1521.
Zaterdag 18 Juli 1914.
Dertigste jaargang.
Eerste Blad.
Firma J. M. C. POT, THOLEN.
Ka|
F2C
Publicatiën.
oo
van li;
Dit blad verschijnt eiken Zaterdag,
kwartaal f 0,65 met Geïllustreerd Zondagsblad f 1.025, franco
Voor het buitenland 90 cents, zouder geïll. Zondagsblad,
stukken, enz. worden alterlljk op DONDERDAGAVOND ingewacht aan het
te Tholen of v66r DONDERDAGMIDDAG bl onzen medewerker te lerseke.
UITGAVE
Telep. Intep.c. 16.
A-drertentiënTan 1 tot 4 regelt 40 o»ut«; iedere regel meer
10 cents; grooter letters nasr plaatsruimte.
Elke advertentie, 3 maal ter plaatsing opgegeven, wordt sleohts
2 maal in rekening gebracht. Bij abonnement aanmerkelijke prijsvermindering.
tester en Wethouders der gemeente Tholen:
U1' artikel 219 der gemeentewet
by deze ter kennis van de Ingezetenen,
ening van de inkomsten en uitgaven dezer
over het jaar 1913 aan den raad is over-
die rekening van heden tot den 31 Juli a.s.
jretarie der gemeente, voor een ieder ter
liggen, alsmede dat tegen betaling der
ihriften van haar kunnen worden verkregen,
den 16 Juli 1914.
k' Jargemeesler en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
M. G. VAN STAPELE.
De Secretaris,
H. J. LABAN.
1EI
1 de Geschiedenis van de Bietsuiker en
fiikerbiet, door L. van Dijk L.Kzn.
bouwkundige, naar „Der praktische
Ibenbau" van Hermann Briem.
III.
Irscheidene tegenwoordige cultuurrasseo
j biet zijn deels door natuurlijke, deels
bnstmatige invloeden ontstaan uit de
pelijke stamvorm, de Silezische suiker-
Achard.
ferst droegen tot de schepping van nieuwe
bij de natuurlijke invloedende biet
,1. door de groote verbreiding naar alle
jelen. onder zeer verschillende omstandig-
in klimaat, bodem c.a.', welke een zoo-
inwerking op een gewas hebben, dat het
ware nieuwe raseigenschappen krijgt.
hD9tmatige invloeden bestaan in het
Iste ingrijpen der kweekers, waardoor
Vas ook buitengewoon kan gewijzigd
die de bieten het eerst selecteerde,
er niet alleen naar de beste bieten te
maar hij trachtte tevens het suikerge-
verhoogen.
veel zorg werd door hem aan het zaad
en waar hij vooral ook op lette was
zoo zuiver mogelijk gewonnen werd, dus
lijmenging van zaad van andere rassen.
boek heeft hij hierover belangrijke
gen gegeven.
oudere geschriften leest men na Achard
>ver bepaalde bietenzaadkweekers.
'teerst is de bietenzaadteelt in 't groot
t omstreeks 1845 en wel door een
,uerfurter tuiniers, die een uitgebreiden
idhandel stichtten.
1850 hebben zich heel wat personen met
nveredeliug en de - zaadteelt bezig ge-
de voornaamste er van willeu we hier
Frankrijk begon op grootere schaal te
Louis de Vilmorin, vooral na 1856,
uit de witte Silezische biet de Vilmorin
améliorée veredeld had. Deze biet was
ikerrijk, doch had ten gevolge van de
;e teelt op gehalte wel wat weinig
wicht.
heeft Benri de Vilmorin de minder
igenschappen van deze biet verbeterd,
gevolg dat ze over heel Frankrijk en
•ot deel van Oostenrijk verbreid werd.
S84 kwam er zaad in den handel van
it geoaamd *betterave frangaise riche",
weekt was door Fouquier d' Herouel uit
Vilmorin bieten.
's deze wortel wel de meest suikerrijke
akrijk bekend is ze is lang en dun,
kleine kop en niet gekroesde opstaande
schland hield zich met de veredeling
iilezische biet bezig F. Knauer te
jij Halle (1850), die naar gehalte en
merkte. (Iinperial.)
9 is uit eeD zijner variëteiten gekweekt,
rreinen van de suikerfabriek te Klein
bij Magdeburg, de Klein Wanz-
Magdeburger biet. Deze biet is van
kwaliteit, heeft lichtgroene kroese
•en kegelvormige wortel met korte
i Giesecke, die eigenaars waren
fabriek, hebben deze soort nog
'altc en gewicht.
deqKtj^ans, vooral in Duilsch-
België en ons land verbouwd'
en G. is de Klein Wanz-
lebener biet nog veredeld door Gebr. Dippe te
Quedlinburg (sedert 1871) en door G. Schrciber
u. Sohn te Nordhansen.
