DE OORLOG. 8T-MAARTEN8DIJK. Woensdagavond om streeks 8 ure werd opgemerkt, dat in de openbare school een begiu van brand was ont staan. Bij nader onderzoek bleek, dat het roet in een kachelpijp in een der lokalen, was gaan gloeien, waardoor de hitte dier pijp zoo groot was geworden, dat de zoldering, waardoor de pijp stak, ook vnur bad gevat en zoo de brand was ontstaan. De brand werd met eenige emmers water gebluscht. Iutercommunale arbeidsbemiddeling. Districtsarbeidsbeurs Rotterdam correspondent schap Si-Maartensdijk. Als correspondent der intercommunale arbeidsbemiddeling voor de gemeente St-Maartensdijk, is met ingang van 1 Maart jl. aangewezeu de heer J. J. Polderman, die voor belanghebbenden te spreken is alle werkdagen vau des morgens 9 tot 11 ure en des nam. van 2 tot 4 ure eu kostelooze be middeling verleent aan werkgevers bij het zoeken naar werkkrachten en aan werknemers by het zoeken naar werk. SCHERPENISSE. In de Donderdag 11. ge houden gemeenteraadsvergadering werden de no tulen der vorige vergadering goedgekeurd. Inge komen stukken Adres der Ned. vereenigiug van kertnisvak- genooten, om de kermis dit jaar door te laten gaan, werd terzijde gelegd wegens te zijn onge zegeld. Schrijven van de gezondheidscommissie inzake toezending ontwerp melkverordcning werd aange houden tot een volgende vergadering. Kennisgeving van den heer Abr. van As, dat hij zijne benoeming tot lid der commissie tot wering van schoolverzuim aanneemt. Goedgekeurd exemplaar van het raadsbesluit van 23 Februari jl. tot wijziging der begrooting 1915. Besloten werd aan mej. M. Boogaard, school- schoonboudster, een gratificatie van f 5 over 1915 te geven. Het kohier van den H. O. werd vastgesteld op f 2939. STAVENISSE. In de II. Maandag alhier ge houden gemeenteraadsvergadering werd, zooveel noodig, concessie verleend voor het leggen van buizen ten behoeve der waterleiding, door wegeu, niet vallende onder het reglemeut op de wegen en voetpadeu. Als gemachtigde voor de verga dering van aandeelhouders betreffende de water leiding, werd benoemd de beer C. L. Dorst. Er werd besloten de locaalspoorplanneo, in verband met de tijdsomstandigheden aan te houden. Aangeboden werd het verslag inzake verbete ring volkshuisvesting. "Vastgesteld werd het kohier hondenbelasting, terwijl de hoofdelijke omslag in geheime zittiug werd behandeld. Ook werd nog besloten het gemeeotehni; tijlej fonisch aan te sluiten. THOLEN. In de Maandag 1.1. gehouden vergadering van het Bestuur en Commissarissen der Begrafenisbus opgericht door het Departe ment Tholen, der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen werd de rekening over 1915 vast gesteld in ontvang op f 2139.875, uitgaaf 1612.52, goed slot f 527.355. Het reservefonds, belegd iu de Nutsspaarbauk bedroeg op 1 Januari 1916 f 3472.521/2. In het eerste kwartaal van 1915 werd weder geen contributie geïnd. De rekening zal ter definitieve goedkeuring aan het Nutsdepartement worden ingezondeu. De volgende voordrachten, mede in te zenden aan het Nutsdepartement, werden opgemaakt voor het altredend lid van het Bestuur, volgens rooster, van den heer l'h. Sakko 1. de heer Pb. Sakko, 2. de heer J. A. Stoutjesdijk. Voor de aftredende leden der commissie, de heeren C. J. den Ouden en W. C. de Lange, als 1ste candidaten de aftredenden en als 2e candidaten de heeren J. A. Poldetman en J. Moelker. Het ledental bedroeg op 1 Januari 1915 1230 en op 1 Januari 1916 1275 eene ver meerdering van 45 leden. Vrijdag 3 dezer trad alhier op voor de «Afdeeling Tholen" van Volksonderwijs de heer S. de Vries, hoofdonderwijzer aan de tuchtschool te Ginneken. Spreker had tot onderwerp, school en huisr gezin. Uitvoerig zette hij uiteen hoe groot het belang is voor het kind, als huisgezin en school elkaar aanvullen, de ouders zich verstaan met het onderwijzend personeel en dezen steunen in hun taak als opvoeder. Het houden van ouderavonden, waarop de de wederzijdsche belangen werdeD besproken werkt hiertoe zeer nuttig. De