weetblad, pwijd aan Je belanpn Tan oesturMt, landtmni, m.
No. 1545.
Zaterdag 24
October 1914.
Een en dertigste jaargang.
EN
DE OORLOG.
FEUILLETON
Dolly en de Vrek.
IERSEKSCHE
THOOLSCHE COURANT
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag.
Prijs per kwartaal f 0,65met Geïllustreerd Zondagsblad f 1.025, franco
per post f 1,10. Yoor het buitenland 90 cents, zonder geïll. Zondagsblad.
Ingezonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND Ingewacht aan het
bureau to T k o I e n of vóór DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke.
UITGAVE
Firma J. M. C. POT, THOLEN.
Telkï. Inteec. 16.
Adrertentiënvan 1 tot 4 regels 40 centsiedere regel meer
10 cents; grooter letters naar plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt sleohta
2 maal in rekening gebracht. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering.
Voor de Landweer te Vrouwenpolder.
Wie van onze lezers wil zijn boekenkast eens
nazien ten behoeve van de Landweer te Vrouwen
polder
Er is een bibliotheek opgericht die ongeveer
honderd deelen telt en waarvan met de lange
avonden veel gebruik wordt gemaakt.
Hen die gelezen boeken voor dit doel wen-
schen af te staan, Hollandsch, Fransch, Duitsch
of Engelsch, worden beleefd verzocht deze te
willen zenden rechtstreeks aan ondergeteekende
of aan de firma J. M. C. Pot te Tholen, die
dan voor doorzending zal zorg dragen.
G. AMSING Jr.,
38e. Bat. Landweer, Vrouwenpolder.
Publicatie n.
De Burgemeester der gemeente Tholen maakt be
kend, dat door hem is ontvangen het volgende bericht
van den Territorialen Bevelhebber in Zeeland
„Het bepaalde in myn telegram van den derden
dezer moet in zooverre gewgzigd, dat tot nader order
slechts brood mag worden gebakken van 80 0/0 onge-
build tarwemeel en 20 0/0 bloem onder brood wordt
mede verstaan het kleine soort als kadetjes enz. Wil
op de aflevering van meel door molenaars en han
delaars toezicht doen houden, opdat aan de bepaling
omtrent brood stipt de hand gehouden kan worden,
betgeen noodig is met het oog op de beperkte voor
raad tarwe in de Provincie. Op medisch advies kan
brood van eene andere samenstelling gebakken worden,
terwyl onder deze bepaling niet is begrepen het brood
uitsluitend voor veevoeder."
Tholen, den 19 October 1914.
De Burgemeester van Tholen maakt bekend, dat
voor den groothandel (raffinadeurs) een maximumprijs
van suiker is bepaald voor kwaliteit melis no, 1
van f48,50 per 100 K.G., andere suiker naar even
redigheid, terwyl voor den kleinhandel de maximum
prijs voor alle soorten hehandhaafd blijft op 55 cent
per K.G.
Tholen, den 19 October 1914.
De Burgemeester voornoemd,
M. G. VAN STAPELE.
Nog eenige daeen en het is reeds drie maanden
dat de oorlogsfakkel ontbrandde en bijna geheel
Europa in vuur en vlam zette. In het begin^
van den oorlog waren er profeten die profeteer
den dat een moderne oorlog nooit langer dan
twee of drie maanden zou kunnen duren, doch
ook hier is het weer gebleken dat al deze pro
feten, zooals het spreekwoord zegt, brood eten
en dus valsche profeten zijn geweest. Ook is
van andere zijde beweerd, dat deze oorlog niet
twee, drie maanden, maar misschien wel twee,
drie jaren zou kunnen duren en werkelijk, zoo
als het nu gaat, begint het er wel eenigszins
op te gelijken, dat het einde nog niet daar is.
Ia de krijgsverrichtingen, vooral op het Westelijk
oorlogsterrein, zit weinig vooruitgang, wat ge
beurd is in België hierbij buiten beschouwing
latende. Wel was de val van Antwerpen een
reusachtig succes voor de Duitsche wapenen en
(10)
„Neen, Dolly ik wilde geen cent stelen. Het
is hier allemaal nog, de driehonderd, in het
kussen genaaid. Driehonderd dollars in goud.
Mariannes vader zond het voor je moeder. Ik
bewaarde het alleen voor haarjelui bent zoo
verkwistend".
„Mariannes vader I" riep Dolly uit. „En je
wist dus al dien tijd dat Mariana mijn zuster
niet was
„Dat maakt niets uit", zeide de vrek, het
kassen betastende. „Geef me een mes en ik
•zal het lostornen en de driehonderd er uithalen".
„Ja, dat is goed", riep Dolly vroolijk, /ik
zou ze graag zien".