Hun bieten respect, bekend als Dippe W. en
W, R. en Schreiber S. Hr eo S. R. zijn bieten
die iu ons klimaat en op onzen Zeeuwschen
bodem ook uitstekend voldoen.
Naast genoemde kweekers dienen we nog te
vermelden Albert Eggeling en Heinrich Mette.
Blijkens de jongste proeven blijken hun bieten
ook een goede opbrengst te geven en een goed
gehalte te hebben.
Ons land kent één firma die in 't groot aan
de bietenveredeling en de zaadteelt doethet
is die van Kühn en Co te Naarden. Haar bieten
waren aanvankelijk zeer suikerrijk doch te klein
(merk E); thans is het haar gelukt gewicht en
gehalte meer te combineeren (merk P).
(Zie voor proeven over variëteiten Beknopt
verslag der landbouwproefvelden over 1910'11
1912
Indien de boer zelf zijn bieteuzaad wilde
kweeken, zou hij maar slecht uitkomenniet
dat hij het zaad niet zou kuunen winnen, maar
hij zou aldra tot de ontdekking komen dat het
gehalte van de biet sterk achteruit zou gaan.
Het is n.1. zaak dat het zaad kweeken steeds
gecombineerd wordt met veredeling en voor dit
laatste is een zeer uitgebreide zoowel weten
schappelijke als praktische kennis noodig, zoodat
het beste is dat de zaadteelt in handen van
specialiteiten is, ten einde de biet vop peil" te
houden.
Bovendien eischt de bietenveredeling heel
wat kapitaal.
Pl.m. 1840 had men onder de kweekers als
't ware twee hoofdrichtingen: le het eenzijdige
streven om zulke suikerrijke wortels te krijgen als
mogelijk is en 2e het zoeken naar een biet die per
eenheid van bodemoppervlakte de hoogste suiker-
oogst geeft. Een biet als de eerste is zeer voor-
deelig voor deD fabrikant, daar de kleine, suiker
rijke wortels voordeelig verwerken. Voor den
boer is ze evenwel miuder voordeelig, hetzij hij
per gehalte of per gewicht verkoopt, daar hij
van die zeer suikerrijke kleine bieten niet de
hoogste suikeroogst en van zelf niet het hoogste
gewicht per H.A. maakt.
't Is dus niet moeilijk in te zien dat specula
tieve fabrieken in 't algemeen er naar streven
zullen zaad te verschaffen van het eerste type
coöperatieve fabrieken daarentegen zullen hun
leden liever zaad van het tweede type bezorgen.
Toen men pas begon met het, veredelen van
de biet, had men allerlei wortelvormen. Men
had dikke en spitse wortels, korte en lange,
min of meer cilindervormige, peer- en olijfvormige,
buikige, hartvormige etc. Men had ook kleur-
verscheidenheden in vieesch en blad o.a. rood,
groen, donker, licht. Dau was er verschil in
grootte van de kophoeveelheid blad, vorm van
de bladrand enz.
Naar deze uitwendige kenmerken nu heeft
men de beste bieten uitgezocht en aanvankelijk
5 rassen hieruit gekweekt, waaruit al de genoemde
rassen das afkomstig. (Achard).
Later lette men niet alleen op deze, de
inorpbologische kenmerken, maar ook op de
innerlijke, de physiologische eigenschappen, zoo
b.v. het suikergehalte. Het bleek n.1. dat het
lang niet altijd opging dat een op het oog goed
uitziende biet, die dus beoordeeld was naar
uitwendige kenmerkeD, suikerrijk was.
Tegenwoordig combineert men beide groepen
van eigenschappen en eischt men aan een biet
naast een goed gehalte de volgende uitwendige
kenmerkenflink wat blad dat dicht op een
staat en al naar de plant ouder wordt meer naar
beneden hangteen kleine kop overgaande in
een ongeveer cilindervormig deel, dat weer over
gaat in een punt. een witte kleur en een ge
rimpelde huid. Dan ziet men graag dat de
wortel eenigszins gedraaid is en het vieesch
vast, doch niet houtig is en de vaatbundel-
ringen dicht op elkaar zitten. Het behoeft even
wel niet altijd waar te zijn dat een biet met
//dichte ringen" suikerrijk is.
Onze meeste bieten toonen thans, al is het
dan met afwijkingen, dit model.
Van niet weinig belang is het natuurlijk en
voor fabrikant en voor kweeker nauwkeurig het
suikergehalte der bieten te kunnen bepalen.
