ralllai, pwijd aan de klanpi m oesterteelt, landden, enz. No. 1544. Zaterdag 17 October 1914. Een en dertigste jaargang. EN DE OORLOG. FEUJLLETOS. Dolly en de Vrek. IERSEKSCHE THOOLSCHE COURANT Dit blad verschijnt eiken Zaterdag. Prijs per kwartaal 0,65met Geïllustreerd Zondagsblad f 1.025, franco per post f 1,10. Voor het buitenland 90 cents, zonder geïll. Zondagsblad. Ingezonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND Ingewacht aan het bureau te T h o I o n of véér DONDERDAGMIDDAG bi) onzen medewerker to lerteko. UITGAVE Firma J. M. C. POT, THOLEN. Tklkf. Intekc. 16. Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 centsiedere regel meer 10 centsgrooter letters naar plaatsruimte. Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts 2 maal in rekening gebracht. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering. Belgische vluchtelingen. Bij het bureau dezer courant zijn ingekomen de volgende giften J. M. Ie T. f 1.P. te T. f2.40. J. M. C. P. te N. f 10.—A. te T. f 0.50, K. te T. f 0.25. W. J. v. N. te II. f2.50, K. te T. f0.88. Verder werd toezegging gedaan van V. te T. van 1 van zijn salaris over 1 maand. Totaal f 17.58. Publicatiën. Burgemeester en Wethouders ran Tholen maken bekend, dat hel Herh&lingsonderwgs voor Jongens en voor Meisje» zal aanvangen op Dinsdag 3 eu Maan dag t November 1914. Aangifte van Leerlingen vóór 1 November e.k. by het Hoofd der School. Tholen, den 14 October 1914. Burgemeester eu Wethouders voornoemd, M. G. VAN STAPELE. De Secretarie, H. J. LABAN. De Burgemeester van Tholen maakt bekend, dat alechts brood mag verkocht worden, gebakken van 80 procent ongebuild tarwemeel en 20 procent bloem. Op medisch voorschrift kan brood, gebakken met een grootere hoeveelheid bloem, geleverd worden. Tholen, den 13 October 1914. De Bargemeeeter voornoemd, M. G. VAN STAPELE. Weer een nienw en belangrijk hoofdstuk is in de geschiedenis van den Enropeeschen oorlog opgeteekend de belegering en den val van Ant werpen. Het valt voor de verbonden mogendheden niet te loochenen dat dit een zeer belangrijke tegenslag is voor hnnne wapenen. Immers te voren is door de gezaghebbende Engelsche en Fransche bladen verzekerd, dat het behoud van Antwerpen van het grootste belang is voor de verbonden legers. Natuurlijk zal nu door Franschen en Engelschen beiden, gezegd worden dat de val van Antwerpen inderdaad niet zooveel beteekent, maar wie als buitenstaander met een nuchter oordeel de zaken bekijkt, moet als resultaat van zijn beschouwingen zeggen dat de val van Ant werpen een geduchte tegenslag is voor de ver bondenen, terwijl de Duitsohers hem als een groote overwinning zullen boekstaven. Antwerpen, met zijn sterke verdedigingswerken en zijn for tengordel, Antwerpen, «en der sterkste vestingen der wereld, is binnen enkele dagen in het bezit van den belegeraar geraakt. Bij de Duitschers laid gejuich en bij de Franschen en Engelseben neerslachtigheid P Wel neen, het Fransche karakter leent zich niet voor pessi misme. Men vertrouwt in Frankrijk nog steeds op den toekomst en de Engelschman heeft immers verzekerd, er moge gebeuren wat er wil, wij blijven volhouden tot het einde. Duitsch- land moge in het begin van den oorlog zege op zege behalen, de eindoverwinning moet aan de zijde der Engelsche wapenen zijn. Tusschen de slag aan de Aisne en de ver dediging van Antwerpen bestoud een nader (9) Gedurende eenige minnten at hij en zeide niets meer. Toen zijD eerste honger gestild was keek hij op, er lag nu werkelijk een glans van tevredenheid in zijn diepliggende oogeD, en hij zeideJe lijkt wel wat op mijn znster Betty." „Was die ook zorgeloos en verkwistend?" „Ja dat was ze." Hij meesmuilde een oogen- blik en begon toen weer te eten. Na een poos hield bij weer op en zeide„Ze zat op moe ders plaats na moeders dood, en ze was geen halve duim grooter dan jg. Ze had de gewoonte in den suikerpot te roeren, net als jij nu doet. Vader