ïeelMai, pwijfl aaa ia tóaip ra oeslaiM laailan, enz.
No. 1534.
Woensdag 9 September 1914.
Een en dertigste jaargang.
DE OORLOG.
KSCHE
THOOLSCHE COURANT
Dit blad verschijnt voorloopig eiken Woensdag en Zaterdag.
Prijs per kwartaal f 0,65met Geïllustreerd Zondagsblad fl.025, franco
per post f 1,10. Voor bet buitenland 90 cents, zonder geïll. Zondagsblad.
Ingezonden stukken, enz. worden olterlijk op DONDERDAGAVOND Ingewacht aan het
bureau te Tholon ot v66r DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseke.
UITGAVE
Firma J. M. C. POT, THOLEN.
Telkp. Interc. 16.
Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 centsiedere regel meer
10 cents; grooter letters naar plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt sleohti
2 maal in rekening gebracht. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering.
Publicatie n.
De Burgemeester van Tholen brengt ingevolge
het verzoek van den Minister van Landbouw,
Nijverheid en Handel ter kennis van belang
hebbenden, dat, indien in eenigszins beteekenende
mate rogge door hen aan vee wordt gevoederd,
het waarschijnlijk gevolg hiervan zal zijn, dat
dit product in beslag zal moeten worden genomen.
Hierbij zij in herinnering gebracht, dat bij de
texatie van in beslag genomen goederen, krachtens
de artikelen 76a en volgende der onteigenings
wet, niet gerekend wordt met marktprijzen,
maar met prodnctie-prijzen en een matige winst.
Tbolen, den 8 September 1914.
De Burgemeester voornoemd,
M. G. VAN STAPELE.
Schaars komen de berichten en nog schaarscher
bet nieuws in, want immers de meeste be
richten die inkomen bevatten herhalingen van
wat reeds eerder werd gemeld. Maar toch zij a
we nog bevoorrecht bij andere landen, vooral
bjj de landen die in oorlog zijn en waar bijna
in 't geheel geea nieuws binnenkomt. De Ber-
lijnsche briefschrijver van de „N. R. Crt" schrijft
hierover dan ook Den geheelen dag gaat
de telefoon. Het zijn de redacties der Ber-
lynsche bladen die om nieuws vragen uit het
laatste nummer van de N. R. Ct. Dat is n.l.
voor hen gemakkelijker dan het zelf op te zoe
ken in onze kolommen. In de leeszaal van Neder
land en Oranje in de Kurfüratenstrasse zit bet
echter ook iedereu dag vol van Berlijnsche jour
nalisten, die in de Nederlandsche bladen gras
duinen. Toen ik gister op iemand wachtende
aan een openbaren wandelweg mijn zooeven ont
vangen Nieuwe Rotterdammer zat te lezen,
werd ik meermalen aangeklampt door voorbij
gangers, die de in weinige dagen hier populair
geworden bron van nieuws hadden herkend, en
mij beleefd naar de „laatste berichten" vroegen.
Laatste berichten vau drie dagen te voren!"
„Wat zelfs ons Nederlandsche journalisten in
verbazing brengt," zoo vervolgt deze briefschrijver
verder, »zijn de berichten of liever het bestaan
van onze oorlogscorrespondenten." De Duitsche
oorlogscorrespondenten worden zorgvuldig van het
terrein der krijgsverrichtingen verwijderd ge
houden en af en toe eens iets medegedeeld en
achteraf eens rondgereden als er iets belangrijks
is gebeurd. Hun taak bestaat in hoofdzaak in het
mededeelen vau offioieele berichten. En nu en dan
zwijgen ie weer eens een paar dagen eanstemmig
De groote Berlijnsche bladen balie tineeren dan
bijna ook geen nieuws meer. De Nederlansche
oorlogscorrespondenten wordt de grootst mogelijke
vrijheid gelaten. Hierdoor zijn deze natuurlijk
over bet algemeen veel beter op de hoogte dan
de Duitsche pers, waarbij uog komt dat we
hier ook nog kunnen putten uit Engelsche en
Fransche bron, wat voor de Duitsche pers ook
onmogelijk is geworden. We mogen dus nog
gerust zeggen dat wij hier in Holland het
best omtrent den toestand op de hoogte worden
gehouden en al zegt „de man op de straat"
ook bij het lezen van de bulletins„het is
weer mooi, en precies het tegenovergestelde van
gisteren de Duitschers verslaan de Franschen
en de Franschen verslaan de Duitschersde
Duitschers behalen reusachtige successen op de
Russen evenals de Oostenrijkers en, hoe is
't mogelijk, de Russen verslaan op huu beurt
én Duitschers én Oostenrijkers en maken een
enorm aantal kanonnen buit!" We zullen das
maar aannemen dat bet werkelijk zoo is, daar
het niet onmogelijk is dat op zulke uitgestrekte
linies als de gevechten worden gevoerd, dan de
een en dan weer de ander voordeelen behaalt,
en zullen dan tevens maar moeten veronderstellen
dat de winnende partij hard naar de telegraaf
loopt om de wereld zoo spoedig mogelijk van
zijn sncces mededeeling te doen en daarbij ver
geet zijn verliezen mede te deelen. We geven
onze lezers nog eens den raad houdt het hoofd
koel bij al de tegenstrijdige berichten en gelooft
van alles de waarheid, die slechts in de helft
van de berichten ligt opgesloten en denk de
andere helft der waarheid die niet in het bericht
wordt medegedeeld er zelve maar bij.