„NeeD, ik mag ze jou niet geven. Ga je
moeder roepen".
een duchtigen tegenslag voor de verbonden
legers, die vast op het behoud van Antwerpen
hadden gerekend en heeft Duitschland nu in
bijna geheel België de handen vrij, maar de
groote strijdmachten in Noordelijk en Noord-
Oostelijk Frankrijk staan dreigend tegenover
elkander, nemen versterkte stellingen in, dringen
ieder op zijn benrt op zekere punten eens
vooruit, om in een volgend oogenblik weer
teruggedrongen te worden. Zoo is bijvoorbeeld
de stad Rijssel voor de derde maal door de
Franscbe troepen ontzet en zijn de Dnitschers
voor de zooveelste maal weer daaruit en uit de
omgeving verdreven, maar de behaalde voor
deden zijn van dien aard, dat èn Duitschers èn
Franschen beiden juichen: wij behaalden eenig
voordeel en de stand van zaken is voor ons
allergunstigst. Ondertussohen blijven de legers
elkander bestoken en het dooden- en gewonden-
cijfer aan beide zijden wordt steeds grooter;
steeds vallen meer slachtoffers van den grooten
krijg te betreuren en de rekening krijgt steeds
een grooter totaal aau te wijzen.
De stemming in de gezaghebbende kringen
is nog lang geen stemming des vredes, slechts
hier en daar verheft zich een stem wel zucht
bet volk onder den druk en onder de last der
oorlog, maar van een dringen om vrede wordt
nog niets vernomen. Ja, ellende wordt door den
oorlog genoeg geleden, maar de slachtoffers van
den oorlog dorsten slechts naar weerwraak en
vragen niet naar den vrede, die ze oneervol
zouden achten alvorens ze huu tegeupartijders
voor het hnn aangedane leed hebben vernederd.
Er is nog slechts een dorsten naar wraak en
geen roepen om den vrede en daarom is te
verwachten dat deze oorlog nog lang, lang en
bloedig voortgezet zal worden, wellicht zoolang,
dat beide parijen geheel uitgeput zullen zijn,
en wellicht zoo bloedig dat geen ander voor
beeld in de geschiedenis zal zijn aan te wijzen
dan den grooten oorlog der twintigste eeuw,
de moderne moordoorlog. En waartoe, voor welk
een doel en tot welk een prijs? Waartoe? Och om
den haat door de naijver tusschen de verschillende
volkeren ontstaan te bevredigen. Voor welk doel
Wel, om elkander de heerschappij te ontzeggen,
om elkander de macht over de zeeën en de
opperheerschappij op handelsgebied te betwisten.
Waartoe? Ja, waartoe, tot welk resultaat? Haast
zijn we geneigd te gelooven dat het resultaat
nihil zal zijn en dat straks al de partijen naar
verhouding even sterk zullen staan als voor den
oorlog. Alleen zal straks de biDnenlandsche toe
stand in alle oorlogvoerende staten misschien
belangrijke wijzigingen ondergaan. De sociale
vooruitgang zal voor een grooten tijd teruggezet
zijn, verschillende takken van industrie, die voor
den oorlog tot grooten bloei waren geraakt,
zullen niets of zeer weinig meer opleveren en
in verscheidene kringen zal in plaats van vroeger
heerschen sociale welvaart, sociale nood heerschen.
Bij geruchte werd hier, en trouwens overal
in het land, in het begin de week verteld dat
de Duitschers vooral in bet midden van het tront
zonden teruggeslagen zijn. In hoeverre deze
geruchten waarheid bevatten kan niet gecon-
Toen zij weg was, haalde hij uit het gat in
het kussen een morsige beurs, en plaatste het
kussen op zijn knie.
z/Daar is het", zeide hij, ,/daar is het nu.
Ik zal het niet openen als ik het zag blinken
zou ik het niet kunnen afstaan. Wat zullen ze het
vermorsen Opeten, in één maand misschien
maar het is mija eigendom niet. Ik rekende het
nooit mijn eigendom. Ik bewaarde het alleen
voor hen. En ik had er pleizier in hen arm
te zien". Hij werd opgeschrikt door een luid
geklop op de deur en een oogenblik later kwam
de zeeman de kamer in, gevolgd door de weduwe,
Marianne en Dolly.
„Toen ik binnenkwam vond ik den zeeman
met moeder sprekende", zeide Dolly. „En hij
hij zal je geen kwaad doen, Mr. Perkins".
De vrek deed een poging om op te staan,
maar zijn verlamde beenen weigerden hem te
dragen. Beschaamd en verlegen, want hij gevoelde
nu werkelijk schaamte, keek hij allen beurtelings
aan. Voor het eerst sedert jaren gevoelde hij
behoefte aan menschelijke sympathie.
