mfflit wijl aai ia tóaipi na ttsltrMl, laalta»,
O 1574.
Zaterdag 15 Mei 1915.
Een en dertigste jaargang.
EN
u
Eerste Blad.
Firma J. M. C. POT, THOLEN.
Publicatie n.
De Raadsvergadering van 5 Mei j.l.
IERSEKSGHE
THOOLSCHE COURANT
BI I Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Prijs per kwartaal f 0,65met Geïllustreerd Zondagsblad f 1.10, franco
post f 1,176. Voor het buitenland 90 cents, zouder geïll. Zondagsblad.
1 njezonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND Ingewacht aan het
bureau te T kol en ol vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke.
UITGAVE
Tei.ef. Interc. 16.
iargemeester en Wethouders der gemeente Tholen,
ngea ter kennis van belanghebbenden dat te be-
op 15 Mei 1915 vanwege de gemeente een
NEMING zal worden gehouden van de
vegen en voetpaden met de kunstwerken.
holen, den 8 Mei 1915.
KIEZERSLIJST.
Iargemeester ea Wethouders der gemeente
»len, maken bekend, dat de op 22 Maart 11.
ijzigde kiezerslijst voor de jaren 19141916,
als deze thans luidt, van heden tot 15 Mei
het volgende jaar vau kracht blijft, behou-
wijzigingen tengevolge van rechterlijke
praken en aanteekeningen omtrent schorsing,
ledoelde lijst blijft voor een ieder ter «Gere
ld e der gemeente ter inzage nedergelegd en in
ihrift of afdruk, tegen betaling der kosten,
krijgbaar.
tholen, 15 Mei 1915.
Burgemeester eu Wethouders voornoemd,
De Burgemeester
J. W. WAGTHO.
De Secretaris
H. J. LABAN.
rak
ete
?e
K.
ioei
do
t P
d
r6
VERKIEZING GEMEENTERAAD.
)e Burgemeester der Gemeente Tholen brengt
openbare kennis, dat op Maandag, den 31
8 i aanstaande, zal plaats hebben de verkiezing
een lid van den Gemeenteraad, ter vervulling
een plaats, welke is opengevallen door de
lagname van den heer J. K. van der Stel,
op dien dag, van des voormiddags negen
des namiddags vier uren, ter Secretarie
Gemeente bij deti Burgemeester kunnen
den ingeleverd
opgaven van candidaten,
bedoeld in artikel 51 der Kieswet en artikel
der Gemeentewet, welke opgaven moeten
M^oaden den naam, de voorletters en de woon-
lts van den candidaat.
formulieren voor de opgaven zijn van heden
en met den dag der verkiezing ter Secretarie
teloos verkrijgbaar. Op die formulieren is
meld het voor de caudidaatstelling vereischte
lal haudteekeuingen van kiezers, bevoegd tot
Ineming aan deze verkiezing.
)e inlevering der opgaven moet geschieden
"oonlijk door één of meer der personen, die
opgave hebben onderteekend. De candidaat
daarbij tegenwoordig zijn. Van de inlevering
dt een bewijs vau ontvangst afgegeven.
De Burgemeester brengt hierbij in herinnering
kei 151 der Kieswet, luidende als volgt:
1'y, die eene opgave, als bedoe'd in artikel
inlevert, wetende dat zij is voorzieu van
dteekeniugen van personeu, die niet bevoegd
tot deelneming aaa de verkieziug, waarvoor
inlevering geschiedt, terwijl zonder die haud-
eningen geen voldoend aantal voor eene
ige opgave zou overblijven, wordt gestraft
gevangenisstraf van ten hoogste drie maan-
of eene geldboete van ten hoogste Honderd
itig gulden.
Iet gelijke straf wordt gestraft hij, die wetende
hij niet bevoegd is tot deelneming aan de ver
ing, eene voor die verkiezing ter inlevering
erode opgave, bedoeld bij artikel 51, heeft
irteekend.
'holen, den 12 Mei 1915.
e BURGEMEESTER der Gemeente Tholen, maakt
md, dat eene Openbare Vergadering van den
eenteraad is belegd tegen Maandag den 17 Mei
des namiddags te 2 ure.
