westMad, pijjl aan ie lelaipi Tan neslerM, landhait, enz. No. 152». Zaterdag 22 Augustas 1914. Ecu cn dertigste jaargang. DE OORLOG. FEUILLETON. Dolly en de Vrek. w THOOLSGHE COURANT Dit blad verschijnt voorloopig eiken Woensdag en Zaterdag. Prijs per kwartaal f 0,65met Geïllustreerd Zondagsblad fl.025, franco per post f 1.10. Voor het buitenland 90 cents, zonder geïll. Zondagsblad. Ingezonden stukken, enz. worden niterlljk op DONDERDAGAVOND Ingewacht aan het bureau te Th ol en of véér DONDERDAGMIDDAG bi) onzen medewerker te tersoke. UITGAVE Firma J. M. C. POT, THOLEN. Telkv. Intbrc. 16. Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 centsieders regel meer 10 cents; grooter letters naar plaatsruimte. Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechte 2 maal in rekening gebracht. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering. Publicatie n. HOUDING DER BURGERIJ. De Burgemeester van Tholen waarschuwt nog maals ten ernstigste alle Burgers, niet uiilitareD, om, indien onverhoopt een vijandelijke inval in ons land mocht plaats vinden, geen geweld te te bezigen tegen den vijand, maar dit uitsluitend over te laten aan onze militaire macht. Geschiedt dit, dan is de vijand verplicht de eer, de familierechten, het leven eD den privaat eigendom der bewoners te eerbiedigen. Door de ingezetenen, niet tot de militaire macht behoorende, mag geen eokele daad van ge weld of tegenweer worden verricht. Doen zijt dat wel, dan stellen zij niet alleen zich zelf, maar ook familie, vrienden en landge- nooten bloot aan maatregelen van wedervergelding. Hetgeen in de laatste dagen nabij onze greDzen in België is afgespeeld, kan te dezen als af schrikwekkend voorbeeld strekken. Tholen, 20 Augustus. 1914. De Burgemeester van Tholen wijst de burgerij dezer gemeente er op, dat de strikte neutraliteit, die door Nederland gehandhaafd wordt, eischt. groote veldslag kunnen gereed maken, verder is het eerste vnur van de Dnitschers door de geleden nederlagen en het verlies van reeds zóó veel manschappen wel een beetje gedoofd en ten derde heeft Rusland, dat drie weken noodig had om zijn mobilisatie-maatregelen te voltooien, thans geheel zijn groote troepenmacht in het veld kuunen brengen om tegen den vijand op te trekken. Nu kan Doitschland wel een groot en goed onder krijgstucht staand leger met uiterst bekwame bevelvoerders in het veld brengen, maar het zal nog de vraag zijn of het den ge weldigen aandrang van zooveel millioen in het Oosten des Rijks kan weerstaan. Of zijn legers door de woeste aanvallen van de nog vaak halfwilde Kozakkenhordes niet uit put zullen geraken en verlies op verlies zullen moeten opteekenen zonder op den vijand noemens waardige winst te kunnen behalen. Duitschland zal dus in twee sterke legen den weg langs de Ourthe te nemen om zich zoo langs de boven Maas naar Givet te begeven, de forten van Namen vermijdend. Dit waren de berichten die van Belgische zijde nog Woensdag inkwamen. Officieel kan thans worden medegedeeld dat alle forten om Lnik in Duitsche banden zijn. De stad moet er vreeselijk uitzien. Woensdag logeerden de Prinsen Eitel Fridricb en August Wilhelm in de stad benevens een Hertog van Mecklenburg-Schwerin, die zich later naar het front begaf. Er is door den Keizer een Gouver neur bcuoemd. Een Luiksche fabriek van wa penen en kruit werd opgedrageu projectielen voor het Duitsche leger te vervaardigen. De directeur weigerde aan dien opdracht te voldoen, waarna het beheer van de fabriek door het militair bestuur werd overgenomen. Aan de arbeiders werd een loonsverhooging beloofd van 50 °/o zoolang als de oorlog duurt. Er meldde een landleger, evenals de andere landsgrenzen, de Zwitsersche en de Nederlandsche, vanwaar toch, al is het niet beel waarschijnlijk dat het dat betuigingen van sympathie met of antipathie grondgebied van een dezer rijken zal betreden tegen een der oorlogvoerende staten worden worjeD( 8tee(}s gevaar kan dreigen moeten optrekken en heeft bovendieu nog een j zich echter geen enkele arbeider