radial levijd m 9e lelaip van eesterteelt, lanfllioBf, m. No. 1526. Dinsdag i Augustus 1914. Een en dertigste jaargang- EN DE OORLOG. IER SEK SCHE THOOLSCHE COURANT Dit blad verschijnt voorloopig eiken Woensdag en Zaterdag. Prijs per kwartaal f 0,65 met Geïllustreerd Zondagsblad f 1.025, franco oer post f 1,10. Voor het buitenland 90 cents, zonder geïll. Zondagsblad, ingezonden stukken, enz. worden uiterlijk op DONDERDAGAVOND ingewacht aan het bureau te Th olen ol v66r DONDERDAGMIDDAG bi) onzen medewerker te lerseke. UITGAVE Firma J. M. C. POT, THOLEN. Tblrv. Interc. 16. Advertentiënvan 1 tot 4 regels 40 centsiedere regel meer 10 centsgrooter letters naar plaatsruimte. Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt slechts 2 maal in rekening gebracht. Bij abonnement aanmerkelijko prijsvermindering. Publicatie 11. De Burgemeester van Tholen maakt bekeud, dat bij heeft ontvaugen een schrijven van den Territorialeu bevelhebber in Zeeland, dat luidt als volgt: De territoriale Bevelhebber in Zeeland enz. brengt ter keunis van UEdelachtbare, en zulks in zulks in verband met aan hem door heeren Burgemeesters gestelde vragen dat de binnenlandsche handel thans geheel vrij is, doch dat, waar de mogelijkheid zich kan voordoen, dat aanvoer van levensmiddelen niet meer plaats heeft, zij naar hun eigen oordeel hebben te waken voor het beschikbaar houden van de noodige levensmiddelen voor han ge meentenaren voorts, dat zij voor deo buitenlandschen han del zich hebben te honden aan de voorschriften, betreffende het uitvoerverbod. Tevens wordt hierbij te kenneu gegeven, dat van een binnenhalen van den oogst door mili tairen, welk gerucht zich iu verschilleude ge meenten heeft verspreid, geen sprake kan zijn. Ten slotte zij U medegedeeld, dat in een gemeente zieh het feit voorgedaan heeft, dat een persoon varkens opkocht voor zeer' lagen prijs, de goedgeloovige eigenaars op de mouw spellende, dat die artikelen binnen kort zonder betaling door de Regeering in beslag genomen zouden worden. U wordt verzocht zoo uoodig, op deze aan gelegenheid Uw aandacht te doen gelden. Tholen, deo 8 Augustus 1914. De Burgemeester van Tholen, maakt bekend, dat uitvoer-verbod is gelegd op: genees- en verbandmiddelen en grondstoffen daarvoor, munitiën, buskruit, lood, gouden munt en goudmuntmateriaal, cacao, thee, koffie, suiker, stroop, alcohol, boekweit, katoen iu elkeu vorm, soda, glycerine, salpeterzuur, acetoon, potasch, zwavelzuur, aether, ammonium-carbonaat,natrium- salpeter, antimoonregulus. Tholen, den 11 Augustus 1914. Voorwaarden ter zake van prijs en wijze van verkoop, waaronder toegestaan wordt alle tarwe1 bloem-voorraden bij fabrieken, en handelaars io de gemeente THOLEN in het bezit der tegen woordige eigenaars of bezitters te laten prijs voor bakkers en dergelijke f 14,per 100 K.G. netto contant zonder korting vanaf de fabriek of het magazijn voor basisbloem no. 0 of Amerikaansche straight, andere soorten naar evenredigheid, alleen te verkoopen hoeveelheden voor gewoon verbruik. Extra voorraden mogen niet verstrekt worden. Tholen, den 8 Augustus 1914. De Burgemeester van Tholen, M. G. VAN STAPELE. Arme Belgen Dat was overal den uitroep die in ons land werd gehoord. Wat moet gij het lijden dat ge niet ongestraft uw grondgebied hebt laten soW.nfetr en uw neutraliteit wildet bewaren tot eiken prijs, ze.'fa tot den prijs van een oorlog met den grooten DiïïïsVhe.u gewelde naar, die uw grondgebied betrad ondairis alle verbintenissen tot het handhaven ervan. Arme stamverwanten, arme Zuid-Nederlanders I Och, gelooft het, ons hart klopt vol weemoed voor den smaad u aangedaan. Met voldoening vernam bijna een ieder hier te lande dat gij vol moed en met groote dapperheid stand hield tegen de Duitsche krijgsdrommen en met vurige liefde voor uw Zuid-Nederlandsche vaderland teu strijde trok tegen den schender van het volkerenrecht. Ons hart sloeg met snellere slagen en onze stamverwantschap