zat hier en Ben daar. Er is geen van hen over, geen een leeft meer. „Waarom bleef je alleen over verband dan een oppervlakkige beschouwing te denken gaf. Immers de Engelsche troepen machten, die naar Antwerpen werden gevoerd, hadden andets in Frankrijk assistentie kannen verleenen. Had de vesting Antwerpen stand kunnen hondeD, dan was de slag aan de Aisne zonder twijfel in het voordeel van de ge allieerden uitgevallen, terwijl nu de uitslag nog twijfelachtig is door de spoedige aanvoer van de troepen van Dnitschland, die aan de belegering van Antwerpen hebben deelgenomen, naar de operatieterreinen in Frankrijk. Welis waar trachten de vereenigde Belgische en En gelsche troepen, die zich in zuidwestelijke rich ting hebben teruggetrokken, zich met het legar der bondgenooten in Ffankrijk te vereenigen, maar het zal de groote vraag zijn of ze hierin zullen slagen, daar het Duitsche leger hen op den voet volgt en alle mogelijke moeite zal doen om den vijand den pas af te snijden. Hierdoor komen beide legers in een moeilijke positie en de hierna volgende slag zal bloediger zijn dan alle tot nn toe plaats gehad hebbende, daar bf een deel van het verbonden of een gedeelte van het Duitsche leger op deze manier in den knel zal geraken. Wat verder .den aanval op Antwerpen betreft, reeds de vorige week koDden we melden dat de beschieting der stad was begonnen en dat er een hevige brand woedde, veroorzaakt door het in brand geraken van petroleumtanks en van de gashouders vau de gasfabrieken te Hoboken en te Bcrchem. De succesievelijke inkomende berichten, meest opgevangen nit den mond van vluchtelingen, bleken bijna alle verschrikkelijk overdreven te zijn. Uit deze berichten maakte men bijna op dat de geheele stad in vuur stond. Natuurlijk heeft het bombardement wel ver schrikkelijke verwoestingen aangericht, maar niet zoo erg als men ons eerst deed vermoeden. Het Zuidelijk gedeelte der stad is het zwaarst be schadigd en ook Berchem heeft veel van het vuur te lijden gehad. Beeds Vrijdag waren de Duitschers zoover ge vorderd dat ze de stad konden binnentrekken, 's Morgens te 11 uur werd de witte vlag ge- heschen en de stad was in handen der Dnitschers. Antwerpen is das ondanks zijn sterke forten gordel van 42 forten, gevallen binnen een paar dagen. Het heeft evenmin als Luik, Namen, Longwy en Maubenge de vernietigende uit werking van het zware Duitsche belegerings geschut kannen weerstaan. De kostelijke ver dedigingswerken schijnen das in den modernen oorlog van nul en geener waarde te zijn 12 dagen heeft de geheele belegering en 3 -gen het bombardement gedonrd. Het verlies van Antwerpen wordt na geweten aan de ontijdige hulp der Engelschen, deze zijn minstens 4 of 5 dagen te laat aangekomen en hadden moeten medewerken om de Duitschers vbbr de eerste forteulinie te verslaan, want toen ze daar een maal doorheen geslagen waren, was er geen houden mee aan. De laatste twee dagen van de verdediging moesten slechts nog dienen om de terugtocht van het leger te verzekeren, anders was de stad reeds eerder in handen van den vijand overgegeven. Gedeeltelijk is dit ook ge lakt, doch een der deel van het bezettingsleger „Ik ben een taaie 1" „L)at is misschien de reden niet," zeide zij, schepte een lepel vol op, en liet er toen de suiker weer afloopen. „Waarom denk je dan?" „Ik heb niets geen lust het te zeggen." „Wat is het?" „Je weet wat je bent." Ze sprak zacht, ter wijl zij de oogen strak op de suikerpot ge vestigd hield. „Neen ik weet het niet." Hij scheen zich te vermaken met haar verlegenheid. „Een vrekhernam zij. Het woord kwam plotseling, als een kogel uit een geweer en trof hem, maar veel kwaad deed het nietwant hij antwoordde bijna on- middelijk „Een vrek is een man die geld heeft Juffertje Dolly, en ik heb geen geld „Ik dacht dat je veel geld hadt." „Neen, neen, ik ben arm. Er is geen dollar in dit huis." „Dat is er welEr is goud hier in huis 1" ze schudde