdzaad, bruin mosterdzaad, karwijzaad, ka nariezaad, blauwmaanzaad, spinaziezaad en zaai- uien te betelnn, mag niet grooter zijn dan 70 van het gemiddelde der oppervlakten, welke in 't bedrijf, waarover de opgave loopt in de jaren 1913, '14. en '15 met deze gewassen in zijn geheel zijn beteeld. Hieruit blijkt, dat deze gewassen onderling met elkaar mogen worden verwisseld, als de totale oppervlakte niet grooter wordt dan 't ge middelde der jaren 1913, '14 en '15. De oppervlakte met suikerbieten te betelen, mag niet grooter zijn dan 80 "°/0 vau het ge middelde der jaren 1913, '14 eu '15. De oppervlakte met vlas te betelen mag zijn het gemiddelde der jaren 1913, '14 en '15. Vlas en suikerbieten mogen in geen geval met elkaar omgewisseld worden. De oppervlakte aan vlas of suikerbieten mag alleen worden uitgebreid als tegelijkertijd de teelt van de gewassen mosterdzaad, karwijzaad, ka nariezaad, blauwmaanzaad, spinaziezaad ot uien met de dubbele oppervlakte wordt ingekrompen. Eukele laudbouwers meenen, dat de te velde staande karwij niet valt onder de beperking. Deze meeöiog is onjuist. De karwij telt wel mee als men ook mosterdzaad, ka.oarie-, maanzaad, spinaziezaad ot uien wil verbouwen. Heeft men in 1913, '14 en '15 b.v. gemid deld 40 H.A. aan karwij, mosterdzaad, kanarie, maanzaad, spinaziezaad of zaaiuien verbouwd, dan mag nu gezaaid worden 70 °/Q hiervan, dus 28 H.A. Heeft men nu 12 H.A. karwij te velde staan, dan mag men slechts 16 H.A. aan mosterd-, kanarie-, maanzaad, spiuaziezaad en zaaiuien verbouwen. Alleen als men in 1917 aan karwij meer heeft dan 70 °/0 van de in 1913, '14 en '15, verbouwde oppervlakte aan mosterd-, karwij-, kanarie-, maanzaad, spioaziezaad en zaaiuien, is men niet verplidht de karwijcultuur door om ploegen in te krimpen. Practisch zal dus deze uitzondering van karwij voor Zeeland van geen beteekenis zijn. Bij Kon. besluit van 3 Febr. 1917 is opnieuw aan den verbouw van verschillende gewassen paal en perk gesteld, zooals reeds iu 't vorig land bouwblad (No. 353) is bekend gemaakt. De oppervlakte met cichorei te betelen mag niet grooter zijn, dan 't gemiddelde van wat men in 1913, '14 en '15 aan cichorei heeft verbouwd. Ruiling met andere gewassen, waarvan de ver bouw is beperkt, wordt hier niet toegestaan. De opper/lakte in zijn geheel te betelen met Westerwoldsch raaigras, radijszaad, sluitkoolzaad, koolrapenzaad en koollenzaad, mag in totaal niet grooter ziju dan 70 vau het gemiddelde der oppervlakten in de jareu 1913, '14 en '15 met deze gewassen in zijn geheel beteeld. Deze gewassen mogen dus onderling met el kaar worden verwisseld, als de totale oppervlakte slechts blijft beneden 70 van het gemiddelde van de oppervlakten in de jaren 1918, '14 en '15 hiermee beteeld. De oppervlakte aan peen, koolrapen, knollen, kool, spinazie, snijboonen, sperzieboonen mag niet grooter zijn dan 't gemiddelde der jaren 1913, '14 eu '15. Deze gewassen mogen niet met elkaar wordeu verwisseld. Dus de oppervlakse aan peeën mag slechts 't gemiddelde zijn van «ie jaren 1913, '14 en '15. De oppervlakte aan koolrapen, dito enz. De landbouwers die dus in 1913, '14 en '15 koolrapen verbouwd hebben en iu die jaren geen peen, mogen nu weer koolrapen verbouwen, doch geen peeën. Voor den landhouw is verder nog van be teekenis dat de teelt van peeo, koolrapen, knollen, kool, spinazie, spij- boonen en sperzieboonen als nagewasdus b.v. Da vroege aardappels of graoeo, vrij is, terwijl men deze gewassen ook mag verbouwen op in den winter van 1916/17 gescheurd of in het voorjaar van 1917 nog te scheuren grasland. Klaverlaud mag niet tot grasland gerekend worden. Het is gebleken, dat vele landbouwers, de circulaire van 14 Dec. 1916, betreffende de beperking