Punten van behandeling
Ingekomen stukken.
Bestedingwerken van de Gasfabriek.]
Benoeming stembureaus,
holen, den 12 Mei 1915.
Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 centsiedere regel meer
10 cents; grooter letters naar plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts
2 maal in rekening gebracht. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering.
De Burgemeester voornoemd,
J. W. WAGTHO.
Voor zoover ik mij herinneren kan, is in do
laatste jaren geen raadsvergadering gehouden, waarin
zulke belangrijke zaken zijn behandeld als in de
vergadering van 5 Mei jl., maar ook nimmer heb
ik in dien tijd een verslag gelezen van een raads
vergadering, die tot zooveel critiek, tot zooveel go-
gronde en gerechtvaardigde critiek heeft aanleiding
gegeven als dezo vergadering.
Daar een der raadsleden, te weten, de lieer Van
Vredenburch, blijkens het raadsverslag, voorkomende
in dit blad van 8 Mei jl. zich heeft beklaagd over
het feit, dat critiek tegenwoordig zoo moeilijk kon
worden verdragen, heb ik gemeend een nuttig werk
te doen om aan den redacteur van dit blad te
verzoeken mij eenige ruimte te willen afstaan, om in
de zeer noodzakelijke behoefte aan critiek alhier te
voorzien.
Want indien het inderdaad juist is, wat door
den heer van Vredenburch is gezegd, dat critiek
zoo moeilijk kan worden verdragen, meen ik
de oorzaak daarvan te moeten toeschrijven aan liet
feit, dat te Tholen èn door den Raad èn door het
publiek, in 't openbaar zoo bijzonder weinig critiek
wordt geleverd en het gevolg daarvan is, dat men
daaraan ontwend geraakt. Aan critiek moet men
gewennen evenals aan koude baden. Met één flink
bad is men. er soms doorheen. Zoo is het ook met
critiek. Eene goed dosis critiek, een krant vol critiek
en... men is er aangewend!
Publiciteit dn critiek zijn de levenselementen
voor een goed, gemeentelijk beheer. Noch het eene
noch het andere kan daarbij worden gemist. Het
laatste is moeilijker te onderdrukken dan het eerste en
bezit levens de eigenschap van te vermoederen in dezelf
de mate, waarin het moeielijker kan worden verdragen.
Ik moet hier evenwel onmiddelijk aan toevoegen,
dat aan critiek de eisch mag en moet worden ge
steld, dat zij zuiver zakelijk zij, d. w. z. dat liet
persoonlijk element haar ten eenenmale vreemd zij.
Zij moet niet de bedoeling hebben om verwijdering,
doch om toenadering teweeg te breugen zij moet
uitgaan van de bedoeling om door argumenten de
personen, tegen wie ze gericht is, te overtuigen, ten
einde op deze wijze het belang te dienen van de
zaak, waarop zij betrekking heeft; maar nimmer mag
zij dienen om degenen, tegen wier beleid zij gericht
is, bewust of opzettelijk onaangenaam te zijn.
Daar ik in de zaak, waarom het hier gaat, de
gemeentelijke gasfabriek, een groot belang zie voor
deze en misschien ook voor andere gemeenten op
het eiland Tholen en deze zaak, zooals mij gebleken
is, de belangstelling van vele ingezetenen bezit,
wensch ik hier mijne bezwaren uiteen te zetten
tegen de wijze, waarop deze zaak tot dusver be
handeld is.
Teneinde echter deze critiek zoo zakelijk mogelijk
te houden en daaraan zoo min mogelijk een per
soonlijk karakter te geven, moet ik vooraf de
opmerking maken, dat wanneer ik naar aanleiding
van het verslag der raadsvergadering van 5 dezer,
mijn instemming zal betuigen met enkele der in die
vergadering geuitte meeningen, ik dit alleen doe,
omdat ik meen verplicht te zijn om, wanneer een
of meer mijner eigen denkbeelden overeenkomen
ir.et die van enkele raadsleden, dit ook uitdrukkelijk
te moeten verklaren en niet mijn eigen denkbeel
den alleen te verkondigen zonder melding te
maken van het feit, dat deze zelfde denkbeelden
ook reeds door anderen zijn geopperd.