roet u werd meer gevoeld dan ooit. Gaarne zouden wij u ter hulp zijn gesneld om met u den smaad te wreekeu u door den hooghartigen Duitscher aangedaan, maar onze verantwoordelijkheid tegenover onze eigen natie gedoogde dat niet. We gevoelden dat wij ous in dit conflict onzijdig moesten houden, temeer daar de Duitscher zelve ons grondgebied be schermde en eerbiedigde. We mochten ons niet in dit conflict begeven omdat we niet roekeloos onze onafhankelijkheid eu ons volksbestaan in gevaar mochten brengen. Neen op de groote mogendheden, op Frankrijk eu het machtige Engeland rust de plicht thans om u te wreeken en om u in deze ure des gevaars bij te staan. Geen wonder was het dat de verbittering in de hoofdsteden onder de Belgen groot was en de Duitsche ingezetenen werden mishandeld en hunne huizen en magazijnen vernield. Zeker afkeuriugs- waardige tooueelen vielen voor, vooral als vrouwen en kinderen, en zelfs vrouwen in zwangerschap werden mishandeld op gruwelijke wijze. Maar begrijpelijk was het daarentegeu ook. De volksgeest, opgezweept door den woord breuk van den Duitscher en door de voorge komen moordtooneelen bij Visee en Luik, dorstte naar wraak en om die wraak voldoening te geven nam hel Antwerpsche en Brusselsche ge peupel de gelegenheid waar die zich bood. En de aanleiding was gegeven, niet alleen door de afgespeelde in de provincie Luik maar ook door dat gebleken was dat vele der Duitsche villa bewoners en andere z. g. particulieren die zich te Brussel en Antwerpen hadden gevestigd reeds jaren de Duitsche regeering spionnendienst hadden bewezen. Op sommige villa's werden Marconi- toestellen gevonden en de bewoners daarvan werden gevangen genomen en gefusileerd. Ook was de verbittering groot omdat Duitsche spionnen waren gevat, gekleed in Priesterkleeding en in Uniformen van den Engelschen bondgenoot. De stedelijke overheden stonden machteloos tegen over dit optreden van het volk en konden eerst ingrijpen toeu de gemoederen een weinig tot bedaren waren gekomen en de meeste Duitschers waren verwijderd. Ook in Duitschland werden de onderdanen van de vijandelijke mogendheden door het opge wonden volk allerlei moeilijkheden in den weg gelegd. Alleen het Engelsche volk heeft in deze een werkelijk waardige houding aangenomen. Zelfs werden door het volk zelf eenige jongelui die vertrekkende Duitschers euOostenrijkers wilden uitjouwen, het zwijgen opglegd. Dit getuigt weer van den nobelen Engelschen volksgeost, die, vooral na het uitbreken van den boerenoorlog, in twijfel werd getrokken. Wie toch is nu weer gebleken dat die nobele karaktertrekken van den Engelschen volksgeest nog bestaan. Het moderne cultuurleven heeft ze niet kunnen doen verdwijnen, daar ze oorsprong vinden in den vrij heidszin en het rechtvaardigheidsgevoel die steeds de mooie eigenschappen van den Engelschmau wa ren en ondanks de vaak hoogtij vierende schraap zucht en hebzucht, (de slechte eigenschappen vau de Engelsche natie) gebleven zijn. De Engelsche natie is hierdoor weer in de achting der ge- heele wereld gestegen en heeft voor een deel terugverworven wat ze in den strijd tegen Zuid- Afrika heeft verspeeld. Waarlijk het optreden der Britsche natie kan niet genoeg geprezen worden in dezen. Ook al komen door het op treden in dezen oorlog haar handelsbelangen wel eenigszins naar voren. Dat was echter, wilde Engeland niet door Duitschland zijn macht op handelsgebied zien gefnuikt, baast noodzakelijk. Immers is het door de geschiedenis der laatste weken volkomen gebleken, dat de geheele opzet der oorlog het werk was van Duitschland en dat het eein.