dreigend haar vinger, en strekte de hand over de tafel naar hem nit. werd tusschen de Hollandsche grens en de Duitsche troepen ingesloten en verkoos liever zich op neutraal Hollandsche grondgebied te laten in terneeren, dan als krijgsgevangenen in handen van den vijand te vallen. Ongeveer 22000 ge- interneerden vertoeven thans in ons land. Bezoekers van Antwerpen na de overgave, deelen mede dat de Dnitsche militairen zeer gematigd optreden en namens bnigemeester en schepenen is eeD proclamatie uitgevaardigd aan de bewoners die gevlucht zijn om zoo spoedig mogelijk terqg te keeren. Eigenaren van maga zijnen van levensmiddelen worden door het Dnitsche gouvernement met straf bedreigd als ze niet binnen een bepaalden tijd zijn terugge keerd. Vele der uitgewekenen vertrouwen de be lofte van het Duitsche Gouvernement, dat aan terugkeerenden de volle burgerrechten en vrijheid waarborgt, niet, en zijn van meening dat het slechts zoet gefluit van een vogelaar is, die de bewoners in de stad tracht te lokken om straks te voorkomen dat ook de verbonden legers de stad zullen gaan bombardeeren. Ook is men bevreesd dat de Duitschers personen tusschen 18 en 50 jaar zullen pressen om diensten voor het militaire gouvernement te verrichten. Ook Gent is thans door de Duitschers bezet en de Belgische regeering die naar Ostende ver trok, heeft thans haar zetel naar Frankrijk over gebracht. Koning Albert bevindt zich nog bij zijn leger en moet naar geruchten melden *vwle arm gewond zijD. Omtrent den val van Antwerpen meldde Keizer Wilhelm aan een tanteAntwerpen is hedenmiddag zonder strijd bezet. God zij voor dit heerlijke resultaat in diepen ootmoed gedankt; Hem zij de eereWilhelm. Vergeet de Keizer hierbij niet al de verliezen die niet voor de stad maar voor de forten zijn geleden, zoowel door Duitschers als door Engelschen en Belgen. Vergeet de Keizer bierbij niet al de ellende die de arme vluchtelingen hebben moeten doorstaan. Ja, dit was wel ge 'i strijd, dit was alleen ellende door den strijd. Maar het bloedvergieten voor de forten behoeft niet te worden getelt en de nasleepende ellende, daarmee behoeft niet te worden gerekend, want de zege is behaald en dat is in dezen oorlog het voornaamste. Met menschenlevens behoeft niet te wordeD gerekend. Het doel heiligt alle middelen. Zooals de Keizer zich hier uitdrukt, schijnt het als kostte de val van Antwerpen geen bloed en geen menschenlevens, en juist het tegendeel is waar. De val van Antwerpen koste duizende menschen levens. Duizende aan beide zijden. De Dnitsche legerberichten bevatten tal van bizonderheden over de beschieting en den val van de stad. Er klinkt een zekere jubel door deze berichten en het is Diet te ontkennen het is een groot sncces en de Duitschers hebben alle recht, om hierop trotsch te zijn. In de stad werden reusachtige voorraden voedermiddelen en andere voorraden buit gemaakt. Dit bewijst dat de val van de stad nog onverwachts kwam, daar anders de bezetting deze voorraden wel had trachten te vervoeren of vernietigd had. Van het groote operatieterrein is nog zeer weinig nieuws. Hier en daar winnen de Franschen „Goud, Dolly," stamelde hij „Goud Hij had zich zonder hulp van de tafel af- gestooten en poogde nu op zijn voeten te staan. „Waar komt dat van daan, kind?" „Van een zeeman." „Wie vertelde je dat Zijn mager gelaat scheen zich uit te rekken. „Heeft je moeder het gezien „Wel zeker, ik liet het haar zien. Het gaat je niet eens aan, het behoort niet aan jou." Hij richtte zich met moeite overeind, doch viel hulpeloos in zijn stoel terug. „Waar is het nn fluisterde hij. „Waar is het nu, Dolly P" „In mijn kamertje, in een doos." Hij scheen zoo verward dat ze zijn hand greep en poogde hem te kalmeeren. „Ja, ja, mompelde hij, zich aan haar vast klemmende. „Je zult me bijstaaD. Marianne zou het niet doen, en je moeder ook niet, maar jij, Dolly, jij zult me helpen. Ik heb het voor jon bewaard, omdat