Nog steeds dringen de Duitschers in Noord-
Frankrijk vooruit, niet meer in geforceerde
marschen, maar laDgzaam, langzaam aan steeds
het EngelschFransche leger terogdringend,
en daarbijzware verliezen lijdend,
daar elke voetstap gronds door den vijand wordt
verdedigd. Eiken heuvel, luidt het in een
Engelsch bericht die door den Duitschers wordt
beklommen, elke kromming in den weg, kost
tientallen dooden, terwijl onze verliezen hierbij
uit den aard der zaak gering zijn. Maar het
Duitsche legerbestuur schijnt deze verliezen niet
te tellen, want maar steeds klinkt het: voor
waarts, voorwaarts, naar ParijsEn de Duitsche
soldaat gehoorzaamt zelfs in de moeilijkste om
standigheden. Het bevel is gegeven en hij ont
ziet niets meer, die valt, die valt, het is slechts
een deel van de groote legermachine, de machine
zelf rolt vooruit en niets kan haar gang keeren,
die dat waagt wordt gewoon er onder verpletterd,
want het gaat steeds vooruitVoor eiken sol
daat die valt, treed een nieuwe in de plaatsen
valt deze ook, geen nood, er zijn er meer. Indivi
duen gelden hier niet. Hier geldt alleen het leger.
En dat leger moet komen waar het zijn moet, dat
leger is één geheel, dat weet en gevoelt iedere
soldaat, en hij zegt: ik ben een deel van het
leger en mijn buurman is er een deel van, valt
mijn buurman, dan ben ik nog een deel er van,
en omdat ik een deel van het leger ben en het
leger vooruit moet, heb ik me niet aan den
val van mijn buurman te storen en trek steeds
voornit tot óók ik niet meer kan, of tot ik ben
waar het leger moet zijn.
Men kan er dan ook op aan, dat in den Elzas
en in Lotharingen waar het Duitsche leger
weinig vorderingen maakt, wanhopig woïdt ge
streden door de Duitschers. De Franschen zitten
hier in hun stellingen en verdedigen deze terwijl
de Duitschers in de meeste gevallen aanvallen
en daar ze voornit willen, wat het ook kosten
moge, hebben ze elk voor zich het leven feil
voor het voorgestelde doel.
Toch schijnt er weer verandering te komen
in de tactiek van de generale staf. De uiterste
rechtervleugel, dus de troepenmacht die in
Noord-Frankrijk staat, schijnt zich meer in
Zuid-Oostelijke richting te bewegen en trekt
niet meer regelrecht op Parijs aan. Wat het
doel is van deze manoeuvre ligt natuurlijk geheel
in hot duister. Bedoelt het misschien een samen
trekken van de uiterste rechter- met de uiterste
linkervleugel, om zoo het Fransch-Engelsche
leger trachten in te sluiten en dan met een
nieuwe legermaeht Parijs bij verrassing te nemen
Het Duitsche legerbestuur durft veel, omdat het
weet dat het leger veel kan. Reeds meermalen
is de grootste bewondering uitgesproken over
het methodisch optreden van de Duitsche troepen
troepen en over het volvoeren van een zoo'n stout
veldtochtsplan, dat zijn gelijke in de geschiedenis
niet heeft. En wie weet of het Duitsche leger
de wereld nog niet meer verrassingen zal bieden
In een Fransch blad verhaalt een correspon
dent van een gesprek dat hij voerde met een
gevangen genomen Duitsch bataljons-commandant.
Deze was met oDgeveer 5Ü00 man in de vesting
van Lunéville, toen de Fransche artillerie hen
verrastte en gedurende 2 uur beschoot. Van de
5000 man waren er slechts 300 meer over, die
zich hierna in handen van den vijand gaven.