aan. kustleger noodig voor zijn Noordelijke zeegreus, Fransche vliegers strooiden in de nabijheid die. al wordt ze voor een deel beschermd door van Luib proclamaties uit van den volgenden zijn vloot, toch nog bewaakt moet worden door vermeden. Het is wenschelijk, dat elke daad of handeling, die onze onzijdigheid in verdenking zou kuunen brengen, worde voorkomen. Tholen, den 21 Augustus 1914. De Burgemeester, M. G. VAN STAPELE. Wat de Belgische bladen en de regeering tot nog toe, om de bevolking niet toe verontrusten, angstvallig verborgen hielden, is thans een -vast staand feit. De Duitsche troepen zijn reeds zoo ver in België doorgedrongen, dat elk oogenblik de bezetting van Brussel door vijandelijke troepen kan geschieden. Misschien is op het oogenblik de prachtige hoofdstad van het Belgische rijk reeds in handen der Dnitschers, en houdt straks Keizer Wilhelm zijn glorieusen intocht te Brussel. En binnen weinig tijds is dan geheel België door vijanden bezet, behalve de vestingen Namen en Antwerpen. Namen zal waarschijnlijk tegen eiken aanval stand houden en Duitschland zal de Belgische troepen dwingen zich binnen de verdedigingswerken van Antwerpen terug te trekken. Om de vesting Antwerpen zal een zwaar cordon van Duitsche troepen worden gelegd, om te voorkomen dat de Belgen het naar Parijs optrekkende leger in de mg as-vallen. Hier voorzal Duitschland natuurlijk een groote troepen macht beschikbaar moeten hebben, waardoor de ontwikkeling van de legers die tegen Frankrijk en Rusland moeten optrekken niet zoo krachtig zal kunnen zijn als wanneer de Belgen geen roet in het eten hadden gegooid, door kracht dadig aan den strijd deel te nemen. Door het optreden van België zijn voor Duitschland 3 groote nadeelen ontstaan, ten eerste heeft het Fransche en Engelsche leger zich geheel voor een Vijftien Augustus had de dag moeten zijn van het te verwachten treffen van het Duitsche leger tegenover de verbonden Fransche, Belgische en Engelsche legers in de Belgische Kempen, en wat is er van gekomen Niets dan een paar onbeduidende schermutselingen, rniter- en voor postengevechten. De Duitsche legers schenen zich in kleine afdeelingen te verplaatsen in de richting van Brussel, telkens terugwijkend voor de Belgen om dan een omtrekkende beweging uit te voeren en later hun strijdmacht te ver eenigen. Eindelijk Woensdag 19 Augustus kwamen gevechten voor over het geheele front, en kon men constateeren dat de werkelijke, de verwachte veldslag was begonnen. De groote slag, die zich uit zou strekken van Maastricht tot aan Bazel, en die aange kondigd werd in een Fransch regeering-commu- nique, niet de verleden week verwachte slag, heeft een aanvang genomen. Met bitterheid verdedigen de Belgen ieder stuks grond en vechten met een dapperheid die heel de wereld verbaasd doet staan. Zelfs de Duitscbs Keizer bracht in een nieuw ultimatum aan de Belgische regeering, het Belgische leger hulde voor de dapperheid in dezeu ongelijken strijd bewezen. De schermutselingen van de laatste week waren het voorspel van dit bloedig treffen. De Duitschers zijn te Tirlemont en leveren ernstig slag was de tijding die de bevolking van Brussel veront rustte, niettegeustaande de geruststellende be richten door de regeering verspreid. De bevol king nit het land rondout Tirlemont vlucht naar Brussel. De strijd wordt over een uitgestrekt front gevoerd. Tienduizenden dooden van Bel gische zijde. Overigens schijut er in de tactiek van de Dnitschers meer en meer aarzeling te komen. Vermoedelijk zal men trachten in het Oosten inhoud: „Houdt moed Luikenaars overwinningen behaaldZied Dolly's verbeelding was zeer levendig. Zij geloofde altijd, dat er iets wonderlijks zou, of zou kunnen gebeuren maar als er dan iets vreemds voorviel, probeerde zij dadelijk er een zeer alledaagsche verklaring voor te vinden. Zou de vrek het gedaan hebben Hij hield soms van een kleine, scherts. Dolly raapte een stok op en roerde in het meel, dat op den bodem van den emmer lag. Er was zeker wel een kop. Neen, het was