je zoo verkwis tend bent, jelui allemaal. Net als Betty, weetje." „Wat bewaarde je voor mij „Het goud." eenig terrein, om het op een ander pant weer te verliezen. Op verschillende punten worden hevige gevechten gevoerd, o.a. bij Arras en Atrecht. Het belangrijkste feit is, dat de Dnitsche troepen hun front trachten uit te strekken naar de westkust van Frankrijk en dat deze poging schijnt te gelukken ondanks den krachtigen tegenstand van de verbonden legers. En in het Vlaauderenland schijnt de strijd tnsichen de Duitsche en BelgischEngelsche troepen te worden voortgezet. Het land der arme Belgen is dns wel het tooneel van den strijd het schijnt wel voor beschikt te zijn het land der verschrikkingen te wezen. De Kathedraal van Reims, het grootste bouw werk van Frankrijk's glorieus verleden wordt opnieuw door de Dnitsche kanonnen bedreigd. Het Dnitsche Hoofdkwartier deelt medeWij hebben Bijssel bezet en bij die gelegenheid 4500 gevangenen gemaakt. De stedelijke overheid had aan de Dnitsche troepen verklaard, dat de stad opeD was. Noch tans bracht onze tegenstander bij een poging tot omsingeling, troepen derwaarts met de in structie er stand te houden tot het omsingelings- leger ter plaatse aanwezig zou zijn. Daar dit natuurlijk uitbleef, was het eenige gevolg dat de doelloos verdedigde stad bij de inneming door onze troepen beschadigd is. Voor het overige geen nieuws van het front, behalve dat men voor Reims twee Fransche batterijen heeft opgemerkt, alsmede lichtsignalen nit een van de torens van de kathedraal. Het spreekt vanzelf dat al dergelijke maat regelen en strijdmiddelen van den vijand, die onze troepen tot nadeel strekken zullen worden te keer gegaan, ZONDER OP HET ONTZIEN VAN DE KATHEDRAAL TE LETTEN. De prachtige kathedraal wordt das opnieuw met verwoesting bedreigd. Bij voorbaat voegt het Dnitsche nieuwsbureau reeds aan zijn be richt toe„De Franschen zijn er no, evenals vroeger, de schuld van, als dit eerwaardige bouwwerk verder het offer van den oorlog wordt'. Een der laatste Fransche comuniqué's deelt mede dat de Fransch-Engelsche troepen Yperen hebben bezet, terwijl een Dnitsch legerbericht meldt dat deze plaats door de Dnitschers is ingesloten. Verder is de toestand vrijwel onveranderd. In het Oosten hebben de Duitschers eveneens weer succes te boeken. De Oosten rij ksche vesting stad Przemysl is door vereenigde Duitsche en Oostenrijksche troepen ontzet. En ook Lemberg was weder in de handen der Dnitschers heette het in officieuze berichten. Dit laatste is echter nog niet door de Russen vermeld. In elk geval is het een vaststaand feit dat de Russische op* marsch in Galicië is tot staan gebracht en dat de vereenigde legers het offensief hebben her vat en dat de Russen hier en daar hebben moeten terugtrekken. Ook in Zuid-Polen blijven de Duitschers nog steeds aan de winnende hand. De Russische voorhoede werd naar Duitsche berichten terug geslagen terwijl een poging der Rnssen om ten Zniden van Iuwangorod de Weichsel over te „Welk goud, mr. Perkins f" „Het goud dat de zeeman bracht." Wel, hij bracht het eerst vandaag „Hoe kwam hij er aan, Dolly Sliep ik Zeg, sliep ik Het was een naar tafereel. De onde man onmachtig op zijn voeten te staan, rondtastende naar zijn armstoel en het versleten kussen met zijn trillende vingers opnemende. Wanneer wanneer heb je hem gezien, Dolly", zijn stem klonk niet luider dan een zacht. „De zeeman meen je?" „Ja, ja, de zeeman 1" „Gisteren. Hij kwam naar je zien. Hij kent je." „Heb je het goud zelf gevonden, Dolly „Wel neen, mr. Perkins, Wat doe je zotte vragenHij gaf het mij maar alleen om bet voor hem te bewaren." „Nam hij het hieruit?" fluisterde de vrek terwijl hij het kassen tegen zich aandrukte. Dolly zag den vrek verwonderd aan „Of de zeeman dat goud uit uw kussen haalde? Wel neen, zeker niet 1 Hij nam het nit een lederen

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1914 | | pagina 1