van oliezaden, vlas, bieten enz., niet i voldoende begrepen hadden, en dat ook bij de plaatselijke commissiëo meer dan eens verschil van meeniug bestond, zoodat zelfs dikwijls in strijd met de voorschriften is gehandeld. Het ligt in de bedoeling van den minister de verschillende bepalingen streng te handhaveu. Een strenge controle zal worden uitgeoefend, terwijl bovendien de betreffende slrafbepaliogen krachtig toegepast zullen worden. Waar we bovendien vlak voor den zaaitijd staan en alle onjuiste opgaven veel oponthoud zullen veroorzaken, is het van groot algemeen belang voor de lam bouwers, dat zij hunne op- gaveu zoo vlug ol zoo nauwkeurig mogelijk verstrekken, aan de Burgemeesters hunner ge meente. P« landbouwers moeten hun aanvraag voor 1 Ju'Attit bij deu Burgemeester inzenden. Het is ter verkrijging van een vergunnings bewijs üiet nookzakelijk, dat de landbouwer op zijn bedrijt zelf den verbouw van genoemde gewassen uitoefent. Hij kau de hem toegestane oppervlakte geheel of ten deele door onderhuur ot anderszins aan anderen afstaan, ten behoeve van den verbouw vao bedoelde gewassen, mits op zijn bedrijf hiermee niet meer wordt beteeld, dan volgens de hier bijgaande beschikking ge oorloofd is. Land- eu tuinbouwers, wier landerijen in twee of meer gemeenten liggen, dienen hunne aan vrage oiu een vergunningsbewijs in te dienen bij den burgemeester der gemeente, waarin de bedrijfsgebouwen zijn gelegen. Het is vau beteekenis, dat de plaatselijke commissies den inhoud en beteekenis vau de roinisterieelc beschikkingen nauwkeurig kennen. De plaatselijke commissies dragen in dezen een groote verantwoordelijkheid. Zij kunuen heeten Burgemeesters in hunne moeilijke taak belangrijken steun verleenen, en hier den landbouw in 't algemeen een nuttigen dienst bewijzen. Aan allen, welke nader inlichtingen omtrent de uiiuisterieele voorschriften wenechen, zal ik deze gaarue verstrekken. Dc Rijkslandbouwieeraar, CONST. STEVENS. met zijn rantsoeneering der industrie?" „Wilt U daarmee zeggen" vroeg deze, „dat ik een kolenreserve bad moeten vormen „Ja zeker," was het antwoord. „Dan zal ik daar morgen op antwoorden" riep minister Posthuma. Daarop zette de heer van Doorn in tamelijk krasse bewoordingen zijn critiok voort. Er is geen sprake geweest van beleid, zei hij. Hij keurde het verstrekken van goedkoope levens middelen af. Over het platte land gaat een wolk van welvaart, en wat den zoo hoog opgevijzelden nood der groote steden betreft, in 3 maanden ontvingen de bioscopen te Amsterdam f 300.000. De banken van leeoing in die stad bleven in 1915 nog f20.000 beneden het cijfer van 1911. In Rotterdam deed men dezelfde ervaring op. De heer Duijs bracht het rijksgraanbureau ter sprake en wilde weteu of dit millioenen ge stolen beeft. Dit wist hij wel, dat er millioenen uit 's rijks schatkist in de zakken waren terecht gekomen van hen die het dichtst bij het vuur zaten, maar hij wist nfet of hier goede of kwade trouw in het spel was. Deze vraag zal de minister te beantwoorden hebben. Donderdag kwam de begrootiug van Suriname en Curafao aan de orde. DE TWEEDE KAMER schijnt moe van het begrootingswerk, of het begrootingswerk moe te worden. De laatste week kon de vergadering enkele malen niet op tijd beginnen wegens onvoltalligheid en één dag was er om dezelfde reden zelfs in 't geheel geen vergadering. Met het 80-millioeDontwerp kwam er weer wat leven in de brouwerij en raakten de tongen weer los. Geen der leden toonde zich bijster ingenomen met deze wet, maar alle sprekers zouden er zich bij neerleggen omdat zij niets beters in de plaats konden stellen en ze waren dus min of meer bescheiden in hun critiek. De heer Duijs (s.d.) merkte zelfs op, dat, als de heer Treub nog