umlËafl, pwijfl aan de belaipi vai osstertesit laiitaï, enz. 1528. Woensdag 19 Augustus 1914. Een en dertigste jaargang. Bekendmaking. DE OORLOG. IERSEKSGHE THOOLSCHE COURANT Dit blad verschijnt voorloopig eiken Woensdag en Zaterdag. Prijs per kwartaal f 0,65 met Geïllustreerd Zondagsblad f 1.025, franco per post fl,10. Voor het buitenland 90 cents, zonder geïll. Zondagsblad. Ingezonden stukken, enz. worden nlterlijk op D0NDERDA6AV0ND Ingewacht aan het bureau te T h a I a n ol vóér DONDERDAGMIDDAG bij onzen medewerker te lerseko. UITGAVE Firma J. NI. C. POT, THOLEN. Telrp. Interc. 16. Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 centsiedere regel meer 10 centsgrooter letters naar plaatsruimte. Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts 2 maal in rekening gebracht. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering. De Burgemeester van THOLEN', brengt het volgend schrijven aan de Commis sarissen der Koningin in de verschillende Provinciën ter algemeene kennis 's-Gravenhage, 11 Augustus 1914. Wij hebben de eer Uhoogedelgestrengen uit te noodigen het volgende door bemiddeling van de Burgemeesters ter kennis van de ingezetenen te brengen. Nu Nederland omringd is door oorlogvoerende mogendheden met elk waarvan het goede be trekkingen onderhoudt, is het van het hoogste belang dat de door de Regeering afgekondigde onzijdigheid niet alleen door de regeering zelve, maar ook door elk Nederlander in het bijzonder wordt in acht genomen. Daartoe is het niet voldoende dat men zich onthonde van inbreuken op de onzijdigheid, die strafrechtelijk vervolgbaar zijn ook uitingen van partijdigheid in het openbaar, bij monde of bij geschrifte, behooren achterwege te blijven. De hooding van elk Nederlander zij inderdaad onzijdig, naar de regelen van eerlijkheid en goede trouw. Bij zoodanige houding bestaat de meeste kans dat de onzijdigheid van ons land door de oorlog voerenden wordt geëerbiedigd. Zekerheid daaromtrent kan echter uiteraard nimmer worden gegeven. Het is uit dien hoofde dat de Regeering zich verplicht acht de navol gende wenken en aanbevelingen te geveD, voor het geval dat onze onzijdigheid mocht worden geschonden, met name wanneer troepen der oorlogvoerenden wederrechtelijk ons grondgebied mochten binnendringen. In de allereerste plaats zij er dan op gewezen dat het keeren van vreemde troepen uitsluitend de taak is van de militaire macht. Wordt die taak aan haar overgelaten dan is de vijand verplicht de eer, de familierechten, het leveij en den privaat-eigendom der bewoners te eer* biedigen. Door de ingezetenen, niet tot de militair^ macht behoorende, hoe groot en hoe billijk oo| Maar wel acht de Regeering het noodig elke mogelijkheid tijdig onder de oogen te zien en er voor te zorgen dat, mocht een zoo zware ramp over ons komen, deze niet door eigen schuld, door eigen onwaardig of gewelddadig optreden der ingezetenen nog zwaarder zou worden ge maakt, dan zij op zichzelve reeds zou zijn. Aan de Commissarissen der Koningin in de Provinciën Noordbrabant, Limburg en Zeeland is door den Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht bereids een circulaire verzonden van overeenkomstige strekking als de vorenstaande. De Minister van Binnenlandsche Zaken, Cort v. d. Lindes. De Minister van Oorlog, Bosboom. Tholeo, den 15 Augustus 1914. De BURGEMEESTER van Tholen, maakt bekend, dat door den Commissaris der Koningin in de provincie Zeeland le. alle vergunningen, ingevolge artikel 10 der Vogelwet verleend, krachtens artikel 12 der voornoemde wet worden ingetrokken. 