Mijne critiek zal voorts zooveel mogelijk gelijke
lijk verdeeld zyu over de handelwijzen van het
college van Burgemeester en Wethouders en die
van den Raad, want geen der beide colleges is in
deze zaak opgetreden op een wijze, die in mijn
oogen goedkeuring of instemming verdient.
Wat mij bij de behandeling van de zaak der
gasfabriek in de eerste plaats heeft getroffen, is het
feit dat daaraan zoo bijzonder weinig publiciteit is
gegeven. Te dezen opzichte zijn wij te Tholen niet
verwend. Terwijl wij eenerzijds in de raadsverslagen
gepubliceerd vinden zaken van het allergeringste
belang, moeten wij ons anderzijds, waar het geldt
zaken van groot gewicht, tevreden stellen met de
sobere mededeeling„de raad gaat hierover iu
besloten vergadering."
Wanneer ik de raadsverslagen van de vorige
vergaderingen opsla, dan lees ik daar wel in van
een lantaarnije hier, van een slootje of straatje daar,
doch over de vraag, die ik en velen met mij zich
meermalen gesteld hebben: „hoe staat het nu met
de overname der gasfabriek", lees ik niets anders
alsde raad gaat hierover in besloten vergadering.
En, wanneer hij daar weder uitkomt, hoort men
van de resultaten der plaats gehad hebbende be
sprekingen niets. Van de geheele overname der
gasfabriek staat Diets in de verslagen vermeld als
alleen het korte bericht, dat na afloop der besloten
vergadering, de Voorzitter de openbare vergadering
heropend heeft, - van welke heropening de verslag
gever van dit blad moest constateeren dat hij daar
van tot zijne spijt niet verwittigd was, - en dat
alstoen het resultaat der besprekingen is medegedeeld.
Reeds in het jaar 1848 schreef de groote staats
man Mr. Thorbecke, de vader der gemeentewet, de
volgende gulden woorden: „Licht is in de politische
„wereld zoowel als in de natuur een noodzakelijk
„levenselement, bij welks gemis geen, of niet dan
„een halve, ziekelijke ontwikkeling te wachten is.
„Zoolang wij in ons gemeentewezen publiciteit missen
„zal de groote weg tot verbetoring gesloten zijn".
Als ik de verslagen van den raad dezer gemeente
schijnt het mij toe alsof de beteekenis dezer
woorden, meer dan een halve eeuw geleden geuit,
in Tholen nog niet ten volle is doorgedrongen.
Van de bevoegdheid om in besloten vergadering
dn zaken der gemeente te bespreken moet slechts
een zéér spaarzaam gebruik worden gemaakt.
Zeker, ik weet wel, dat bij den aankoop van
onroerend goed, de wenschelykheid zich kan voor
doen om de besprekingen, die aan het sluiten der
overeenkomst voorafgaan, in een besloten vergaderig
te doen plaats hebben; de gemeentewet verbiedt dit
ook niet. Doch, zoodra de onderhandelingen wde
voorl rnpige besprekingen" afgeloopen zijn, moet het
met de geheimzinnigheid uit zijn en volledige open
baarheid daarvoor in de plaats treden. Men moet de
ifu-gezótenen „in de gelegenheid stellen om," zooals
Prof. Oppenheim het in zijn bekend werk over het
Nederlandsch Gemeenterecht" uitdrukt, „na te gaan"
„hoe met de gemeentelijke inkomsten door zijn ver
tegenwoordiging wordt omgegaan."
Stond het feit dat deze zaak geheel in besloten
vergadering behandeld is, op zich zelf, dan zou ik
daarvan geen melding hebben gemaakt. Doch het
is niet de eerste keer dat de raad in dit opzicht het
publiek teleurgesteld hoeft.