stellig niet de vrek. Haar moeder was het evenmin, want die zou nooit zelf doen wat ze Dolly verboden had. Haar zuster kwam nooit in den stal en gaf bovendien geen zier om den ouden Adam. Toch begreep Dolly, dat bet de een of ander in huis geweest moest zijn, en ze besloot te Wij hebben nog steeds „het raadsel van Luik." Zelfs Dinsdag ontvingen Engelsche bladen nog telegrammen dat de forten steeds standhielden en volgens de Duitsche be richten zijn ze reeds langer dan een week een in Duitsche handen! Ra, ra, wat is dat? Ook hier te lande Donderdag aankomonde Antwerpenaars verklaren 'lat de forten zich nog in Belgische handen bevinden! De oorlogscorrespondenten zitten er dan ook danig mee in de war en moeteD hun telegram men en oorlogsnieuws samenstellen nit de door de regeeringen gegeven oorlogscoramuniqué's en verhalen vao vluchtelingen en gewonde soldaten, verhalen, die uit den aard der zaak niterst vaag zijn en veelal verschrikkelijk overdreven. Op de gevechtsterreinen worden de correspon denten niet toegelaten en de Eogelsche Minister van Buitenlaodsche Zaken deelde aan den Ge zant te Brussel mede dat hij aan de redacties der dagbladen in overweging heeft gegeven hunne oorlogscorrespondenten terng te roepen, 't Schijnt dus dat Sir Edward Grey van meening is dat de correspondenten met hunne mededeelingen aan hun courant de verbonden legers ondienst zou den doen. Dit verzoek schijnt door de Engelsche Minister gedaan te zijn op verzoek van de Bel gische regeering. 't Is dus heel verklaarbaar dat het nieuws slechts zeer schaars inkomt. Ver schillende verslaggevers brengen eens een bezoek aan de slagvelden vau Haelen en Luik, maar als ze zich te ver willen wagen wordt hun aan gezegd dat ze niet verder mogen. Overigens worden ze met de meeste welwillendheid be handeld. Donderdag werd den correspondeutenjbericht dat ze het land moesten verlaten. Door de bevolking van Visee schijnt wéér bij herhaling gescholen te zijn op de Duitschers en thans is het geheele dorp verwoest op last van de militaire regeering. Ook het dorp Canne iets ten zuiden van Maastricht werd door de Duitschers bezet. De vrouw van den burgemeester werd door een soldaat, toen zij de voordeur zwijgen en te pogen uit te vinden wie het geweest was. Het meel weer in de kist doen ging niet en bleef dus niets anders over dan het aan het paard te geven, en af te wachteu tot ze ont dekken kon wie zoo eigendunkelijk over het meel van den vrek beschikken durfde. Toen ze weer in de kamer trad vroeg de oude „Heb je net zoo gedaan als ik je zeide P „Ik heb hem zooveel hooi gegeven, als ik met eenige mogelijkheid in een arm vol kon grijpen." „Dat is ook alles wat ik je toestond. Je hebt hem geen meel of maïs gegeven Wat zou ze antwoorden „Ik deed het, en deed hel ook weer niet," zeide zij lachende. „Als je het deedt, heb je het gestolen," was de norsche uitroep van den onden man. „Op je woord Mr. Perkins, je bent niet in de stal geweest, sedert ik deze kamer verlaten heb „lk kon immers niet naar de dear komen. ,,'t Is maar het best alles te vertellen, en als je dan meent dat ik bet meel gestolen heb, opendeed, met de geweerkolf doodgeslagen en een in het plaatsje vertoevende advocaat, lid van de Belgische Kamer, werd met een bajonetsteek afgemaakt. Alle bewoners zijn over de Neder- landscbe grens gevlucht. Wat de gevechtsoperaties in den Elzas betreft, generaal Joffre, de bevelvoerder van het Fransche leger seinde aan zijn regeering dat het leger belangrijke voordeelen behaalde, die de troe pen en hun aanvoerders tot groote eer strek ken. De Duitschers leden overal zware verliezen en het vunr der Fransche artillerie werkte demo- raliseerend op de Doitschers. De vijand trok terug, overal gewonden en oorlogsmateriaal achterlatend. De meeste dalen in de Vogezen werden door de Fransche troepen bezet, de Duitschers hadden een zeer versterkte stelling opgeworpen waaruit ze verdreven werden, ach tervolgd door de Fransche cavalerie. In Lotharingen werd de geheele omtrek van Les Etangs tot ten Westen