miuister van L., H. en N. was, deze eveuzeer critiek zou te verduren hebben, en deze spreker noemde het stelsel van minister Posthuma zelfs goed. Van den heer van Doorn kreeg de minister harde noten te kraken. Hij verweet hem, dat hij te laat de consumptie beperkt had en veel te laat met de rantsoeneeriug was begonnen. „Waarom was het vroeger noodig F" vroeg de minister. Antwoord vau deu heer van Doorn „Dat is mijn zaak niet, maar de uwe, U bent minister en LI hebt de levensmiddelenvoorziening in handen. Waarom komt de minister nu eerst Zooals we de vorige week schreven scbynt de actie der oorlogvoerenden en vooral aan het Wester front weer levendiger te worden. Het vorige jaar begon het groote Duilsche offensief bij Verdun ook ongeveer half Februari. Nu gaan de aanvalspogingen echter niet uit van de zijde der centralen doch van den kant der geallieerde mogendheden. En het schijnt dat dezen wat voorzichtiger in hun werk gaan dan de Duitschers indertijd bij Verdun, die toen met een onfzaglijke overmacht plotseling en bruut de Fransche stellingen aanvielen en ten koste van ontelbare menschenlevons ze dan ook veroverden. De geallieerden volgen een andere tactiek; ze gaan hier en daar eerst eens probeeren en voelen waar de vijand zijn zwakke punten heeft en hier en daar geven ze hem dan een kleine kneep en vlugge rake slag die den tegeustander verschillende kleine verliezen berokkent. Uit de verschillende berichten over deze verkennings pogingen halen we de volgenden aan. Het Engelsche Communiqué van Zondag meldt: Tengevolge van den door onze troepen uitgooefende druk ontruimde de vijand heden opnieuw belangrijke stellingen aan beide oevers van de Ancre. Wij maakten beduidende vorderingen over een front van eeu mijl nabij Mirauniont, drongen Pelit Miraumont binnen en kwamen over een front van anderhalve mijl vooruit ten zuiden van Serre. Wij heroverden door eeu onmiddellijken tegenaanval een post, dieu de vijand stormenderhand bij Lens had genomen. Er heerschte levendige artilleriebedrijvigheid aan de Somme, bij Atrecht en Yperon. De vijand bleef in de afgeloopeu 24 uur terreiu afstaan langs de Ancre. De Eugelschen bezetten het dorp Serre en andere belangrijke punten. De berichten van Dinsdag eu Woensdag doelen vervolgens mede De vorderingen der Engelschen op beide oevers van de Ancre duren voort op een front van elf mijlen en een diep'e van twee mijlen. Wij bezetten een sterk puut, genaamd Butte de Warlencourt, Kaucourt, Pys en Miraumont, en bereikten den rand van Puisieux, Lebarque en lrlos. Maarschalk Haig meldt voorts goedgeslaagde raids en artillerie-aanvallen. Een later bericht deelt nog moe dat de Engel schen Ligny bezetten en het dorp La Barque namen. Voorts nestelden zij zich in de stellingen ten noor den en Westen van Prusieux au Mont. De Duitschers nemen maatregelen ora een even- tueele bedreiging van Rijssel te verhinderen op een front ter diepte van hoogstens 1015 K.M. hebben ze niet minder dan 6 versterkte liuies opgeworpen, die parallel met de rivier de Deule loopen. De Engelschen bombardeoron den vijand onophoudelijk, welk vuur door den vijand maar matig beantwoord wordt. Engelsche genietroepen hebben de rivier de Leie by baar monding afgesloten, waardoor een deel van de Duitsche posities onderliep. Een Fransch bericht meldt: Maandag schoten de Fransche vliegers drie Duil sche toestellen neer. Een dezer viel in de Fransche linies bij Mercy (in de omstreken van Reims), eeu tweede ten zuiden van Pivon (Aisne), een derde ten zuid-oosten van Altkirch. Fransche bombardemont- I eskaders wierpen projectielen op twee bivaks eu een munitie-depot bij Spincourt, waar vele ontplof-

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1917 | | pagina 1