Iu artikel 44 der gemeentewet is uitdrukkelijk
bepaald dat in een besloten vergadering niet be
raadslaagd, noch een beslait genomen mag worden
over: „het doen vau uitgaven op de plaatselijke
begrooting niet voorkomende". In de vergadering
van 28 Januari jl. werd door den voorzitter aan de
orde gosteld Uitvoering van buitengewone werken
met het oog op do werkloosheid"
Het ging hier om eene belangrijke- uitgave door
de gemeente te doen, eene uitgave die op de be
grooting niet voorkwam. En wat is toen geschied
Over de beraadslagingen daaromtrent hebben de
ingezetenen niets vernomen en in hot verslag in
de courant stond slochts vermeld :„Op voorstel van
den heer Vredenburch. gesteund door de heeren
Wagemaker en Moelker wordt besloten de zaak in
gesloten vergadering te behandelen."
Het gemeentebelang kon in geen enkel opzicht
gebiedend eischen, dat hier van den regel der
openbare behandeling der zaken zou worden afge
weken, zelfs al liet de wet het in dit geval toe. En
het spreekt van zelf, dat wanneer een of meer
raadsleden iets wenschen te zeggen, wat zij niet
aangenaam vinden, om in openbare vergadering te
zeggen, dit nimmer een reden kan en mag zijn, om
do deuren te sluiten en zeer zeker niet in die ge
vallen, waarin de wet uitdrukkelijk openbare be
handeling voorschrijft.
Na deze opmerking van meer algemeenon aard
ga ik over tot bespreking der onderwerpen, waar
over het verslag der raadsvergadering van 5 Meijl.
handelt en dan kom ik in de eerste plaats tot de
zaak, die, naar mij is medegedeeld, bij verschillende
ingezetenen eenige ontstemming heeft verwekt, de
aanstelling namelijk van een administrateur benevens
van een boekhouder voor de gasfabriek, welke laatste
iu het raadsverslag niet oneigenaardig wordt aan
duid met do woorden „een persoon voor de boek
houding, zonder verantwoordelijkheid".
Is het raadsverslag juist dan heeft het in de be
doeling van den raad gelegen om twee personen
aan te stellen en wel
Ie. een administrateur met verantwoordelijkheid
2e. een boekhouder zonder verantwoordelijkheid,
ieder op oen salaris van f 150 per jaar.
Hoe de benijdbare positie van laatsigemelde zal
zijn, kan ik mij op 't oogen blik nog moeilijk voor
stellen. Mij dunkt, ieder, die arbeid praesteert in
gemeentedienst, draagt toch de verantwoordelijkheid
voor zijn geleverden arbeid. Welke dus de positie is
van dezen boekhouder, die zonder verantwoordelijk
heid zijn werk verricht, verklaar ik inderdaad
moeilijk te begrijpen, tenzij bier aan geldelijke ver
antwoordelijkheid moet worden gedacht.
Zoowel de verantwoordelijke administrateur als
de niet-verantwoordelijke boekhouder krijgen ieder
een. gelijk salaris, naar ik veronderstel, - daar de
arbeid tot dusver alleen door den boekhouder is
verricht de een voor zijn arbeid en de andere
voor zijn verantwoordelijkheid. Wat vroeger, toen
de gasfabriek nog in particulier beheer was, door
één persoon werd gedaan tegen een salaris, naar
mij is medegedeeld, van 1150,per jaar, zal
voortaan door twee personen worden verricht, tegen
een salaris van f150,elk of f300,samen.
Van deze regeling, zooals zij in het verslag
niet nader gemotiveerd, staat vermeld, kan
moeilijk iets anders worden getuigd dan dat zij is een
voorbeeld van slechte regeling. Geen enkel goed begin
sel ligt aan haar ten grondslag. Het is verkeerd om ar
beid, die vroeger door één persoon heel gemakkelijk en
goed kon worden verricht, voortaan door twee personen
te laten doen; het is verkeerd om voor een bedrijf
méér geld uit te geven dan door de regelen van
goed beheer geboden wordt; en het is verkeerd voor
één gemeente als Tholen, waar in zoo verschillende
dringende geldelijke behoeften moet worden voor
zien ik wijs slechts op de onderwijzerssalarissen,
die dringend verbetering behoeven, méér geld uit
te geven dan noodig is.