In het officiëele communiqué van Zaterdag
deelt de Fransche Regeering mede dat op den
weg naar het boscli van Compiègne een Engelsch
legercorps met Duitsche cavalerie slaags raakte.
De Engelschen maakten een 10-tal kanonnen
buit. Een andere afdeeliug Duitsche cavalerie
drong vooruit tot de linie Soisons-Anizy-Le
Chateau.
In de streek van Rethel en de Maas blijven
de Duitschers werkeloos. De berichten dat er te
Rijssel en te Arras en andere meer naar het
N,-Westèn gelegen plaatsen reeds Duitschers
zouden ziju gezien, worden tegengesproken.
De Fransche Regeering is thans te Bordeaux,
terwijl het corps diplomatique natuurlijk de re
geering daarheen is gevolgd. Ook verlaten vele
Parijzenaars de hoofdstad en trekken naar het
Zuid-Westen. Het oprukken van het Duitsche
leger schijnt dus wel ontsteltenis gewekt te
hebben in Parijs.
In 't geheel moeten reeds 40,000 personen
vertrokken zijn.
Bij Reims, dat de vorige week door de Duit
schers werd bezet, is hun een zeer rijken oorlogs
buit in de handen gevallen, hoeveel is nog niet
bekend, daar alles later verzameld wordt door
verbindingstroepeu.
De omtrekkende beweging van de Fransche
linkervleugel schijnt volgens de Parijsche be
richten thans tot staan te zijn gebracht. Te
Parijs wordt met spoed aan de verdedigings
werken gearbeid. Een Engelsch Renter-telegram
meldt dat de Fransche legeraanvoerder er in
slaagde een omtrekkende beweging te maken
om de Duitsche linies, en dat de Engelschen
het Duitsche leger in de flank bedreigt.
De Duitsche troepen hebben Rijssel weer ont
ruimd.
Het Wolff-agentschap te Berlijn deelt een
bericht mede vau de Generale Staf, waarin wordt
medegedeeld dat de Keizer Zaterdag de aanval
lende gevechten rondom Nancy bijwoonde. Verder
zegt dit bericht dat reeds 2 forten van
Maubeuge zijn gevallen en thans de stad kan
beschoten wordeu. Nancy kan maar korten tijd
stand honden, en voor de beschieting is slechts
licht geschut noodig. Om de militaire bewe
gingen niet te laten uitlekken, was er geen
postdienst ingericht tusschen de voorhoede van
het leger en Duitschland, thans echter is de
velddienst ook met de spits van de troepen be
hoorlijk geregeld.
Een Engelsch telegram maakt melding dat
in verschillende Noord-Fransche dorpen meer
dan 100 huizen in brand zijn gestoken en 150
burgers doodgeschoten werden.
In België hebben nabij Antwerpen al ver
scheidene dagen verwoede voorpostengevechten
plaats. Een deel van de polders rondom Ant
werpen zijn onder water gezet. De bevolking
vlucht voor het grootste gedeelte naar Zeeland
en Noord-Brabant. Alle Oostenrijkers die in
België vertoeven is aangezegd het land te verlaten.
Nader wordt hierover gemeld dat de Duitschers
nabij Dendermonde in wanorde terugtrokken,
terwijl er 1000 man sneuvelden. De Duitsche
aanval werd volkomen afgeslagen, wat te danken
is aan de krachtige werking van het Belgische,
veldgeschut.
Maandag werd voortgegaan om de provincie
Antwerpen van Dnitsche troepen te zuiveren en
werd hevig gevochten in de omstreken vau Puers
en op den Oostelijken oever van de.Schelde.
Uit Petersburg komen opgewonden berichten
over groote overwinningen van het Russische
leger op het Oosten rij ksche. De jongste berichten
melden dat 70 000 Oostenrijkers en een groote
oorlogsbuit in Russische handen viel, nabij het
door de Russen bezette Lemberg. Lemberg is
een der voornaamste in deze streek gelegen
Oostenrijksche steden en telt 180.000 inwoners.
Uit onderschepte papieren van het Oostenrijksche
leger is gebleken dat de Oostenrijkers met klem
hulp vragen van Duitschland. De uit België
aangekomen troepen kwamen echter te laat.
Ook op andere puuten in de nabijheid van
Lnblinen en bij Krasnostaf werden heele iegeraf-
deelingeu vernietigd en hoopen krijgsgevangenen
gemaakt. Jammer voor de zegepraal van het
Russische leger dat de Weensche berichten een
weinig roet in 't eten komen gooien en de ge
weldige krijgsverrichtingen der Russen gedeel
telijk tegenspreken.
Uit Rome wordt bericht dat de Russische
troepen thans de stad Premysl geleidelijk in
sluiten, ook deze stad zal zich moeten overgeven
of zal anders stormenderhand worden genomen.
