rellM, piiji aai ii belanpn ran oestcrMt, lanital, m.
No. 1542.
Woensdag 6 October 1914.
Een en dertigste jaargang.
EN
DE OORLOG.
IERSEKSCHE
THOOLSGHE COURANT
Dit blad verschijnt voorloopig eiken Woensdag en Zaterdag.
Prijs per kwartaal f 0,65met Geïllustreerd Zondagsblad f 1.02B, franco
per post fl,10. Voor het buitenland 90 cents, zonder geïll. Zondagsblad.
Ingezonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND Ingewacht aan het
bureau te T h e I e n of vóir DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke.
UITGAVE
Firma J. M. C. POT, THOLEN.
Telkp. Inteec. 16.
AAN ONZE ABONNÊ'S!
Om technisohe redenen, verband houdende
met onzen voorraad papier, de najaarswerkzaam
heden op onze drukkerij en het sohaarsch
inkomen van belangrijk nieuws van het oorlogs
terrein hebben we besloten de Dinsdaguitgave
van ons blad voorloopig weer te staken. Belang
rijke beriohten en telegrammen zullen we per
bulletin blijven bekendmaken.
DE ADMINISTRATIE.
Publicati
WAARSCHUWING tegen het lokken van
Nederlandsohe Werklieden
naar Duitschland.
Do Burgemeester der Gemeente Tholen waarschuwt
tegen berichten omtrent werkgelegenheid voor Neder-
landsche werklieden in Doitschland. By hunne aan
komst te dier plaatse toch is herhaaldelijk gebleken,
dat zij daar niet gebruikt kunnen worden.
Het is daarom geraden, dat die werklieden, als-
vorens werk aan te nemen in Duitschland, zich tot
de arbeidsbeurs in de plaats hanner inwoning of,
by gebreke van dien, tot de Nederlandscbe arbeids
beurs te Oberhausen Duitschland Arndtstrasse 56,
om inlichtingen wenden, omtrent de vooruitzichten
in het bekomen van werk, de loonen en de huur
prijzen der woningen aldaar.
Wie dit nalaat, stelt zich bloot aan groote ter-
leurstelling en schade.
Inlichtingen aan de Nederlatidsche Arbeidsbenrs
te Oberhausen behooreu schriftelyk te worden ge
vraagd met betaling van het antwoord door by-
voeging of van een antwoordcoupon, welke op het
postkantoor voor 14 cent verkrygbaar is en daar moet
worden afgestempeld, ot van een Duitsche postzegel
van 20 Plecning.
Tholen, den 5 October 1914,
MILITIE.
Miliciens als Verzorgers bij den
Rijkspostduivendienst.
De Burgemeester van Tholen vestigt de aandacht
van liefhebbers van postduiven, die iD het volgend
jaar by de militie zullen worden ingelyfd, op de
voor hen bestaande mogelijkheid om te worden op
geleid en aangesteld tot verzorger by den Ryks-
postduivendienst.
Om voor bedoelde aanstelling in aanmerking te
komen, moet de milicien
lo. btyken hebben gegevon dg noodige geschikt
heid te bezitten voor den Rykspostduivendienst j
2o. eene vry willige verbintenis aangaan voorden
duur van den dienst bij de militie en de Landweer
te zamen, by- welke verbintenis hy de verplichting
aanvaardt om (na zyne indiensttreding) 121/2 maand
achtereen onder de wapenen te blyven, en om daarna
nog ten hoogste 7 weken in werkelijken dienst te
komen, verdeeld over ten hoogste 2 perioden, welke
vermoedelyk zullen zijn afgeloopen binnen de eerste
2 jaren na het eerste verblyf onder de wapenen.
Gedurende den overigen diensttyd zyn de Verzorgers
by den Rykspostduivendienst met groot verlof en
behoeven zy alleen tegenwoordig te zyn by het
jaarlyksch onderzoek, betzy voorden Militiecommissaris,
hetzy voor den Districtscommandant by de Landweer
zy zyn vrygesteld van de gewone herhalingsoefeningen
by de militie en de landweer en behoeven niet op
te komen, indien de lichting, waartoe zy behooren,
onder de wapenen mocht worden geroepen tot hand
having of herstel van de openbare rust en orde.