spreker vond een aandachtig gehoor en een warm applaus toonde dat de aanwezigen voldaan wareu over het gehoorde. Donderdag 9 Maart heeft te Middelburg de indeeling plaats gehad vau de landstorm- plichtigen jaarklasse 1912 (2de gedeelte). Van Tholen werden ingedeeld H. van de Velde en J. N. Polderman. Op het westelijk front blijven nog steeds aller oogen gevestigd. De strijd bij Verdun is nog niet geëindigd en wordt met kracht door de Duitschers voortgezet. Was er midden der vorige week in de gebeurtenissen daar eenige stilstand te bespeuren, aan het einde der week nam de slag in hevigheid toe. Vooral in de sector van Deaumont, hel door de Duitschers genomen fort werd hevig gevochten. De Duitschers dron gen bet dorp binnen doch het gelukte aan de Franschen tenslotte om meester te blijven van het terrein. Later kwamen de infanterie gevech ten tot stand en werd een hevig artillerie duel geleverd, dat eenige dagen heeft geduurd, daarna brachten de Duitschers weer hun infanterie in stelling en hervatten zich de verwoede aanvallen. Ook werden op andere punten van het front nabij de Maas met succes aanvallen ondernomen die aan de Duitschers eenig terreinwinst be zorgden o.a. in den omtrek van Regneville en op heuvel no. 265 die door hen werd genomen, terwijl ze bij een andere Fransche stelling niet minder dan 3300 man gevangen namen en over een breedte, van 6 K.M.,3 K.M. terrein wonnen. Het kanonvuur was van beide zijden buitenge woon bevig. Volgens verschillende berichten ver loren de Duitschers 50 tot 60 duizend man alleen aan dooden. Onderwijl gaan de Russen voort met hun zegetocht tegen de Turken en rokken steeds verder Zuidwaarts op in de richting van Trebi- zonde, natuurlijk worden hierbij iederen dag gevangenen gemaakt. Zij hebben Britslits ge nomen en Trebizonde is reeds door Russische duikbooten gebombardeerd. De tijd zal niet ver meer zijn dat Russen hun Engelsche bondge- nooten in Mesepotamië de hand kunnen reiken. De Duitschers zijn ook weer actiever in de lucht opgetreden. Er heeft weder een Zeppeliu- raii boven Engeland plaats gehad. Twee groote luchtschepen vlogen over de Noord-Oostkust. Er werden ongeveer 40 bommen geworpen waardoor 3 mannen, 4 vrouwen eu 5 kinderen gedood en 33 personen gewond werden. Ook hoort men weer meer spreken van den duikbooten-oorlog en beweging op zee. Engelsche bladen verwachten dan ook een Duitsche actie °P zee- Opvarenden van den stoomtreiler „Odin rapporteerden, dat zij Maandag bij Terschelling ziju gepasseerd een vloot van minsteus 50 Duitsche groote oorlogsschepen, gevolgd door een aantal grijs geschilderde bewapende stuom- treilers, twee Zeppelius en een aantal duikbooten. De treiler werd door den eersten kruiser aange houden en verkreeg op zijn papieren een teeken, dat slechts aan de andere kruisers behoefde ge toond te worden om ongestoord te kunnen doorvaren. De vloot bewoog zich in Westelijke richting. Wellicht kan hiermede in verband "Worden gebracht, dat op onze kusten Maandag op groo- ten afstand een vijftal torpedojagers werden gezien, die in vliegende vaart voorbij stoomden. De Duitsche bladen spreken over de helden vaart van de Möwe en de commandant van dit schip graaf Nicolaas zu Dhona Scblodiën is op het oogenblik een der populairste mSfeuen in Duitschland. Dit geheimzinnige schip, dat indertijd o. a de Appam" kaapte en met een Duitsche prijsbe- zetting nSar een Amerikaansche haven zond en toen zijn tocht voortzette, terwijl de bladen zich het hoofd braken met de vraag of het de „Ponga" of de „Punga" kon zijn, daar er van de «Mö*e" geeu sprake kon wezen, die veilig bij het eskader te Kiel lag. En toch is het de «Mö*e" geweest Want de Duitsche marinestaf deelde Zaterdag officieel mede „Z. M.'s «Möwe", gezagvoerder de korvet kapitein burggraaf Dohna Scblodiën, is heden na een met succes bekroonden kruistocht van verscheidene maanden met 4 Engelsche officieren, 29 Engelsche zeesoldaten en matrozen, zoomede 116 opvarenden van vijandelijke stoomschepen (w. o. 