Heel wat is er over gewerkt, een aanwijzing
voor het gehalte te hebben in een bepaald ken
merk, vooral nadat deze kweste in 1851 door
Ventzke was le berde gebracht
Ook onze Nederlandsche kweeker Kühn heeft
in die richting gewerkt. Hij meende n.1. op
grond van microscopisch onderzoek verband ge
vonden te hebben tusschen den bonw van de
middelste vaatbundering en 't suikergehalte. Ge
bleken is evenwel dat hier op niet te bouwen was.
Ook aan andere onderzoekers bleek, dat men
aan het microscopisch onderzoek niet dat gene
had, wat Schindler er indertijd wel van ver
wachtte.
Tot aan de 50er jaren ging het bepalen van
het gehalte op gebrekkige wijze. Groote ver
andering is hierin gekomen toen in 1852 Vil
morin op het idee kwam, het suikergehalte naar
het soortelijk gewicht te bepalen. Hij was daar
toe gekomen doordat men in Duitschland het
zetmeel gehalte der aardappels naar het S. G.
Werd eerst het S. G. van de biet zelf be-
later deed men dit van het bietensap.
Hoewel men nu een heel eind vooruit was,
was* deze methode toch nog ver van volmaakt
uit onderzoekingen van Dr. Scheibier en Julius
Stoiler bleek dat zelfs fouten van 5 °/Q werden
Nog weer een eind verder waren we toen
Prof. Dr. Marek erop gewezeu had, dat de
polarimeter zoo uitstekend dienst zou kunnen
doen voor het bepaleu van het suikergehalte
der suikerbieten.
Het eerst maakte hiervan gebruik Vilmorin,
die lelf een suiker«chaal vaststelde. Thans wordt
de ."polarimeter algemeen voor dit doel gebruikt.
Deze laatste methode van onderzoek, welke
een zeer uauwkeurige is, heeft ook niet weinig
bijgedragen tot verhooging van het gemiddelde
suikergehalte der bieten.
Van 1882'90 valt wat dit betreft een
stijging waar te nemen van 12,415,92 °/Q.
Thans kunnen we wel zeggen dat het ge
middeld gehalte 16,5 is.
(Er komen tegenwoordig zelfs bietenoogsten
van bepaalde akkers voor met 20 suiker en
meer).
Naast deze betere onderzoekingsmethode heeft
ook niet weinig invloed op de verhooging van
het suikergehalte der bieten gehad, de vegeta
tieve vermeerdering.
Men is n.1. de uitmuntende bieten iD stukken
gaan deelen om er zoo veel zaadplanteu uit te
kweeken als men deelen heeft; men kan nu
eeu biet zoodoende het 10-voudige en meer aan
zaad laten opbrengen, hetgeen natuurlijk bij een
goede qualiteit van zeer groote"beteekenis is.
Wordt vervolgd).
Vergadering van den Raad der gemeente
Tholen op Donderdag 16 Juli 1914.
Afwezig de heer W. Moelker.
I. Ingekomen stokken.
a. Brief van den heer Vou Liudern inzake
de oprichting eener groepswalerleidiug.
De voorzitter stelt voordit schrijven voor
kennisgeving aan te nemen daar de zaak reeds
haar beslag heeft.
Wordt alzoo besloten.
b. Schrijven van Ged. Staten waarin wordt
mede gedeeld dat in de gezonden raadsbesluiten
inzake de waterleiding eeuige wijziging dient te
worden gebracht.
Op 's voorzitters voorstel wordt met op twee
na alg. st. besloten B. en W. te machtigen
deze wijzigingen te doen aanbrengen, builen
stemming de h.b. Quist en Kegge.
d. Request van het Nederl. Registratuur
Bureau met verzoek om geldelijken steun, wordt
op voorstel van B. en W. afwijzend beschikt.
d. Proc.-verbaal van 15 Juni gedane kasop-
neming bij den gemeenteontvanger, wordt voor
kennisgeving aangenomen.
e. Miss. van Ged. St. houdende goedkeuring
van de wijzigiug der gem. begrooting '14.
f. Request van J. Deurloo en Corns. Kegge
(aaugehouden in de vorige vergadering) om een
stuk gemeentegrond in opstel of erfpacht te
verkrijgen om achter hun woning een muur of
schutting te doen plaatsen, zulks ter verkrijging
eener betere rooilijn.
De heer Wagemaker vraagt of het niet beter
kan zijn eerst een Dog later ingekomen request
voor te lezen.
De voorzitter merkt op dat dit een geheel
afzonderlijke zaak betreft en bovendien is be
sloten om eerstgenoemd request thans te be
handelen.