^ doel er van is uitbreiding van de macht van het Zhiitsche Rijk op handels- eu staatkundig gebied. „Dentschland' „v er alles" is het parool in deze volkerenworsteliug. Eu dat mag Engeland niet toelaten, dat verbiedt in de eerste plaats zijn rang die het inneemt in de rij der groote mogendheden en in de tweede plaats zijn politiek. Engelaud ziet zich door. Duitschland bedreigd in verschillende btlange n, zoo Frankrijk in deze strijd het onderspit moest delven. En daarom moet bet Frankrijk in dez'-e ter zijde staan. Bovendien had het verklaard geen schending der onzijdigheid vau België of Nederland toe te laten zonder ingrijpen zijnerzijd». Eu door al dat gebeuren iu een week tijds is eindelijk gekomen wat reeds jaren werd gevreesdde groote Europeesche oorlog, de groote worsteling van de volkeren die als het ware io de lucht hing als een donderbui die dreigde los te barsten. Éo waar die losbarsting nu is gekomen, mogen en kunnen we hopen dat de staatkundige hemel er werkelijk door mag worden gezuiverd. Een Russische staatsman verklaarde, dat deze oorlog er wel toe zou kunnen leiden dat de groote mogendheden na afloop, hun oorlogstoebereidselen en de versterking hunner legers en vloten gingen inkrimpen en verminderen. Zou dhn werkelijk het Vredespaleis aan zijn bestemming gaau beantwoorden? nu staat het daar als een bespotting. Ook in Amerika is de stemming tegen Duit schland. De pers laat zich daar zeer ongunstig over Duitschland uit. De Duitsch-Amerikaansche bladen natuurlijk niet. De „Telegr." geeft hier- vau de volgende bloemlezing De New-York Times' schrijft: Rusland, Frankrijk en Engeland moeteu vereenigd blijven tegen de ^roofstaten". De te New-York verschijnende World" con stateert, dat Duitschland en Oostenrijk in dezen oorlog niet op de sympathie der neutrale mo gendheden rekenen kunnen. „Duitschland zoo voegt het blad er aan toe treedt in het begin der 20ste eeuw op, alsof men nog in de 17e eeuw leefde". De j,Chicago Times" commentarieert enkels uitlatingen van Keizer Wilhelm, waarin bij over de //hulp Gods" spreekt met hot woord //gods lastering". De //New-York Globe" laat zich in al even weinig vleiende bewoordingen over den Duit- schen Keizer uit en valt hem vooral over zijn „onverzadelijke eerzucht", aan De „Globe", /Ledger" en de „New-York Tribuni" juichen Engeland's houding in het huidige conflict ten zeerste toe. Eindelijk namen Zaterdag en Z/udag de be richten omtrent de gevechten bij Luik een vasteren vorm aan. Het eerste treffen was vree- selijk geweest. Geheele Duitsche legercorpsen werden vernietigd. In de loopschansen lagen, volgens de berichten vau oorlogscorrespondenten, op sommige plaatsen de lijken 1,50 Meter op gestapeld. Het aantal dooden en gewonden zou volgens Belgische berichten meer dan 25,000 bedragen en is in de laatste gevechten nog vermreederd. Het bericht dat Luik ingenomen eo in brand gestoken zou zijn werd van Belgische zijde beslist tegengesproken, wel schijnt en de stad in de handen der Duitschers te zijn gevallen, die er echter eerst met ontzaggelijke verliezen weer uit verdreven werden. Twee regimenteq cavalerie trokken de stad binnen en van die twee regimenten, samen 1800 man sterk, zijn maar 200 overgeble ven. De pontonbrug die de Duitsche Genie over de Maas had gelegd, werd opnieuw door het vuur der Belgische mitrailleuses vernield en van de twee rigimenten infanterie die over deze brug zouden trekken is bijna, volgens bevestiging van gewonden te Maastricht, geen man overgebleven. De forten van Luik zijn dus nog iu handen Belgen. Gevangengenomeu Duitsche officieren verklaren dat het Duitsche leger niet op tegen stand te Luik had gerekend. Deze tegenstand heeft dus een leelijke streep gegeven in de plannen van den Duitscheu Generalen staf. Het Fransche Ministerie van Oorlog drukt zijn vol doeuiog uit over den dapperen weerstand der Belgen. Het geweasebte oponthoud der Duitsche troepen, dat noodzakelijk was voor het samen trekken der Belgische en Frausche troepen is vorkregen. De Franscheu worden in België met gejuich binnen gehaald en Koning Albert zond ee u telegram van verwelkoming. President Pon- caré heeft hierop in een hartelijk telegram ge autwoord dat de Fransche troepen er trots op zijn om het dappere Belgische leger bij te staan. Ondertusschen vielen de Franschen ook in Elsaz en werden ook daar de Duitschers met verlies teruggeslagen. De bevolking van de Elsaz ontving de Franschen met gejuich eu rukten de grenspalen oit den groud. 