De stad Premysl is een belangrijke districts
hoofdstad in Galicië, ongeveer I50.000 inwoners
tellend. De stad is van zeer sterke verdedigings
werken voorzien en is evenals Lemberg, dat
ruim 100 K.M. meer Oostelijk ligt, een belang
rijk spoorwegkruispunt.
Na de nederlaag der Oostenrijkers by Lem
berg staat de achterhoede van het Oostenrijk
sche leger steeds bloot aan (flankaanvallen van
de zegevierende Russen, die in een waren over
winningsroes moeten verkeeren. 2 Divisies van
het Oostenrijksche leger werden bij Lemberg
geheel verslagen. "Dit stemt dns wel eenigszins
overeen met het opgegeven aantal gevangenen.
Ter zee gebeurde geen belangrijks, alleen
stootte een Engelsche lichte kruiser „Pathfinder"
in de Theems op een mijn en zonk zeer snel.
Een groot deel van de bemanning zou verdron
ken zijn.
Het Hollandsche stoomschip „Tambora", van
een Rotterdamsche reederij, dat reeds eenige
dagen werd vermist, is door Fransche oorlogs
schepen naar de haven van Brest gevoerd, waar
de lading van rijst, koffie en thee werd gelost.
Amerika en België.
De burgemeester van Brussel, de heer
Max, is door den Amerikaanschen gezant te
Brussel benoemd tot gezantschaps-secretaris,
omdat Duitsche officieren hadden te kennen
gegeven den heer Max in gijzeling te willen
stellen.
Als lid der AmerikaaDsche legatie is de heer
Max natuurlijk onaantastbaar.
Bijdrage Nationaal Steuncomité.
Een goede manier om kosteloos mede te werken
aan een bijdrage voor de kas van hel Nationaal
Steuncomité dient even vermeld te worden.
De Cacao- Chocoladefabrieken Gebr. Sickest
te Amsterdam hebben namelijk in den handel
gebracht een verpakte chocoladereep onder den
naam van
„SICKESZ' NATIONALE STEUNREEP".
Ieder die daartoe zijne medewerking wil ver-
leeuen, verzamele de etiketten van bovenstaanden
reep en zendt ze bij onverschillig welk aantal
(zoowel 5 als 50 stuks zijn welkom) aan de
Cacao- Chocoladefabrieken Gebr. Sickesz.
Per 100 ontvangen etiketten keert de firma
Gebr. Sickesz f 1,uit aan de kas van het
Nationaal Stenncomité.
Men werdt verzocht steeds op te geven naam
en aaDtal gezonden etiketten, daar elke inzending
aan bovengenoemd comité verantwoord wordt.
Het zal aan ieder duidelijk zijn, dat door
bovenstaand aanbod de kas van het Nationaal
Steuncomité een aanzienlijke bijdrage in geld
tegemoet, kan zien, mits zulks gesteund wordt
door een ieder die begrijpt dat steeds meer en
meer geld noodig is, om bovengenoemd comité
in staat te stellen aan de duizende aanvragen
om hulp te kunnen voldoen.
OPGEPAST!
In eee artikel „Onze Handel" schrijft Th. van
Hnnt een zeer interessante beschouwing in het
weekblad „De Amsterdammer" (Groene), waaruit
we het volgende uittreksel overnemen
In de eerste plaats schrijft spreker er over
hoe het komt dat België in de laatste 20 jaar
op handels- on industrieel gebied zoo enorm is
vooruit gegaaD. Ten eerste noemt hij
als een voorname factor daarvan koning Leopold,
die geheel zijn prestige en zijn persoonlijk
kapitaal (en dienste stelde van de nationale
ondernemingsgeest en nijverheid. En als tweede
factor noemt de heer v. H. het krachtig initia
tief van de Belgische credietinstellingen, waar
van zich verschillende hebben georganiseerd om
de nationale uitvoer te bevorderen. O. a. wordt
genoemd de Bank «d'Outre Mer" te Brussel,
die overal in 't buitenland bekwame handels
agenten aanstelde, die zich op de hoogte stelden
van de behoeften in het buitenland. Hierdoor
is België o. a. de leverancier geworden van een
groot deel van het spoor- en tramwegmateriaal
in Noord-China en van alle machineriën voor de
5 zeer belangrijke steenkoolmijnen in het Kaiping-
bekken. De genoemde bank interesseert zich
voor verschillende financieele ondernemingen in
het buitenland als deze geheel of gedeeltelijk
onder het bestuur van Belgen komen en hun
benoodigdheden uit België betrekken.
Na deze inleiding gaat de schrijver een be
schouwing leveren over de huidige toestand in