Gaarne wil ik aannemen dat goedhartigheid de
drijfveer is geweest tot het nemen van dit besluit,
maar het beginsel, waarvan men bij deze regeling
beeft gemeend te moeten uitgaan, berust op weinig
deugdelijke gronden.
Uitgaande van de reueneering, dat do administratie
der gasfabriek naar de secretarie moet worden ver
plaatst, en daarom aan den heer Secretaris der
gemeente moet worden o; u fiaeeö ik
zeggen, dat de gemeente aan een bookbouder
naast don administrateur geen behoefte hoeft.
Geen enkel raadslid beeft dan ook do aanstelling
van den boekhouder verdedigd op grond dal de
administrateur dit werk alléén niet zou afkunnen.
De administratie moest worden overgebracht naar de
secretarie en de boekhouder dreigde daardoor zijne
betrekking als zoodanig te verliezen, dit waron de
argumenten, die tot het nemen van hel besluit om
twee personen aan te stellen, hebben geleid.
En nu zou ik den heeren raadsleden toch in
gemoede wel eens de vraag willen stellen: „wanneer
particuliere personen hunne onderneming aan de
gemeente verkoopen met het gevolg, dat daardoor
de boekhouder, die 15 jaar bij die onderneming is
werkzaam geweest, zijne betrekking dreigt te verlie
zen,- op wien rust dan eerder de verplichting om dezen
persoon daarvoor schadeloos te stellen: op de onder
neming, die 15 jaar lang van zijn arbeidskracht
heeft gebruik gemaakt, of op de gemeente, die deze,
naar gij zelf erkennen moet, niet noodig heeft
Men versta mij wol: ik zeg niet, dat de vroegero
eigenaren der gasfabriek rechtens verplicht zijn om
hunnen boekhouder, die door hunne handeling
deu verkoop der fabriek zijne betrekking dreigt
te verliezen, daarvoor schadeloos te stellen ik zeg
alleen, dat, indien hier zou kunnen worden gesproken
vau een verplichting of indien hier welwillendheid
zou moeten worden betracht wat ik bier niet
wensch te booordoolen deze verplichting niet in
de eerste plaats drukt op. en deze welwillendheid
niet in de eerste g'laats moet komen van de
gemeente, die bedoelde persoon niet in baar dienst
noodig heeft maar veeleer van de onderneming in
wier dienst bij 15 jaar lang werkzaam geweest is.
Bedrieg ik mij niot, dan heeft do heer Moelker
ongeveer hetzelfde gezegd, hoewel deze blijkens
bet raadsverslag pertinent sprak van een bestaande
verplichting aan de zijde der vroegere eigenaren der
gasfabriek iets, waarover ik bet onnoodig acht
hier een oordeel uit te spreken, - terwijl mij ook
de noodige gegevens ontbreken om daarover eene
pertinente uitspraak le kunuen doen.
Bovendien moet men wel bedenken, dat door do
thans getroffon regeling een precedent (een vooraf
gaand feit) geschapen wordt, dat minder aangoname
gevolgen na zich kan sleepen.
Wanneer bijv. do gemeente een brug laat leggen
over het veer en de veerkneehts niet of niet allen
in gemeentedienst kunnen worden overgenomen,
wat zal men dan, zonder met de billijkheid op
gespannen voet to komen, antwoorden op hun verzoek
om ie hunnen opzicht eene regeling te treffen op
dezelfde wijze als bij de overname der gasfabriek
me betrokking tot den boekhouder is geschied
Zooals ik reeds schreef, deze geheele regeling,
door den Raad getroffen, beeft bij verschillende
ingezetenen ontstemming verwekt. En toch had dit,
naar mijn bescheideu meening kunnen worden voor
komen, indien de opzet der zaak een andore ware
geweest.
Nog nimmer ik moet bet tot mijn leedwezen
constateeren heb ik op eene wijze als thans is
geschied, een bedrijf door een gemeente zien over
nemen en in exploitatie brengen. Al „de verzuimen",