103 Indiërs) als gevangenen en bovendien met goud in baren ter waarde van een millioen mark, in een Duitsche haven biunengeloopen. Het schip heeft de volgende vijandelijke sche pen aangehouden (voor 't grootste deel in den grond geboord, voor een kleiner als prijs, naar onzijdige havens gezonden)«Corbridge" (3687 ton bruto), «Author* (3496 ton), „Trader" (3608 ton), «Ariadne" (3035 ton), «Dromonby" (3627 ton), „Farringfurd* (3146 ton), (/Clan Mactavish* (5816 ton, (/App&m" (7781 ton), „Westbnrn" (3300 ton), «Horace* 3335 ton), „Flameoce" (4629 ton), „Ediuborgh" (zeilschip 1473 ton), «Saxon Prince* (3471 ton). Al deze schepen zijn Eugelsche. «Maroni* (3109 ton Fransch), «Luxembonrg* (4322 ton Belgisch). De Möwe heeft verder op verscheidene plaatsen bij vijandelijke kusten mijnen gelegd, waaraan o. a. het Engelsche slagschip „King Edward VII" ten offer gevallen is". Men kan niet anders dan bewondering hebben voor de kranige daden van dezen kleineu Duit- schen kruiser. Onderwijl staat een nieuw conflict voor de deur. De Portugeesche regeering heeft Duitsche schepen in beslag doen nemen en door Duitsch land werd daarop een ultimatum gesteld, wat tengevolge bad dat de Portugeezen de beman ning der Duitsche schepen interneerde. De Duit sche gezant te Lissabon heeft nu zijn paspoort aangevraagd en de Portugeesche gezant te Berlijn heeft dezelfde opdracht gekregen van zijn re- geeriug. Het gevolg van een en ander is dat Duitsch land Portugal den oorlog heeft verklaard. Ook is het Duitsch-Amerikaansche geschil nog niet opgelost en kunnen hieruit voor Duitschland nog allerlei moeilijkheden voortkomen. In PruiseQ moeten de landstormplichtige jongens die vóór 1 Maart den 17-jarigen leef tijd hebben bereikt, zich thans bij de militaire overheid aanmelden. GEMENGD NIEUWS. Het beschieten van Bandoeng De Bandoeng, van den Rott. Lloyd, is op haar jongste reis van Sabang naar Rotterdam door een Duitsche ouderzeeboot, die het sehip blijk baar voor een vijandelijk vaartuig hield, hevig en langdurig onder vuur genomen. Een van de opvarende heeft de H.ot. het volgende verhaal gedaan De Bandoeng, kapitein N. Huisman, maakte haar 13e reis naar Java en terug. Na op de Javakust een lading koloniale producten inge nomen te hebben, vertrok het schip den 7en Januari van Sabang, met bestemming Rotterdam, via het Suezkanaal. Den 27en Januari passeer den we Port-Saïd, en op den 29en bevonden we ons op ongeveer 34° N.Br. en 24° O.L. pl.m. 80 mijlen bezuiden het eiland Kandia. Te half 10 's morgeus werd onze bemanning opgeschrikt door een kanonschot, waarop in de onmiddellijke nabijheid van het schip een projectiel in het water plofte, dat een reusachtige water zuil opjoeg. De 3e-officier, die de wacht deed, rapporteerde den kapitein dat een onderzeeboot op plrn. 6 mijl afstand op vier kompaRstreeken aan bakboord, boven water kwam. Nog vóór kapitein en 8e-officier weer op de brug waren, viel toen een tweede schot, onmiddellijk gevolgd door een derde, dat vlak langs het schip ging. De seinletters A.B. van bet Internationaal Seinboek werden toen op den onderzeeër waar genomen. Dit sein beduidde „Verlaat uw schip zoo spoedig mogelijk". Dit bevel bracht ons in de meening, dat de onderzeeër ons voor een vijandelijk schip hield de kapitein achtte het daarom raadzaam, met langzaam vooruitdraaiende machines den onder zeeër meer te naderen, ten einde dezen de ge legenheid te geven onze nationaliteit beter vast te stellen. Bovendien werden in den voor- en achtertop van de Bandoeng, Hollandsche vlaggen geheschen, terwijl op het achterschip als altijd de driekleur woei, en de romp van het schip met de kleuren rood, wit en blauw beschilderd was. Middelerwijl hield het vuren steeds aan, zoodat in - tien minnten tijd reeds het achtste schot vieldit laatste wel met zulk een uit werking, dat 't geheele schip er vau dreunde. Te verwondereu was het niet, als men nagaat dat het laatste projectiel ontplofte op zeer korten afstand, plm. 10 meters, zoodat in een