De heer Wageviaker acht het toch wenschelijker
dit eerst voor te lezen, daar het eenzelfde zaak
betreft.
De voorzitter heeft hiertegen geen beswaar
en doet voorlezen een request van Joh. Jansen,
wonende bij de O.-V. poort, houdende gelijk
verzoek als Deurloo en Kegge.
De voorzitter merkt op dat adressant niet de
naastligger is van eerstgenoemden doch de woning
van dhr. v. d. Stel zich hiertusschen bevindt.
Een breedvoerige discussie heeft Jaarna plaats,
de heer Quist is van oordeel dat door het
vormen van een rechte lijn de leelijke hoek
daar verbeterd zal worden.
De heer Van Vredenburch is er voor om het
verzoek van eerstgenoemde requestanten in te
willigen, hij is tegen het verzoek van Jansen,
daar hij het dan overblijvende pad te smal zou
vinden.
De heer Kegge zal met genoegen de menschen
helpen en de geheele rooilijn zou zijn in orde
te brengen als de heer v. d. Stel ook tot mee
doen zou te bewegen zijü.
De voorzitter stelt voor het laatst ingekomen
requesi in een volgende vergadering te behandelen.
De heer Hollestelie brengt in herinnering dat
Jansen destijds de eerste verzoeker is geweest
om de rooilijn aldaar te verbetereu, doch de
andere buren trokken zich toen terug.
De heer Wagemaker vindt het jammer dat de
algeheele verbetering ter plaatse op het niet
meedoen van den heer v. d. Stel zal afstuiten,
daar een rechte muur beter zal staan, dan zooals
het nu is.
De heer Quist meent, dat waar nu bijna alle
menschen willen, het niet mag afhangen van
een persooü, wij behoeven geen uitweg te geven
iu de' gemeentewandeling, we moeten dan het
poortje bij v. d. Stel maar dicht spijkeren, dan
is er toch een rechte lijn, alle willigen mogen
hiervoor niet lijden.
De heer van Vredenburch ziet geen bezwaar
om dien hoek te laten vervallen, gaan we echter
achter het huis van Jansen het pad smaller
dan geeft dit aanleiding dat de kiuderen ruimte
missen om te spele.D en nog meer in de wandeling
vernielen waarover reeds steen en been wordt ge
klaagd, bovendien met het oog op spoor of tram
kan de aldaar zijnde ruimte de gemeente later
van pas kernen.
Fr wordt nog eenigen tijd over en weer ge
praat en daarna het verzoek van Deurloo en
Kegge toegestaan en dat van Jansen aangehouden
tot een volgende vergadering.
Een request van C. Quist en J. van As, die
klagen over vervuiling van een sloot nabij de
woniog van Pijpeling, waardoor zij niet van hun
water af kunnen komen; zal uader worden onder
zocht.
1d handen der commissie worden gesteld de
bezwaren in hunnen aanslag in de h. o. van
P. H. Kegge, P. Bont, Th. Sonke en H. Ruischer.
De heer Schipper verzoekt wegens benoeming
als leeraar aan de zeevaartschool te Terschelling
met 1 September a.s. ontslag.
Op 't voorzitters voorstel wordt besloten adres
sant 1 October of zooveel eerder ontslag te
verleenen als in de vacature, waarvoor reeds een
sollicitant zich aanmeldde, is voorzien.
Voor kennisgeving wordt aangenomen een
missive van Ged. Staten houdende goedkeuring
der verordening op de heffing van schoolgelden.
Eveueeus wordt voor kennisgeving aange
nomen de door den gemeente-ontvanger over
gelegde staat van restanten en oninbare posten.
Een adres van de kerkeraden der Geref.
gemeente en de Geref kerk alhier, verzoekeade
om tot afschaffing van de kermis te komen.
De voorzitter stelt voor dit adres in een
volgende vergadering te behandelen, daar er
geen haast bij is, aangezien de dit jaar te houden
kermis in Sept. toch door moet gaan, aannemende
dat de raad tot afschaffing zon besluiten, daar
reeds standplaatsen zijn verhuurd.
Wordt besloten ingevolge des Voorzitters
voorstel.
Op de voordracht als zetter worden geplaatst
ah le candidaat de attredeude heeren M. Chris-
tiaanse en J. C. Gelderblom, als 2e candidaat
de h.h. G. P. Eugelvaart en J. K. van der Stel.
Bij de rondvraag vestigt de heer v. d. Stel
de aandacht op den staclsmesthoop, dat eeu
zwijnenboel is, in de omgeving daar, verbetering
en toezicht zijn noodig.
De voorzitter zegt dat die toestand is ontstaan
doordat er voor de laatstgehouden verkoop van