Gedurende hun verblyf onder de wapenen zyn de
Verzorgers vry van wachtdiens en nemen zij geen
deel aan de gewone exercitiën. Zy zyn gewapend
alleen met de sabel.
Voor het meerendeel krijgen de Verzorgers eene
zelfstandige betrekking by een der Rykspostduiven-
stations, zoo mogelyk in de nabyheid hunner woon
plaats, terwyl zy, die de meeste geschiktheid bezitten
voor hunnen dienst, aangesteld kunnen worden tot
Korporaal-Verzorger.
Om tot de hiervoren bedoelde opleiding te kunnen
worden toegelaten, moet de militieplichtige zich,
uiterlyk vóór 10 November a.s„ wenden tot den
Chet van den Generalen Staf te 's-Gravenhage met
•en daartoe strekkend verzoek, dat niet op gezegeld
papier behoeft te zyn gesteld, en waaiin duidelyk
moot worden vermeld
a. naam en voornamen
b. beroep
c. leeftijd tot wanneer ichoolonderwys genoten,
tnet opgave van de inrichting van onderwys
d. de tegenwoordige woonplaats
e. de Gemeente, voor welke by de militie geloot
1. het lotingsnnmmer
g. of met grond te verwachten is, dat de militie
plichtige tot het aangaan der vrijwillige verbintenis
als Verzorger de toestemming zal verkrijgen van hem
of van haar, die de ouderlyke macht of voogdy uit
oefent en
h, of de militieplichiige lid is van eene postduiven
vereniging en, zoo ja, van welke.
Uit hen, die een verzoek, als hiervoren omschreven,
indienen, zullen 24 worden uitgekozen, die alsdan
in het tydvak van 16 tot 20 Januari by de militie
znllen worden ingelyfd. Dezen zullen op het Ryks-
postduivenproef- en ieerstation te 's-Gravenhage tot
Verzorger worden opgeleid.
Van deze 24 zullen er 12 tot de vrywillige ver
bintenis als Verzorger worden toegelaten de overige
12 volbrengen hun verderen militie- en landweer-
dienst op de gewone wyze by het Wapen der Infanterie.
Dit laatste geldt ook voor hen, die wegens gebrek
aan yver of geschiktheid van de verbintenis worden
ontheven.
Tholen, den 5 October 1914.
Be Burgemeester voornoemd,
M. G. VAN STAPELE.
Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 centsiedere regel meer
10 cents; grooter letters naar plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts
2 maal in rekoning gebracht. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering.
Bij rampen als van de Titanic en by Hoek
van Holland, bij mijnrampen en bij watersuooden
slaat de geheele wereld de banden van ontzetting
ineen en worden de ongelukkige slachtoffers
weken en weken lang beklaagd en bejammerd.
Alle mogelijke wordt gedaan om een herhaling
van bet gebeurde te voorkomen. En thaDs her-
.haait zich iederen dag een ramp, grooter dan
alle scheeps-, mijn- en andere rampen, die ooit
hebben plaats gehad. De moderne oorlog, die
moet schijnen te dienen tot uitroeiing van
daizende en nog eens duizende jonge levens, is
meer dan eeu plaatselijke ramp, het is de groote
wereldramp I De wereldramp, waarvan het einde
nog niet daar is en waarvan de gevolgen nog
bij lange niet te berekenen zijn. En wat ziet
men nu, de nieuwsbladen bevatten bericht op
bericht, in deze slag zooveel dooden en zooveel
gewonden, hier 4000, daar 300 eu onnadenkend
bijna leest men over deze berichten heen, met
een nauwelijks schouderophalen zeggendDe
Doitschers hebben weer 300 man verloren en
ginds de Franschen ook zooveel. Ze staan dus
alweer zoowat gelijk en straks zijn het alleen de
naaste familie en de intiemste vrienden die den
dood van de gevallenen betreuren en herdenken.