2e. alle buitengewone machtigingen, krach tens artikel 26 der Jachtwet verleend, tot nader worden geschorst. TholeD, den 15 Augustus 1914. De BURGEMEESTER van Tholen maakt bekend, dat het verbod van uitvoer van glycerine, cacao en koffie tijdelijk is opgeheven. Tholen, den 15 Augustus 1914. De BURGEMEESTER van Tholen maakt bekend, dat thans de verkoopsprijs van zont voor den kleinhandel bedraagt elf cent per Kilogram. Tholen, den 15 Augustus 1914. De BURGEMEESTER van Tholen, brengt ter openbare kennis, dat door den Territorialen- Bevelhebber in Zeeland de navolgende minimum prijzen zijn vastgesteld kroonerwten kookerwten ronde bruine boon en. 7." I bruine boonen hunne verontwaardiging moge zijn, mag geen ^zen wiUe boonfm nnlrnln rlnnH non rronro H l\r tpfroll mr>pr Wfir/lPTl - enkele daad van geweld of tegenweer worden verricht. Deden zij dit wel, dan zouden zij niet alleen zich zelf, maar ook familie, vrienden, landgenooten blootstellen aan maatregelen van wedervergelding. De voordeelen, welke de burger door een eigengerechtigd optreden zou meenen te kunuen bereiken, zinken in het niet tegenover de schade en het leed dat hij zich en anderen daarmede berokkent. Elke uiting van wraak lokt onvermijdelijk geduchte weerwraak uit. Zucht tot zelfbehoud zal den indringer dwingen tot het verspreiden van schrik onder de bevolking, wanneer deze zich niet geheel onzijdig weet te houden. Wanneer daarentegen de bevolking met kalmte en waardigheid een eventueele bezetting onder gaat, dan behoeft men voor veiligheid van persoon en goed niet beducht te zijn. Het volken recht, dat door het leger van elke beschaafde natie wordt geëerbiedigd, verbiedt moord, plun dering of roof. De indringer, die vreemd ge bied bezet, is verplicht alle maatregelen te te nemen, die kunnen strekken om de openbare orde en het openbare leven te herstellen en te verzekeren, zooveel mogelijk ouder eerbiediging van de in het bezette land geldende wetten. Onze bestuursorganen behooren daarbij in het belang der bevolking hun medewerking te verleenen, door, wanneer hun dit niet bepaald onmogelijk wordt gemaakt, hun post te blijven bekleeden en den goeden gang van zaken te blijven bevorderen. Zij behooren zich in ver binding te stellen met de vreemde militaire autoriteit, teneinde als tussehenpersonen tusschen haar en de bevolking op te treden. Op hen ook berust de plicht een krachtig protest te doen hooren, wanneer de bij internationale tractaten gewaarborgd, of op de volkenrechtelijke gebruiken steunende rechten der bevolking worden aan- ^Het doel van vorenstaande mededeeling is om eenige ongerustheid te wekken. schokkers TholeD, den 15 Augustus 1914. f 15,per H.L. 14,— 17, 15,- 16,— 16,— De Burgemeester van Tholen maakt bekend, dat de machtigingen tot het dragen van wape nen zijn ingetrokken; Voorte richt hij tot de particulieren het ver zoek, hunne wapenen zooveel mogelijk tijdelijk bij hem in te leveren. Zulks is niet alleen gewenscht ter voorkoming van onbevoegd op treden bij mogelijke oorlogsgebeurtenissen, doch ook thans reeds om in het belang onzer troepen valsch alarm te voorkomen. De wapens kunnen ingeleverd worden bij den gemeenteveldwachter. Tholen, den 18 Aug. 1914. De Burgemeester van Tholen, M. G. VAN STAPELE. De verschrikkelijke kamp, de groole worsteliug heeeft een begin genomen, het bloed heeft reeds met stroomeu gevloeid en de velden en akkers gedrenkt, duizende jonge levens in vollen bloei zijn door den dood weggesleurd, weggemaaid door de oorlogszeisen, als het rijpe koren op den akker van den landman als het rijpe koren dat thans door de duizenden maaiers van menschen- levens wordt vertreden alsof het niet bestond en alsof het verwoesten en vernietigen van menschen meer nuttig en meer noodig ware dan het maaien van het graan. Vreeselijke verwoestingen worden aangericht. De correspondent van een onzer groote dagbladen beschrijft zijn bezoek dat hij bracht aan de slagvelden in midden-Belgie. Deze correspondent schrijft over de verschrikkingen van het slagveld van Vrijdag en zijn beschrijving doet ons hui veren. Op het slachtveld begint reeds een on dragelijke lucht te heerschen, des Zaterdags om vier uren waren alle gesneuvelden begraven in een gemeenschappelijk graf, bedekt met een laag kalk en klei. Maar onder de priemende