»Je hebt beloofd me te helpen, Dolly",
zeide hij.
stateerd wordeD, wel berichten de Frausche
comuniqué's dat de geallieerden voet voor voet
grond winnen en dat de toestand uiterst guostig
is te noemen, doch de Daitscbe berichten be
vatten precies hetzelfde en door geen van beid*
partijen wordt gewag gemaakt van groote vor
deringen.
Bij Rijssel dat thans weer door de Franschen
bezet is, hebben dezen ongeveer 10 K.M. terrein
gewonnen.
Het Belgisch-Engelsche leger heeft zich terug
getrokken en is werkelijk ontkomen aan de
vervolging van de Duitschers en bevindt zich
in het Noorden van Frankrijk. De terugtocht
werd door de Belgen tegemoet getrokken Fransche
en Engelsche troepen gedekt. Deze troepen zijn
nu met het langs de zeekust optrekkende Daitsche
leger in contact gekomen tusschen Oostende en
Nieuwpoort, en worden door de Engelsche vloot
krachtig bijgestaan.
Ook de teruggetrokken Belgische troepen
hebben zich bij dit leger gevoegd.
Een troepenmacht van ongeveer 30.000
Duitschers bezet de knst. De Dnitschers hebben
zich in loopgraven versterkt. Het Engelsche
scheepsgeschut moet veel uitwerking doen. De
gevechtsliuie strekt zich ongeveer uit van Furnes
tot Yperen. De opmarsch der Duitschers werd
tot staan gebracht en de gevechten moeten zeer
hevig zijn. Aan beide zijden worden gevoelige
verliezen geleden. Op enkele puuten werden de
Dui*<chers teruggeslagen. Hetofficiëelecoinuuiqué
van de Fransche regeering van Woensdagavond
bevatte bet volgendeOp onzen linkervleugel
van de Noordzee tot La Bassé, op de fronten
van Nieuwpoort tot Dizmuiden, van Yperen
tot Menin, van Warneton tot La Bassée, is
heden een hevige slag geleverd. Volgens de
laatste berichten hebben de bondgenooten zich
overal gehandhaafd. Van het centrum en den
rechtervleugel valt niets te vermelden.
Een telegram uit Londen maakt bekend dat
de Duitschers den geheelen Dinsdag en Woensdag
hevige tegenaauvallen op het leger der ver-
boudenen hebben ondernomen over het geaeele
front, doch overal met gevoelige verliezen werden
teruggeslagen. Vooral het Belgische leger onder
scheidde zich door de moedige verdediging van
zijn stellingen. De beide Engelsche monitoren
die van uit de zee aan de gevechten op den
linkervleugel deelnamen hebben veel bijgedragen
tot het succes van den strijd. Ook werdeu
Engelsche mitraleusse-afdeelingen ontscheept om
aan de gevechten deel te nemen. Van Duitsche
zijde komen de laatste dagen weer opmerkelijk
weinig berichteu over den toestand aan het
Westelijk troat.
Geruchten en mededeelingeu uit Antwerpen
melden dat de Duitschers in het midden
van het front aanmerkelijk zouden zijn terug
geslagen en de Fransche troepen zich reeds bij
Brussel zouden bevinden. Daar eqhter van geen
van beide zijden hiervan officiëel iets wordt
medegedeeld, kunnen we deze geruchten voor-
loopig wel als zeer twijfelachtig aannemen, vooral
daar ze uit Antwerpen komen waar uit den aard
der zaak het nienws niet zeer betrouwbaar zal
zijn en misschien door optimisten die de Ant-
De kleine meid verliet de groep en kwam
bij hem staan. Die hulp scheen hem moed te
geven, want hij wendde zich tot den zeeman,
en zeide„Ik wist gisteren al dat je thuis
waart gekomen. Ik ben daar heelemaal niet
verbaasd over".
»De oude knol vertelde je dat, denk ik. Hij
zei, dat hij geen mondjevol haver gehad had,
sinds ik laatst hier was", en de zeeman lachte,
terwijl hij zijn hoed achterover zette.
Tobd, opeens, verdween de lach van zijn ge
laat, en met een ernstig gebaar naar den ouden
man wijzeude, zeide hij, en daarbij wendde hjj
zich tot de weduwe eu Marianne Zie je hem
daar Dat is mijn oom een vrek en een diet".
„Neen, geen dief", zei Dolly; „want hij vertelde
mij, dat hij het geld alleen maar voor ons be
waarde. Hij wilde het nooit voor zichzelf be
houden. Hij is een vrek, maar hij kan het niet
helpen*.
„Neen ik kan het niet helpen*, herhaalde de
oude man zwak, /maar ik ben geen dief*. Hij
reikte den bundel over de tafel naar de weduwe.
/Hier is hetalle driehonderd*.