En de wereld trekt de schouders op en noemt
het natuurlijkhet waren immers allen sol
daten en die zijn er voor om in den strijd te
overwinnen of te sneuvelen hun beroep brengt
dat immers mede. Ja, hun beroep brengt dat
medeof overwinnen, of sterven. Ach, men
vergeet dat al deze njenschen,of tenminste het
grootste gedeelte ervan, dit zelve niet hebben
gewild. Zij zijn opgekomen omdat hun vaderland
hen riep. Ja, bet vaderland riep ze ten strijde
en ze gingen hun plicht vervullen, maar velen
wisten niet waarin deze plicht bestond, waarom
ook. zij moesten mee ten strijde trekken. Zij
waren niet beroepssoldaten maar vreedzame bur
gers, die begeerden in vrede aan den huiselijken
haard hun leven te slijten. En voor hen betee-
kende de geheele oorlog een ramp. Voor bèn
en voor hun gezinnen. Straks zal de rekening
kuunen worden opgemaakt, straks als de oorlog
ten einde is. Dan zal men samentellen, zooveel
dooden, zooveel verminkten. En de rekening zal
sluiten met misschien een getal van 7 cijfers.
Eu in de memorie van toelichting zal moeten
worden vermeld zooveel duizend weduwen, zooveel
duizend vaderloozen, zooveel duizend treurende
moeders, vaders, zusters en broeders. En dat
samengetrokken met zooveel honderdeu die bun
huizen straks vinden vernield, die bnn have
vinden verwoest en geruïneerd zijn, zonder geld,
zonder familie, wat zal dat een vreeselijk eind
cijfer geven. En door wie ter wereld kan deze
rekening worden vergoed. De schnld is gemaakt,
maar kan nimmer betaald worden, tenzij door
een hierna komende vrede van eeuwen na eenwen
Het nieuws van het Westelijke oorlogsterrein
blijft weinig en sober en onbetrouwbaar. We
laten de vergelijking van twee officieele be
richten maar aan het oordeel van onze lezers
over en vragen slechtswie liegt daar Of
liegen beide partijen
Het Persbureau Wolff te Berlijn deelt het
volgende officieele bericht mede uit het hoofd
kwartier Op het Westelijk oorloge tooneel
vordert de strijd op den rechtervleugel en in
het Argonnerwoud met cusses.
Eu het officieele bericht van Fransohe zijde
meldtOp onzen linkervleugel hebben wij het
offensief op verschillende punten hervat, na alle
aanvallen van den vijand te hebben terug ge
slagen. Op andere punten zijn onze stellingen
merkbaar sterker geworden. Er valt niets nieuws
te vermelden van het centrum tot Argonne toe.
In het Argonnerwond hebben wij den vijand
ternggedrongen naar het noorden. In het Zuiden
van Woeuvres maken wij vorderingen, doch zeer
langzaam. Van onzen rechtervleugel, Lotharingen
en de Vogezen is geen nieuws.
De Franschen communique's houden de namen
der plaatsen waar ernstige gevechten plaats
hebben zorgvuldig verborgen, teneinde daardoor
niet hun stelliugen en sterke punten aan de
tegenstanders te verraden.
Vroegere berichten meldden dat de pogingen
der Pranschen om den Duitschen rechtervleugel
te omsingelen, afgeslagen werden. Ten zuiden
van Roye werden de Pransche troepec uit hunne
stelliugen geworpen. Ten Oosten van de Maas
ondernamen de Franschen uit Tool des nachts
krachtige uitvallen die echter ook door de
Duitscbers werden afgeslagen en waarbij de
Franschen zware verliezen werden toegebracht.