onzer reddingbooten 5 gaten geslagen werden, en een ijzeren luchtkoker op verscheidene plaatsen door boord werd. Stukken van Lü cM. lengte en 2 cM. dikte vielen daarbij op het dek neer. Wie schetst de algemeene ontroering, die er toen aan boord heerschte, want een ieder was zich natuurlijk bewust van het gevaar waarin men verkeerde. De gezagvoerder gelastte onmiddellijk alle hens aan dek, en in de booten, die tot oumiddellijke ingebruikneming gereed waren. Het vuren was na het achtste schot opgehouden, en de onder zeeër nam nu blijkbaar een afwachtende houding aan, terwijl het sein A.B. neer ging. Te 10 nur 10 dook de duiboot langzaam onder water, op plm. 4 mijl afstand. We kregen toen den indruk, dat ze haar vergissing had ingezien, en ons als Hollandsch schip herkend had. De machine werd dan ook weer op volle kracht gezet, en de koers vervolgd. Groot was ieders verwondering, toen daarop dezelfde onderzeeër na plm. 45 minuten opnieuw te voorschijn kwam, nu op plm. 4 mijlen afstand achter ons. De Bandoeng stoomde verder, ter wijl de onderzeeër in evenwijdige» koers achter ons aanstoomde, een vol kwartier. Plotseling werd de beschieting tuen hernieuwd, en obser veerden wij het M.N. (stop onmiddellijk). De machiue werd stop gezet; een ieder vroeg zich met angst af, wat men nu toch wel van ons wilde Den 2en officier werd gelast met een boot naar de duikbuot toe te gaan, om nadere in lichtingen te bekomen. Juist zou de sloep weg- roeien, toeu het seiu FH. (zend een boot) ge heschen werd. De scheepspapieren werden ter inzage meegegeven. Na 40 minuten roeien was de boot den onderzeeër genaderd en werd door deze de Duitsche oorlogsvlag gehpschen. De 2e-officier stapte aan boord, en nadat de gebruikelijke vragen van den onderzoekingsdienst beantwoord en de papieren in orde bevonden wareu, werd gevraagd, waarom de Bandoeng niet direct gestopt had bij de eerste wearschuwiogsschoten. Geantwoord werd, dat het sein A B gevoegd bij de niet ver missende schoten, ons in de meening hadden gebracht, dat wy voor een vijandelijk schip gehouden werden, en we uiet begrepen, waarom wij een neutraal schip zonder nader onderzoek moesten verlaten. De gezag voerder achtte het daarom noodig, voerde onze woordvoerder verder aan, u dichter te naderen, ten einde a in de gelegenheid te stellen ons beter te herkennen. Bovendien onze Hollandsche vlaggen waren toch duidelijk genoeg zichtbaar 1 De kommandant antwoordde «Zeker, ze waren zichtbaardoch verscheidene vijandelijke schepen zoeken dekking onder neutrale vlagierwijl uw naderen voor ons een teekeu van tegenstand scheeD, en wij daarom gereed stonden u te torpedeeren. De waarschuwing werd daarbij gegeven in het vervolg nu maar direct te stoppen bij het eerste schieten, daar een herhaling van zulk een geval niet buitengesloten was. Hierna informeerde de kommandant of het Suez-kanaal nog steeds open was, en cf wij Fransche of Eugelsche oorlogsschepen gepasseerd waren. Het eerste werd bevestigend, het tweede ont kennend beantwoorden vervolgens bood de kommandant aan de sloep op sleeptouw te nemen naar de Bandoeng. Op korten afstand liet de Cnterseeboot 8 de sloep weer los, en voer in een cirkel om ons heen. Van beide zijden werd met de vlag ge salueerd, eu ieder vervolgde zijn koers. Het geheele oponthoud had 8 uren tijd in beslag genomen. De oorlog en de Dieren. Een oorlogscorrespondent van de «Nord- deutsche Allgemeine Ztg." schrijft over de bonding van de dieren tegenover de oorlog Het begint met een verhaal over den grooten olifaut in de diergaarde te Antwerpen. Dit dier is aan het malen geslagen. Toen Antwerpen in gesloten werd en het bombardement begon, hebben Belgische soldaten de groote rooldieren en mensch apen doodgeschoten, opdat zij bij het bombar dement niet uit zouden breken en gevaarlijk «ordeD. Het schieten in den tuin en het gebrul vau de getroffen beesten wond de overige be woners van de diergaarde reeds hevig op. Toen echter het regelmatige bombardement van de forten