„Het behoort aan Marianne*, zeide deze.
werpenaren een weinig moed willen inspreken
zal zijn uitgestrooid. lo ieder geval kuDnen
we als feit vaststellen dat de gebeurtenissen der
laatste dagen niet in het voordeel van de
Dnitschers zijn geweest.
Aan het Oostelijk front daarentegen hebben
de Duitsche eu Oostenrijksche troepen iederen
dag nieuwe successen te boeken en worden de
Russen steeds teruggedreven. Een groote milli-
oenenslag is daar op het oogenblik weer aau
den gang, die vermoedelijk weer in het nadeel
der Russen zal uitvallen. De Russische troepen
staan in een linie die zich van het Zuiden in
de nabijheid van Przemytl uitstrekt naar het
Noorden tot ten westen van Warschau.
Hieruit kan men, als men den afstand eens
op de kaart gaat nameten, alleen al zien hoever de
Russen zijn achteruit getrukkeu. lo Oost-Pruisen,
dat tot Koningsbergen is bezet geweest, is thans
niets meer vaD militaire bewegingen te be
speuren. Ook is op Hongaarschen grond geen
Rns meer te bekennen. Perzemisl is door de
Dnitsch-Oostenrijksche troepen ontzet, en de
Russen worden niet alleen iu het front, maar
ook in den rug aangevallen. Hoe deze slag zal
uitvallen, kan Dog niet met zekerheid worden
gezegd, daar nit het binnenland van Rnsland
ontzaggelijke troepenmassa's naar het bedreigde
punt schijnen te worden aangevoerd. Als de
slag echter in het voordeel der Russen mocht
uitvallen, zal het alleen zijn door de overstel
pende meerderheid, daar bet grootste gedeelte
der troepeD bestaat uit ongeoefende mauneo,
Moedjiks en Kozakken, die wel is waar met
grooten moed zullen strijden, maar niet militair
zijn aangelegd eu geoefend. Ook hier nemeu de
Duitschers versterkte stellingen in, zoodat het
wel gelijkt alsof ze zich in den grond willen
nestelen.
Ter zee komt, naar het schijnt, ook eens wat
meer beweging. Werd de vorige week de En
gelsche kruiser Hawkes in den grond geboord
door Duitsche onderzeeërs, de Engelschen heb
ben daarvoor weerwraak genomen en boorden
Zaterdag vier Duitsche torpedobooten iu deu
grond. Een Berlijnsch marinebericht deelt mede,
dat de Engelsche duikboot E 3 Zondag in de
Duitsche bocht in de Noordzee werd vernietigd.
Ook werd Donderdag te Vlissingen weer zwaar
kanongebulder uit de zee vernomen, zoodat ook
thans weer nieuws te wachten is van zeege
vechten. Het zal echter nog wel een of twee
dagen duren eer de berichten hieromtrent be
kend raken.
Uit Stavanger wordt gemeld, dat het Engel
sche stoomschip Glitra (bruto 866 ton) voor de
Noorsche kust door een Duitschen onderzeeër
in den grond is geboord. De bemanning werd
gered.
Het Zuid-Afrikaansche gouvernement is krach
tig opgetreden tegen kolonel Maritz en zijn
aanhang en generaal Botha ontvangt uit ver
schillende kringen grooten lof voor zijn ingrij
pen. Overigens is ook hier geen bizonder be
langwekkend nieuws.
Ook uit het verre Oosten bericht men weinig
belangrijks. Een Japansche kruiser is in de Baai
van Kiou-Tsjou op een mijn gestooten en ge-
„Het is het uwe*, zeide de zeemaD. „Mariannes
vader gaf het mij vier jaar geleden om het u
te breugen. Hij was stervende iu een vreemde
havenplaats, eu omdat ik een Amerikaansch
zeeman ben, vertrouwde hij het mij toe. Het
was alles wat hij bezat, en hij zond het met
zijn zegen. Ik beloofde, dat ik het u zelf zou
overhandigen, maar toen we in Boston aan wal
kwamen, bemerkte ik dat ik geen tijd zou
hebben hierheen te komen, en ik was bang
het goad met den postwagen te zenden. Ik
ontmoette hem, en gaf het hem om u te over
handigen. Wij hadden gierigaards en verkwisters
in de familie, maar nooit dieven*.
De vrek kromp bij het woord /dieven* ineen,
maar zeide niets. Hij zat met neergeslagen oogen,
het oude stoelkussen vaster omknellende.
„Je hebt dat geld vier jaar gebruikt*, zeide
de zeeman, „betaal na ook de intrest*.
„Waar ter hemel haal ik geld vaudaan
zeide de ander met sidderende stem.
„Wel, waar je dit bundeltje uitgehaald hebt I
Uit dat smerige kussen'.
„Neen, neen, mistress Bradley weet wel beter*.
Wordt vervolgd.)