Vrijdag beproefden de Duitschers bij Mihiel
eeu brug over de Maas te slaan maar werdeu
hierin door de Franschen verhinderd. Vrijdag
en Zaterdag hebben weer bizonder hevige ge
vechten plaats gehad tusscben den Franschen linker
en den Duitschen rechtervleugel. De Duitscbers,
heet het iD een Engelsch bericht, trachten steeds
hun rechtervleugel te verlengen, de Franschen
doen echter dit ook en ondanks heftige aan
vallen mocht het den Duitschers niet gelukken
hen hierin te verhinderen.
Verder is er geen bizonders, hoe weinig het
voorgaande ook moge bevatten, te vermelden.
In Frankrijk worden nog steeds verscheEngelscbe
troepen aangevoerd en zijn nu ook de Engelsch-
Indische keurcorpsen aangekomen. In Duinkerken
lauden steeds Engelsche corpsen. De Canadeezen
landen te Calais en de Senegaleezen eu Spabis
zijn reeds op de gevechtsterreinen aangekomen,
terwijl de Hindoes en Sikhs geland zijn te
Marseille.
Op het oorlogstooneel in Noord Frankrijk
is ook gesneuveld een kleinzoon van Graaf Du
Monceau, chef van het militaire huis van H. M.
Koningin Wilhelmina.
De Pransche President gaat thans een bezoek
brengen aan de te velde staande troepen. Door
de drukke werkzaamheden was hij tot heden
daarvoor verhinderd, doch deze laten het thans
toe. Ook Keizer Wilhelm begeeft zich weer naar
het front. Z. M. is vergezeld van een sterke
afdeeling lijfgarde en van een aantal rechercheurs,
die met de persoonlijke veiligheid van hetfi zijn
belast. De bewegingen van den Keizer worden
streng geheim gehouden.
Ten Zuiden van Antwerpen zijn er nu, dit
werd uit Belgische bron bevestigd, reeds vier
vier forten in Duitsche handen. Immers een
mededeeling van den Minister van Buitenlandsche
zaken in België aan het Belgische gezantschap
te Londen meldt dat ten Oosten van de Scnne
de Belgische troepen na een hevigen aanval
van de Duitsche artillerie gedwongen werden
op de Nethe terug te te trekken, na vijf dagen
krachtig tegenstand te hebben geboden. De
positie aan de Nethe is zeer sterk. Het Belgische
leger zal daar met al zijn krachten weerstand
bieden. De forten die gevallen zijn, zijn Waelhem,
Wavre, St. Catherijne, Koningshoyck ten Loir, De
Duitschers maakteu ongeveer 300 kanonnen buit.
De eerste fortengordel is dus verbroken en
vermoedelijk zal binnenkort een aanval op den
tweeden furtengordel plaats hebben. In Ant
werpen zelf wordt echter het verlies der forten nog
stilgehouden.
Ojk op andere punten in België komen nog
steeds gevechten voor, meest schermutselingen
tusschen kleine troepen.
Zoo werd te Lanaeken weder eeD artillerie
gevecht geleverd en dit plaatsje nagenoeg geheel
plat en in brand geschoten.
Van de Oostelijke gevechtsterreinen valt al
even weinig te vermelden en ook vandaar, zijn
de berichten nu zeer tegenstrijdig. Zoo meldt
men uit Koningsbergen van officieele Dnitsche
zijde dat de Duitsche troepen een groote over
winning behaalden op de Russen, nabij Soewalki
op 1 en 2 October. De Russen zijn volkomen
verslagen en verloren 3000 krijgsgevangenen,
18 kanonnen, vele machinegeweren en veel voer
tuigen.
En een Peterburgs bericht maakt melding van
een groote slag die ten gunste van de Russen
uitviel, de slag bij Augustof, die 25 September
begon en Zaterdag eindigde. De Duitschers
trokken in een wanordelijke vlucht terug.