begon, gedroegen zij zich als krank zinnig van angst. Een schijnbare uitzondering maakte alleen de olifant. Wel merkte men, dat er bij dit dier iets om ging, maar zijn onrust was meer innerlijk. Toen de kanonnade begon liep hij dag en nacht zonder rusten op en neer in zijn kooi. Van tijd tot tijd hield hij een seconde stil, zette zijn breede ooren op, stak den snuit iu de lucht en zette dan, als hoofd schuddend over het onbegrijpelijke, zijn draf voort. Als een granaat in de nabijheid viel, had dat geen oumiddellijke uitwerking op hem. Eenige secouden later echter stak hij dan weer zijn snuit omhoog eu luisterde hij, zooals bij het verre gedreun. Antwerpen werd ingenomen, de rust keerde terug, het leven nam zijn ouden loop, voor zoover dit in den oorlog mogelijk is. De olifant echter is sedert dien tijd aan het malen ge bleven. Van zijn oppasser en van zijn oude bekenden neemt hij geeu notitie meer en van tijd tot tijd krijgt hij eea aanval. Dan loopt hij dagen lang op en neer, weigert voedsel en luistert met bepaalde tusschenpoozen met den süuit in de lucht of de oorlog niet terugkeert. Dit dier, dat misschien ten ourechle als een voorbeeld geldt van sterke zenuwen, heeft een zenuwschok gekregen, dien hy blijk baar uiet te boven komt. Een gevaarlijk landsverdediger. Een te Goes ingekwartierde veldartillerist van de treinafdeeling, zekere J. F., zocht, naar de „N. R. Ct." meldt, Zondagavond op den Stationsweg aldaar kennismaking met een boeren meisje, dat evenwel niets van hem wilde weten. Hierover ontstemd, ging de artillerist zijn karabijn halen eQ loste een schot in de richting van het station. De kogel doorboorde den buiten muur en is daardoor blijkbaar in verschillende stukken gerukt. De heer A. V. uit Rotterdam, die te Goes logeerde en zich op dat oogeDblik in de vesti bule van het station bevond, kreeg de kogel stukken in het benedenbeen. De voet werd op verscheidene plaatsen doorboord. De artillerist is gearresteerd. De Zuiderzee en ons verdedigingsstelsel. Als de Zuiderzee droog komt, dan hebben we een provincie meer. Maar 't brengt ons in gevaar, ons heele land te verspelen, zei de heer 't Hooft in de Eerste Kamer. Daarom, vóór we 't water er uitgooien, moeten we daarop wel bedacht zijn. Op welke manier dreigt dat gevaar dan We weten wat bij een aanval van een buiteD- laudschen vijand onze kracht is, zei de heer 't Hooit. Het onder water zetten van ons land. We zijn daarvan te meer overtuigd geworden, sinds in België de Duitschers bij de Yser natte voeten hebben gekregen. Welnu, de Zuiderzee heeft onschatbare waarde om ons het noodige water te verschaffen, als we dat behoeven voor eene onderwaterzetting. Spr. heeft deskundigen hooren verzekeren, dat dit middel niet door een ander is te vervangen. We zullen dan onze verdedigiogslimën en ver sterkingen zeer moeten aitbreiden, evenals ouze legermacht. En dan zullen we nog lang zoo sterk niet staan, in onze verdediging als nu. De Zuiderzee droog is een groot belang, toe gegeven. Maar een krachtige verdediging vau ons vaderland is een nog grooter belang. We mogen dit wel wikken en wegen vóór we tot een daad overgaan. U doet me werkelijk schrikken, mijnheer 't Hooft, zei de heer Van Kol. Maar kom, we behoeven aan die nachtmerrie toch niet eeu schoone twaalfde provincie op te offeren 1 Raakt de Zuiderzee als droog, dan houden we toch nog een IJselmeer over als voedingsbron voor eene onderwaterzetting. We kunnen land winnen en nog water genoeg overhouden. Ten slotte zei ook nog de Minister van Oorlog: Wees gerust, mijnheer 't Hooft; tot de droog making zal niet worden overgegaan vóór de verdediging des lands verzekerd is. Wat ons vestingwezen betreft de heer Van Kol had vau een Duitschen majoor gehoord, dat met vijf schoten van de «ware artillerie een fort in puin wordt geschoten kon de Minister geruststellen, dat in de stelliug van Amsterdam de nieuwe verdedingswerken geheel zyn ingericht

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1916 | | pagina 2