van Teuestrange, eenige kilometer ten noorden van Saarburg door de Franschen bezet. Een gedeelte van de door gangswegen is door de Dnitschers ontruimd. Uit Parijs wordt verder nog gemeld dat de Duitschers het plaatsje Badonviller in brand hadden gestoken en vrouwen en kinderen gefnsi- leerd .Een zoon van den Duitschen Keizer, meldde dat bericht, kwam naar Badonviller om de troepen mee te deelen dat de Franschen wreedaard» waren er aan toe voegend, »slaat er op lo» en geeft een voorbeeld". Uit een rapport van den prefect van het departement Meuhe -et-Mosselle blijkt dat in de kantons Cirey, Bandonviller en Blamont vrouwen, meisjes en grijsaards werden vermoord en mishandeld, huizen in brand ge stoken en goud en juweelen gestolen. Generaal French is met zijn Engelsche troepen te Boulogne geland. De Eogelschen bevinden zich iu oprnarscb. Volgens een Londensch Telegram uit Peters burg dwongen de Russchen een geheel Oosten- rijksch regiment terug te trekken. Het 11e Oostenrijkech dragonder-regiment werd door de Russen in den pan gehakt. Bij de strijd te Eydt- kunhen werden 2000 Russen gevangen genomen terwijl een afdeeling Oostenrijksche infanterie een 10 maal sterkere kozakken afdeeling op de vlucht joeg en zware verliezen toebracht. Uit Berlijn meldt men dat de Russen 10 grensplaatsen in brand staken en alles neer schoten wat onder hun bereik kwam. De be volking vluchtte. In de Middellandsche zee had een treffen plaats tusschen de Fransche en Oostenrijksche vloten. Een Oostenrijksche kruiser, de „Zenta", werd tot zinken gebracht. 300 dooden soodsa er volgens de Parijsche berichten sijn. Aan de eene zij rukken de Serviërs Oostiarjjk in terwijl de Oostenrijkers aan den anderen kant in Servië vallen. Japan zal zijn ingrijpen in het Europeeseha conflict voorloopig beperken tot de Duitsche be zittingen in Oost-Azië. Door de Oostenrijksche regeering is eveneens een manifest tot de Russische Polen gericht, waarin deze beloofd wordt de bevrijding van het Moscovitische juk. zal ik het betalen," en in weinige woorden vertelde zij wat voorgevallen was. Nog nooit had Dolly een dergelijke uit drukking van afschuw op het gelaat van den ouden vrek gezien. Hij sidderde en greep haar ruw bij den arm, zoodat zij hevig ver schrikte. „Zeg dat gij zelf dat meel in den emmer hebt geworpen," sprak hij op doffen toon. „Maar ik beb het niet gedaan." „Kom, kom," hernam hij vriendelijk, „zeg op, als een knappe meid 1 Ik zal niet boos zijn, of je er voor laten betalen." „Heb ik laatst niet bekend, toen ik in het venster was geklommen en Adam al die maïs gegeven had, zoodat hij er bijna vau gestorven is? Ik kan nu toch niet zeggen, dat ik het deed, als ik het niet gedaan heb kan ik wel „Ook al goed," zeide hij plotseiiug. „Praat er met niemand over. Je behoeft je moeder Diet te beangstigen." „Dat zou moeder niet beangstigen. Ik wilde er eerst niets ven zeggen, en zelf uitvinden wie het geweest ismaar je vroeg mij zoo ronduit, dat ik er wel voor moest uitkomen." „Dolly, het was bepaald een dief, en je hebt hem in den stal opgesloten." „Ik geloof niet dat het een dief was, Mr. Per kins maar iemand die een grap wilde hebben. Iemand die je kent, en die weet dat je.... dat je...." ,.Nu, dat ik, wat....?" vroeg hij ongeduldig. „Dat je een beetje gierig bent, en daarom een grap met me wilde hebbeu." „Dat is het, jawel dat zal het zijn," zeide Perkins zenuwachtig, „en we willen er niemand over spreken. Ga nu maar naar huis." „Ik ben bier gekomen om je iets heel bij zonders te vertellen." „Waarom vertel je het dan niet?" „Ik «eet niet hoe ik het zal doen. Ik Heb je» nooit een gevoel gehad alsof je iemand een heele boel goed zoudt willen doen, Mr. Per- kins „Wat gromde hij met een woesten blik. Zij herhaalde haar vraag. „Neen; ik ben niet van dat soort." K Marianne las op Nieuwjaarsdag een verhaal voor over een vrouw, die veel goed deed en toch erg arm was. Die vrouw zeide, dat ieder een roeping kon vervallen."

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1914 | | pagina 1