30.000 Duitschers moeteu buiten gevecht zijn gesteld. Het arme Luxemburg leidt onder de ver schrikkingen van den oorlog, de ingezetenen worden met minachtiug door de Duitschers be handeld. Deserteurs uit den Elsaz die naar Luxemburg waren uitgeweken, werden uit hunne bedden gelicht en heeft men sedert niet weer gezien. Een groot aantal emploiees van Luxem- burgsche handelshuizen bleken officieren te zijn van het Duitsche leger. De comandant der stad, die tegen het invallen vau Duitschers protes teerde kreeg van beu teu antwoord: Het is misschien uw manier van handelen niet, maar het is de onze. De tuinen van de vredelievende Luxemburgers zijn door de troepen geplunderd en de winkels leeggehaald, en dat terwijl de Duitschers bij den inval verklaarden dat de in gezetenen niets hadden te duchten. 't Is in e3n woord een waar schrikbewind. Nobele houding voorwaar De straf volgt op de daad. Overal ontvangt Duitschland slag op slag. De berichten van Maandag bevestigen den inval vau de Franschen in den Elsaz en de terug- drijving der Duitschers. Aan beide zijden wer den echter hevige verliezen geleden. De Fransche troepen bezetten Ferney na hevige gevechten. Aan beide zijden werden zware verliezeu geleden. De berichten spreken van 25.000 Duitschers eo 15.000 Franschen. Mülhausen werd na ontrui ming door de Duitschers door Fransche troepen bezet. De Duitschers vernielden te voren alle levensmiddelen en fourage, door de maga zijnen in brand te steken, zij bedreigden de Eizassers, indien deze van hun Fransche gevoelens lucht gaven, te zullen fusileeren. Saksische ge vangenen melden dat de Saksers zeer tegen hun zin meevochten. Eugelsche troepen zijn in Frankrijk geland, terwijl ook Duitsche Koloniën iu Zuid Afrika werden bezet. In het Noorden schijnt Duitschland met meer succes te opereeren. De slad Chzenstochaus werd door de Duitschers genomen. Uit Krakau seint men daarvau het volgende In den nacht van den 2eu en 3en Augustus werden de bewoners door het dreunen van het geschut opgeschrikt. Om twee uur 's nachts kwam het gerommel steeds nader en nader en tegen vier uur iu den morgen trokken de Russische troepen terug. Kleine troepen soldaten verschenen voor de bruggen en lieten bruggen en viaduclec spriugen. üm vijf uur in den morgen was de laatste trein waarin gezeten waren de Russische stadsbestuurders en de mi litaire bevelhebbers naar Warschau vertrokken. Da burgerwacht hield nog de rust en orde in de stad. Om zeven uur 's morgens trok onder commando van een len luitenant de voorhoede der Duitschers de stad binnen. De commandant van de burgerwacht bracht daarop zijn rapport aau den Duitscien luitenant over, waarop door den luitenant de zorg voor de handhaving van rust en orde in de stad werd toevertrouwd. De commandant liet daarop de biunengerukte troepeu de bevolking meedeelen dat in de stad alles in de ouden vorm zou blijven met volkomen handhaving van elks rechten, doch dat bij het voorkomen van vijandelijkheden de gansche stad de verantwoordelijkheid zou dragen. Om tien uur voormiddags begaf een kapitein van de iufanterie zich naar het gemeentehuis en deelde o.a. mede, dat Russisch papiergeld in betaling moest worden genomen. De bericht gever voegt er verder aan toe Met een zucht van verlichting werd de Pruisische cavalerie in het stadje begroet. D; Pruisische uhlanen waar onder zich een groot aantal Polen bevonden, werden door de bevolking ruimschoots van si garen, brood en water voorzieD. Voorts deelde men mede iu welke richting de Russische ruiterij de vlucht had genomen. De Uhlanen vingen daarop de vervolging aan. Ook op andere ponten iu het noorden hebben de Duitschers succes te boeken, o.a. vielen bij

Krantenbank Zeeland

Ierseksche en Thoolsche Courant | 1914 | | pagina 1