zon lagen nog steeds de paardekrengen verstrooid over de velden en langs de wegen. Zij zijn op geblazen en over de gespannen huid en de opengereten borst krioelen miriaden vliegen. Een detachement Belgische soldaten is gedwongen daar op die plek een hollen weg te bewaken en beschutten hun gezicht met hunne zakdoeken, waarvan zij een masker hebben gemaakt dat hun gelaat tot onder de oogen bedekt, om zich, zoo goed en kwaad als het gaat, tegen het inademen der gassen en den steek der gevaarlijke insecten te beschermen. Iet3 verder lagen de voorposten van het Belgische leger. Een der soldaten die in Luik geweest was vertelde het volgende „Als je daar gindsch geweest bent, ken je maar een gedachte er weer heen te gaan en hij vervolgde „Ik, de pontonier-wielrijder d'Hal, ben er eergistereu met een kameraad, Van den Meulebroeck heet hij, op uitgeweest om onder de Duitsche kogels den commandant van de genie, Dnjardin, weg te halen. Hij was door een granaatscherf aan den schouder gewond. Wij hebben hem gered en aangezien zijn wonde niet gevaarlijk is, heeft hij aan ons het leven te danken, want de Duitschers zien er geen been in, de gewonden af te makeD, terwijl bij ons daarentegen de gewonden, die op het slag- véld achterbleven, liefderijk worden verzorgd. In een grensdorpje werd een oude vrouw gevonden als eenigst overgeblevene bewoonster. Ze was daar alleen achtergebleven daar ze mank was en niet meer voortkon. De Duitschers hadden haar met rust gelateD. In een ander huis werden 4 Duitsche infanteristen gevonden, allen zwaar gewond, te zwaar gewond, om nog le worden vervoerd. Ze zullen alle vier, in dat verlaten dorp omkomen. De Duitschers hebben op hun weg alles verwoest en geplunderd, met geen andere reden dan om zich te wieeken over de verliezen die zij geleden hadden. Oadertusschen dringen de Duitsche troepen steeds verder in België door. Reeds Vrijdag werd Namen beschoten en de spoorwegverbindingen in de provincie Namen alle verbroken. Dit bericht kwam uit Belgische bron en zal dus zeker Diet onofficieel zijn. De forten van Luik zijn, altijd volgens mededeelingeu van een Duitsche reizigster, in handen der Duit schers, Of deze nu juist zijn kan nog wel in twijfel worden getrokken, daar de mededeeling van die dame niterst vaag geleek. In dat bericht werd n.l. gesproken van al de negen forten, terwijl er in 't geheel 12 zijn. Een Belgisch stafofficier verklaarde dat Luik stand hield en altijd stand zal blijven houden. De aanval op de forten van Luik, die opnieuw hervat is, zal dan ook weer op euormen tegenstand stuiten. Verschillende kleine gevechten kwamen weer voor. Bij Vissen- acten had een treffen plaats tusschen twee compag nieën Duitsche wielrijders en een compagnie Bel gische genietroepen. De wielrijders waren bemerkt door de Belgen, die zich in hinderlaag legden en 15 man doodschotende wielrijders keerden daarna terug. De aanvoer van Duitsche troepen gaat nog steeds voort. Uit Aken werd gemeld dat reeds dagen achtereen geregeld troepen door trekken. De burgerij werd verzocht om in groote kuipen water voor de manschappen en paarden gereed te zetten, terwijl het terwijl het verboden was sterke drank te versohaffen. Wel werdeD verschillende verfrissingen aangeboden. van aai ecu nviatcui cu'innvu. - r station Namen. Het station was gelukkig geheel verlaten. Ook op 6 andere plaatsen m Namen vielen bommen. De provincie Namen is voor een groot gedeelte met Duitsche troepen bezet. Dinant werd gebombardeerd. Natuurlijk was de schade groot, er werden echter maar eenige personen gekwetst en niemand gedood. Een kas- teel te Bouvignes werd in brand geschoten, eveneens een paar boerderijen. De stad^ Dinant werd door de Duitschers beschoten, de Pransche troepen ontzetten haar weer. De Duitschers be zetten de heuvels bij de stad, maar trokken later toen ze zagen dat hunne pogingen om Dinant te nemen vruchteloos waren, naar de brug bij Houx, welk dorpje