De Russen zetten de Duitsche troepeo achterna,
die alles achterlaten, zelfs hun couvooien en
gewonden. Volgens de rapporten van de Rus
sische aanvoerders hebben de troe|>en blijk ge
geven van heldhaftige dapperheid. Sommige
regimenten hadden gedurende een week zonder
ophouden gestreden en verdroegen de zwaarste
ontberingen met groote heldhaftigheid. Buiten
gewoon hardnekkig waren de gevechten bij
Soewalki, waar de Duitschers hunne stellingen
zeer hadden versterkt en waar de Russen telkens
tot bajonnet-aanvallen overgingen om den vijand
uit de loopgraven te verjagen. Gevangen genomen
Duitschers deelden mede dat de verliezen bij
Soewalki (dit is dus dezelfde plaats waarbij de
Duitschers hun overwinning behaalden) zoo groot
waren dat van honderdtallen slechts tientallen
overbleven. De inval der Duitschers in Rusland
zegt het bericht verder is dus totaal mislukt en
aangenomen mag worden dat de vijand nn voor
goed deJJrovincie Soewalki en Lomja ontruimt.
In GaRcië is de toestand volgens de officieele
berichten nog steeds onveranderd.
Uit Weenen wordt omtrent den inval der
Serviërs in Bosnië medegedeeld, dat de ver-
eeuigde Servische en Montenegrijusche troepen
werden verslagen en teruggedreven. Op Foca
teruggeworpen, bevinden ze zich in een paniek
gelijkenden terugtocht. Bij deze gelegenheid
werden verscheidene gevallenen van vooruitge-
rukte Oosten rij ksche patroeuiljes versch'ikkeiijk
en beostachtig verminkt terug gevonden. Door
een half Oostenrijksche bataljon werd een geheel
Servisch bataljon gevangen genomen.
Op zee gebeurde er niets vermeldingswaardigs.
De Engelsch-fransche vloot in de Middellandsche
zee gaat voort met vijandelijke havens te
botnbardeeren. De Engelsche admiraliteit heeft
nu allerwege in de Noordzee mijnen laten
leggen, waardoor de toestand gevaarlijk wordt
voor passeerende handelsvaartuigen. Aan den
gezagvoerder vau de Zeeland van de Vlissinger
route heeft de Engelsche Admiraliteit den te
volgen weg aangewezen. De andere passeerende
neutrale schepen zullen zooveel mogelijk gewaar
schuwd worden.
Oudertusschen zijn reeds verscheidene schepen
op mijnen geloopen en vergaan. Het Neder-
landsche schip „De Nieuwland" van de Scheep
vaart en Steenkolen-Mij. te Rotterdam, geladen
met een lading steenkolen van Goole naar
Harlingen, is 5 mijlen ten Noorden van Outer
Dowsniag op een mijn gestooten en gezouken.
Het schip werd getroffen in het eerste ruim,
dat openbarste, waarna het schip spoedig ging
overhellen naar stuurboord en later naar bak
boord, om korten tijd daarna met den kop in
zee te zinken. De bemanning uit 17 koppen
bestaande werd door de Logger Wilhelmina 4,
K.W. 148 van IJmuiden gered. Gezagvoerder
van het schip was kapitein Draycr. Ouder de
geredden was ook Jan Noordergraaf van
Rotterdam, die ook tot de geredden van de
Houtdijk behoorde.
Verder ziju de schepen „Dawdou"en „Tromo",
beide Engelsche, op mijnen gestooten en gezonken.
Van het eerste werden er 8 gered en 9 vermist
en van het andere schip kwamen 2 mau van
de bemanning om.
Van de krijgsverrichtingen van de Japanners
in het verre Oosten booren we niet veel.
Duitsche havens worden daar gebombardeerd en
de verrichtingen hebben een goed verloop meldden
Engelsche berichten.
Ook liep het Engelsche schip „Ardmount"
dat gister met eeu lading koren voor Zeebrugge
Dover verliet, op een mijn. De bemanning,
85 koppen, kon worden gered.
Engeland in oorlog voor kleine natiën.
In de „Vragen des Tijd»" van Oct. 1914
schreef prof. Kernkamp in een als steeds
zeer lezenswaardig artikel »De Europeesche