door hen werd bezet, daar de Pransohe artillerie hen dwong terug te trekken. Het geschutsvnnr bolderde den geheelen morgen van zes uur tot 's middags 2 uur. Ongeveer 3 unr werd het bombardement vau weerszijden hervat. De Duitschers werden bij hun pogen om de Maas bij Anseremme en ïvoir over te trekken, teruggeslagen. De dorpen in de omstreken van Dinant worden door de bevolking overhaast verlaten. Bij een gevecht van troepen met het Doods- koppenregiment viel het vaandel van dit regiment in banden van de Belgen. Naar men weet is de Duitsche Kroonprins, officier bij dit regiment. De stad Luik, vanwaar de forten thans door de Duitschers worden beschoten, is een toonbeeld van verwoesting. Ineengestorte bruggen, hnizeu half in puin, ingevallen daken en smeulende puinhoopen getuigen van het gebeuren in de laatste wekeD. De asphaltstraten gelijken om geploegde velden en op de meest zonderlinge plaatsen ziet men inderhaast gedolven graven. 30.000 inwoners van het zoo vriendelijke Walen- stadje zijn overhaast gevlucht, terwijl de over geblevenen zich in kelders een veilig heenkomen zochten. Daar zitten ze met ontstelde gezichten, zonder levensbehoeften, te wachten de dingen die thans weer zullen geschieden. Des morgen leggen de Duitschers bij de bakkers, die nog brood fabriceeren, beslag op de voorraden, die wel worden betaald, maar waardoor de inwoners niets kannen bekomen. Uit Berlijn komen bijna geheel geen berichten, het samentreksel dat we hier boven gaven is haast geheel uit Belgische bronnen samengesteld. De Pransohe aviateurs ondernemen zeer ge waagde vlochten boven de Duitsche legers en het Duitsch grondgebied. In de Elzas bezetten de Pransohen de stad en de pas van Saales, onder dekking der artillerie. Uit Parijs wordt bericht dat de Duitschers een omtrekkende beweging trachten uit te voeren om den linkerflank der vereenigde legers. Ver schillende Duitsche patrouilles vluchten op neutraal Zwitsersch grondgebied en werden geïnterneerd. Het Pransche gezantschap te Londen deelde mede dat de Fransche troepen voortrekken en de Duitschers steeds retireerden. De Franschen namen schitterend de dorpen Diamont en Cirey, waarbij de Duitsche troepen terng trokken met achterlating van dooden en gewonden. De Pransche maakten vele krijgsgevangenen, waaronder ook de generaal Deimling. Een ander bericht meldt dat dat generaal Von Deimling ernstig gewond is. Ook werd nog door Pransche aviateurs de de loods van de Zeppelins met bommen beschadigd en maakten zij een vleigtuig buit. Bij Nancy word een Zeppelin door een Pransche aviatenr ontdekt en door een bom totaal vernield. De Duitschers worden nn een weinig voorzichtiger met hun Zeppelins in deze worden bijna niet meer gezien. Ter zee gebeurde nog niets belangrijks. De berichten omtrent groote zeelagen moeten ten eenemale oDjoist zijn geweest. Dit wordt van Engelsche zoowel als van Duitsche zijde bevestigd. De Duitsche berichten zeggen dat het eenige belangrijke is dat het Engelsche schip „Amphion" op een mijn stiet en gezouken is. De Engelsche vloot heeft het tot heden nog niet gewaagd de Duitsche vloot te naderen. Een Engelsch en Frausch eskader beschermen de landing van de Pransche troepen uit Afrika. De Japansche vloot heeft zee gekozenZooals zijde" gekozen van de verbonden mogendheden, en aan Duitschland den oorlog verklaara. Zoo de Japansche vloot in den oorlog tegen Rusland in 1903 bewezen heeft, zal dit voor Engeland, Frankrijk en Rusland geen te versmaden bond- g Aan de Oosteurijksche grens behaalde de Russen een groote overwinning. 4 Oostenryksche regimenten infanterie en 1 regiment cavalerie werden geheel vernietigd. Ook in Rusland schijnt de bevolking daadwerkelijk deel te nemen aan de gevechten. Te Kalisch, waar Duitsche troepen binnen trokken werd de vijand ook geregeld in de rug aangevallen door de bevolkiug. De Dmtsche

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1914 | | pagina 1